Memoires 1983-B
(2015)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| |
[Paramaribo (vervolg)]macher met deze veelbelovende jonge econoom in contact brengen om meer begrip te krijgen voor wat er vandaag de dag werkelijk in Suriname speelt.Ga naar voetnoot305 | |
[pagina 208]
| |
Mijn antwoord: Ambassadeur Hoekman heeft vijf journalisten uit Nederland tegelijk ontvangen op voorwaarde dat hij niet mag worden geciteerd. Het Kamerlid Henk Knol (PvdA) heeft in het parlement gezegd dat er in Paramaribo ‘arrestaties’ hadden plaatsgevonden. Sergeant Doedel was razend. Niemand hier weet er iets van, maar het resultaat is wel dat onze journalisten nog meer worden geboycot. Wordt zo'n man door inlichtingendiensten gemanipuleerd? Govert van Brakel (ncrv) gaf me een advies: ‘Wanneer je aan het einde van je gesprek - en interviewboek met Bouterse bent gekomen, zou je dan niet voorzichtig over de jongste arrestaties kunnen beginnen?’ ‘Vriend, mijn verhouding met Desi Bouterse is zodanig dat ik geen enkel onderwerp “voorzichtig” hoef aan te snijden.’ Ik schreef in een overmoedige brief aan Mora Henskens in New York dat ik nu - na een jaar in tranen te zijn geweest - een streep onder de affaire met Eduard had gezet. ‘I hope he realizes, that I am worthwhile, and he should come to his senses soon, because the moment arrives that I will not consider him any longer worthwhile.’ Er schijnen inderdaad drie of vier bewoners van Lelydorp te zijn gearresteerd. De hele horde Nederlandse journalisten trok eropuit om de moeder van een arrestant te gaan interviewen. Peter Schumacher zei wel mee te moeten gaan, want de man van het anp ging ook. Waar bemoeien ze zich in godsnaam mee? Suriname is nu ‘een ander land’. In alle landen in de wereld pakt de politie soms mensen op. | |
[pagina 209]
| |
29 november 1983Om 05:15 uur belde ambassadeur Herrenberg uit Nederland op. Gisteren had ik naar ambassadeur Diaz van Cuba in Den Haag gebeld om eens contact met Herrenberg op te nemen. Per slot van rekening ga ik binnenkort naar Cuba en in Havana zal ik uitvoerig spreken met vicepresident Carlos Rafael Rodriguez, één van de naaste en meest vertrouwde medewerkers van Fidel Castro. Natuurlijk wordt me dan naar Suriname gevraagd, dus is enige coördinatie over wat ik dan zal gaan zeggen nooit weg. Henk benadrukte met de grootste nadruk dat hij mijn reis naar Cuba beschouwde als die van een journalist, en niet die van een verkapte diplomatieke missie namens Suriname. Dit had hij ook zo aan zijn collega Diaz gezegd. ‘De betrekkingen tussen Suriname en Cuba zijn nog in bespreking,’ zei hij, ‘en het kan niet zo zijn dat naar buiten zou komen, dat er overleg zou zijn geweest tussen Diaz en mij hier.’ Vroege ochtendontmoeting met Harvey Naarendorp in Fort Zeelandia. Hij was zeer aardig, als altijd. We waren nauwelijks met ons werk aan het Bouterse-boekje begonnen, of de bevelhebber kwam aan de lijn en bleek hem ogenblikkelijk nodig te hebben. Hij begint meer en meer op de Henry Kissinger van Bouterse te lijken. Coitus is the punishment for the happiness of being together. Franz Kafka.Ga naar voetnoot306 Deze reactie van ambassadeur Stork heb ik aan de introductie van André Spoor te danken. Logeer natuurlijk liever bij hem. Stond aan de balie geld te wisselen en hoorde Hugo van Rhijn van de nos tegen iemand de volgende opmerking maken: ‘Ik kan niets zeggen want Oltmans staat achter me.’ Dit gebeurt gewoon. | |
[pagina 210]
| |
Er is dus inderdaad gedonder geweest. Er worden twee geboeide Hindoestanen op een persconferentie getoond. In totaal zijn er zestig personen opgepakt, en heeft Bouterse een coup verijdeld. Ze zoeken het maar uit. Hugo van Rhijn zei voordat Doedel - die een kleurenfoto van Bouterse op zijn koffertje heeft geplakt - aan zijn verhaal kon beginnen dat de groep Nederlandse journalisten hem wilden uitleggen, waarom hij hun inziens alles verkeerd had gedaan. ‘We moeten hem toch adviseren?’ zei hij tegen mij. ‘Helemaal niet, wij hebben er verder geen moer mee te maken en als je Doedel iets wilt zeggen kan je dat onder vier ogen na de persconferentie, doen.’ Overigens schijnen de meeste journalisten naar Nederland terug te gaan. Ook de ncrv vond het te duur om Van Brakel nog langer in Paramaribo te laten. Hugo van Rhijn gaat naar huis zonder Bouterse ooit voor de camera te hebben gekregen. En via mij regelen, opdat dit alsnog zou plaatsvinden, was er dus niet bij, de kaffers. Trouwens, alleen Van Brakel kwam even afscheid nemen. Ik lees een boekje over transcendentale meditatie van Krishnamurti. Ben er niet kapot van. Ook: hoe raak je in deze uitzonderlijke trance? André, de kerel die het zwembad bijhoudt, schoot me aan: ‘Wat is er toch met u? Is het uw arm? U bent zo stil. Ik kon het haast niet geloven.’ Goed geobserveerd, ik probeer al een tijd niet humeurig te worden, maar het is waar, ik voel me al maanden lang stil en teruggetrokken. Soms denk ik, dat ik nooit meer dezelfde zal zijn. Dat is het gevolg van de geschiedenis met Ed. What a strange life. Where to start with my diaries? Mijn vader is zeventien jaar geleden overleden. Mijn moeder, negen jaar geleden, het is nauwelijks te geloven dat ik nu al zolang alleen ronddobber. | |
30 november 1983Wat me opvalt, is dat ik soms doodmoe opsta. Hoe werkt dat precies? Vanmorgen heb ik Harvey Naarendorp een brief bestemd voor Desi Bouterse gebracht. Later deze ochtend spreken we elkaar in Fort Zeelandia. Motke Chanoeka stuurde een bericht. Ik telex hem de zaken voor Suriname bij Voetlink op de rails te zetten. Ik sprak Harvey lang en vertrouwelijk. Hij is misschien wel een van de meest erudiete Surinamers van dit moment. Hij spreekt | |
[pagina 211]
| |
gedetailleerd over artikelen in Le Monde Diplomatique. Of hij verwijst naar Vance Packards The Hidden Persuaders, of merkt op dat wat de Amerikanen eigenlijk vooral doen met behulp van een tv-serie als Mash, is de indruk willen wekken van wat is die vent toch een milde aardige kerel, terwijl tegelijkertijd wel heel Noord-Korea met napalm wordt bestookt en er bovendien B52's op worden losgelaten. Ik vertelde wat Robert Jay Lifton onder ‘psychic numbing’ verstaat. Hij begreep het precies. Ik zei hem dat het een vergissing was om Alibux zowel premier te laten zijn als Buitenlandse Zaken te laten besturen, want dan krijg je dat amateuristisch geknoei als nu met Cuba. Ik ging daarop verder en hengelde naar mogelijk gezigzag van Bouterse. Nee, Bouterse zat wel degelijk op een vaste lijn, namelijk steunend op twee punten, het leger en het volk (in die volgorde). Toen het ernaar uitzag dat de verhouding binnen het leger tussen pro- en anti-Cubagroepen zou kunnen escaleren ‘heeft hij geheel alleen en op zichzelf gekapt met Cuba waarbij er fouten zijn gemaakt in vorm en in timing. (...) Maar bij hem stond voorop dat de eenheid in het leger zou worden bewaard. Zijn ander steunpunt is de richting welke hij het volk aangeeft. Desi is sterk op het volk gericht, waarbij het geven van kansen aan mensen wier stem nooit werd gehoord, voor hem belangrijk is.’ Harvey gaf me een kopie van een working paper dat hij voor Bouterse had geschreven. Hierin adviseerde hij ondermeer dat Suriname op de Condatora-lijn zou moeten zitten en Cuba voorlopig op een laag pitje houden. Naarendorp geeft overigens volmondig toe dat wat tegenover Cuba werd uitgehaald eigenlijk afschuwelijk was, maar op dat moment ging het op de eerste plaats om de eigen problemen op te lossen. Hij benadrukte bij Bouterse dat Suriname het zich niet kan veroorloven ‘te blijven manoeuvreren en laveren. We moeten kiezen’. We belandden bij de monetaire situatie in de wereld. Opnieuw verwees hij naar Le Monde, waarin hij had gelezen dat belangrijke Amerikaanse banken niet meer waren gedekt. ‘Dat betreft dus ook de bank van Alcoa hier, en ik vroeg me onmiddellijk af hoe wij in Suriname de dupe zouden worden als die bank zou donderen.’ ‘Dat is heel eenvoudig,’ antwoordde ik, ‘dan neemt u meteen het hele zaakje over.’ Telegram van ambassadeur Coen Stork: | |
[pagina 212]
| |
Had een gesprek met sergeant Doedel. Hij bleek een aardige kerel te zijn en ontdooide volledig. Hij is bereid zich in te zetten om gesprekken te organiseren met kapitein Boerenveen, premier Alibux en een aanvullend gesprek met minister Caldeira. Hij gaf aan dat Kolader van BuZa niet de aangewezen weg is om hier wat voor elkaar te kunnen boksen, en dat het via hem of via Harvey vlotter zou gaan. Harvey Naarendorp kwam met me lunchen in Torarica. Even later arriveerde Peter Schumacher (nrc) en ging op hoorbare afstand van ons zitten. Aanvankelijk kon ik hem niet zien. Later toen ik het door had, vroeg ik of hij Naarendorp al kende. Dat was het geval. Maar waarom deze collega het dan nodig vond tegen mij te zeggen, ‘Ja, ja, jij intrigant...’ mag Joost weten. Dat zijn van die losse flodders, die ik maar onder beroepsrivaliteit zal rangschikken. Maar ik besef nu wel zelfs voor Schumacher op mijn hoede te moeten zijn. Later reed ik met Schumacher, die een auto had gehuurd op kosten van de nrc, naar boekhandel vaco om nog leesmateriaal te zoeken. De inkoper van de winkel zei dat hij één exemplaar van mijn komende Bouterse-boekje had besteld. ‘Bent u niet goed bij uw hoofd?’ vroeg ik hem. ‘Ja, maar ik ken de inhoud niet,’ was het stupide antwoord, alsof een boekhandelaar daar iets mee te maken heeft. Tenzij hij geen tegenover Bouterse vriendelijk gestemd boekje in zijn zaak wil hebben. Schumacher deed vervolgens een duit in het zakje: ‘Wordt jouw reis door Suriname betaald?’ ‘Ik probeer, omdat ik een boekje schrijf enige steun te krijgen bij het betalen van het hotel,’ en voegde eraan toe, ‘Van een | |
[pagina 213]
| |
voorschot van drieduizend gulden van Jan Mets zou ik dit in ieder geval niet kunnen betalen.’ Trouwens, als er een commissie voor de aankoop van de oude munten komt, of Motke Chanoeka zet zijn kippenfokkerij op, blijft er voldoende aan de strijkstok hangen om in Torarica op eigen kracht te logeren. Kocht drie boekjes van oude bekenden: eentje van Herman Hesse, van Oscar Wilde The Picture of Dorian Gray, en The Death of the Family, van David Cooper. ‘Some subtle influence passed from him to me...’ (p. 17). ‘A broken heart will run too many editions (...) to influence a person is to give him one's own soul’ (p. 24). ‘Nothing can cure the soul but the senses, just as nothing can cure the senses but the soul.’ ‘Why had it been left for a stranger to reveal him to himself.’ (p. 28) ‘Young men want to be faithful, and are not: old men want to be faithless and cannot: that's all one can say.’ (p.p. 37)’Ga naar voetnoot307 Ik denk niet dat deze regels van Oscar Wilde me op eenzelfde manier zouden hebben aangesproken zonder Eduard te hebben gekend, en met hem te hebben beleefd wat ik beleefd heb. Ik begin Lord Henry trouwens aardig te vinden.Ga naar voetnoot308 | |
2 december 1983Opnieuw een uitstekend gesprek met ambassadeur Hoekman dat om 08:00 uur begon. ‘Het gevoel van rechtszekerheid in Suriname is weg,’ zei hij, ‘en dat is een allereerste groot probleem.’ Zijn vrouw gaat al terug naar Nederland. Hij is aan het pakken, want in februari gaan ze terug naar Den Haag. ‘Een groep militairen schiet vijftien mensen overhoop. Hoe presenteer je zoiets in Den Haag?’ aldus Hoekman verwijzende naar de Decembermoorden van vorig jaar. ‘Bouterse heeft wel gezegd, “ik hoop dat het nooit meer gebeurt”, maar wat ze niet begrijpen is, dat Den Haag dat onvoldoende vindt. Hij heeft trouwens ook erbij gezegd, “We zullen als het nodig is weer toeslaan, want ik wacht niet tot ze mij doodschieten”. Bouterse begrijpt het gewoon niet. Wanneer je geen wet hebt of normen en wetsregels, die een rechtsorde mogelijk maken, dan maak je die wetten en rechtsregels, maar dat doet hij niet.’ Ik voerde aan dat mijn indruk van Bouterse als mens gewoon positief was, en dat ik hem uitstekend begreep. Mede na lange gesprekken met Harvey Naarendorp, die duidelijk maakte dat de schietpartij van 1982 eigenlijk openlijk door de oppositie was uitgelokt. ‘Wanneer je dag in dag uit via je een radiosta- | |
[pagina 214]
| |
tion omroept - tegen een militaire bevelhebber - dat ze je voor je raap zullen schieten, dan vraag je hem vroeg of laat om orde op zaken stellen, zoals hem dit trouwens overzee is bijgebracht.’ Dat verklaart natuurlijk hoogstens de arrestaties maar niet de standrechtelijke executies. Dat is waar. ‘De tragiek van Bouterse is,’ aldus de ambassadeur, ‘dat de revolutie geen kaders heeft. Basically geloof ik ook wel dat hij een goede kerel is, maar wie heeft hij om mee te werken? Hij zou best de kranten anders willen, of meer kranten de straat op krijgen, maar wie is er om het mee te doen? Wie is competent?’ Waarop ik de rustige expertise van Harvey Naarendorp naar voren bracht, waar hij het mee eens was. ‘Een ander punt is zijn achterdocht,’ aldus Hoekman. ‘Hij delegeert niet echt. Zodra er iets mis gaat trekt hij alles weer naar zich toe. Bij herhaling heb ik tegen ze gezegd, tegen Bouterse, tegen Alibux, tegen allemaal: als er iets mis gaat, roep me dan, dan kom ik. Maar in de twee jaar dat ik hier was hebben ze nooit gebruik van me gemaakt.’ Ik luisterde in stomme verbazing en dacht: natuurlijk niet, hoe is het mogelijk dat Hoekman dit niet begrijpt. Hij begrijpt de missie die hij heeft dus helemaal niet en zit nog met één been in het koloniale verleden en paternalistische denken. De ambassadeur was ook van mening, dat de opgerichte volkscomité's geen vruchten zouden afwerpen. ‘Naarendorp zal dit nooit toegeven,’ aldus de ambassadeur. ‘Sommige van deze comité's bestaan niet meer en anderen zijn weer in het oude politieke vaarwater terecht gekomen. Wanneer je kijkt naar de oorspronkelijke groep van zestien militairen, één zit gevangen, twee zijn dood. Er zijn dus dertien over. Hiervan kan je rustig stellen dat er negen zeggen “weg met die rooie rakkers...”.’ Hij scheen verbaasd, toen ik vertelde de indruk te hebben (op gezag van Harvey Naarendorp) dat Bouterse de Cubaanse ambassadeur had weggestuurd om de eenheid in het leger te garanderen. ‘Het is waar,’ aldus de ambassadeur, ‘dat na het bezoek aan Suriname van de Braziliaanse generaal Damila Venturini, ambassadeur Osvaldo Cardenas zich veel minder liet zien.’ ‘Hij was te intelligent om iets anders te doen,’ antwoordde ik. ‘Precies,’ zei Hoekman. Ik vertelde in Havana interviews te willen gaan maken met Sital en Cardenas. ‘Dat zou zeker een primeur zijn,’ aldus de ambassadeur.Ga naar voetnoot309 | |
[pagina 215]
| |
‘Harvey Naarendorp wordt hier niet alleen als de linkse man nabij Bouterse gezien, maar hem wordt het etiket van Machiavelli opgeplakt,’ vervolgde de ambassadeur. Ik vroeg hem of hij eigenlijk nog met Desi Bouterse zou willen praten. Hij antwoordde spontaan: ‘Natuurlijk!’ ‘Zou u zo'n gesprek dan ook een beetje benaderen als psychotherapeut?’ ‘Ach, Bouterse zal pas echt onder vier ogen spreken met een man als de Angolese ambassadeur,’ aldus Hoekman. Hij vertelde dat Bouterse indertijd kolonel Valk helemaal had vertrouwd. Ik besloot ter plekke een poging te doen Bouterse weer in gesprek te krijgen met de ambassadeur. Hoekman was het eens dat Peter Schumacher beslist met Winston Caldeira moest spreken. Ik ben later naar Peter toegegaan en heb gezegd alles op alles te zullen zetten dit te helpen bewerkstelligen. ‘Niet omdat ik jou zo aardig vindt, of je redactie, meer het zal goed zijn voor de zaak Nederland-Suriname.’ Vicepresident van Cuba Carlos Rafael Rodriguez bevestigt per telegram dat we zullen kunnen gaan werken. Deze jonge, blonde diplomaat kwam me halen in Hotel Torarica voor de rit naar de residentie van Sovjetambassadeur Boris Bubnov, een vijftiger, en kennelijk al een aantal jaren in het buitenland. Bubnov zat, wat omgang met buitenlanders betreft, op de Arbatov-Romanov lijn. We spraken samen op het grote terras met uitzicht op de Surinamerivier. Bubnov was van mening dat Nederland weer een goede verstandhouding met Suriname zou moeten opbouwen, ze de hand reiken en ze zouden moeten helpen en investeren. Hij wist kennelijk absoluut niets van wat er tussen Den Haag en Paramaribo speelt en lijkt me uitzonderlijk geïsoleerd. Hij had sinds zijn komst in 1982 Bouterse slechts eenmaal gesproken, en één of tweemaal in het voorbijgaan een paar woorden gewisseld op recepties. Alcoa meed hem niet, maar de mensen van Billiton laten hem links liggen. Hij wist ook niet dat Henk Herrenberg naar Cuba was geweest voor een verkapte lijmpoging. | |
[pagina 216]
| |
3 december 1983Geniet zeer van Wilde in Dorian Gray. De Belg, Geert, zei het verhaal gelezen te hebben toen hij achttien was. Maar dat is net als met de bergen literatuur, die je op de middelbare school moet doorploegen, je neemt op die leeftijd de diepgang der dingen gewoon niet op. Bezocht sergeant Doedel bij de nvd (de voorlichtingsdienst). Hij liet een telegram lezen. Paul Grijpma had in Het Parool geschreven dat alle Nederlandse journalisten in Suriname op het punt stonden te worden uitgewezen, ‘behalve Willem Oltmans, die er niet is als journalist, maar als schrijver van een boekje over Desi Bouterse.’ Dit zou Buddingh, die hier namens het anp zit, hebben doorgeseind. Zo gaat dit bij de rotzakken, die hun journalistieke arbeid anders verrichten en vastzitten aan politieke en redactionele richtlijnen - meestal van idioten die niet weten waar het over gaat, of een wit voetje willen halen in Den Haag. Heb dus Het Parool een protest getelegrafeerd, maar het is vechten tegen de bierkaai. Die jongen Buddingh heeft ook nog de boodschap naar Nederland gestuurd dat ‘volgens betrouwbare bronnen’ Desi Bouterse hele Hindoestaanse families per vliegtuig uit het binnenland had laten halen om te arresteren, met details over in elkaar geslagen mensen en bebloede shirtjes. De Surinaamse ambassade in Den Haag had na al dit geklets geadviseerd hem eruit te gooien, maar omdat hij zijn terugreis al voor dinsdag had geboekt had de nvd besloten er geen schandaal van te maken, aldus Doedel. Ik ben later op Buddingh afgestapt en heb hem gezegd: ‘Ik weet niet waarom je onder de vlag van het anp geruchten verspreid, maar ik zeg nooit meer een woord tegen je.’ ‘Daar begrijp ik niets van,’ was zijn bête antwoord. Ik vertelde Leonie van Bladel (nos Radio) wat Buddingh had uitgevreten. ‘Ik kan me niet voorstellen dat hij dat heeft gedaan,’ zei ze. Minister Caldeira speelt kat-en-muisspelletjes. Ik ben nu een aantal dagen om 08:30 uur naar zijn kantoor gegaan om een afspraak te maken. Ik heb zijn secretaresse nu duidelijk gemaakt dat ik er genoeg van had en er haring of kuit van wilde hebben. Als ze zo doorgaan dan vertrek ik dinsdag ook, en zullen ze een boekje krijgen waar de honden geen brood van lusten.Ga naar voetnoot310 | |
[pagina 217]
| |
Later kwam Buddingh weer op me af. ‘Ik zweer,’ zei hij, ‘dat ik niets over je heb geseind naar het anp. Wat Grijpma in Het Parool schreef moet hij per telefoon van één van de anderen hier hebben gehoord.’ ‘Okay,’ antwoordde ik, ‘als dat de waarheid is dan hoef je er niet op te zweren en neem ik je woord aan.’ Steeds, als ik over gevoelens voor Ed denk, val ik terug in de meest vervelende diepten van verdriet en melancholie. Ik zit in een gevaarlijke periode. Alles lijkt verkeerd te gaan. De onzekerheid over de komende dagen draagt hier verder toe bij. | |
4 december 1983Ontmoette gisteren Cliff, een artistieke jongen die in een klein huisje ergens in Domburg woont. Hij verzekerde me dat - al spreekt niemand meer over de Decembermoorden van 1982 - geen enkele Surinamer ooit zal vergeten wat er is gebeurd. Hij noemde het ‘Desi's breekpunt’. Tezelfdertijd beaamde hij dat Bouterse niet over die gebeurtenis wil spreken om de eed van de groep van dertien onderofficieren die de revolutie in 1980 begonnen, niet te schenden. Op het moment dat de ramp zich voltrok, was Roy Horb de verantwoordelijke man in kamp Zeelandia. Cliff was een buitengewoon aantrekkelijke kerel met een lekkere bek met tanden en een Gullitt-kapsel. De Ware Tijd meldt dat John Kolader door president Fred Ramdat Misier is beëdigd tot ambassadeur. Hij zal speciale opdrachten gaan vervullen. Eigenlijk word ik van Dorian Gray heel naar: ‘Memory, like a horrible malady, was eating his soul away...’ (p.p. 208). Zo erg is het nu ook weer niet. Toch blijft het an upsetting, intensily beautiful book. Eigenlijk zou ik voor Ed en Peter ook een exemplaar moeten kopen. Maar Eduard is nog veel te jong voor Wilde, en Peter heeft geen tijd. Dus koop ik maar niets. Om 10:00 uur ontmoette ik Harvey Naarendorp voor een intensief, en belangrijk gesprek. Ik stak een pleidooi af voor een te organiseren ontmoeting tussen Bouterse en Hoekman. Ik zette de argumenten hiervoor uitgebreid voor de ambassadeur op een rij. Naarendorp: ‘Wat je zegt over wettelijke regelingen om Suriname weer rechtsgrond te geven, dit heb ik al bij Bouta bepleit. Toen laatst Guido van de Kreeke en anderen werden gearresteerd, heb ik bij de bevelhebber onderstreept dat we een decreet zouden moeten maken waarbij dergelijke arrestaties rechtsgrond zouden krijgen.’ Ik voerde ook aan hoe dikwijls de ambassadeur had aangeboden met de Surinaamse leiding weer gesprekken te hebben. | |
[pagina 218]
| |
Die handschoen werd nimmer opgepikt. Hij wilde er over denken en er met Bouterse over spreken. Vervolgens deed ik op niet mis te verstane wijze mijn beklag over hoe ik de afgelopen twee weken was behandeld, in het bijzonder door Winston Caldeira. Als er geen einde aan kwam, dan zou ik onherroepelijk vertrekken om nooit meer terug te komen. Hij bleef heel stil, stond op en probeerde Bouterse aan de lijn te krijgen, wat mislukte, want hij was er niet. Ik kreeg The Dehumanization of Man van Montagu en Matson van hem terug, waar hij met genoegen in had gebladerd en liet The Origin of Consciousness van Julian Jaynes bij hem achter.Ga naar voetnoot311 Hij bood aan me terug te rijden naar het hotel, toen op hetzelfde moment Joyce Naarendorp, die ik nog niet kende, voor ons stopte - in een air-conditioned stationwagon - en me terugbracht. Ik kwam een Javaanse jongen tegen, een kapper, en ik moet zeggen, de verleiding was er. Maar ik vroeg me af, waarvoor? | |
5 december 1983Regen. Onrustige nacht vanwege het zich maar verder opstapelen van onzekerheid. Telefoneerde naar ambassadeur Henk Herrenberg in Den Haag. ‘Het lijkt me het beste dat je de lijn Naarendorp aanhoudt. Ik telefoneer liever niet over deze zaken van hieruit.’ Leonie van Bladel heeft haar bezoek benut om op jacht te gaan. Ze vertelt een gordeldier te hebben geschoten. Heel flink hoor... Elina Cummings van de coffeeshop in dit hotel zegt ‘veel mensen hebben een hartinfarct gekregen van de angst. Je moet de buurten ingaan Willem en met de mensen spreken. Iedereen heeft angst. Ze hebben Bouterse veel geld en huizen overzee geboden om weg te gaan, maar hij wil niet.’ De Ware Tijd meldt dat er een grootscheepse wervingscampagne voor een Jeugdmilitie en een Volksmilitie zal worden gehouden. Zij zullen worden ingezet voor de verdediging van strategische punten in het land. Dit lijkt een reactie op de gebeurtenissen in Grenada. Wat haalt het uit? Als de Amerikanen zouden landen zijn deze milities de eersten die het hazenpad kiezen. Lees David Coopers The Death of the family: ‘(...) one can never love another person until one can love oneself enough.’ Ik voel dit anders. Je houdt pas werkelijk van een ander als de chemistry of the partner truly vibrates and gets involved at all levels of | |
[pagina 219]
| |
mind and body. En die natural blend is even zeldzaam als het dobbelen van de genen, het kansspel van Darwin, dat bijvoorbeeld een wonderlijk mooi dier voortbracht als de papegaai in de kooi bij het zwembad van Torarica. Indira Gandhi eist de onmiddellijke terugtrekking van buitenlandse troepen uit Grenada. Daar is ze knap laat mee. Zij waarschuwde tegen verdere militaire inmenging in Centraal-Amerika. Zat de wereld maar werkelijk volgens democratische principes in elkaar: de overgrote meerderheid van mensen is aangesloten bij de Organisatie van Niet-Gebonden Landen voortkomend uit de Conferentie van Bandoeng. Dan zouden dergelijke Amerikaanse politionele acties ogenblikkelijk weggestemd worden, omdat het rode blok onherroepelijk met de Niet-Gebonden Landen zou meestemmen. Ik schreef een pittige memo voor Harvey Naarendorp: We maken het Bouterse-boekje af met nog te maken interviews met Caldeira en kapitein Boerenveen, terwijl mijn ticket, dat is verlopen, moet worden vernieuwd, maar nu via Miami, Havana, New York naar Amsterdam. Plus een vergoeding voor de rekening van Torarica, vanwege het een paar weken lang voor spek en bonen in Suriname zitten. Of we maken het Bouterse-boekje niet af, maar dan verwacht ik gecompenseerd te worden voor al gemaakte kosten en besteedde tijd van 50.000 Surinaamse guldens te voldoen voor vertrek op 9 december 1983. Wat betekent trouwens ‘love oneself enough’. Wie leeft en werkt en doorgaat met ademhalen bewijst voldoende van zichzelf te houden. Liep ambassadeur Hoekman juist mis, maar kon hem even aanschieten. Hij was naar Buitenlandse Zaken geroepen en was er te voet vanuit kantoor op weg naar toe. Hij scheen verbaast dat er wellicht toch een ontmoeting met Bouterse zou komen. ‘Maar het moet van die kant komen,’ zei hij nog. Na 8 december 1982 had hij de bevelhebber niet meer ontmoet. Het zou een doorbraak kunnen zijn. Harvey vroeg me om 13:00 uur weer terug te komen. ‘Ik voel me langzamerhand een loopjongen,’ zei ik. ‘Zo moet u dat niet opvatten,’ antwoordde hij. Misschien, maar ik ben zo langzamerhand super geïrriteerd. Terwijl ik op een bankje in Fort Zeelandia zat te wachten op Naarendorp klapte een wachtcommandant in zijn handen naar mij. ‘Roep je je hondje zo ook?’ vroeg ik. Dit leidde ertoe dat ik werd opgebracht door de Militaire Politie. We gingen het kantoor in. Ze wilden lezen wat ik had geschreven, omdat ik in een militair object zat te pennen. Ik weigerde steevast. Er werd | |
[pagina 220]
| |
druk getelefoneerd. Een andere soldaat van de Militaire Politie kwam me halen. Weer een andere commandant vroeg op bevelende toon: ‘Laat uw notities lezen?’ ‘Nee, nooit.’ Toen werd ik naar een nog hogere klabak gebracht, terwijl al uit de ramen door soldaten ‘huurling!’ werd geroepen. Deze hogere militair was echter een zeer correcte Hindoestaan. Ik kon onmiddellijk vertrekken. Dat komt er ook nog bij. Je probeert je ambassadeur bij de hoogste man hier te krijgen en wordt er dan van verdacht een huurling te zijn. Harvey Naarendorp was ontzet over dit incident. ‘Er heerst een blankenhaat,’ zei hij. Hij zou nog vanavond om 19:30 uur uitvoerig met Bouterse spreken. ‘Het is vlak om de hoek van je hotel, dus ik kom nog wel even langs.’ Ik zei dat ik de uitkomst zou afwachten, en dat ik een memo voor hem had voorbereid, maar dit achter zal houden tot na zijn gesprek met de bevelhebber. Ik zat trouwens in Fort Zeelandia in het carnet voor Eduard te schrijven. ‘Dat kon ik dus in ieder geval niet aan die wachtcommandant ter inzage geven,’ vertelde ik Naarendorp. Hij glimlachte. In Torarica vertelde ik Peter Schumacher wat me in Zeelandia was overkomen. ‘Ik wou dat dit mij was gepasseerd,’ zei hij ook nog. Nederlandse journalisten vinden het heerlijk om ieder voorbeeld van stommiteiten en wangedrag door het leger van Bouterse aan te grijpen om in grote koppen in de kranten te zetten. Ik ben daar niet op uit, nu niet en nooit niet. Het was idioot, zeker, maar die militairen konden niet aan mijn neus zien dat ik in Suriname met andere bedoelingen ben, dan om de gebruikelijke vooroordelen en vijandigheid naar de media in Nederland aan te dragen. Telefoneerde naar New York en kreeg Eduard te pakken voor hij naar zijn Alvin Ailey Class zou gaan. Ik vertelde dat ik al schrijvende in het voor hem bestemde carnet was gearresteerd. Hij was zo gewoon en opgewekt dat ik haast bang ben om blij te zijn over dit gesprek. Om 22:05 uur zat ik met Roel Martens te praten op het terras van Torarica toen Harvey Naarendorp opdook. Bevelhebber Bouterse zal me morgen om 10:00 uur in het presidentiële paleis ontvangen. Maar ambassadeur Hoekman moest zelf een gesprek met Bouterse aanvragen. ‘Jullie moeten hem wel roepen na alles wat er is gebeurd,’ drukte ik Harvey op het hart. Die nam een snelle beslissing, ‘Vraag dan aan Hoekman of hij mij morgen belt.’ Dit betekende dan vanzelf dat een ontmoeting gewenst was zonder dat Bouterse het had aangeboden, of | |
[pagina 221]
| |
Hoekman erom gevraagd had. Ik belde de ambassadeur meteen thuis op, die een beetje nerveus van mijn mededeling werd. Diplomaten zijn soms net kleine kinderen. In 1966 probeerde ik Marshall Green, de Amerikaanse ambassadeur in Djakarta, weer in gesprek met Bung Karno te krijgen. ‘Who invites whom,’ was het antwoord van Green. Bung Karno dacht er over na, maar zei op paleis Bogor tegen mij dat hij er vanaf zag, omdat Green toch al subversief tegen Sukarno bezig was. En dat was waar. ‘Ik zal zien,’ antwoordde ambassadeur Hoekman, dus in dit geval zijn we ook weer terug bij het oude liedje van who invites whom. Het zou een sensationele ontwikkeling zijn als ik dit voor elkaar bokste. Als iemand de contacten met Den Haag weer op gang kan krijgen is het Hoekman, want hij weet wat hier speelt en is in wezen Bouterse niet kwaadgezind. | |
6 december 1983Elina Cummings bracht vier zalige mango's voor me mee. Desi heeft blijkbaar eens in een redevoering gezegd: ‘“Het Surinaamse volk vergeet gauw”. Dit is misschien waar, dat we vergeten, als eerst alles maar weer normaal wordt,’ aldus Elina. Bracht Winston Caldeira een briefje met als boodschap dat persoonlijke gevoelens en gekwetste trots ondergeschikt gemaakt zouden moeten worden bij het eminente belang van het boekproject. ‘Fuck him.’ Wipte even bij ambassadeur Hoekman aan. ‘Als dit uitlekt, is het weg,’ waarschuwde hij. Hij lachte smakelijk toen ik hem vertelde tegen Bouterse te zullen zeggen gewoon naar Nederland te gaan, net als Anwar Sadat deed die op een dag in een vliegtuig stapte en naar Israël vloog. Desi Bouterse was twintig minuten te laat. We spraken een half uur in zijn werkkamer op de eerste verdieping, waar het wemelde van de ‘gorilla's’. Hij was aardig en opende met te zeggen dat er fouten ten opzichte van mij waren gemaakt. Die wuifde ik nu snel weg. Misschien wel dom. Ik werkte mijn lijstje af. Begon dus met de brief van Hugo van Reijen die oude munten wilde kopen, waar ik 10.000 gulden vindersloon aan over zou houden, opdat ik het boekje met Bouterse verder zonder Surinaamse hulp zou kunnen financieren. ‘Ik weet toevallig wat van munten af,’ zei Bouterse. ‘Munten uit 1966 zijn 75 gulden waard.’ Ik stond dus in mijn hemd gezien het aanbod van Hugo. Heb die man nooit echt vertrouwd.Ga naar voetnoot312 Dat | |
[pagina 222]
| |
is misschien de reden, dat Winston Caldeira niet meer thuis geeft. Bouterse zat haartjes uit zijn oren te prutsen en verontschuldigde zich met de woorden, ‘ben net naar de kapper geweest.’ Toen ik samen met Naarendorp naar het paleis wandelende, vertelde Harvey mij dat hij de huidige Cuba- affaire nooit met Bouterse had besproken. Wat heeft hij dan wel gedaan? Ik improviseerde dus op het paleis een betoog over Cuba en vertelde ondermeer met Carlos Rafael Rodriguez - een man bij wie zijn ambassadeur Herrenberg niet terecht had kunnen komen - een boek ging schrijven. Was dit niet een gelegenheid om een lans voor Suriname te breken? Heel lou loene zei de bevelhebber dat het goed was als ik op dat niveau in Havana over Suriname sprak. Als uitsmijter hield ik de kwestie Hoekman achter de hand. ‘Ik sta altijd open om met hem te spreken,’ aldus Bouterse. Harvey had me al gezegd, dat als Desi toestemde in een gesprek met Hoekman, hij desnoods bereid was de ambassadeur hierover te bellen. Die missie lijkt dus te zullen gaan slagen. Over het bericht dat Ingrid Bouterse nabij New York een huis zou hebben gekocht, zei Desi: ‘Je moest eens weten hoeveel telefoontjes zij daarover heeft gehad.’ ‘Zo wordt er gezegd,’ zei ik, ‘dat u weg zou gaan, omdat men u nooit zal vergeven wat 8 december 1982 is gebeurd. U zou een paar miljoen dollar krijgen en kapitein Boerenveen zou de zaak hier overnemen.’ Bouterse keek hierop verbaasd en ook heel ernstig. Hij reageerde hier verder niet op. Ook de hervatting van de directe vluchten op Amsterdam kwam ter sprake. Bouterse vroeg, ‘Waarom schrijft Orlandini een brief aan onze president?’ Dit gaf me de gelegenheid opnieuw te pleiten, met steun van Harvey Naarendorp, voor het opheffen van de blokkade van de vliegroute Paramaribo-Amsterdam. Ik kreeg sterk het gevoel dat hij er wel toe te porren zou zijn. Zal Orlandini hierover een telexbericht sturen. Toen ik het voorbeeld van Sadat aanhaalde, zei Bouterse: ‘Ja, en wat is er met Sadat gebeurd?’ ‘Dat waren godsdienstfanatici. Willem van Oranje en jfk zijn ook vermoord. Dat is in uw vak altijd een mogelijkheid,’ antwoordde ik. Ik benadrukte dat van Hoekman tot en met Schmeitz van de vara, iedereen die hem in den lijve ontmoette anders over hem zou gaan denken en praten. ‘Als u naar Den Haag zou gaan, zou dit als een moedige daad worden gerespecteerd,’ zei ik. ‘Ik wil best naar Soestdijk, maar ze moeten leren in Den Haag | |
[pagina 223]
| |
ons niet meer in de maling te nemen.’ Ik dacht, man, je hebt in dit opzicht gewoon gelijk. De Haagse arrogantie is niet om te pruimen, ook voor mij niet. Regelde mijn vertrek en zond twee telegrammen: Lunchte met de ambassadeur van Brazilië, Luis Philip Lampreia. Hij woont in een kast van een villa, het huis van de vorig jaar vermoorde advocaat Gonzales. Er is pas één kamer gereed, zijn werkkamer, voorzien van een Apple Computer. Er staan in zilveren lijsten vier generaties Lampreia-diplomaten. Zijn overgrootvader was de Portugese ambassadeur in Brazilië. De lunch voor twee werd geserveerd op het terras. Hij had al het personeel, inbegrepen een kok, vanuit Brazilië meegebracht. Zijn echtgenote voegde zich voor het dessert van banana soufflée bij ons. Geen wijn, alleen water. De ambassadeur verkondigde dat zijn Cubaanse collega, de neger Osvaldo Cardenas, zich had uitgesloofd om zo te bewijzen wat hij allemaal tot stand kon brengen ten einde zijn blanke superieuren in Havana te imponeren. Lampreia: ‘Psychologically, I explain it this way. He wanted being black to deliver to his bosses the first foothold on the Latin American continent.’ Ik dacht, u kletst, mijnheer. Als iemand de grenzen van zijn mogelijkheden onder ogen zag was het ambassadeur Cardenas, die ik tenslotte vrij goed leerde kennen. ‘Another disaster, he brought upon himself, was on Bouterse's birthday, October 13. They planned a celebration at Volks | |
[pagina 224]
| |
Mobilisatie. No ambassadors were invited. Cardenas showed up, which made some of the military raving mad. They wanted to throw him out bodily.’ En: ‘Another point of friction was that Fidel Castro did not mention Surinam in his New Delhi speech during the Conference of Non Aligned Nations.’ Dit was inderdaad vreemd, want Bouterse was samen met Ortega in het vliegtuig van Castro naar New Delhi gereisd. Lampreia schijnt het eens te zijn met de politiek van Ronald Reagan. Hij vond Jimmy Carter een ramp. Dankzij hem zouden er nu in Latijns-Amerika zoveel problemen zijn. Hij bleek een rechtse son of a bitch te zijn. Hij wist niet wie Harvey Naarendorp was. Hij was overigens positief over de persoon Desi Bouterse. Tijdens het bezoek van generaal Venturini had Henk Herrenberg voor Bouterse getolkt. Lampreia: ‘We were wondering about this sergeant. After all general Venturini had thirty years military experience and was a diplomat. But during the many hours of conversation Bouterse never once made a silly remark. He was cautious at first, but gradually loossened up. Actually, we were very impressed.’ Ambassadeur Lampreia vertelde dat Suriname geen agreement had verleend bij de benoeming van een nieuwe Indonesische ambassadeur in verband met de mogelijke rol van Indonesië in de 8 december-affaire. Roy Horb, een Javaan, zou bevriend zijn geweest met Indonesische diplomaten. Lampreia noemde het opmerkelijk dat het grote portret, waar Bouterse en Horb elkaar omhelzen, nog steeds in de werkkamer van de bevelhebber op Fort Zeelandia hangt. De ambassadeur gaf openlijk toe dat de eerste toenaderingscontacten van Brazilië naar Bouterse in nauwe samenwerking met Washington waren ondernomen. Overigens had ik een binnenpretje toen ik in de slee (met hoes over de vlag) van de Braziliaanse ambassadeur om 15:30 uur in Hotel Torarica terugkeerde en ik juist Peter Schumacher zag komen aanwandelen. Hij mag dan de nrc vertegenwoordigen, but has no contacts to speak off. Harvey Naarendorp sprak ik eind van de middag nog. Hij vertelde dat Bouterse had opgemerkt: ‘Je had hem zeker gezegd weer snel op te donderen. Hij was al weer zo gauw weg.’ ‘Wie niet in een half uur zijn zaken kan afhandelen moet terug naar school,’ repliceerde ik. ‘Ik heb de bevelhebber gezegd, dat ik dit niet had gedaan. Hij had wel meer tijd voor je gehad.’ ‘Ik vond het helemaal geen ontspannen ontmoeting trouwens, en had niet het gevoel dat we nog iets aan het boek zouden kunnen doen,’ zei ik. Eerst laten ze je twee weken wachten, | |
[pagina 225]
| |
en alleen na de nodige dreigementen kom je uiteindelijk binnen, dan is mijn stemming behoorlijk verpest, of het nu Desi Bouterse is of iemand anders. Ik verliet het paleis vanmorgen vol ambivalente gevoelens en mijn vingers jeukten om een heel ander boekje te schrijven, maar dat zou laf zijn en verkeerd. Het is een feit dat je twee boekjes zou kunnen schrijven. Maar het doel blijft een brug naar Bouterse te bouwen en niet een nog grotere kloof te creëren. De man zal blijven en er zal moeten worden samengewerkt. De negatieve kanten van Suriname en Bouterse worden al voldoende door de haatdragende Nederlandse media onderstreept. Tenslotte mag ik de man, zoals blijkbaar ook de Brazilianen doen. Je moet altijd meecalculeren bij de beoordeling van Desi Bouterse wat zijn ware achtergrond is en dan neem je toch je petje af. Naarendorp: ‘Hoe meer ik zijn leven bestudeer, bijvoorbeeld wanneer jij bij hem de muntenaffaire aansnijdt, dan weet hij er iets van. Hij verzamelt ze zelf. Hij kent de prijzen. Als er wordt gezegd, zullen we een balletje biljart slaan, dan doet hij mee en wint. Spreek je over bosnegers, dan heeft hij er geleefd en gewerkt. Van sport weet hij alles. Hij heeft zelfs eens als boekhouder gewerkt. Hij is werkelijk geschikt als leider.’Ga naar voetnoot313 Intussen is het interview met Boerenveen wel geregeld. Ik heb Paul Klare van De Tijd meteen geïnformeerd. | |
7 december 1983Heb Desi Bouterse gisteren ook de teleurstelling van ambassadeur Boris Bubnov van de ussr overgebracht dat deze hem nooit te zien te krijgen. Ik gaf trouwens ook aan dat ik goed in mijn oren had geknoopt wat Ingrid Bouterse me eens in een vliegtuig vertelde namelijk dat het niet in de lijn van haar mans karakter lag om bijvoorbeeld naar Chin A Sen met modder terug te smijten. De Ware Tijd bericht uitvoerig over de rede van Bouterse (door Harvey geschreven). ‘Landgenoten. Ik richt mij hedenavond tot u omdat de vijanden van ons volk wederom een grootscheeps plan van contra-revolutionaire aktie in uitvoering hebben genomen, gericht op de destabilisatie van onze samenleving door middel van brandstichtingen, moorden en andere criminele activiteiten, die de basis moeten leggen voor een invasie van huurlingen en Surinaamse landverraders.’ Ik vraag me meer en meer af hoe het eigenlijk komt dat juist op het moment dat in Suriname een complot wordt ontdekt, | |
[pagina 226]
| |
er zo uitzonderlijk veel Nederlandse journalisten, inbegrepen vara en nos televisieteams in Paramaribo waren. Ze zijn in Den Haag tot alles in staat om Bouterse bij de ballen te hebben, dat staat vast. De vroegere haat tegen Sukarno, als bevrijder van Indië, wordt in Paramaribo tegenover Bouterse dunnetjes over gedaan. Ontmoette kapitein Boerenveen, een reus van een kerel - die de kma in Nederland heeft afgelopen - bij Volks Mobilisatie aan de overkant van dit hotel. Na een uitstekend interview vroeg ik me dan ook allereerst af: ‘hoe is het mogelijk dat Den Haag kans ziet met deze mensen overhoop te liggen?’ Onder vier ogen vertelde hij trouwens: ‘Net als u zegt. We hebben een uitgebreid dossier over Chin A Sen. Als dat zou worden gepubliceerd zou de man meteen voor het gros van alle Surinamers niet meer acceptabel zijn. Maar we houden bepaalde principes hoog. En we gaan ons niet verlagen tot dezelfde methoden. U kunt wat ik zeg hier ook toetsen aan de werkelijkheid.’ Ik had geprobeerd De Tijd te interesseren maar ontving het volgende telegram: Leonie van Bladel is woedend, want ze sprak één uur met Harvey Naarendorp en nos Radio zal het gesprek pas de volgende maand uitzenden. ‘Het is eigenlijk de enige man hier waarmee te praten valt,’ zei ze. Peter Schumacher zit in zijn piepzak en zei: ‘als ze in godsnaam maar niet in mijn interview met Naarendorp knippen.’ ‘Wie?’ vroeg ik. ‘Ja dat doet dan Willebrord Nieuwenhuis of anders Frans van Klaveren.’ Ik heb mijn eigen probleem, maar vraag me af hoe zulke mensen, die wel onder contract staan op een dergelijk manier hun werk kunnen doen. Als redacteuren thuis in reportages zaken zien staan, die niet in hun kraam te pas komen, wordt er geschrapt. Waarom zend je dan verslaggevers over- | |
[pagina 227]
| |
zee? Dit is hetzelfde wat mij in 1956-1957 in Djakarta is overkomen en omdat ik tegen dergelijke censuur effectief in het geweer kwam, kreeg ik een rode kaart voor het leven. Heb Motke Chanoeka ook een laatste advies getelext: | |
8 december 1983Heb gisteravond om 20:00 uur de rede van Bouterse op televisie gevolgd. Goed gedaan. Maar de wijze waarop Nederland ter sprake kwam zou wel eens het einde kunnen betekenen van mijn actie om hem en ambassadeur Hoekman weer rond één tafel te krijgen. Bouterse was overigens kalm in zijn rede en versprak zich niet. Sergeant Doedel, die hem aankondigde, was in burger. Verstandig. Heb Peter in Londen gebeld. Uitstekend gesprek met Harvey in Fort Zeelandia. Hij werd om 10:30 uur naar het paleis geroepen door Bouterse. Het gesprek met Hoekman is nog steeds on the cards. Ik had Harvey gevraagd of Bouterse mijn suggestie de Sadat-stunt uit te halen en gewoon op een vliegtuig naar Den Haag te stappen, idioot had gevonden. ‘Nee, hij vond het een voorstel om te bekijken,’ aldus Naarendorp. Wandelde naar het kantoor van ambassadeur Hoekman, die bevestigde morgenmiddag om 17:00 uur een ontmoeting met Naarendorp te zullen hebben. Ik bracht aan Hoekman over wat Harvey mij zojuist had gezegd over de Sadat-stunt. Hoekman viel zo ongeveer van zijn stoel van verbazing. Ik zei ook dat de planning van zo'n stunt eigenlijk alleen aan Lubbers bekend zou mogen zijn. Via BuZa is immers alles meteen verpest. Harvey was absoluut fantastisch. Hij maakte wel vijftien telefoontjes om mijn vliegticket geregeld te krijgen, zoals ik wenste via Havana en New York. In Cuba zal ik bij Carlos Rafael Rodriguez en passant een lans breken voor Suriname. Op een | |
[pagina 228]
| |
dergelijk politiek niveau kwam Herrenberg tijdens zijn missie niet terecht. Dan mag Suriname daar wel een ticket tegenaan gooien. En dat vindt Harvey ook. Een korporaal ging het ticket bij slm voor me halen. Ook regelde hij op de valreep, dat ik minister Tjon Kie Sim van Natuurlijke Hulpbronnen om 13:40 uur zou kunnen spreken. Deze laatste noemde het warempel ‘een mogelijkheid’, dat Chanoeka 500 ton aluinaarde per maand zou kunnen gaan aankopen. ‘Or, is it wishful thinking,’ vroeg ik de minister. ‘Nee, het kan, maar we willen met Billiton, wat u noemt, longterm agreements sluiten.’ | |
9 december 1983Schreef Desi Bouterse een afscheidsbrief en overhandigde die aan een Javaanse militair bij de groene deur in Fort Zeelandia.Ga naar voetnoot314 Harvey regelde een auto naar vliegveld Zanderij met een chauffeur, die soms ook Bouterse rijdt. De chauffeur zei dat wanneer er problemen te verwachten waren, Bouterse hem liet komen om te rijden, bijvoorbeeld bij relletjes. Bouterse had hem indertijd ook meegenomen voor een bezoek aan Maurice Bishop in Grenada. Ik werd op Zanderij regelrecht naar de vip-room gebracht. Telegrafeerde er Orlandini bij de klm en Paul Klare bij De Tijd. | |
[pagina 229]
| |
Paramaribo-MiamiIk had bij vertrek nog gezien hoe Peter Schumacher in het hotel de directeur (Hindoestaan) van het staatsoliebedrijf aanschoot en zichzelf voorstelde: awful. | |
Port au Prince, HaïtiHerinneringen aan George de Mohrenschildt. Het toestel zit hartstikke vol met Noord-Koreanen. | |
10 december 1983Miami, FloridaBij aankomst gisteren eerst kaarten gezonden naar Eduard en Mora. Daarna vertrok ik naar Club Bath in Coral Gables. Ik heb twaalf uur in jeans in dit complex van cabines, swimming pool, tv room en ander vermaak, rond getippeld. The crop of guys was totally uninteresting, hoewel ik genoeg kansen heb gehad. Hunks, die je hier vroeger zag, zijn er niet meer. De aids-angst houdt ze weg. Veel oudere mannen (zoals ik). Eigenlijk ben ik van de sfeer neerslachtig geworden. Zie in de pers dat Luns nu eindelijk bij de navo in Brussel oplazert. Eens zal duidelijk worden waarom die man zo lang al zijn schelmenstreken heeft overleefd. Leonid Zamyatin heeft al een paar dagen geleden gezegd dat Andropov na een hardnekkige kou (van 15 weken) weer in full swing de ussr leidt. Maarschalk Nikolai Ogarkov heeft duidelijk gemaakt, ‘that efforts of the us to achieve military superiority were moving the talks on limiting strategic nuclear weapons in the same direction as the negotiations on medium range weapons in Europe that were broken off by the Kremlin on November 23.’Ga naar voetnoot315 | |
Miami-Mexico City, PANAM 467 08:55 uurBen nog steeds afschuwelijk depressief. Heb ook eigenlijk nauwelijks geslapen in die hoerentent. Kolossale hoofdpijn. Toch is dit al met al een fantastische reis. In Paramaribo geruisloos weer het contact weten te herstellen tussen een één jaar lang duimendraaiende Nederlandse ambassadeur en Desi Bouterse. Straks ga ik in Havana de achtergrond geven van wat erin Paramaribo speelt. Boven Mexico City hing weer de gebruikelijke wolk smog en shit. Ik denk aan Phil Handler die al jaren geleden voorspelde dat de grote steden in de wereld ratholes zullen worden. | |
[pagina 230]
| |
Ik lees dat Nicaragua als de bliksem duizend Cubaanse militaire adviseurs buiten heeft gezet uit vrees het doelwit te zullen worden van een volgende Blitzkrieg van Reagan. Een groep van 1.200 onderwijzers en technici was al eerder vertrokken. Ook naar Nicaragua uitgeweken Salvadoraanse guerrilla's verlaten het land. Washington zegt dat er 5.000 Cubanen in Nicaragua zijn.Ga naar voetnoot316 Het is toch eigenlijk een godsgruwelijk schandaal dat Washington dit allemaal maar gewoon kan doen zonder dat er een haan op de wereld naar kraait. Ben razend benieuw hoe het gesprek Naarendorp-Hoekman is verlopen.Ga naar voetnoot317 John Sinclair schrijft over the hardware of the brain: ‘The brain differs from a computer in that it is immersed in a fluid containing many substances that alter the way the system works. The brain is practically a different machine when certain hormones or modulating substances are floating by it, or when we cause some drug to be dissolved in the solution. (...) The basic units in the brain are generally believed to be the synapses which (like transistors in a computer) act like switches. The circuitry in the brain depends on which of these synaptic switches are open and closed. Change the switches and you change the circuitry: this in turn changes the way the brain functions and thus changes the behavior of the creature possessing the brain.’Ga naar voetnoot318 Altijd weer verbaas ik me grenzeloos wanneer ik over de hersenen lees, waar alles omdraait en waar we niets, maar dan ook niets van weten. | |
Mexico-HavanaZal Hans Glaubitz, de tweede man van Coen Stork op het vliegveld zijn? |
|