Inleiding
Willem en ik hebben al een zeer roerig jaar achter de rug als de periode 1982-1983 aanbreekt. Zo roerig zelfs, dat ik besloot om elkaar beter even niet te zien. Willem noemde dat ‘groot verlof’. Later wanneer wij onenigheid hadden, belde hij na een paar dagen op met de vraag of het klein of groot verlof was? Veel later konden wij beter met elkaars karakters overweg en hadden meer respect voor elkaars mening, hoewel we, in onze relatie als vrienden, beiden zeker koppig bleven.
Nu ik ouder ben, begrijp ik beter hoe moeilijk het voor mij als jongeman was om Willem te leren kennen, een man die letterlijk mijn leven binnendenderde. Vooral dat laatste aspect duurde enige tijd voordat ik daarmee om kon gaan. Het bleef moeilijk om elkaar te begrijpen en dat is zo gebleven tot aan de dood van Willem op 30 september 2004.
Om terug te komen op 1982-1983: het was, naar ik later begreep, voor Willem niet te verteren dat ik hem aan de kant schoof als lover. Hij pikte dat gewoon niet en deed er alles aan om zich weer voor mij te winnen.
Willem en ik waren allebei dol op een reisje. Ik kan mij herinneren dat hij, meestal ongevraagd als ik vrij was van werk, een reisje boekte naar bijvoorbeeld Genève in Zwitserland om er een paar dagen tussenuit te kunnen. De Haan, want zo gedroeg hij zich wel zat niet boven op de Kip, maar hield mij wel degelijk in het vizier tijdens zo'n reis. En het was bal als er ook maar iemand even teveel aandacht aan mij schonk. Jaloers als hij was, werd hij dan ook nog eens oervervelend als zijn aandachttrekkerij door mij niet beantwoord werd. Dat waren moeilijke momenten. Toch kon het ook fijn zijn tijdens zo'n tripje, dat Willem een honeymoon noemde.
De wereld was het speelveld van Willem, en van lieverlede leerde ik dat accepteren, maar dat duurde wel even. Het gemak waarmee hij zich door zijn keurige voorkomen naar binnen wist te praten bij wereldleiders en belangrijke personen was fenomenaal. Hij ging goed voorbereid naar zo'n gesprek toe en wist ze de juiste vragen te stellen tijdens zo'n gesprek. Willem had een ijzeren discipline en absoluut geen tijd voor nietsnutten die in zijn ogen verloren moeite waren en had daar dan ook geen geduld mee. ‘Een ding’, zei hij, ‘heeft men wel of niet en dat is innerlijke bescha-