Memoires 1980-1981
(2012)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 260]
| |
Moskou30 maart 1981Het is prachtig weer. Ik schreef Peter nog voor het ontbijt. Het duurde gisteren weer een uur voor ik door de douane was. Niemand in de wereld hoeft angst te hebben voor deze sovjetkolos, al was het maar vanwege de manier waar op de overgrote meerderheid van de breinen in dit land werkt. Ik belde belde Volodja Molchanov. ‘Je was gisterenavond op onze televisie in een item van drie minuten over Georgii Arbatov bij de persontmoeting in Bonn. Je zat stom te lachen.’ ‘My craft is,’ aldus Jean Piaget, ‘to study the formation of knowledge.’ Ik wil het debat lezen dat Piaget met Noam Chomsky schijnt te hebben gehad. Om 09:00 uur stond Volodja al voor mijn neus, met een grote flambard op. We spraken een uur om een aantal afspraken geregeld te kunnen krijgen. ‘Ziet Zamyatin president Brezhnev veel,’ vroeg ik hem. ‘Willem,’ zei hij, ‘iedere dag!’ Hij voegde er aan toe: ‘Wat hij zegt is officieel want dat denken onze hoge bazen ook.’ Ik had hem eerder een brief gestuurd waarin ik vertelde dat ik van plan ben een boek met Zamyatin te schrijven. Voldodja had dit verteld aan de heer Nedbajev van de West-Europa redactie van apn Novosti. Deze was zonder een woord te zeggen opgesprongen en naar de heer Fedijashin - de mogelijke kgb-baas bij apn Novosti - gegaan om het grote nieuws te vertellen. Volodja wilde de Duitse editie van het Arbatov-boek (als een klein jongetje) meteen mee naar kantoor nemen. Ik had twintig bananen voor hem meegenomen waar hij geloof ik niet eens blij mee was. Ook gaf ik hem een pak artikelen over de Nederlandse publicaties rond Arbatov. Hij had voor mij een langspeelplaat van het eerste pianoconcert van Prokofiev meegebracht. Volodja vertelde dat Anatoly Alexandrov, president van de ussr Academie van Wetenschappen, een theatrale rede voor het cpsu Partij Congres had gehouden ‘met zijn rug naar het publiek en het politbureau recht aankijkend maar verder niets zeggend’. Alexandrov kennende, geloof ik dit niet. Volodja meende dat Feltsman helemaal geen kansen meer had het land | |
[pagina 261]
| |
te verlaten nu hij een interview aan The New York Times had gegeven. Op het usa Instituut van Arbatov was iedereen erg vriendelijk. Edward Ivanian zei dat reviewers mijn jfk-manuscript nog steeds in behandeling hadden. Ze kletsen maar wat in de ruimte om je aan het lijntje te houden. Arbatov had in Amsterdam gezegd: ‘We have not submitted it as yet to a publisher, because we are still reviewing it.’ Hoe lang nog? Ik wandelde naar de Nederlandse ambassade waar Willem Bentinck juist een diplomate uit IJsland uitliet. We voerden een prettig gesprek. Hij leek verbaasd te horen dat Gvishiani in lovende termen over Nederland had gesproken ten aanzien van de gasleveranties. ‘Ze spelen ons allemaal tegen elkaar uit,’ meende hij, ‘en denken dat wij elkaar niets vertellen. Ik zie de mensen van de Duitse banken altijd als ik naar het ministerie van Buitenlandse Handel ga want hun kantoor is er slechts een paar passen vandaan.’ Bentinck vertelde ook dat Gvishiani zelfs was genoemd als opvolger voor de minister van Buitenlandse Handel, Patolichev. Ook de naam van de zoon van Brezhnev was gevallen, maar tot dusverre was er niets gebeurd. ‘Ze zeggen tegen de Duitsers precies hetzelfde,’ aldus Willem, ‘namelijk dat zij het plezierigst zijn om zaken mee te doen. Ondertussen zitten de sovjets dermate lang te marchanderen, dat iedereen er allang zijn buik van vol heeft. Dit is een naar Russisch trekje. Wanneer u de heer Gvishiani weer eens spreekt, moet u op deze bezwaren van onze kant eens wijzen.’ Toen ik me liet ontvallen dat ik het een uitstekend idee te vinden een kernwapenvrije zone van Zweden tot Oostenrijk in te stellen, reageerde Bentinck met: ‘Maar dan zouden ze helemaal vrij spel hebben.’ Vrijspel in wat? De sovjets hebben al genoeg sores aan hun hoofd, kijk maar naar Polen. Toen ik zei absoluut geen sovjetinvasie van het Westen te verwachten, scheen Willem erg verbaasd. Ik blijf er bij. ‘De heer Nedbajev en Volodja Molchanov hebben we op de ambassade ontvangen,’ aldus Bentinck. Volodja had me al gezegd: ‘We all played games.’ Het had dus geen enkele inhoud of betekenis gehad. Toch mag ik Bentinck wel, in zijn grijze flanel en blazer. Gerhard van Pallandt, een jongere broer van Wieb en RenéeGa naar voetnoot215 is nu ook diplomaat. Moskou vond hij wel interessant maar hij had een klein appartement. Wanneer hij van vakantie terug- | |
[pagina 262]
| |
keerde, leed hij enige tijd aan Moscow blues. ‘Ga naar New Delhi,’ zei ik hem. ‘Zeventig procent van de diplomaten, die uit India terugkeren hebben dysenterie en andere permanente aandoeningen. Jan Hein van de Mortel heeft in de buitenlandse dienst een ziekte opgelopen waardoor hij nooit meer meelstoffen kan innemen. Tijdens diners eet hij altijd een bepaald soort koekjes voor zijn gezondheid. Men beseft niet altijd wat men op buitenlandse posten riskeert of kan oplopen.’ Gerhard zei zich uitsluitend met de kwestie van de pijpleidingen naar Europa bezig te houden. ‘Er komen er zelfs twee,’ zei ik. ‘Dat is oud nieuws. Dat heb ik allang naar Den Haag gerapporteerd,’ zei hij. Bij het Comité voor Radio en Televisie besprak ik met de befaamde kleine Gabishev en een andere ouwehoer, Vakhtang Korkelia, mijn plannen voor een film over de gaspijpleiding. De laatste adviseerde vooral steeds Jermen Gvishiani erbij betrokken te houden. ‘Tegen ons zeggen de hoge heren van de gasindustrie toch steeds dat ze geen tijd voor een film hebben maar dat durven ze tegenover Gvishiani niet te doen.’ Ik dineerde met Volodja en Consuelo Molchanov. Dat was wederom belangwekkend want Volodja vertelt veel uit de keuken van de cpsu. ‘Zamyatin zag jouw boek met Arbatov en dacht: ik heb niets gedaan. Hij wil ook iets nalaten aan zijn kinderen en kleinkinderen. Arbatov heeft verder geen macht. Hij kan hoogstens een auto voor je regelen of zorgen dat je gratis in het hotel van de Academie van Wetenschappen kunt logeren om een boek met hem te schrijven. Zamyatin heeft macht. Hij kan morgen de heer Tolkunov, onze baas bij apn Novosti wegsturen, als hij dat wil. Zamyatin geeft helemaal op z'n Amerikaans antwoorden als hem iets gevraagd wordt, “tak”. Als iemand met een stomme vraag komt, kan hij hem wegsturen bij wijze van spreken.’ Hij waarschuwde dat ik mij geen schandalen, zoals met Arbatov waren voorgekomen, kon permitteren als ik met Zamyatin een boek zou schrijven. ‘Arbatov gaf jou intelligente antwoorden. Maar Zamyatin heeft een opvliegerig temperament en hij denkt: ik ben de baas.’ Volodja en Consuelo zeiden dat iedereen over de toestand in Polen sprak, wat de mensen nerveus maakte. ‘We hebben 600.000 mensenlevens opgeofferd om Polen van de nazi's te bevrijden en hebben het land geholpen met de wederopbouw. De wederopstanding van Polen is voor driekwart met onze | |
[pagina 263]
| |
handen en ons geld geschied. Wanneer Polen nu het socialisme gaat verwerpen, wat moeten onze ideologen dan aan het volk van de Sovjet-Unie vertellen? Hoe moet men dit verklaren? Vooral wanneer zij blijven verkondigen dat het socialisme de beste staatsvorm is? Gisteren is het luchtruim boven Polen vijftien uur lang gesloten geweest. Dat is langer dan normaal, zoals bijvoorbeeld wanneer er een staatsbezoek plaatsvindt. Wat betekende dit? Ik hoorde dit op de Voice of America, maar die zender wordt sinds de problemen in Polen zwaar gestoord. Wij denken dat Reagan iets zal gaan doen als de ussr Polen zou binnentrekken.’ ‘Wie weet trekt Reagan Cuba binnen, die man is tot alles in staat.’ Consuelo scheen het met me eens te zijn en zei dat haar vader op dit moment in Havana was. Ze hadden een vriend die in Afghanistan gewond was geraakt, in een ziekenhuis in Moskou werd verpleegd en inmiddels is hersteld. Hij ging terug naar Afghanistan, maar sneuvelde en werd daar begraven. Zijn vrouw had gezegd: ‘Het is beter dat hij is omgekomen, want hij schreeuwde het uit in zijn dromen. Wat weten zulke jongens van oorlog en vechten?’ aldus Volodja. Ik vertelde over mijn boekje Made in Soestdijk. ‘Wat heb je toch tegen de monarchie,’ riep Consuelo uit. ‘De monarchie is het beste politieke systeem in de wereld. Mensen hebben immers de neiging allerlei verhalen op te hangen over een president, maar een koning wordt bewonderd. Om die reden keren volkeren zich in slechte tijden tot de kerk en God ter compensatie.’ ‘Op dat moment komt aartsbisschop Pitirim in beeld,’ vulde Volodja aan, evenals Consuelo lid van de cpsu. Hij ontmoedigde me om een boek met oud-ambassadeur Romanov te gaan schrijven. Wat hebben ze hier toch tegen die man? Dat is de beste sovjetambassadeur die ooit in Den Haag heeft gezeten. ‘Concentreer je nu op Zamyatin en probeer met hem in vier maanden een boek af te hebben.’ Ik zei dat ik het absoluut niet met hem eens was. ‘Ik begrijp dat Romanov nu passé is, maar ik laat mijn vriend niet in de steek.’ Ik dacht: wacht jij maar Volodja tot je zelf op een dag gepensioneerd en oud zal zijn en door de nieuwe generaties als passé zal worden beschouwd. Hij meende dat Rogner & Bernard Zamyatin zouden moeten uitgeven. Nadat ik terug was in het hotel belde ik Romanov op. Hij had | |
[pagina 264]
| |
gesproken met de heer Pankov, vicevoorzitter van het Sovjet Comité voor Europese Veiligheid en Samenwerking. Ik word woensdag verwacht op een symposium over internationale veiligheid. Verder gaf Romanov me het telefoonnummer van Dirk Keijer, die in Moskou is. ‘Play a yoke on the other Flying Dutchman,’ zei hij. ‘Say you saw him in the street, you shouted en he did not hear you. Because he said he wanted to play that yoke on you.’ Het bewijst wat ik al heel lang vermoed, namelijk dat Keijer geen zuivere koffie is. Romanov zal morgen de heren Klaas de Vries en Relus ter Beek van de PvdA begeleiden, wanneer zij om 15:00 uur door de heer Chitikov, de voorzitter van de Opperste Sovjet worden ontvangen. Ik belde de chef nieuwsdienst van nrc Handelsblad, Van der Hoeven, en stuurde hem een bericht door over de tweede gaspijplijn naar het Westen. Toen ik was uitgesproken, zei hij laconiek: ‘Er is een aanslag op Ronald Reagan gepleegd.’ De dader was een 22-jarige blanke jongen. De perschef van Reagan is door het hoofd geschoten. Wat zal het demoraliserende effect hiervan op Amerikanen zijn? Nu gaat Bush de scepter zwaaien, de voormalige cia-chef. En als Reagan dood gaat, wordt de man nog president ook. Wanneer Edward Kennedy de verkiezingen zou hebben gewonnen, zou hij misschien eveneens zijn vermoord. De vs worden op die manier onbestuurbaar, wat een levensgevaarlijke situatie is. Wat zal Jermen Gvishiani denken, tegen wie ik nog geen drie dagen geleden opmerkte: Als Reagan wordt doodgeschoten... | |
31 maart 1981Ik heb slecht geslapen. Ik heb heel de nacht geprobeerd nieuwsberichten te ontvangen met mijn draagbare radiootje. Het schijnt dat een long van Reagan is doorboord. Vanochtend bracht ik eerst een bezoek aan Dirk Keijer. ‘We moeten elkaar in Nederland niet teveel zien,’ zei hij, ‘want dan zegt de bvd: Keijer fourneert het geld en Oltmans intrigeert. Als ik het gevoel had gekregen dat Nederland een hap van de aanleg van de energiepijpleiding naar het Westen zou hebben meegekregen, zou ik mij er wel mee hebben bemoeid.’ ‘Maar de heer Wagner is nu actief. Ik denk toch, dat je Pieter Baaij zal moeten aanzwengelen om niet op zijn gat te blijven zitten.’ Hij had onderhandeld met het ministerie van Financiën om een accoord te bereiken, dat hij met een afbetaling van twee | |
[pagina 265]
| |
miljoen nooit meer een aanslag zou krijgen, omdat hij zijn belangen reeds naar Zwitserland en Monte Carlo overhevelde. De staat had hem 125.000 gulden betaald voor kosten die hij heeft gemaakt bij het tot stand brengen van drie contracten. Volodja Molchanov kwam me halen voor een bezoek aan de heer Fedijashin. ‘Jij en Dirk Keijer zijn de enige twee Nederlanders die het hier goed doen,’ zei Volodja. Fedijashin vertelde door Zamyatin te zijn opgebeld. Hij had aanbevolen met mij een boek te schrijven. Hij was van mening dat een boek met ambassadeur Romanov een aangelegenheid voor het ministerie van Buitenlandse Zaken was. Over de aanslag op Reagan merkte hij op: ‘Je vraagt je af waar de terroristen zitten, hier of in Washington?’ Het volgende bezoekje duurde twintig minuten en was aan mijn oude vriend Sergei Lossev van tass. Washington had bekend gemaakt dat Reagan over twee weken weer achter zijn bureau zou zitten. Hij vertelde eindelijk een samenwerkingscontract met het anp te hebben gesloten. Bij die gelegenheid had hij ze gezegd: ‘Jullie zijn de laatste in West-Europa, zoals jullie ook in 1941 de laatste waren om de ussr te erkennen.’ Lossev heeft een boek over de jfk-affaire geschreven, dat volgende maand zal verschijnen. Hij schijnt er George de Mohrenschildt en mijn onderzoekingen in meegenomen te hebben. Ik gaf Lossev een Arbatov-boek en schreef er in: ‘From one journalist to another.’ Dat was misschien wel erg koeltjes. Maar als ik had geschreven ‘in friendship’ was dit misschien als te amicaal uitgelegd. Hij gaf me ook een boek en schreef er in: ‘With deep respect.’ Vervolgens overlegde ik met aartsbisschop Pitirim en diens staf hoe we de film met Alekseij, mijn vriendje de priester, zouden kunnen redden. Ik bemerkte een lichte irritatie bij de bisschop omdat ik alles op alles zette de film over de jongeman tot een goed einde te brengen en bijvoorbeeld geen film met de oude baas zelf te gaan maken. Ik zei wel geïnteresseerd te zijn een diepte-interview met Pitirim te maken. Ik probeerde vergeefs een gesprek met Peter in London te krijgen. Vanmiddag zag ik ergens weer een lange rij mensen voor een winkel staan waar bij uitzondering vruchten te koop waren. Dit economische systeem is niet te handhaven. Toch zien de mensen er meer volgevreten uit dan ooit. Er zijn kennelijk meer mogelijkheden. Er is meer te koop, er zijn steeds meer | |
[pagina 266]
| |
auto's in de straten, maar de meeste wensen van de kudde blijven onvervuld. Dit zal tot gevolg hebben dat de spanningen stijgen. De ontevredenheid zal toenemen. In de buurt van Volodja's flat is nu een disco gekomen. Volodja zei dat hij daar 's avonds niet meer met zijn hond gaat wandelen omdat de agressie van de discobezoekers toeneemt. Ze hebben blijkbaar problemen met stoom afblazen. ‘Wij waren heel anders op die leeftijd,’ zei hij. ‘Dus de misdaad neemt toe,’ vroeg ik. ‘En hoe,’ riep hij uit. Volodja had blijkbaar moeite gehad om mij in het hotel telefonisch te bereiken. Consuelo had geroepen: ‘Willem is bij Pitirim blijven vrijen.’ Volodja en Anna Feltsman hadden een heerlijke maaltijd gemaakt. Ze zagen er uitstekend uit, ondanks het feit dat ze met de nek worden aangekeken, ook door iedereen in het flatgebouw. Alleen omdat Volodja gevraagd heeft naar Israël te mogen emigreren. Ook worden ze door Volodja en Consuelo Molchanov, vroeger de beste buren en hartsvrienden, zelfs niet meer gegroet. De Feltsmans hadden een bezoek gebracht aan Konstantin Zotov op het ovir-kantoor om uitleg te vragen over de afwijzing van hun derde verzoek te mogen emigreren. ‘Al onze beste mensen, en vooral de intelligente mensen, willen weg. Kennen jullie de Amerikaanse uitdrukking “to loose one's mind?” Je bent een briljante pianist. We willen je hier houden.’ ‘Laat me dan tenminste spelen,’ had Volodja geantwoord, want ook het geven van concerten is stopgezet. Daar had Zotov niets mee te maken. Dit was een aangelegenheid van het ministerie voor Cultuur. Wanneer hij zijn verzoek om emigratie zou intrekken, aldus Zotov, zou hij geleidelijk aan ook weer in de ussr kunnen concerteren. Volodja vertelde dat de cellist Rostropovich hem al in 1972 had geadviseerd niet meer naar Moskou terug te keren nadat hij het concours Marguerite Long in Parijs had gewonnen. Maar Volodja was immers gehuwd met Anna, die steeds achter moest blijven als ‘onderpand’ voor de partij, opdat Volodja zeker weer thuis zou komen. Volodja zal nooit op het verzoek terugkomen naar het buitenland te willen gaan. ‘Maar de staat heeft je opleiding tot pianist betaald,’ wierp Zotov hem voor de voeten. ‘Ja, en ik heb met concerten in het buitenland tweemaal zoveel voor de staat terugverdiend als jullie ooit voor mij hebben | |
[pagina 267]
| |
uitgegeven,’ snauwde Volodja hem toe. Zo gaat dat in de Sovjet-Unie. ‘Disgusting,’ zei hij. | |
1 april 1981De tijd vliegt weer om. Gisterenavond werd op televisie vertoond hoe Ronald Reagan onder vuur werd genomen. Eerst werd geruime tijd aandacht besteed aan een congres van de communistische partij in Sofia. Dit soort vertoningen is volkomen verdovend, slaapverwekkend qua toon, stijl en presentatie, waarbij afgevaardigden zich als dociele robots gedragen net als in het politbureau hier. Die show heeft helemaal niets te maken met wat er anno 1981 in de wereld gebeurt. Volodja vertaalde een aantal idioterieën voor me en liet blijken van alles te walgen. Hij onderstreepte echter dat de Poolse ontwikkelingen nooit of te nimmer in de Sovjet-Unie mogelijk zouden zijn. Hij was het met me eens dat feitelijk niemand in de ussr echt werkt. Feltsman speelt nu va-banque om weg te komen. Hij gaat een recital geven op de Franse ambassade. Ook interviews aan The New York Times en Newsweek zullen zijn situatie hier eerder verslechteren. Twee jaar lang heeft hij geprobeerd via de regels van het systeem weg te komen. Hij verliest kostbare tijd. Het is nu alles of niets. Vanmorgen woonde ik de Europese veiligheidsconferentie bij. Hylke Tromp was aanwezig, evenals Klaas de Vries, die me complimenteerde met mijn Arbatov-boek. Er was ook een jongen, Schouten, van een anti-neutronenbom comité. Ik zat bij Romanov. Er scheen ook een vertegenwoordiger van de cpn uit Nederland te zijn. Klaas de Vries intervenieerde als eerste en citeerde uit de memoires van Henry Kissinger bij het aan de orde stellen van de ontwikkelingen in Polen. Hij vergelijkt nota bene Polen met Chili. Kissinger beschouwde het aan de macht komen van President Salvador Allende Gossens op 4 september 1970 in ‘directe strijd met Amerikaanse belangen in Latijns-Amerika’. Allende was overigens via vrije verkiezingen gekozen. In 1973 werd hij afgezet tijdens een cia-coup en vermoord. Diezelfde Kissinger schreef in zijn memoires: ‘In the conception, planning, and execution of the coup we played no role whatsoever.’ En dan komt het rund De Vries in 1981 in Moskou de kwestie Polen bespreken via een vergelijking met de cia-coup in Chili. Klaas accepteert Kissingers verhaal dat de coup tegen Allende een zuiver Chileense affaire was, dus waarom laat de ussr | |
[pagina 268]
| |
het niet aan de Polen zelf over, zonder sovjetinterventie hun lot te bepalen? Hoe is het godsterwereld mogelijk dat Klaas de Vries in 1981 een betoog in Moskou houdt alsof Amerika, Nixon en Kissinger niets met de moord op Allende te maken hadden en dus het Kremlin ook niets te maken zou moeten hebben met wat in Polen gebeurt? Het sovjetantwoord op De Vries was dat Moskou zich ook op het standpunt stelt dat de Polen hun eigen zaakjes moeten zien op te lossen maar dat het Westen blijkbaar erg veel belangstelling voor Polen heeft. Je hoeft namelijk 's avonds maar naar de radio-uitzendingen vanuit het Westen te luisteren om te weten dat er tientallen programma's in de ether zijn die de Polen aanmoedigen in opstand te komen. Bovendien schijnt men in het Westen te vergeten dat Polen lid is van het Warschau Pact. Wat wil Klaas de Vries hier? Volodja Molchanov zei dat Zamyatin in Bonn de fout had gemaakt mij zijn directe nummer in het partijbureau te geven. Ik had naar dat nummer gebeld ‘en nu is de bvd in staat zijn gesprekken af te luisteren’. Lijkt me wel erg ver gezocht. Men schijnt de telefoonnummers van top-partijbonzen hier als strikt geheim te beschouwen. Volodja Feltsman vertelde in dit verband dat A. Ivanov, die voor het Centraal Comité van de cpsu emigratiezaken behandelde, nooit iemand in levende lijve had gezien. Hij stond mensen alleen telefonisch te woord. Om 16:00 uur ontmoette ik dus de heer Zamyatin op het partijbureau. Hij bleek eigenlijk veel aardiger dan ik me hem had voorgesteld. Alhoewel die paar minuten in Bonn ook vriendelijk verlopen waren. Nogal onbeschoft moesten we aanvankelijk bij de ingang staand wachten en werd ons niet toegestaan in fauteuils plaats te nemen. Volodja Molchanov gaf toe dat het de eerste keer was dat hij dit partijheiligdom betrad. Al met al stonden we om te beginnen twintig minuten aan de balie. Toen werden we door assistent Alexandrov opgehaald. Daarop wachtten we nog eens een kwartier in een voorkamer. Inez Röell zou hebben gezegd: pour se rendre intéressant. N2 342-344 was het bureau van Zamyatin: een prettige grote ruimte. We namen plaats aan een conferentietafel. Hij was ontspannen en plezierig, anders dan ik had verwacht. Volodja had me op het hart gedrukt Nederlands te spreken maar Zamyatin schakelde meteen op Engels over. ‘I am ready to speak about anything, like Foreign Affairs, if that interests you,’ was een van zijn openingssalvo's. We spraken open en ontspannen. Ik vroeg zoveel mogelijk van wat hij al geschreven had te mogen inzien. | |
[pagina 269]
| |
Zelfs Volodja was verrast. Ik vond Zamyatin bijna een prettige man. Ons boek zal uit twee delen bestaan: deel een over buitenlandse betrekkingen, deel twee over mediabetrekkingen. Onlangs had hij bezoek gehad van een groep Japanse journalisten. Zij hadden een verklaring voorgelezen waarin de Japanse eis tot teruggave van de eilandjes die in de Tweede Wereldoorlog nog op de valreep waren ingepikt door de ussr nader werd verklaard. ‘Ik heb ze gezegd hun papieren weg te leggen en een open, vrij gesprek met mij te hebben. We hebben dus een breed scala van onderwerpen aangepakt en tegen het einde bespraken we de eilandjes in het noorden, de Koerilen. Bij thuiskomst publiceerden deze Japanse journalisten uitsluitend wat ik over het dispuut over de eilandjes had gezegd.’ Ik ken dat maar al te goed. Ik begreep dat hij me met dit voorbeeld wilde illustreren dat hij er naar verlangde nu eens echt gehoord te worden door een buitenlandse journalist zonder de gebruikelijke censuur. Dan is hij bij mij aan het juiste adres. Ik ben erin gespecialiseerd dat op te schrijven wat misschien voor ons minder prettig maar daarom niet minder waar is. Zamyatin wijdde langdurig uit over wat unesco ten aanzien van de media had vastgelegd en ten aanzien van de socialistische en ontwikkelingslanden. Hij gaf ook aan samen te werken met Sean McBride. Ik zou een en ander in Parijs moeten gaan naslaan. Hij liep naar een kast en toverde Whose News? van Rosemary Righter tevoorschijn.Ga naar voetnoot216 Hij zocht in de namenindex op waar hij zelf werd genoemd. Dit verwonderde me voor een man van zijn status en importantie. Hij gaf me het boek om te lezen. Ik vroeg hoe snel hij het boek op de markt wilde hebben. ‘I am a journalist. You are a journalist. I like to do things quickly,’ zei hij. ‘Fine: than this will now have my first priority. Let's aim at four months.’ We hebben na het gesprek met Alexandrov nog technische details besproken over hoe we verder zouden gaan. Ik lunchte met Willem Bentinck in het Praha restaurant. Het was een plezierige aangelegenheid. We tutoyeren elkaar nu. Hij wil dat ik Alphons Hamer, de diplomaat voor politieke zaken van de ambassade, zal ontmoeten. We spraken open en vrij. Bentinck is van een ander kaliber. Ik ga zijn carrière volgen. | |
[pagina 270]
| |
2 april 1981Ik ontbeet met Surjono, de gevluchte journalist uit Indonesië. Hij gaf twee boeken voor professor Wertheim mee. Ik ontmoette Dennis Livson en luisterde drie uur naar zijn lotgevallen bij Strengholt. Wat hij over de grote baas Guus Jansen vertelde was meer dan afschuwelijk. Geen wonder eigenlijk dat Jansen het met Carel Enkelaar zo prima kan vinden. Allemaal één Hilversumse kongsi. ‘While I sit here talking to you in Moscow, someone at Strengholt is trying to stick a knife in my back,’ aldus Dennis. Later had ik met Livson en Gabishev een bespreking bij het ussr de Commité voor Radio en Televisie. We ontmoetten Vladimir Dmitriyev, hoofd-coproducties, die zich als een son of a bitch ontpopte. Dennis zei dat hij alleen omwille van mij de vergadering niet vroegtijdig had verlaten. We zouden voor het maken van een film over de gasindustrie een bedrag moeten storten bij wijze van belasting, waarna we ook zouden moeten betalen voor de filmploeg en ander personeel. Ik protesteerde en zei dat we in het verleden altijd volledige medewerking hadden gekregen, inbegrepen het ter beschikking stellen van ploeg en materiaal. Dennis had tot 05:00 uur damesbezoek gehad op zijn kamer. Hij zag er uitgemergeld uit en leek in slaap te vallen. Heel vervelend want ik had zijn kennis van zaken en steun nodig. Hij had net zo goed in Nederland kunnen blijven. Vanmiddag werd ik met Volodja Molchanov voor het eerst officieel ontvangen op het Afrika Instituut van de Academie van Wetenschappen dat door Anatoly Gromyko, de zoon van minister Andrei Gromyko, wordt gerund. Vier professoren wachtten ons op. Er was een fotograaf om het bezoek vast te leggen. Daarop ontmoette ik dus voor het eerst Gromyko junior. Jaren geleden benaderde ik hem vergeefs toen hij nog aan de ambassade in Washington verbonden was. Nu was het dan zover. Ook lukte het in 1971 niet hem te betrekken bij de Club van Rome-interviews. Oud-ambassadeur Romanov, nu freelance aan het Instituut verbonden als oud-sovjetambassadeur in Lagos, Nigeria, had een steentje bijgedragen om de ontmoeting te realiseren.Ga naar voetnoot217 Het was frappant om te zien hoe zoonlief op zijn beroemde vader leek, onder meer met dezelfde lelijke neus. Ook sommige van zijn gezichtsuitdrukkingen leken sprekend op die van de | |
[pagina 271]
| |
minister van Buitenlandse Zaken. ‘Je begrijpt wat hij vanavond aan zijn vader vertelt,’ fluisterde Volodja. Anatoly Gromyko maakte niet bepaald de indruk een uitblinker te zijn. Hij schijnt op zijn eigen instituut ook niet echt als wetenschapper te worden beschouwd. Hij heeft de post natuurlijk gekregen als zoontje van de belangrijkste minister in het kabinet. Hij is in 1932 geboren en ging op zevenjarige leeftijd al mee naar Washington. Zijn vader was die dagen tweede man op de sovjetambassade, een post die hij zelf van 1973-1975 bekleedde in de vs. Al met al werd het een verwarrende bijeenkomst. Volodja vond dat Anatoly Gromyko buitengewoon autoritair optrad. Dat komt ervan als je vader minister in het Kremlin is, dan slaat het in de bol. ‘Zijn vader zit dus in het politbureau en je ziet en merkt dat iedereen bang voor hem is. Anatoly handelt naar de macht van zijn vader,’ aldus Molchanov. Zo was het inderdaad. Maar is het niet overal ter wereld hetzelfde? Consuelo had crêpes met zure room en kaviaar gemaakt. We aten in de keuken en filosofeerden over onderwerpen om aan te snijden in het boek met Zamyatin. ‘Heb je Nedbajev bij apn over ons bezoek aan Zamyatin verteld,’ vroeg ik aan Molchanov. ‘Ja.’ ‘Wat zei hij?’ ‘Nedbajev moet altijd eerst naar de bovenste verdieping naar Fedijashin hollen en pas daarna heeft hij een mening, namelijk die van Fedijashin. Je weet toch hoe dit bij ons gaat?’ Bij de voordeur van de flat hingen enkele plakkaten. Het bleek verband te houden met de komende verkiezingen. ‘Consuelo gaat nooit,’ zei Volodja. ‘Als ik kom vraag ik altijd of ik ook voor mijn vrouw mag stemmen. Dat willen ze altijd erg graag. Dan wordt er op de namenlijst gekeken. Je weet toch dat bij ons altijd 99 procent van alle mensen stemt?’ Ik luisterde in bed naar het Forellenkwintet van Schubert. Ik word er altijd naar en sentimenteel van omdat ik deze muziek vroeger met mam en de familie op De Horst en De Vinkenhof speelde. Terugkijkend lijken die lang vervlogen tijden een droom. Ik wil altijd meteen naar papier grijpen om een brief aan Peter te schrijven maar belast ik hem dan eigenlijk niet met mijn ups and downs? Het is een eindeloze stroom woorden waar hij trouwens eigenlijk zelden of nooit op antwoordt. Maar hij schrijf zijn moeder ook nooit. Zij is hem het liefste in de wereld. | |
[pagina 272]
| |
Death and Transfiguration van Strauss. Waarom ben ik vanavond in deze beschouwelijke stemming terecht gekomen? Ik ben niet depressief in de strikte zin des woords maar dool in het verleden rond. De plotselinge dood van mijn vader betekende een ramp voor mam. Ik begrijp dit nu eigenlijk veel beter dan in de jaren 1966-1974. | |
3 april 1981Anatoly Gromyko maakte dezelfde opmerking als Fedijashin, namelijk dat de kogels die zijn afgevuurd op Ronald Reagan, illustreerden waar de werkelijke terroristen zaten. Radio Moskou heeft gezegd dat de Amerikaanse autoriteiten hebben geweigerd om een visum voor Georgii Arbatov te verlengen. Hij zou, ik geloof op cbs, geïnterviewd worden. Het gesprek was lang voorbereid door Bill Moyers. Hier werken dezelfde krachten die het Arbatov-boek bij MacMillan torpedeerden. De Amerikaanse democratie blijft haperen. ‘Morgen ben je op Amerbos,’ zei Volodja gisteravond. ‘Ik ben jaloers.’ Het demonstreert slechts hoe Russen zich eigenlijk voelen. Opgesloten. Er was een klassiek schandaal op de luchthaven. Nadat ik de douane was gepasseerd, werd gezegd dat ik mijn koffer niet door kon geven. ‘O nee,’ zei ik, ‘dat is precies wat ik doe’ en ik liep door. Ik heb geen zin om tussen de incheckbalie en de paspoortcontrole te gaan staan - nergens zijn stoelen - tot het de dames belieft de bagage te gaan aan nemen. Toen ik later terugkeerde stonden er een top cop, een assistent en drie dames cops. Hoe had ik intussen voor mijn koffie betaald? Ik gooide een handje vol kopeken op tafel. ‘En u hebt een formulier ingevuld, dat u geen sovjetvaluta meer had.’ ‘Ik heb nog 150 guldens, 20 Oostenrijkse shillings en een dollar,’ zei ik. ‘Die hebt u niet opgegeven.’ ‘Nee, vergeten. Okay, arresteert u me maar,’ riep ik uit en trok tegelijkertijd de sovjeteditie van mijn Arbatov-boek. ‘Kijk, met die mijnheer schreef ik een boek, ziet u wel?’ Ik kon onmiddellijk vertrekken. ‘Jullie leren het in geen duizend jaar. Vijf douanebeambten komen afgestormd op zo'n onzinnige affaire.’ In het klm-toestel stevende Klaas de Vries op me af. Hij had mijn Arbatov-boek gelezen en zei: ‘Ik vind het een zeer serieus boek. U hebt ongeveer alles besproken wat besproken moest worden.’ ‘Daar heb ik in ieder geval wel naar gestreefd,’ zei ik. | |
[pagina 273]
| |
We raakten in gesprek. Ik vertelde hem als leidende PvdA-er in het parlement welke problemen ik al jarenlang met Den Haag had, welke stunts er door Luns, Van Roijen, Schürmann en andere schoften waren uitgehaald. ‘Het is niet te geloven,’ was de reactie van dit vooraanstaande Kamerlid, 25 jaar nadat dit allemaal is gebeurd. Ook de affaire van Claus in India en de sabotage van Den Haag vond hij ongelooflijk. Klaas deed trouwens ook van zijn kant een duit in het zakje. Hij vertelde dat Buitenlandse Zaken - en noemde Kasper Reinink, de secretaris-generaal - een bezoek van plo-afgevaardigden en een lunch met de Tweede Kamer in een waanzinnige situatie had veranderd. ‘Een ambtenaar van Buitenlandse Zaken zou er bij zijn. Toen belde Reinink dat de betrokken heer niet om 13:00 uur aanwezig kon zijn maar om 14:00 uur zou komen. Ik was dus genoodzaakt de lunch te vertragen tot 14:00 uur, maar heb het incident wel aan de pers doorgegeven. Reinink had eerst laten doorschemeren dat een lunch voor een plo-vertegenwoordiger te veel eer was. Toen dit niet hielp en wij de maaltijd doorzetten, regelde hij dat de man van Buitenlandse Zaken pas om 14:00 uur beschikbaar was. Dan moet je nagaan Willem, er bestond, zij het tegen heug en meug, een vaste afspraak met minister Chris van der Klaauw dat we de lunch zouden geven. Ik heb daarop met Hans Wiegel gebeld die onmiddellijk benadrukte, dat minister Van der Klaauw het in de Kamer zou moeten komen uitleggen als er een kink in de kabel zou komen.’ Klaas voegde er nota bene aan toe: ‘Je moet zoiets met chantage spelen, want anders kan het niet in Den Haag.’ Ik vertelde hem dat er niemand op Buitenlandse Zaken beschikbaar was om een gesprek te voeren met Georgii Arbatov toen hij in Nederland was voor de publicatie van ons boek. Laat staan dat hij op het ministerie werd ontvangen. De Vries gaat over een paar weken naar Damascus om zelf met de plo te spreken. Hij wil trouwens weg uit de militaire commissie van het parlement. Hij stak een verhaal af over hoe Nederland wapenleveranties in Washington was misgelopen. ‘U gaat straks na acht jaar weg bij de commissie voor Defensie. Zou u die periode niet met een boekje van 225 pagina's willen afsluiten? Ik weet hoe controversieel ik ben. Wanneer u bijvoorbeeld tegen Max van der Stoel zou zeggen met mij een boekje te gaan schrijven, zal de man zich een ongeluk schrikken. Ze maken me al een kwart eeuw opzettelijk pikzwart in Den Haag omdat ik in niemands zak zit. Misschien kunt u beter zo'n boekje met bijvoorbeeld Daan Dijksman schrijven.’ | |
[pagina 274]
| |
‘Ik heb er geen moeite mee,’ antwoordde Klaas. ‘Ik zou geen memoires willen schrijven.’ ‘Nee, ik bedoel dus ook meer een interviewboek, zoals met Arbatov,’ zei ik. ‘En zeker niet met Dijksman, want die moet altijd zo nodig in een bepaald toontje schrijven. Hij kan dit niet. Maar ik wil best een boek met u maken.’ We maakten afspraken er op terug te komen. Ik ontmoette in Moskou ook nog Jos Boeren, een voormalige collega van mijn broer Theo, uit de dagen dat hij eerst in Terneuzen en later in Zürich voor Dow Chemical Europe S.A. werkte. Hij was met Theo zelfs bevriend geweest. ‘Je broer had altijd ideeën die pas veel later inderdaad in praktijk zijn gebracht. Hij was dan humeurig en zijn ongeduld speelde hem parten. Hij had misschien superieuren die slim waren maar niet intelligent. Hij kon hen dan vernederen terwijl hij misschien wel gelijk had. Wanneer hij rustig was geweest zou hij misschien voorbestemd zijn geweest voor een hoge positie. Een half jaar nadat je broer Theo bij ons wegging, vertrok ook een Wit-Rus op die afdeling. Toen hebben ze de Amerikaanse baas er uitgegooid. Maar inmiddels zat Theo al bij die staalmaatschappij in Lugano.’ Hij herinnerde zich hoe Theo en zijn vrouw Nellie eens slaande ruzie kregen over een verschil van 30 centimeter voor de plaats waar een antieke stoel in hun huis in Terneuzen moest staan. We ontmoetten elkaar omdat ik gisteren in het National Hotel met een ober een scène maakte omdat ik met Surjono alleen wilde ontbijten en de man andere mensen aan onze tafel zette. We zijn gaan verzitten. Maar Jos Boeren had tegen een collega aan zijn ontbijttafel gezegd: ‘Ik wed dat die man een broer van Theo Oltmans is.’ Vanmorgen had hij eveneens aanschouwd hoe ik een gigantische scène bij de sovjetdouane maakte. ‘Ik vond het heerlijk, want je had gelijk, maar ik zou zelf nooit zoiets durven. Theo was exact hetzelfde. Wanneer hij je opbelde en zei: “Ik kom morgen naar Zürich,” dan stond hij ook echt de volgende dag voor je neus.’ Boeren kwam pas in het vliegtuig naar me toe, dus op veilige grond. De International Herald TribuneGa naar voetnoot218 wijdt een hoofdartikel aan het Arbatov-incident onder de kop reviving paranoid fears. Het blad wijst er op dat Jack Matlock, de chargé d'affaires van de vs in Moskou op dezelfde manier toegang tot de sovjettelevisie werd geweigerd. Een volkomen belachelijk incident. Afgezien van het feit dat Matlock een vrij onbelangrijke Amerikaanse | |
[pagina 275]
| |
ambtenaar isGa naar voetnoot219 terwijl Arbatov een prominente functie in Kremlin verband vervult.
Wordt vervolgd. |
|