gen als gevolg van de technologische revolutie, ook al bracht die zoveel goeds, om met deze kennis om te gaan steeds kleiner wordt. We gaan niet meer vooruit maar we vliegen vooruit. We zien alleen nog delen van de ontwikkeling en niet meer het totaal. Het is naïef en arrogant van het westen om hun opvattingen over democratie zonodig te moeten exporteren.
Willems optreden zorgde meestal voor controverse.
Door zijn genadeloze eerlijkheid, zonder enige toepassing van zelfcensuur zou hij meer vijanden dan vrienden maken, ook al had hij volkomen gelijk. Het werd hem zeker niet in dank afgenomen. Al die jaren heb ik geprobeerd er hem van te overtuigen zich beter te uiten met honing dan met azijn, tevergeefs.
Aan zijn vriend de journalist Henk Hofland schrijft hij: ‘Je kent de grondregels van interviewen niet. Je gezicht staat op zuipen en je coiffure is onordentelijk bijgehouden. Op mij kom je over als een puinhoop met een grote bek, het spijt me, je uitzending was een ramp.’
Na dit briefje wilde Hofland nooit meer iets met Oltmans te maken hebben, en dat zou niemand verbazen.
In Willems laatste boek kort voor zijn dood - prachtig uitgegeven in 2004, genaamd Familie Album - schrijft hij nog: ‘Ik betrap me er zelf trouwens herhaaldelijk op dat ik in dezelfde fout verval en soms dermate scherp uit de bus kan komen, dat ik mensen tot in het merg van hun botten raak. Dat is weer die roulette van genetische overdracht, die er nu eenmaal is, of we willen of niet.’
Op 17 september 2011 sloeg ik Het Parool open. Sonja Barend was met een boek uitgekomen over de beste tv-interviews van de laatste zestig jaar. En natuurlijk stond het interview van Adriaan van Dis met Willem in 1985 erin. Dit gesprek ontaarde in een van de meest spraakmakende televisiespektakels uit die tijd. Willem explodeerde ter plekke tegen Van Dis. Niet onterecht. Deze uitzending veroorzaakte zoveel tumult. Het werd de talk of the town.
Ik wil deze inleiding beëindigen met een melancholisch fragment uit dit deel: ‘Ik telefoneerde met Peter. Ik moest even met hem spreken. Je weet nooit of je elkaar ooit terug ziet. Ik ga weer een lange reis maken.’ Willems lijfspreuk, dat naast zijn bureau aan de muur hing, was dan ook:
‘Het leven is een pelgrimstocht’.
Peter van de Wouw, Amsterdam oktober 2011