Memoires 1979-B
(2011)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 166]
| |
Caracas7 september 1979Miraflores Palace, CaracasVandaag had ik een ontmoeting met minister Luis Alberto Machado. Ik voelde me enigszins een bedelaar om op een aantal punten zijn financiële medewerking te moeten vragen, want ik kan dit soort expedities niet eeuwig uit eigen fondsen blijven betalen. Ik vroeg bijvoorbeeld of hij een bijdrage kon leveren aan mijn bezoeken aan Moskou - waar ik zijn belangen bepleitte bij de president van de Academie van Wetenschappen, Anatoly Alexandrov - en voor Washington, waar ik het zelfde deed bij dr. Philip Handler, president van de National Academy of Sciences. Het ging om een bedrag van 2.500 dollar (met één oog op Peter, die geld nodig heeft in Madrid). Naar, maar waar. Het deed me er aan denken, hoe vreselijk ik het vroeger vond om op De Horst geld aan mijn ouders te moeten vragen. Ik heb nooit meer echt geleerd te vragen waar ik eigenlijk recht op heb. ‘Don't say “Excellency”,’ zei dr. Machado, ‘we are friends.’ Hij voelde er veel voor dat ik een televisiefilm over het intelligentieproject zou maken, zoals ik indertijd als eerste een televisiefilm over Grenzen aan de groei van de Club van Rome had gemaakt. Assistent Dominguez Ortega was nog enthousiaster en zei, dat ze in navolging van het Communistisch manifest van Marx een intelligentiemanifest gingen uitroepen. Het leek me wat veel van het goede. Ik improviseerde dat mijn honorarium om de film te maken 5.000 dollar zou zijn, plus 5.000 dollar kosten, met vliegtickets en diversen rond de 12.500 tot 15.000 dollar. Ik schatte dus de productie van de film, met een tv-team incluis op totale kosten van 250.000 dollars. Met materiaal uitzoeken en het inwerken in het Venezolaanse project gokte ik op vijftig dagen werk. Uiteindelijk vroeg ik voor de reizen naar Moskou en Washington toch maar duizend dollar minder. Er werd een cheque opgesteld voor 1.500 dollar, die me in drie weken zou bereiken. Beter iets dan niets. Trouwens, tijdens de rit van de luchthaven langs de zee naar Caracas in de bergen, ben ik langs eindeloze kilometers krotten en armoedige behuizingen gekomen. Ik hield dat niet voor | |
[pagina 167]
| |
mogelijk in dit opec-land. De eerste indrukken voor een bezoeker aan Venezuela zijn dan ook schokkend door die honderdduizenden hutten en krottenwijken. Lance Morrow stelt in Time, dat het deels ‘the spectacle of Western decadence’ was, die de ayatollah Khomeini er toe bracht ‘orgies of Koranic proscription’ in het leven te roepen. Alcohol, gemengd zwemmen, muziek, dansen, alles uit het Westen geïmporteerd, werd door de Iraanse Revolutie aan banden gelegd. Amerikanen begrijpen niets van dergelijke puriteinse veroordelingen. Wat zou er dan wel moeten gebeuren om Amerika van decadentie te zuiveren? ‘Decadence, like pornography (both have something of the same fragrance), may be hard to define, but most people think they know it when they see it,’ aldus Morrow. Hij geeft dan het voorbeeld van de snuff-film, ‘the film on pornography in which an actress performing sex is actually murdered on screen’. Een ander voorbeeld zou dat van de Weense kunstenaar Rudolf Schwarzkogler zijn ‘who decided to make a modernist artistic statement by amputating, inch by inch, his own penis, while a photographer recorded the process as a work of art’. Of Keith Richards van de Rolling Stones, die om een visum voor Amerika te kunnen krijgen zijn met heroïne gevulde bloed in zijn geheel liet aftappen om door ander bloed te laten vervangen. ‘Decadence is pathology with social implications. It differs from individual sickness as pneumonia differs from plague. Decadence is a collection of symptoms that might suggest a society exhausted and collapsing like a star as it degenerates toward the white dwarf stage, “une race à sa dernière heure,” as a French critic said.’ ‘To be decadent is to be not just corrupt, but terminally corrupt,’ schrijft Morrow verder. ‘One could construct a kind of “worst-case-scenario” to prove that the us with the rest of the West, has fallen into dangerous decline.’Ga naar voetnoot130 Dat is nu exact wat ik in Amerika valt tot uitdrukking heb willen brengen. Had ik dit essay er maar bij gehad. Ik heb de Nederlandse ambassade gebeld. Er is geen ambassadeur in Caracas op dit moment. De eerste man heet Robert Fruin. Hij is dus de figuur die minister Machado heeft proberen te overtuigen dat ik ‘een gevaarlijke man’ was. Gelukkig lijkt de minister meer waarde te hechten aan de aanbevelingen van Aurelio Peccei, voorzitter van de Club van Rome, dan aan | |
[pagina 168]
| |
hare majesteits diender in Venezuela. Maar nu moet ik daar weer achteraan. | |
8 september 1979Voor zover ik het Spaans kan volgen, krijg ik de indruk dat de media hier in het algemeen pro-Westers zijn. Ik vlieg naar een soort Tennessee Valley-onderneming langs de Orinoco rivier. Het is begonnen in 1960 met een staalproject, waar urbanisatie op is gevolgd, zodat hier nu 300.000 mensen wonen. Ontmoet Francisco Aguerrevere, de president van het zogenaamde Electrificacion del Caroni project, dat zich verder bezig houdt met ijzererts, aluminium, bauxiet en waterkrachtcentrales. Samen met de gouverneur van de staat Bolivar, dr. Alberto Palazzi, vliegen we naar een stuwdam honderd kilometer verderop. De natuur is hier overal even prachtig. Wat weten we toch weinig van de mooie plekken van deze aarde. Geniet er met volle teugen van. We landen in Guri op een smalle landingsbaan in de Venezolaanse jungle. We zullen hier lunchen. Een oude Fransoos, die hier in 1947 arriveerde, runt het guest-house. In dit gebied worden diamanten gevonden. Caracas heeft de hele zaak genationaliseerd, maar lijkt machteloos te zijn, want via Brazilianen verdwijnt alles naar het buitenland om (natuurlijk) door Israëli's te worden opgekocht. Zoals wij niets van de mensen hier weten, weten ze omgekeerd geen moer van ons. Het lijkt een totaal andere wereld. Mijn volgende brief aan Peter moet beginnen met: Schatlief, ik leef toch wel zeer intensief. Of niet? Het stuwdam project is te vergelijken met Aswan in Egypte. Met dat verschil dat de Caroni rivier hier een potentieel heeft dat tweeënhalf maal groter is dan dat van de Nijl. Wat zou ik over dit alles graag een brief aan mam hebben geschreven, al was het maar om haar op te vrolijken, zoals ik haar zo dikwijls brieven zond. Dat gebeurt nu meer dan ooit met Peter. Ik zou een boekje willen maken Brieven aan mijn Moeder, nà haar dood aan haar geschreven. Eigenlijk wordt het leven als je ouder wordt niet voller, maar juist leger. Alles en iedereen die je lief was - tijdens de langste periode in je leven - verdwijnt en gaat in lucht op. Wie zorgt voor Peter als ik er niet meer ben? Schreef mejuffrouw Büringh Boekhoudt een brief van drie pagina's over Cuba. Eveneens mevrouw Matorell. | |
[pagina 169]
| |
9 september 1979Porte Ordaz, VenezuelaWe logeerden hier in het Intercontinental Hotel. Het wemelt van absoluut prachtige jongens die hier zijn vanwege een race met speedboten op de Orinoco. ‘In Christianity, neither morality nor religion come into contact with reality at any point.’ - Nietzsche. Heb dit soort input nog meer nodig, dan aan het zwembad te liggen. Vraag me dikwijls af in welke mate Nietzsche ook Freud kan hebben beïnvloed. Of Marx? Ik denk niet het ooit zo met iemand eens te zijn geweest als met Nietzsche. Daarna volgen Freud en Jung. Alle andere zijn uitvloeisels van mindere kwaliteit. ‘There is, in fact, no alternative for God.’ Dat is uiteraard de werkelijkheid van het universum. Alsof dat alleen al niet voldoende is! ‘The good God and the devil, both products of decadence.’ - Nietzsche. De nationale schuld van de vs nadert de één triljoen dollar. Weet eigenlijk niet eens of mijn ouders ooit Nietzsche hebben gelezen. En Peter? ‘Love is the state in which man sees things most of all as they are not.’ - Nietzsche. ‘Jews made themselves an antithesis to natural conditions - they inverted religion, religious worship, morality, history, psychology one after the other in an irreparable way into the contradiction of their natural values.’ Hij vervolgt: ‘The Jews are the most fateful nation in world history: their after-effect has falsified mankind to such an extent that today the Christian is able to feel anti Jewish without realizing he is the ultimate consequence of the Jews.’Ga naar voetnoot131 ‘Christianity, the art of holy lying.’ - Nietzsche. Als Nietzsche had geleefd in de hoogtijdagen van de cia zou hij waarschijnlijk als gevaarlijker dan Brezhnev zelf zijn beschouwd. Hij zou vermoord zijn of tot krankzinnigheid gedreven, zoals hij trouwens eindigde (als het waar is). Waarom is Nietzsche, na zoveel ontdekt te hebben over de grondoorzaken van de menselijke waanzin, uiteindelijk zelf dolgedraaid? Hoe heeft hij dit ooit met zichzelf kunnen laten gebeuren? Want nu reageren ze natuurlijk met: Oh, well, those were the writings of a madman. | |
[pagina 170]
| |
Zou nu zin in een ventje hebben; not to screw, but to cuddle. Maar ik moet eerst aan vragen voor president Luis Herrera Campins werken en voor minister Machado. ‘Convictions are prisons.’ - Nietzsche. ‘Freedom from convictions of any kind, the capacity for an unconstrained view, pertains to strength.’ - Nietzsche. Eigenlijk zou ik de pagina's 172-173 uit The Antichrist in zijn geheel moeten overnemen. ‘The “believer” does not belong to himself, he can be only a means, he has to be used, he needs someone who will use him. The believer is not free to have a conscience at all over the question “true” or “false”: to be honest on this point would mean his immediate destruction. The pathological conditionality of his perspective makes of the convinced man a fanatic - Savonarola, Luther, Rousseau, Robespierre, Saint-Simon - the antithetical type of a strong, emancipated spirit. But the larger-than-life attitudes of these sick spirits, the conceptual epileptics, impresses the great masses - fanatics are picturesque, mankind would rather see gestures than listen to reasons.’ Daar zijn ze, Brezhnev & Co., of Mao en ga zo maar door. ‘The most common lie is the lie one tells to oneself: lying to others is relatively the exception. Now this desiring not to see what one sees, the desiring not to see as one sees, is virtually the primary condition for all who are in any sense “party”: the party man necessarily becomes a liar.’ - Nietzsche. Ik geloof dat het in Caracas, zoals Jantje van Wieringen voorspelde, wemelt van de nichten 's avonds. The question is: what is the score; business or pleasure? Er werd getippeld, maar er was niets bij. | |
10 september 1979Vanmorgen leerde ik dr. Machado beter kennen. Zijn bureau is vrijwel permanent in chaos. Hij begon met mee te delen dat de president me vanmorgen niet kon ontvangen. Er moest een brief weg naar de Spaanse minister van Onderwijs, hij rommelde met stapels binnengekomen brieven. Hij vroeg wederom waarom ik de minister van Landbouw wilde ontmoeten. Andermaal legde ik uit dat Nederlandse zakenlieden (Dirk Keijer) geïnteresseerd waren in silobouw. ‘Perhaps we can offer some help here.’ ‘But that is the job of the Dutch ambassador,’ riep hij uit. Ik vertelde dus dat ik met de plaatsvervangend ambassadeurGa naar voetnoot132 | |
[pagina 171]
| |
Robert Fruin zou lunchen, tenslotte de man die minister Machado vertelde dat ik ‘een gevaarlijke man’ was. Hij vervolgde: ‘You and I are friends. Let's get straight what really happened. It was not the embassy who told me that you were dangerous, it was someone connected with the Dutch Government. The man said: “Oltmans is a wonderful journalist, but he is always involved in scandals.” So that is why not he but I said: “a dangerous man”. I said it as a yoke, so please forget it.’ De man begreep kennelijk dat ik het incident bij Fruin te berde zou gaan brengen, dus hij wilde die mogelijkheid met variaties op het thema bij voorbaat afwenden, of althans verzachten en verleggen. Maar daar trap ik niet in. Die schandalen worden me opgedrongen, omdat ik weet dat ze tegen me bezig zijn maar het nog steeds niet kan bewijzen. Het gebeurt achterbaks, ook zo typerend voor Hollanders. Strijden met open vizier is nadat graaf Floris v door het ijs zakte, uit de mode geraakt. Lunchte met de heer Fruin in Le Gourmet. Hij is een soort Hollandse boer, met ruwe handen, en zijn ogen staan te dicht bij elkaar. Of hij me kende? ‘Wie niet?’ Maar hij leek nieuwsgierig naar wie ik was en leek het een ongebruikelijk uitje te vinden. Minister Machado had een verhaal over zijn project voor het Corps Diplomatique gehouden en de vraag deed de ronde: ‘Who is this fanatic? But president Herrera Campins seems to have full confidence in the chap.’ We spraken over landbouw. Nederland importeert voor 100 miljoen melkpoeder. Ik kon de minister zeggen: We are ready for more trade, we have an agricultural attaché’. Hij wil eigenlijk naar Londen, Washington of de vn en heeft dit het ministerie meegedeeld. ‘Ik moet tot mijn schande bekennen,’ zei Fruin, ‘zelfs nog nooit in de vs te zijn geweest.’ Ik dacht: dan ben je die input dus ook de kwart eeuw, die ik daar heb gehad, misgelopen. Hij noemde Anwar Sadat een jongleur. Hij had er gezeten. ‘Egypte is de Arabieren, 36 miljoen.’ ‘Wat bedoelt u?’ vroeg ik. ‘China is Azië met 900 miljoen, maar waar is de “power”?’ Fruin vertelde dat journalisten nooit contact met de ambassade opnemen. Jan van Wieringen was ‘een vriendelijke jongen’. Jan van der Putten ‘heeft zo zijn eigen ideeën’. En ik ben dus de gevaarlijke man. De lunch verliep acceptabel. Ik wilde mijn ‘vijand’ in Caracas gewoon beter kennen. Toen minister Machado ook nog aankondigde, dat hij dichter was, en dit onderstreepte met een boekje Song to Materialism, | |
[pagina 172]
| |
vroeg ik me meer dan ooit af wie de man eigenlijk was. Ik heb hem nu bijvoorbeeld in boze momenten gezien dat hij met zijn ogen rolt, en de kamer op en neer loopt, dat je denkt: de man is mesjogge. Nu hield hij een vurige toespraak over de vrouw als de mooiste schepping in de wereld. Ik krijg af en toe kippenvel van hem. Maar vlak voor mijn ontmoeting met president Herrera Campins vroeg hij me nadrukkelijk: ‘Are you going to write a book of interviews about intelligence, like you did for the Club of Rome on Limits to Growth?’ Dat is inderdaad een splendid idea. Hij moet me dan wel een paar tickets around the world geven. Ik zal het doen. Intussen ontmoette ik Rubén Osorio Canales, president van Venezolana de Televisión. Ik schatte hem 38 jaar oud, met een vette pens à la Carel Enkelaar. De man bleef vaag. Het zou te kostbaar zijn om mij een televisieteam mee te geven, tenzij dr. Machado fondsen beschikbaar stelde. Ik legde uit, dat er weinig over de vele programma's van Machado in Venezuela in het buitenland bekend was, zoals projecten met kinderen van Indianen aan de grens met Brazilië, waar ik één en ander over had gehoord. Hij wilde mijn film over de Club van Rome voor de nos uit 1971 zien, welke de doorbraak van Grenzen aan de Groei in Nederland veroorzaakte. Hij gaf me een uitnodiging voor een concert door veertig Indianenkinderen die volgens de Japanse Suzuki-methode in enkele maanden tijd viool hadden leren spelen. Ik zei: ‘You should invite Harold Schonberg, music critic of The New York Times, because there is the publicity you need.’ Misschien kan ik dat nog tijdig voor elkaar krijgen als ik in New York ben. Ontmoette de jonge Belg, Gunther Pauli, die zich met de Club van Rome bezig houdt. Hij heeft mijn advies opgevolgd en werkt aan een proefschrift over handel met de ussr. Hij heeft zich aangemeld om als vrijwilliger te werken op de ambassades in Moskou, Tokio of de Verenigde Arabische Emiritaten. De Belgische ambassadeur in Moskou had geantwoord er geen zin in te hebben Godfather voor hem te gaan spelen. Gunther was bij de Belgische ambassadeur in Caracas geïntroduceerd via een brief van minister Simonet. Hij zei dat het hem eigenlijk in verlegenheid bracht hoe de diplomaat zich vervolgens voor hem uitsloofde. Dat begrijp ik dus ook niet, want Gunther is een nogal streberige jongeman met ontegenzeggelijk aanzienlijke charmes. Hij doet me uit de verte enigermate aan mezelf denken uit 1948 toen ik op ongeveer zijn leeftijd naar Yale University vertrok. | |
[pagina 173]
| |
11 september 1979Het is gewoon schandelijk om te zien hoe vanuit Washington ‘het nieuws’ over de sovjetbrigade op Cuba wordt aangezwengeld om toch vooral de prestigieuze Conferentie van Niet-Gebonden Landen in Havana in een kwaad daglicht te zetten. Ze hebben senator Frank Church gebruikt om het bericht te lanceren. Er zouden zich 2.000 tot 3.000 sovjetmilitairen op Cuba bevinden. Church heeft Carter gevraagd deze sovjetinfiltratie van de ‘American hemisphere’ niet toe te laten. Vanzelfsprekend mogen de Amerikanen op de hele planeet doen en laten wat ze willen want de hele aarde is Amerikaanse invloedssfeer, maar als de sovjets een kijkje komen nemen in Havana zijn ze natuurlijk verkeerd bezig. Senator Frank Church moet bovendien een zetje geven aan zijn herverkiezing als senator, dus hoe kan je hier beter in slagen dan door de Cubaanse affaire nieuw leven te inblazen? The New York TimesGa naar voetnoot133 waarschuwde: ‘Americans need to keep their wits and see this episode in perspective. It is not another missile crisis requiring plans for attack or blockade.’ Buitengewoon plezierige ontmoeting met dr. Beatriz Manrique, psychologe, die zich met het Machado-project intensief bezig houdt. Om 16:30 was ik in het buitenhuis van de president van de republiek, La Casona, een soort haciënda-achtige villa, als paleis ingericht. Ik werd door een adjudant in luchtmachtuniform opgewacht. Hij heette me welkom. Het werd een prettige ontmoeting en een uitstekend gesprek. Als tolk trad Hector Gouverneur op, Traductor Intérprete del Presidente de la República. Herrera Campins was inderdaad een man met donkere, schrandere ogen, keurig kostuum, zwarte lakschoenen. De tolk, een lange kleurling met een wandelstok, lefzakdoekje en een beetje getikt, zat zowat op mijn schoot. Hij sprak veel te hard en vertaalde slecht en onnauwkeurig. Ik wandelde de salon binnen om 16:50 uur en vertrok om 17:25 uur. Later liet ik de tape aan dr. Machado horen. ‘This is the first time I hear the president talk about me. He seems to appreciate my work.’ Hij wilde de tape mee naar huis nemen, maar dat wilde ik dus niet. Die gok wilde ik er niet op wagen. Maar wat duidelijk is: ik ben haast ongemerkt al aan een nieuw boek van gesprekken over intelligentie begonnen. 's Avonds was er een tentoonstelling van schilderijen van Amintore Fanfani, waar ook de president en minister Machado | |
[pagina 174]
| |
rond liepen. Oud premier Fanfani had zelf een vliegtuig gemist, maar zijn echtgenote nam de honneurs waar. | |
|