Memoires 1978
(2008)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
Apoera10 februari 1978Mijn vriend Casper van den Wall Bake woont in een huisje aan een stille, brede rivier midden in de rimboe. Het was een rit van zes uur door oneindige muren van oerwouden om bij Kamp 52 te komen: God's own nature. Majestueuze regenwouden van Latijns-Amerika. Zelden heb ik zoveel schitterende vlinders gezien. Een lag er geraakt door een vrachtauto op de weg. Een tweede streek bij het slachtoffer neer. Hoe zou Peter het hier vinden? Ik zit nu in een stoel in Caspers tuin. Hij is weer tegen me zoals hij altijd is geweest. Een Indiaans meisje maakt schoon. De hele ‘kampong’ liep uit toen ik gisteravond arriveerde. Vervelend, want ik wilde alleen met hem zijn. Hij werkt aan het zogenaamde Kabalebo-project dat in 1975 tot stand kwam. In het Bakhuysgebergte zitten miljoenen tonnen bauxiet en ertsen. Er is energie nodig om een aluminiumsmelter neer te zetten. Daarom komt er een stuwdam bij de Devisvallen in de Kabalebo. De Lucierivier wordt omgeleid om een Kabalebostuwmeer aan te leggen. Ook de Corantijnrivier zal daarheen worden geleid. Later komt er een tweede stuwdam bij het vliegveld van Kabalebo. Apoera is een dorp waar honderd Arowakindianen wonen. Er moet een haven komen. Nu zijn ze bezig met de aanleg van een spoorlijn van 80 kilometer. Er moeten om te beginnen 150.000 dwarsliggers worden neergelegd. Arme bomen.Ga naar voetnoot1 Vanmorgen moest Casper arbeiders uitbetalen in een administratiekeet. Ik ben er foto's van gaan nemen. Straks komen de koningin en de prins. Er was enige verwarring of Casper zou worden voorgesteld, maar dat zal toch gebeuren. Hij wilde een kostuum aantrekken met een das. Ik raadde hem dit af. ‘Tegen haar zeg ik mevrouw en tegen de prins Koninklijke Hoogheid?’ vroeg hij. Exact. Hoe minder flauwekul hoe beter. Hij droeg een flanellen hemd en een foulard. Prima. Het koninklijke gezelschap arriveerde met twee Otters van de slm. De plaatselijke ‘kepala kampong’, een Surinaamse heer | |
[pagina 8]
| |
in een wit pak met een enorme decoratie, hoorde ik mijn vriend aan de koningin en de prins, en de president en mevrouw Ferrier voorstellen als ‘mijnheer Casper’. Op dat moment wist ik dat ik zou zorgen dat tenminste prins Bernhard zou weten dat deze jongen een zoon was van generaal Van den Wall Bake, de voormalige chef-staf en een goede bekende van de prins.Ga naar voetnoot2 Omdat ik wist dat opper-ceremoniemeester Ph.W. (Pim) Osieck mee was, vroeg ik aan Willem van den Berghe me hem aan te wijzen. Mijn ouders hadden na terugkeer uit Zuid-Afrika in 1961 zijn bungalow in Huis ter Heide gehuurd. Ook omdat mijn moeder steeds hoog over hem had opgegeven, wilde ik zijn bemiddeling inroepen om Casper bij de prins te brengen. Ik nam de heer Osieck goed in me op en voelde zo'n verkeerde uitstraling, althans wat mij betrof, dat ik opnieuw naar Willem ben gegaan en hem vroeg me de man aan te wijzen die verantwoordelijk was voor de veiligheid van het koninklijk huis, de heer De Beaufort. Deze stuurde me door naar de adjudant van de prins, kolonel Gerritsen. Ik vertelde deze officier dat er een zoon van generaal Van den Wall Bake in het gezelschap was en dat het gezien de vriendschap met de vader een aardige gedachte zou zijn Casper aan de prins voor te stellen. De boer antwoordde: ‘Van die vriendschap vertellen ze allemaal.’ ‘Toch zou ik u willen voorstellen dit feit de prins te melden, zoals ik het met de heren De Beaufort en Spierenburg heb besproken, dan kan zkh zelf besluiten.’ Hij ging inderdaad naar de prins en kwam terug met: ‘Wie is die jongeman?’ Casper stond dichtbij en ik stelde hem voor. De kolonel zei: ‘Wanneer de speech, die nu wordt gehouden is afgelopen, wilt u dan naar de prins gaan?’ Maar prins Bernhard had zijn adjudant blijkbaar in de gaten gehouden en volgde wat gebeurde. Hij stond op en kwam uit zichzelf naar Casper toe. Samen luisterden zij naar een paar spontaan uitgesproken woorden van de koningin. Ze lieten elkaar trouwens niet meer los. Ik zag ze zelfs op een gegeven moment niet meer. Ik zei tegen de kolonel dat ik de indruk had een uitstekende ontmoeting te hebben geregeld. ‘Ja, ik dank u zeer.’ Dat was andere koek. Later zag ik dat Casper de prins zelfs nog begeleidde naar diens helikopter. Prins Bernhard heeft tegen Casper gezegd: ‘Je vader is een prachtkerel.’ Ook had hij Casper gevraagd om even een brief- | |
[pagina 9]
| |
je naar zijn ouders te schrijven, dat hij dan zou meenemen en laten bezorgen. Casper begon met: ‘Lieve ouders, deze keer heb ik een bijzondere koerier.’ De prins heeft er iets van hartelijke groeten onder geschreven. Omdat Bernhard wist dat Casper eerst nog een maand met vakantie naar Brazilië zou gaan, zou hij het verder regelen. Later zei Casper: ‘Als ik de prins niet zou hebben ontmoet, zou het ook goed zijn geweest, maar het was toch wel beter zo.’ Dat is Casper ten voeten uit, ik weet dit. Wat me trouwens opviel tijdens deze gebeurtenis, is dat de prins niet de moeite nam de koningin bij wat hij als een prettige ontmoeting beschouwde, te betrekken door Casper ook bij haar te brengen. Dat lijkt toch iets te zeggen over het niet serieus nemen van zijn vrouw, hoe voortreffelijk hij naar buiten toe het van hem vereiste theater ook opvoert. Er gebeurde bovendien iets typisch met mij. Ik had de adjudant van de prins, kolonel Gerritsen, op een bepaalde manier in mijn mind verwerkt als een burgerlijke man door zijn ongepaste reactie op het noemen van Casper en diens vader. Ik registreerde zijn naam ook niet als Gerritsen maar als Cornelissen. Ik heb er maar een verklaring voor, namelijk dat ik hem associeerde met Bertus Cornelissen, de man die vroeger op De Horst in de tuinmanswoning verbleef. Op een of andere manier heb ik altijd namen door elkaar gehaald, zo noemde ik Peter heel vaak Theo - mijn broer - en omgekeerd. Toen ik mijn oom, professor Poslavsky, de psychiater, dat vertelde, zei hij dat ik me er geen zorgen over hoefde te maken: ‘Gebrek aan concentratie.’ Ik vraag me af of dat de enige verklaring is. Toen ik later de foto's van de prins en Casper via de adjudant aan zkh wilde opsturen, adresseerde ik de brief zelfs aan ‘kolonel Cornelissen’, paleis Soestdijk. In mijn dagboek uit Suriname staat dan ook Cornelissen in plaats van Gerritsen. Een ander voorval was dat de prins tijdens een receptie naar me toe kwam en me bedankte Casper bij hem gebracht te hebben met de opmerking: ‘We moeten eens praten.’Ga naar voetnoot3 Dit laatste staat zelfs niet eens in het dagboek. De enige referentie aan dit voorval is de aantekening dat Carel Enkelaar, die het had gezien, later tegen me zei: ‘Jullie worden nog dikke vrienden.’ Terwijl hijzelf, Lepeltak en andere journalisten zich verdrongen rond het koninklijk paar tijdens de ontvangst in het Torarica Hotel, stond ik ergens midden in de zaal, ver van ze weg, met iemand te praten, toen prins Bernhard uit de receptielijn stapte, dwars de zaal overstak en mij een hand gaf. | |
[pagina 10]
| |
12 februari 1978ParamariboTot half twee zat ik achter de telex om een eerste reportage aan Hans Wilbrink van Nieuwe Revu door te geven. Vandaag gaan we met het schip ‘Oranje’ naar de plaats Alkmaar, waar een landbouwtentoonstelling zal worden bezocht. De prins heeft een eigen, niet officieel programma. Ik had voor Thomas Lepeltak een gesprekje met Casper op de band opgenomen als achtergrondmateriaal voor een stukje in De Telegraaf over de ontmoeting met de prins. ‘Dat is goed,’ aldus fotograaf Anton Veldkamp, ‘dat vertelt hij dan aan Goeman Borgesius.’ ‘Als je maar niet denkt dat ik niet weet dat Stan Huygens idiote dingen heeft geschreven,’ antwoordde ik. ‘Heb altijd geweten,’ aldus Anton, ‘dat jij daar boven staat.’ Lepeltak vertelde dat hij Ischa Meijer aan de prins voorgesteld: ‘Ik heb tegen hem gezegd: “Als je er ooit misbruik van maakt...”.’ ‘Ja,’ had de prins gezegd, ‘ik heb Willem Brugsma naar de Bilderbergconferentie uitgenodigd en nu schrijft hij allemaal nare dingen.’ Ischa Meijer nam zogenaamd een interview met me op voor de vpro. Ik voelde dat het nep was. Carel Enkelaar was weer opvallend en luidruchtig, bijvoorbeeld toen hij met ambassadeur Leopold stond te praten. Hij scheen niet te merken dat deze mijnheer zich groen en geel ergerde. | |
Alkmaar‘De aardappel komt toch ook uit Zuid-Amerika,’ zei de koningin tegen president Ferrier. Zij nam een banaan in de hand en tientallen flitsen kwamen van de camera's van de meegekomen Nederlandse en Surinaamse fotografen. Het gedrag van de horde journalisten is absoluut walgelijk. Ze leggen zichzelf geen enkele beperking op en gedragen zich beestachtig. Als ik de koningin was, zou ik zeggen: alleen een man van het anp en een van het Surinaamse persbureau: einde meereizende fotografen. Ze nemen toch allemaal hetzelfde plaatje: ‘Koningin met banaan’. Om 19.00 uur was er een kerkdienst in de Hervormde Centrum Kerk. Ik nam ‘de landsmoeder’ nog eens goed in me op, haar hoofd, getooid met een grote, groene hoed, diep gebogen tijdens het gebed. Je laat dan nog eens de rol van Willem iii, koningin Emma en Wilhelmina in het leven van deze vrouw de revue passeren. Daar zit zij dan in Paramaribo anno 1978. | |
[pagina 11]
| |
Wat een leven. Het heeft niets meer met deze tijd te maken. ‘Here God,’ aldus de dominee, ‘wij danken u dat, nu de duisternis is gevallen, u nog een woord voor ons hebt.’ Ischa Meijer pulkt met een lucifer in zijn oor. De dominee is niet te volgen. Hij bazelt. De Here had veertig dagen en veertig nachten gevast, maar toen kreeg hij honger. Stenen werden broden, engelen namen en dienden hem, Hallelujah! Amen! Het ondergebit van hare majesteit zit niet goed. Willem van den Berghe zei dat het haar veel last bezorgde. Het doet me denken aan Popeye de Sailor Man wanneer hij zijn spinazie heeft ingenomen en herkauwt. Ik schreef de heer Osieck een briefje om hem, mede namens mijn broers, nog eens te bedanken dat hij na de dood van onze vader mam nog zolang in de bungalow liet wonen, terwijl hij deze eigenlijk wilde verkopen. Verder schreef ik dat ik de koningin een schat vond en blij was dat hij om haar heen was. Ook dat ik ernstige twijfels had aangaande de overlevingskansen van het koningshuis als instituut. ‘Ik vrees het ergste.’Ga naar voetnoot4 | |
13 februari 1978Paramaribo - MiamiStralende zon. Wat weten psychiaters over maturing relationships? Er hebben zich 2.500 psychiaters aangesloten bij de American Psychiatric Association. Zestig procent van de heren en dames was van mening dat homo's ‘less mature loving relationships’ hebben dan hetero's. Ik heb een very, very mature loving relationship met Peter, maar het zal wel niet passen in het beeld dat doorsnee psychiaters hebben. ‘Many doctors doubt, that homosexuals could be trusted with important jobs,’ aldus Time.Ga naar voetnoot5 Het is natuurlijk veel veiliger om important jobs in handen te leggen van de Carters, Nixons, Fords of Dulleses. Robert Jastrow, directeur van nasa's Goddard Institute for Space Studies, publiceert in het zelfde nummer van Time een opwindend essay: toward an intelligence beyond man's. Hij beschouwt de menselijke evolutie als een bijna gesloten hoofdstuk in de geschiedenis van het leven. Het menselijke brein is, wat omvang betreft, de afgelopen 100.000 jaar niet meer gewijzigd. De organisatie van onze hersens zal in deze jaren mogelijk zijn verbeterd, maar de hoeveelheid informatie die in een brein van beperkte omvang kan worden opgeslagen is gelimiteerd. Jastrow postuleert dat dit niet betekent dat de | |
[pagina 12]
| |
evolutie van intelligentie op aarde hiermee beëindigd zou zijn. ‘Judging by the record of the past,’ schrijft hij, ‘we can expect that a new species will arise out of man, surpassing his achievements as man has surpassed those of his predecessor, Homo Erectus. The new kind of intelligent life is more likely to be made of silicon.’ Hier wil ik met hem over spreken. Ik schreef hem een briefje met enthousiasme naar onze ontmoeting uit te zien, zeker na het artikel in Time.Ga naar voetnoot6 | |
14 februari 1978MinneapolisFrederick Ress, Peters vriend, haalde me gisterenavond af. Ik logeerde bij hem. Hij heeft een nieuwe vriend, Jay Beadle iii, een student van Oberlin College in Cleveland. Hij verscheen later ten tonele en deed me denken aan Peters vriend Edwin van Wijk. Weer zo'n mooi Amerikaans lijf. Hij werkt als steward bij Northwest Orient. We hebben tot 02.00 uur zitten praten. Frederick ging vanmorgen mee naar de lunch van de Minneapolis Woman's Club gevolgd door mijn lezing om 13.30 uur. Een vervelende tea om 14.45 uur.Ga naar voetnoot7 Ik sliep in de Club Bath in Milwaukee, met aan iedere kant een jonge neger. We lieten samen gods water over gods akker lopen. It was nice. Ik sliep zelfs redelijk, want ik was uitgeput toen ik uit Suriname in Minneapolis aankwam. | |
15 februari 1978Milwaukee, WisconsinOntmoette in alle vroegte admiraal Elmo Zumwalt in de University Club. Ik mocht de man onmiddellijk, al door zijn handdruk, wat mam altijd belangrijk vond. We hebben een uur gesproken met een meloentje, sap en koffie, de melange waar Peter altijd voor waarschuwt. Hij nodigde me uit bij hem te komen logeren. ‘We moved into a nice house.’ Het werd eigenlijk geen formeel interview, ik liet mijn taperecorder in mijn tas, maar het was een uitstekend gesprek. Zumwalt maakt kennelijk deel uit van het Committee on the Present Danger. Hij vertelde hoe ze een ontmoeting met Jimmy Carter hadden gehad. ‘The President spoke to us briefly, like a high school sophomore. He said, either the ussr is out to destroy us, which will cost 100 million lives on our side, and with Soviet measures for protection of civilians 70 million on | |
[pagina 13]
| |
theirs, or, they do want a better life for their people. How am I to find out what they really want?’ Ik dacht: omdat ik me de afgelopen zes jaar intensief en ter plekke met de ussr heb beziggehouden, kan ik met zekerheid zeggen dat het Kremlin geen oorlog wil, onder geen beding zelfs, maar de sovjets voelen zich intussen ‘terecht’ bedreigd. Als ik dit in mijn eentje kan ontdekken, wat doet een Amerikaanse ambassade in Moskou dan eigenlijk? Of is het de oude ‘ziekte’, door Multatuli een eeuw geleden gesignaleerd: men prefereert de rapporten in te zenden die men in Washington wenst te lezen, om de Amerikaanse Krupp-fabrieken draaiende te houden, de werkgelegenheid en ‘de economische groei’. Zumwalt vertelde dat na de toespraak van Carter, professor Eugene Rostow een verklaring voorlas. De president verklaarde: ‘I don't need your speeches, articles, magazines, I need your support to get the salt agreement acted.’ Toen Paul Nitze en Zumwalt daarop te kennen gaven ook iets te willen zeggen, excuseerde Carter zich en maakte hij zich uit de voeten, terwijl hij Zbigniew Brzezinski en Harold Brown achterliet om de honneurs waar te nemen. Brzezinski wees er vervolgens op dat de woorden van Carter niet het standpunt van de Amerikaanse regering weergaven. ‘But,’ antwoordde Zumwalt, ‘I just heard the president of the United States say...’ ‘It is not the position of this government,’ herhaalde Brzezinski. De admiraal scheen ervan overtuigd te zijn dat de sovjetvloot onder admiraal Sergei Gorshkov een daadwerkelijke bedreiging aan het vormen is. ‘They are now off the coast of Somalia. They are doing just what Lenin said the ussr would do. They are cutting slowly the resources of Africa off from Western availability.’ Hij gaf nog meer saillante details. Om Alexander Haig, de voormalige assistent van Kissinger, in Europa bij de navo benoemd te krijgen, telefoneerde Henry met de voorname Europese leiders: ‘(...) and Haig stayed around as a witness until the job was done.’ Van zijn boek On WatchGa naar voetnoot8 waren reeds 60.000 exemplaren verkocht. Hij bevestigde bepaalde gegevens weg te hebben moeten laten ‘because it would have caused serious problems to some people’. Zo gaat het altijd weer. Ik besprak met hem de mogelijkheid van een ontmoeting en | |
[pagina 14]
| |
een gesprek tussen hem en professor Georgii Arbatov in Moskou om diens bezwaren over uitlatingen van Zumwalt in Playboy uit te praten. Hij zei al eerder via een professor over Arbatov te hebben gehoord ‘but not as detailed as from you’. Maar ik begin Arbatov dan ook uitstekend te kennen. De admiraal vertelde zelf: ‘Once, the Soviets invited general Nathan Twining to the Kremlin and they opened their hearts and homes to him but when he returned to Washington he castigated his hosts.’ Toch was hij geïnteresseerd in een gesprek met Arbatov. Ik zond onmiddellijk een brief naar Moskou via Hans Wilbrink van Nieuwe Revu met het verzoek de boodschap aangetekend en per expresse door te sturen. Ook sprak ik over mijn ontmoeting met president Urho Kekkonen van Finland en suggereerde dat hij een werkelijk leerzame reis zou maken door in Helsinki een tussenstop te maken. Toen ik later zijn secretaresse telefoneerde om te zeggen niet te vergeten mij een foto van Zumwalt toe te sturen, merkte ik op: ‘I had an extremely pleasant breakfast.’ ‘That is what he said too,’ was haar antwoord. Carter zegt een paar honderd gevechtsvliegtuigen aan Israël, Egypte en Saudi-Arabië te verkopen ‘to maintain the peace in the Middle East.’ Ze zijn mesjogge. Het gesprek van Bob Dylan in Playboy toont hem als een asshole, alhoewel sommigen dat ook zullen zeggen van mijn gesprek met Alissa in Nieuwe Revu. | |
Oklahoma City, Oklahoma
| |
16 februari 1978Het eerste wat ik hoorde nadat ik de televisie om 06.45 uur aanzette, was een gesprek met de bokser George Foreman die in Jezus was herboren. Het is een nieuwe Amerikaanse ziekte welke weinig goeds belooft. Zumwalt was het hartgrondig met me eens dat we er niet echt op zaten te wachten dat een leider van de westerse alliantie in Jezus was herboren, à la Carter. | |
[pagina 15]
| |
The Washington Post heeft het embargo gebroken van voormalig assistent van Nixon, H.R. Haldeman, waarna vanmorgen Good Morning America zich vrij voelde hetzelfde te doen. ‘The news hawks’ onder elkaar: frisse boel. Toen David Frosts embargo werd gebroken zei hij ‘verpletterd’ te zijn geweest, tot een vrouw hem er van had overtuigd dat het financieel het beste was geweest wat hem ooit was overkomen. De rel betekende immers eindeloos meer publiciteit? Een mevrouw Williams, in een cream colored Cadillac zou me om 09.30 uur komen halen voor de lezing om 10.30 uur in de Town Hall van Oklahoma. Zij bood me een doosje aan met een roodbruine steen, die in Oklahoma ‘rose rocks’ worden genoemd. Ze worden in het centrale gebied van deze staat gevonden en stammen uit het geologische tijdperk Perm, 250 miljoen jaar geleden. Wat zou ik ze graag aan mijn ouders hebben gegeven, die altijd lucky stones bewaarden. Ik zal ze 24 maart op haar verjaardag aan mejuffrouw Büringh Boekhoudt geven. De lezing verliep matig. Iedereen gebruikte superlatieven om te zeggen hoe men had genoten, maar ik weet zelf het beste dat ik toch niet echt mijn draai kon vinden. Ook aanwezig was Ben Williams, rechter van het Supreme Court of the State of Oklahoma, en echtgenoot van de dame met de rose rocks. Hij voegde me toe dat als hij sommige dingen die ik vanmorgen heb verkondigd, zou zeggen, men op de trappen van het gerechtsgebouw een namaakpop van hem zou verbranden. Wat me ook weer opviel was dat niemand iets scheen af te weten van de Trilateral Commission. Iemand zei tijdens de lunch: ‘We do hear rumors that the Rockefellers control the Government.’ Niemand had ooit gehoord dat Carter bijbels langs Amerikaanse deuren had gebracht. Aan de hand van welke informatie kiezen Amerikanen hun leiders eigenlijk? Toen ik dus hierover uitweidde, interpreteerden de meeste aanwezigen het aan de man brengen van bijbels als een pluspunt voor Carter. Dit is dan de elite van Oklahoma City! Wat weten de vrachtwagenchauffeurs hier, die ook stemmen? Ik zond een verslagje hierover aan Lloyd de Mause van het Psychohistorisch Instituut met tevens het verzoek zijn boek over Carter aan admiraal Zumwalt toe te zenden. Bij vertrek werd ik spontaan door de presidente van de Town Hall Club, mevrouw Virgil Ray Forester omhelsd met de woorden: ‘Never, never since I joined this club has anyone made me think as much as you did. Of course, we were all awestricken,’ en meer van dergelijke shit. Zij deed me trou- | |
[pagina 16]
| |
wens denken aan mams vriendin Annie Wibaut-van Gastel. Tijdens de lunch vroeg mevrouw Forester me al met enige omzichtigheid: ‘Do you believe in God?’ ‘No, madam, it is a less practical fairy tale.’ ‘So, you don't believe in a hereafter either?’ ‘No, madam, I would not know where it was. Just think of those 100 million Milky Ways. Where could it be?’ Ze veranderde maar snel van onderwerp.Ga naar voetnoot9 ‘The thing I am shall make me live’ - Shakespeare. | |
Dallas, Texas
| |
17 februari 1978Fort WorthDe wereld is ondergesneeuwd. Ik zou een lezing houden voor de Woman's Club en ik ben er. Maar mijn voordracht is afgelast. Niemand kan wegkomen uit de ingesneeuwde huizen. Ik belde mijn manager in New York. Mevrouw Schenck zei: ‘When an act of God is involved, like in this case unforseen snow, it is doubtful the Club will pay your fee.’ ‘But I am here.’ ‘They will ask you to come another time. We will have to look at dates.’ ‘But in the mean time I paid the expenses to come to Forth Worth.’ ‘Too bad,’ was het antwoord. Amerikaanse morals and ethics. Ik lees in opperste verbazing drie volledige pagina's in The Washington Post over hoe Haldeman de crisis in het Witte Huis onder Nixon meebeleefde. Om te beginnen vertelt hij dat Richard Nixon in de mening verkeerde dat Fidel Castro achter de moord in Dallas had gezeten, omdat er vanuit Washington zo dikwijls moordaanslagen op hèm waren beraamd. George en Jeanne de Mohrenschildt hebben me steeds weer bezworen dat Lee Harvey Oswald een bewonderaar van jfk was. Nixon projecteert zijn eigen smerige gedachten op Castro. Ik geloof er niets van. Kennedy werd door zijn eigen mensen omgebracht. | |
[pagina 17]
| |
Haldeman zegt bijvoorbeeld nu over zijn vroegere chef: ‘He needed to be protected, not only from unwanted visitors but also from his own dark impulses. Nixon was a man with great insecurity (...). He tried to hide this by rigid self-discipline (...). His comrade in diplomatic wars, Henry Kissinger, also had his little insecurities. He was nevertheless, good humored, witty, amusing and charming. But he could get very angry, particularly about news leaks that undermined his negotiating efforts. It was his rage that was responsible for the wire tapping of 17 persons, including members of his own staff and newsmen.’ Haldeman beschrijft hoe de inlichtingendienst van de luchtmacht, geleid door generaal-majoor George Keegan, vanuit Honolulu ontdekte hoe in het Verre Oosten de toename van het aantal sovjetraketten met atoomkoppen alarmerende vormen had aangenomen. Dit viel samen met het beleid van Nixon om Henry Kissinger in het geheim naar Peking te zenden. Keegan herinnerde zich hoe tijdens de Cubaanse raketcrisis de toenmalige commandant van de luchtmacht, zogenaamd per ongeluk, een belangrijke geheime boodschap bereikbaar voor Castro's ‘oren’ had verzonden, bijvoorbeeld dat Washington 1.300 atoomwapens in bommenwerpers gereed had staan om Cuba mee te vernietigen. Ook Khrushchev was hiervan onmiddellijk verwittigd. Dat was de dag dat de sovjetleider onverwacht opdracht gaf om de Russische schepen met raketten op weg naar Havana rechtsomkeert te laten maken. Keegan verzon een soortgelijk codebericht dat zogenaamd per ongeluk via verkeerde kanalen wereldkundig werd gemaakt. Ik moet doorzetten om Keegan te interviewen. Het verslag van Haldeman wemelt van de pikante details, zoals betreffende de columnist James Reston van The New York Times. Uit een van zijn stukken bleek dat hij over de befaamde Xmas bombing of Hanoi met Kissinger een gesprek had gevoerd. Nixon was razend. Hij vroeg Haldeman na te trekken wat er was gebeurd. Henry ontkende in alle toonaarden ook maar een woord met Reston te hebben gewisseld. Aangezien Reston nogal duidelijk had laten blijken zelf met Kissinger te hebben gesproken trok Haldeman de zaak verder na. Hij kwam er achter dat Kissinger had gelogen. Hij ging dus naar Henry terug en vroeg om tekst en uitleg. De aap kwam uit de mouw: ‘Oh ja, maar dat gesprek was alleen maar per telefoon....’ Wat Haldeman over de rol van de cia meldt, zowel in de internationale politiek van de vs als intern, is onthutsend. Niet alleen inzake Cuba, de Bay of Pigs of de moord in Dallas heeft hij het nodige te zeggen, hij komt eveneens tot de conclusie dat | |
[pagina 18]
| |
de Watergate-affaire opzettelijk door de cia werd verraden om Nixon ten val te kunnen brengen, wat wij dus al heel lang beseften. ‘The cia's real role and motivations remain a mystery - but they were there,’ schrijft een van Nixons meest vertrouwde assistenten.Ga naar voetnoot10 Wat ik hier opnieuw constateer, is dat ik me al die jaren na Watergate iedere keer weer heb verbaasd over de nonchalante en oppervlakkige wijze waarop ‘men’ de leugenachtige en misdadige karakters van Nixon en Kissinger naar het notoire vergeetboekje afserveerde. Hoe is het mogelijk dat Nixon anno 1993 weer als elderly statesman wordt opgevoerd, die bezoeken brengt aan Gorbatsjov en Yeltsin en andere presidenten en staatslieden in de wereld adviseert over het ten aanzien van Moskou te voeren beleid? Wanneer je Kissinger dan in gezelschap van Nederlandse staatslieden of de koninklijke familie ziet figureren bij menig gelegenheid in ons lieve vaderland, waarvoor hij privé bovendien bedragen van een halve ton incasseert om een uurtje te babbelen over zijn politieke en diplomatieke triomfen, dan rijzen mij de haren te berge. | |
18 februari 1978DallasMet pijn en moeite sleep ik me door Handke's dagboeknotities. ‘Verlegen bin ich, wenn mein Gefühl nicht klar ist.’ En dit is dan een progressieve schrijver van deze tijd. Ik keek op televisie naar Jimmy Carters persconferentie in Rhode Island. Er is al een aantal dagen veel te doen over het feit dat sovjetpiloten gevechtsvliegtuigen boven Cuba besturen, maar hier sprak niemand over. Presidentiële persconferenties bedienen de façade van het Witte Huis en het volk trapt er met open ogen in. Hij herhaalde dat Egypte nu een bondgenoot van Washington is en dat beter de Amerikanen dan de sovjets wapens kunnen verkopen aan Cairo. Nasser draait zich om in zijn graf. Ik heb het 470 pagina's tellende transcript van het verhoor in mijn zaak tegen Time gelezen. Hoe is het mogelijk? Meer dan 100.000 woorden over al deze onzin dat ik banden met Moskou zou hebben, waarvan ik nu moet bewijzen dat die niet bestaan. Op pagina 406 vraag die idioot Yarbrough inderdaad: ‘What about your conversations outside Russia, with Russian officials or representatives: those diary entries, will you let us inspect and copy those?’ Ergens zeg ik dat ik, indien ik aan hun | |
[pagina 19]
| |
absurde eisen zou voldoen, nooit meer een visum voor Moskou zou krijgen. Hoe bedenken ze de bullshit? Op pagina 410: ‘Will you produce for us to inspect and copy those entries in your diary which mention the bvd?’ Ze zijn gek.Ga naar voetnoot11 In 1975 schreef Oriana Fallaci Letter to a Child Never Born.Ga naar voetnoot12 Nu heeft antipsychiater R.D. Laing bedacht zijn dagboekaantekeningen van gesprekken met zijn kinderen Adam en Natasha over een periode van zes jaar te publiceren.Ga naar voetnoot13 Hij gebruikte geen bandrecorder maar noteerde steeds binnen 24 uur na de gesprekken. Adam werd in 1967 geboren. Natasha in 1970. Ik schrik me kapot van de onzin die dr. Laing met Adam bespreekt en over sommige van vaders antwoorden. Bijvoorbeeld de volgende passage: Adam: ‘if you had a wish what would it be?’ Me: ‘Can it be for a state or a thing or?’ Adam: ‘Anything you like.’ Me: ‘I would like to be happy - if I was happy then a lot of things would have to be right.’Ga naar voetnoot14 Adam: ‘And what would your next wish be?’ Me: ‘That everyone else would be happy.’ Adam: ‘Everyone? In the whole world?’ Me: ‘Why not?’ Adam: ‘Even against their will?’ Adam lijkt me enkele graden intelligenter dan zijn vader. En wat ook opvalt is de dosis ‘kiling, killing, killing’ die bij de kinderen komt bovendrijven. Adam: ‘(...) and how would you like it if I cut your body into teeny weeny bits (...) and cut these little bits into little bits?’ Me: (split second hesitation).Ga naar voetnoot15 Adam: ‘Where would you be then?’ Me: (He has got me on the run). Adam: ‘You tell me.’ Me: ‘I don't know.’ Adam: (flash indicating silence). Me: ‘I might be like space.’ Nou, ik heb zelden een meer knullige reactie van een vader gezien. Met alle psychologische kennis in zijn hoofd lijkt hij een ‘verstandig’ antwoord te hebben willen geven. Was Laing | |
[pagina 20]
| |
maar de groenteboer op de hoek geweest, dan zou Adam met een paar gezonde terechtwijzingen de wind van voren hebben gekregen. Ik schreef een briefje aan de stenograaf van het Gerechtshof van Dallas, Damon L. Smith, om hem te bedanken voor zijn fantastisch werk op dit absurde verhoor. Er ging ook een briefje naar Nikolai in Leningrad. Ik wil hem niet kwijtraken. Senator Sam Ervin leent zich nu voor reclamemaken voor American Express op abc-televisie. Eindelijk bereikte ik Peter telefonisch. Hij zond brieven en foto's voor me naar New York. ‘Ik omhels je heel lief. Fijn dat je hebt gebeld,’ waren zijn laatste woorden. Ik had een indringend gesprek met Pat Russell.Ga naar voetnoot16 Hij zei dat de twee boeken die George de Mohrenschildt had geschreven, één over hun voetreis met een muilezel door Centraal Amerika en daarna I am a patsy over zijn vriendschap met Lee Harvey Oswald, allebei ‘waardeloos’ waren. Toch vond hij het vreemd dat De Mohrenschildt zich in de buurt van Cuba had bevonden tijdens de beruchte invasie in de Varkensbaai. Hij schijnt nog een derde verhaal te hebben geschreven over nazi-wreedheden en het vermoorden van joden. Jeanne de Mohrenschildt is eveneens overtuigd dat George in het verhaal ‘de held’ is, in een rol te vergelijken met Pieter Menten. Zou dat de jegens mij dikwijls geuite vrees verklaren dat hij bang was door joden te worden vermoord? Joden waren niet De Mohrenschildts favorite people, dat is zeker. Wat Pat verder had ontdekt was dat Oswald een boek had geschreven over zijn jaren in de Sovjet Unie. Hij moest er met De Mohrenschildt aan hebben gewerkt, want het manuscript had correcties in zowel het handschrift van George als dat van Oswald. Ik stelde nadere vragen, maar hij zei het niet echt te hebben gelezen. Als ik 27 februari weer in Dallas ben, zal hij meer kunnen vertellen. Waarom zou De Mohrenschildt nooit iets met Oswalds manuscript hebben gedaan? Pat blijft er van overtuigd dat De Mohrenschildt erop uit was zichzelf beroemd te maken. Hoe kon hij dit bereiken? ‘Oswald gave it to him.’ Hij verzekerde me dat niemand in de wereld wist dat het boek van Oswald bestond. Hij had het manuscript in een envelop tussen de papieren van De Mohrenschildt ontdekt. Ik vroeg of ik dit op de komende persconferentie met Gallery naar buiten mocht brengen. Ook stelde ik voor Michael Korda van Simon & Schuster te benaderen. Ook | |
[pagina 21]
| |
dat was prima. Hij zei Jeanne de Mohrenschildt op een afstand te houden, want ze dronk zich nog steeds te pletter, zag er vreselijk onverzorgd uit, had twee honden en bedelde altijd om geld. Pat Russell blijft optimistisch over onze zaak tegen Time ‘but it will all take very long and costs a lot more money’. Hij vertelde zelf altijd gebrek aan contant geld te hebben, zeker nu hij in gevecht met de belastingen was. In de toekomst zou hij me dus meer geld moeten vragen, om te beginnen om te helpen de kosten van het gerechtshof te voldoen. ‘But that is why I share 50 percent of what we get from Time with you,’ zei ik. Ik vertelde hem eerlijk dat ik een ton schuld had bij de bank en niets kon doen op dit moment. ‘Don't worry now. It will be for later,’ waren zijn laatste woord. Ik belde generaal Keegan in Washington. Het kan een telefonisch interview worden. Kolonel Fletcher Prouty komt maandag naar het Hilton. Ik vertelde Zumwalt te hebben ontmoet. ‘He is a wonderful man. We are good friends.’ Ik heb intussen het gesprek met admiraal Zumwalt al geschreven.Ga naar voetnoot17 | |
19 februari 1978Ik droomde van Beatrix en kasteel Drakensteijn. Ik vind Beatrix al geruime tijd een vervelende en irritante dame. Vroeg me bij het wakker worden af of je van mening zou veranderen door on speaking terms te raken, zoals misschien na een werkelijk gesprek met Bernhard? Maar zoals ik Pim Osieck al in Paramaribo schreef, het hele instituut koningshuis is uit de tijd en irrelevant geworden. Het gesprek van professor Julian Jaynes, psycholoog aan Princeton, met Sam KeenGa naar voetnoot18 is in dit verband van belang. De hypothese was dat de mens in de oudheid nagenoeg een automaat was, die geen notie had wat self fulfillment betekende, het begrip zonde niet kende, die geen existentiële twijfels of angsten kende, laat staan de begrensde duur van een leven kon overzien. De primitieve mens luisterde naar de stemmen die hij meende in zijn hoofd te horen. Het waren de stemmen der goden die hem zeiden hoe te handelen en hoe zijn problemen op te lossen. De hersens van de eerste mensen waren verdeeld in een uitvoerende helft (stemmen der goden; waarschijnlijk in de rechterhelft van zijn brein) en een automatische helft. Ten tijde dat Odysseus (drieduizend jaar geleden) door de Aegeïsche Zee voer, verstomden de stemmen der goden in hoofden en maak- | |
[pagina 22]
| |
te de bicameral mind plaats voor de mind gegrondvest op bewustzijn. Professor Jaynes heeft een boek geschreven over de gewoonten van het moderne bewustzijn.Ga naar voetnoot19 Wat is dus het verschil tussen breinen in de oudheid en nu, waarom verstomden de stemmen van de goden in de hoofden van mensen, wat is ‘bewustzijn’, is het een zege of een vloek en waarom beluisteren juist schizofrenen weer die stemmen in hun hoofden, zoals de mensen dit in de oudheid deden? Dit interesseert me in hoge mate want het blinde geloof in ‘the king can do no wrong’ moet ergens vandaan komen. Het is immers een vrij opzienbarende drogreden? Julian Jaynes, en daarom is zijn analyse denk ik belangrijk, beschouwt de basis van psychologie als het bestuderen van de fysiologische en biologische evolutie van het brein. Om dus naar de evolutie van het bewustzijn te kijken nam hij de evolutie van het leerproces onder de loep. Hij begon dus met protozoën door poortjes te jagen, omdat het behaviorisme van die dagen, als B.F. Skinner met zijn duiven, gericht was op het bestuderen van het gedrag van dieren. Professor Jaynes realiseerde zich op het verkeerde spoor te zijn. Daarop ontdekte hij dat iedere eeuw zich van verschillende metaforen bediende om te verklaren wat zich in breinen afspeelde. ‘Wanneer ontstond het (moderne) bewustzijn?’ vroeg Keen. Jaynes verbindt de bewustwording aan het leerproces en schat dat tussen 100.000 en 10.000 jaar vóór Christus, mensen dialogen met zichzelf openden. Hij denkt dat toen Homerus in de Ilias een episode uit het tiende jaar van de Trojaanse oorlog bezong, de meeste mensen nog geen bewustzijn kenden, zoals dit in de twintigste eeuw opereert. Er werd geen strategie bepaald. Die stunt van het paard leek me anders wel slim en met voorbedachte rade. In de Ilias had je enerzijds Achilles en anderzijds de goden. Zij komen in het verhaal op de proppen wanneer er een besluit moet worden genomen. Wanneer Agamemnon de vriendin van Achilles kaapt, trekt deze zijn zwaard om de kaper te lijf te gaan, maar op het moment suprème is het de godin Athena, die hem ‘zegt’ dit niet te doen. In diep verdriet gaat Achilles daarop naar het strand en heeft de hallucinatie van een andere godin Thetis, die hem enerzijds troost en intussen een ander ‘advies’ geeft. Volgens professor Jaynes wordt hier exact wat hij noemt ‘the bicameral mind’ uit de Oudheid beschreven, de ‘split mind’. | |
[pagina 23]
| |
Ik vraag me in goede gemoede af, of er en hoe groot het verschil is tussen de oude Egyptenaren, die naar de stemmen van hun farao's in hun hoofden luisterden en de hedendaagse Oranjeklanten, die blindelings Juliana beschouwen als de moeder des vaderlands. Intussen constateerde ik in Apoera, toen hare majesteit uit de helikopter stapte in een jurkje dat even goed bij v&d gekocht zou kunnen zijn - waarbij het duidelijk was dat een band van haar bustehouder niet op de juiste plaats zat - niet al teveel verschil met mevrouw Hornkamp uit Purmerend, als zij pontificaal uitgedost Amerbos komt schoonmaken, omdat zij dan naderhand naar ‘een verjaardag’ moet. Mijn oude vriend John Knowles, ik kende hem van Yale, heeft een nieuw boek geschreven, The Vein of Riches. The Dallas Morning News brengt een positieve bespreking. Maar ik lees geen romans. Het is stralend weer. Er staan in het boekje van Laing toch wel subtiele en charmante schetsjes. Pat Russell is een dag na mij eveneens in de show van David Hartman van abc-televisie geweest. Ze wilden hem over mij uithoren, maar hij heeft slechts willen zeggen: ‘All I know was, that George de Mohrenschildt and Oltmans were good friends.’ Pat zei dat Jeanne inderdaad veel had vernietigd, maar er was toch van alles bewaard gebleven, zoals foto's van George te paard. ‘He was quite a dashing fellow in his good days. I am sure he was a latent homosexual.’ Pat waarschuwde trouwens dat Time liever 100.000 dollar per jaar aan advocaatkosten betaalde, dan een of een paar miljoen schadevergoeding wegens laster. Met andere woorden: hij verwachtte dat Time de tactiek zou volgen net zo lang te blijven procederen tot wij geen middelen meer zouden hebben om er tegen aan te gooien. The Wall Street Journal meldde 17 februari dat Time in 1977 nieuwe recordwinsten had geboekt. Daar ga je dan. De advocaten van Time zullen proberen aan te tonen dat ze over mij konden schrijven wat ze meenden dat waar was, omdat ik ‘a public person’ zou zijn. Pat vermoedt dat dit wat mij betreft in de vs niet kan worden aangetoond, maar in de naam van freedom and justice zal het ze wel lukken, denk ik zelf. Ik vlieg via Memphis en Nashville naar Richmond, Virginia om Ann Sloan Jones opnieuw te ontmoeten. Heb ik er wel zin in? Ja en nee. Ik doe haar een plezier door toch te gaan, dat heeft de doorslag gegeven. Barbara Applegate is trouwens pas morgen terug in Washington. Dus vooruit maar. Schreef dr. Margaret Mead met het advies Laings boekje over zijn kinderen te lezen. | |
[pagina 24]
| |
20 februari 1978Richmond, VirginiaZoon Harold Jones haalde me met een verveeld gezicht van het vliegveld af. Hij nam me mee naar zijn Health Club, had een kluisje voor me gereserveerd en een massage geregeld, wat allemaal heel plezierig was. Hij was uiterst hoffelijk. We haalden later Dale op, een nicht wiens lover in Atlanta was. Vervolgens pikten we thuis een gescheiden vrouw op, Sally. We ontmoetten met z'n allen Ann in het Half Way House restaurant. Iedereen drinkt hier duidelijk te veel. Daarom gaat men luider spreken. Ik verfoei dergelijke situaties. We kwamen tenslotte met z'n allen in Anns villa terecht en zaten tot 02.00 uur te kletsen over niets. Sally's moeder is een Du Pont, uit Wilmington, Delaware. Zij zwamde over de jacht die de familie daar op de been schijnt te houden. Dat is wat voor Wicher van Swinderen. Harold Jones werd nogal dronken. Ik moest hem op zijn plaats zetten. Gelukkig sliep ik tot 10.30 uur. We gebruikten een ontspannen ontbijt. Later lunchte ik met Ann in The Gatsby. Dat was heel plezierig. Zij stond erop mij per auto naar Washington te brengen. ‘I consider it as a privilege,’ zei ze en voegde de daad bij het woord. Het was een rit van twee uur. | |
21 februari 1978Washington dcIk had gistermiddag laat een telefonisch interview met generaal George Keegan. Het verliep uitstekend.Ga naar voetnoot20 Carter doet er alles aan het salt-akkoord aangenomen te krijgen. Generaal Keegan is er fel tegen: ‘Ik heb net 600 redevoeringen in 50 staten achter de rug om mensen tegen Salt ii in het geweer te brengen. Ik verscheen 290 maal op televisie, gaf meer dan 700 media-interviews en heb 37.000 artikelen in de verschillende bladen doen publiceren.’ Dus geen halve maatregelen van deze generaal. ‘Waarom windt u zich hier dermate over op?’ ‘De Sovjet Unie spant zich tot het uiterste in om een aan het Westen superieure bewapening op te bouwen. In Amerika hebben Senator Sam Nunn, Henry Kissinger en de gecombineerde chefs van staven tijdens de hoorzittingen over salt ii eenstemmig gewaarschuwd dat de Sovjet Unie snel een overwicht kan krijgen op de navo. Het zijn niet alleen de beruchte Backfire bommenwerpers die ons bedreigen, maar ook de ss | |
[pagina 25]
| |
20-raketten plus nog eens 308 zogenaamde zware icbm-raketten. Die hebben samen meer vuurkracht dan wat wij in de navo daartegen in stelling zouden kunnen brengen. Wat Europa betreft doet de toestand me sterk denken aan de hoogtijdagen van Adolf Hitler. Verscheidene landen, zoals uw eigen land, de Scandinavische landen en blijkbaar ook België, zijn sterk verdeeld over het schijnheilige aanbod van meneer Brezhnev om zijn strijdmacht gedeeltelijk uit Midden-Europa terug te trekken.’ ‘U hebt gemakkelijk praten, maar wij zitten in Nederland maar een paar honderd kilometer van het Oostblok.’ ‘Bij Wereldoorlog iii doet het er niet meer toe waar men zich bevindt. Dan gaat alles plat,’ aldus Keegan. Ik hoor van Michael Korda dat dr. Jermen Gvishiani zijn telegram over een mogelijk boek onbeantwoord liet. Wat zijn sovjets soms toch idioten. En Gvishiani behoort tot de besten. Toen ik tegen generaal Keegan zei dat ik Georgii Arbatov kende, antwoordde hij: ‘That is the single most dangerous ideologist in the Soviet-Union. He has deceived already thousands of our people with his charm and demeanour.’ Dat was duidelijk pure onzin. Ook was hij het scherp oneens met de mening van de president van de National Academy of Sciences, dr. Philip Handler dat een nucleaire confrontatie hoogstens 24 uur zou duren. ‘There is no way to contain a nuclear war,’ zei hij. Edward Jay Epstein heeft de omslag van New York MagazineGa naar voetnoot21 gekregen om Susana Duncan te vertellen over ‘Russische spionnen’ binnen de fbi en cia. Die man heb ik nooit vertrouwd. Ik heb De Mohrenschildt hier herhaaldelijk voor gewaarschuwd. Om te beginnen beschikte hij de afgelopen jaren over informatie die de inlichtingendiensten hem kennelijk ‘gevoerd’ hadden, zoals generaal George Keegan de sovjets opzettelijk ‘voerde’. Bovendien is zijn geliefkoosde uitgever Reader's Digest waar, voor mij althans, sowieso een luchtje aan zit. Epstein heeft op zijn naam staan dat William Sullivan, voormalig hoofd van contraspionage van de fbi, na een interview met hem bij een jachtongeluk omkwam. George de Mohrenschildt zou zichzelf door het hoofd hebben geschoten op de tweede dag van een gepland interview van vier dagen met Epstein in Palm Beach, Florida. Nadat George de Mohrenschildt in Brussel onder mijn neus op mysterieuze wijze verdween, dook hij in Florida op en wie verscheen voor zijn deur, om het door ons misgelopen interview (ingevolge zijn ontvoering) op te nemen? Tot zover Epstein. | |
[pagina 26]
| |
Als nieuw aspect draagt hij aan dat De Mohrenschildt door een cia-beambte in Dallas, J. Walter Moore, zou zijn aangemoedigd met Oswald, na diens terugkeer uit de Sovjet Unie, aan te pappen. Moore had Oswald overigens ‘harmless’ genoemd. Alle pogingen van Epstein Moore te spreken te krijgen, liepen dood. Hij schakelde zelfs de oud-minister van Defensie, Melvin Laird, in om er achter te komen of de informatie van George de Mohrenschildt klopte. Nada. Hij komt dus nu met het ‘nieuwtje’ dat deze Russische geoloog een kgb-spion zou zijn geweest. Jeanne de Mohrenschildt zou Epstein in rechten moeten aanspreken. Bovendien zou George in Brussel een briefje hebben geschreven dat hij bevreesd was dat ik hem aan de kgb zou uitleveren tijdens een lunch met mijn oude vriend Vladimir Kouznetsov. Pat Russell zei me overigens: ‘I am sure George fled Brussels, because he was scared of the Russian he met through you. Don't forget he was quite cuckoo by that time.’ Het zou waar kunnen zijn, al kan ik het me nog altijd niet indenken. Ik heb kolonel Prouty in het geheim verteld dat er een script van een boek, door Oswald geschreven, bestond. Hij adviseerde tegen iedere prijs te proberen een exemplaar in handen te krijgen, ‘because there will be moves to keep this script from being published’. Ik belde mijn lezingenmanager, Robert Keedick, en stelde voor dat hij generaal George Keegan aan zijn circuit zou toevoegen. Daar voelde hij weinig voor, ‘since the intelligence community is so much in disrepute now’. Hij had de dames in Stanford, Connecticut gesproken. ‘They loved you.’ Ik zag een beautiful black boy op straat en draaide mij om om naar hem te kijken. Hij deed hetzelfde, maar keek naar een black girl en zag mij niet eens. Time komt nu met de mededeling dat volgens Epstein George de Mohrenschildt ‘the only kgb contact’ was, dat Lee Harvey Oswald had gehad. Dat schijnt ook in het komende boek van Epstein te staan. Waarom zou ik dan nog met Time bezig zijn om te bewijzen dat hun insinuaties dat ik kgb-connecties zou hebben gelul in de ruimte is? Ik moet dat boek hebben.Ga naar voetnoot22 | |
[pagina 27]
| |
Newsweek publiceert 16 pagina's uittreksel van het boek van Haldeman over de regering Nixon.Ga naar voetnoot23 Ik had het boek in handen. Het had zelfs een index. Zonde van het geld. In het hoofdstuk Smoking gun vertelde Nixon zijn medewerkers dat indien ze er niet in zouden slagen Watergate verder voor het publiek verborgen te houden, veel te veel hanky-panky van de cia naar buiten zou komen, waar het Witte Huis niets mee te maken had. Ook de invasie aan de Varkensbaai op Cuba zou opnieuw worden opgerakeld. Haldeman beschrijft, hoe John Ehrlichman bij hem op het Witte Huis binnenliep en zei: ‘Those basterds in Langley (cia) are holding back something. They just dig in their heels and say the president can't have the information. Period. Imagine that! The commander-in-chief wants to see a document relating to a military operation, and the spooks say he can't have it.’ Haldeman vroeg daarop aan Ehrlichman wat zo belangrijk aan het stuk was. ‘I don't know,’ aldus Ehrlichman, ‘but from the way they are protecting it, it must be pure dynamite.’ Intussen was de toenmalige cia-directeur Richard Helms onderweg naar het Witte Huis en zou van Nixon rechtstreeks de opdracht krijgen het gewenste document aan Ehrlichman over te dragen. Er vond een lang geheim gesprek plaats tussen Nixon en Helms. Na het vertrek van de cia-baas ging Ehrlichman naar Nixon in de Oval Office om het resultaat te vernemen. Vervolgens verscheen Ehrlichman aan de deur van Haldemans bureau, plofte in een stoel en staarde Haldeman aan. ‘He was more furious than I had ever seen him. Absolutely speechless, a rare phenomenon,’ meldt Haldeman in zijn memoires. Hij vroeg dus wat er was gebeurd. ‘This is what happened,’ aldus Ehrlichman. ‘The Mad Monk has just told me I am now to forget all about that cia-document. In fact, I am to cease and desist from trying to obtain it.’ John Marks en Victor Marchetti waren de eerste ex-cia'ers die een kritisch boekGa naar voetnoot24 over de inlichtingendienst schreven. Ze moesten vanwege een gerechtelijke uitspraak 168 passages uit het boek schrappen. Marks heb ik reeds gesproken. Vanmorgen telefoneerde ik Marchetti. Hij zei niet overtuigd te zijn dat Allen Dulles, of andere cia-heren de euvele moed konden opbrengen om jfk te laten vermoorden. ‘They simply are not tough enough,’ zei hij. ‘I think it were powerful special interests who killed John Kennedy.’ Marchetti werkte drie jaar rechtstreeks voor Helms. Je kunt je dus ook afvragen of de zo- | |
[pagina 28]
| |
genaamde afvalligen Marks en Marchetti een door cia uitgedokterde stunt is. ‘I have no theory on the killing of jfk. I first, totally as a yoke, developed a theory, that the kgb was involved. But then, when I reflected upon it, I realized the kgb could indeed be involved. Of course, we have never been told the truth about Dallas,’ aldus Marchetti. ‘Why not? What don't they want us to know? And who is “they”?’ vroeg ik. ‘All things concerned, I do not think even Lyndon Johnson was told what happened. He was never informed about the whole story. Maybe the cia and fbi did not sent all the files to the White House in order not to show how scandalously they bungled the entire affair. They had to cover the rotten job they did. One day, a big guy visited me, and I let him into the house. In the mean time, I held a hand on a gun in my pocket. He advised me not to get involved in the jfk affair, because I came too close.’ Ik herinnerde me het bezoek van Glenn Bryan Smith aan Nederland in 1967 waarbij mij iets dergelijks overkwam.Ga naar voetnoot25 Ik vroeg Marchetti: ‘Weet niemand wat er werkelijk gebeurde in Dallas?’ ‘Edward Kennedy knows. Nixon surely has some leads. Helms has a pretty good idea what went on.’ Hij vervolgde: ‘Looking into the Dallas affair is like a physicist trying to explain the origin of the universe with a big bang.’ ‘Maar Jimmy Carter probeerde er toch iets aan te doen?’ ‘Yes, he discharged Henry (kon de naam niet verstaan). We called him Hank. He was so fucking dumb. He probably didn't know much himself. I worked with him. But he was useful for the bureaucracy licking everybody's ass. Yes, I also tried to look into the jfk-affair. I worked for a while with Bud Fensterwald.Ga naar voetnoot26 Maybe Oswald did do it all by himself. Let me give you a very last thought,’ zei hij aarzelend. Het bleef enige tijd stil en toen: ‘Maybe I better not.’ Ik vroeg of hij over informatie beschikte, die bezwarend voor Helms was. ‘Yes, I do, but I am not going to tell you.’ Hij voegde er aan toe: ‘I did not feel Helms should be punished while higher ups were just as guilty.’ Ook bereikte ik James Angleton, de afgetreden cia-directeur voor contraspionage. Nadat ik een en ander over mijn betrok- | |
[pagina 29]
| |
kenheid met George de Mohrenschildt had verteld, was hij eventueel tot een gesprek bereid. Ook vertelde ik kort wat ik met Dimitri Dimitrov alias Donald Donaldson had meegemaakt. Ik kreeg het gevoel dat hij exact wist waar ik over sprak. Wie weet stuurde Angleton zelf mij Dico op mijn dak, zoals Fletcher Prouty veronderstelt. Ik beloofde hem enig materiaal toe te zullen zenden. Ontmoette Fletcher in het Washington Hotel, waar hij een Rotary lunch bijwoonde. Hij was zeer negatief over generaal George Keegan, een scepticisme dat ik deelde. Toch ben ik bereid om naar de man te luisteren, ook al maakte hij een belachelijke opmerking over bijvoorbeeld Georgii Arbatov. Ik blijf me bij zo'n gesprek openstellen voor de mogelijkheid dat Keegan gelijk en ik ongelijk kan hebben. Fletcher leek verrast dat Zumwalt bereid was naar Moskou te gaan. Een gesprek met Arbatov zag hij als positief. | |
23 februari 1978Ik lunchte met Ray Price, naaste medewerker van Richard Nixon, en diens voornaamste speech writer. Ik herinnerde hem eraan dat we elkaar leerden kennen tijdens de verkiezingscampagne van Nixon in 1968 in New Hampshire. Ik zei dat ik toen al van hem had gedacht dat hij een Nixon-man was en dat het me niet verwonderde hem tot het einde naast de president bezig te zien. Price werkte aan Nixons afscheidsspeech toen de president werd gedwongen af te treden. Ik vroeg hem of Chuck ColsonGa naar voetnoot27 een dubbelagent zou kunnen zijn geweest, dus dat hij, terwijl hij voor Nixon Watergate binnenging, tegelijkertijd het plan aan de cia zou hebben doorgegeven. ‘I don't know,’ antwoordde Ray. Later kwam hij erop terug, alsof ik hem op een gedachte had gebracht. ‘Why did you ask that?’ Ik kon geen rechtstreeks antwoord geven, omdat ik me niet meer herinnerde of dit in een gesprek te berde was gebracht of dat ik het ergens had gelezen. Toen ik over Fletcher Prouty begon zei hij onmiddellijk: ‘He is not wholly realiable,’ wat me zeer verbaasde. ‘Het was Prouty die me vertelde dat Alexander ButterfieldGa naar voetnoot28 door de cia op het Witte Huis was neergezet om Nixon te bespioneren,’ zei ik. Price antwoordde: ‘No, because Haldeman now writes, that he did not choose Butterfield, but that this man offered his services.’ | |
[pagina 30]
| |
‘So,’ antwoordde ik, ‘one more reason, that Prouty could be right and that he might have been planted as a spy in the White House by the cia.’ Tot mijn verbazing zei Ray daarop: ‘Oh, yes, that is quite possible.’ Na vermeld te hebben dat ik vermoedde dat Edward Kennedy wist hoe Dallas in elkaar zat, vroeg ik of het niet mogelijk was Edward en Nixon bij elkaar te brengen. Hij ging er niet op in, waarop ik me later bedacht hoe stom dat voorstel was geweest, omdat Nixon immers alles in het werk had gesteld om Edward Kennedy zwart te maken, tot een vervalst telegram dat jfk naar Ngo Dinh Diem in Saigon zou hebben verzonden toe. Ik vroeg of hij het voor mogelijk hield, dat het proberen te ontrafelen wat er werkelijk bij de verschillende moorden en moordaanslagen was gebeurd, op ‘bipartisan basis’ zou kunnen geschieden. ‘I do not understand,’ zei ik, ‘why Nixon sits on his hands. He was brought down in a conspiracy and when will it stop? They will continue to shoot at presidents and destroy them as it pleases them if nobody acts sooner or later.’ Toen ik hem vertelde dat mij in Detroit eens tijdens een Rotary-lunch was gezegd: ‘We just need another war to make the economy pick up again,’ gaf hij als antwoord: ‘Those people were lunatics, it has never been at any time Government policy.’ ‘Perhaps,’ antwoordde ik, ‘but you yourself write, that while the us was losing 300 soldiers a week in Vietnam, the Nixon Government needed time. But when I travelled with Nixon and you in 1968, I heard him pledge to the people dozens of times everyday, that he would end the war if he was elected.’ Ray zei ervan uit te gaan dat, wat er ook was gebeurd in de regeringsperiode van Nixon, de geschiedenis hem een heel andere plaats zou toekennen dan de emoties van dit moment toestonden.Ga naar voetnoot29 Dr. Jermen Gvishiani zit in de Waldorf Towers. Ik heb een briefje laten bezorgen. Zag Coming Home met Jon Voight en Jane Fonda. | |
[pagina 31]
| |
Bezocht Robert Keedick en zijn assistente miss Schenck. Een aantal contracten voor lezingen was teruggezonden of afgezegd vanwege wat er in de bladen en tijdschriften was gepubliceerd over mijn betrokkenheid bij de Dallas-affaire. Alsof ik ooit iets anders zou hebben gedaan dan er proberen achter te komen welke schurken die moord op hun geweten hebben. Het kan me niets schelen. Ik gaf hen het adres van Ray Price en adviseerde hem als spreker aan hun bureau te binden. Bij Gallery liep ik tegen Richard Sprague aan. Er volgde een discussie over de vraag of bij de komende reportage over Dimitri Dimitrov gesproken zou moeten worden over een ‘team killing of four men’ van de mysterieuze generaal en of we moesten vermelden dat Nixon wist hoe Dallas in elkaar zat. Ik vertelde dit aan Ray Price zojuist te hebben gevraagd. ‘In that case, our cover is wrong,’ aldus hoofdredacteur Eric Protter. Het Marriott Hotel in Amsterdam had mij een vermoedelijk telefoonnummer van Dico alias Jim Adams alias Donald Donaldson alias Dimistri Dimitrov in Manhatten gegeven. Ik draaide dit nummer en gokte op een der drie namen, Jim Adams. ‘Who? Wait a minute.’ Een andere man kwam aan de lijn, en bevestigde dat hij van tijd tot tijd inderdaad met Jim Adams telefonisch contact had. ‘The last time I spoke to him, he was at the westcoast.’ ‘Will you ask him to please get in touch with me?’ vroeg ik met een stalen gezicht, alsof ik vermoedde dat hij nog leefde, terwijl we bezig zijn met een omslagverhaal voor Gallery waarin zijn dood nader wordt verklaard. Zelfs Gerard Croiset verklaarde plechtig dat Dico kassiewijle was, maar je weet bij hem nooit of hij de geest van iemand ontcijfert die dit werkelijk denkt, of wat hij precies doet. Sprague vond dat ik wel erg kalm was onder de druk der ontwikkelingen. Wat moet je dan? Ik besloot Fletcher Prouty nog eens op te bellen, waar de anderen bij waren. ‘Donaldson is not interesting anymore,’ zei hij mij. ‘What matters now is who are these guys, you just spoke to, and who are covering up for him. That is what we have to find out.’ De paniek nam intussen toe. Leefde Dico of was hij dood? Ik was van mening dat wanneer zou blijken dat hij toch in leven was, we hem bij onze komende persconferentie dienden uit te nodigen om zich nader te verklaren. ‘If he finds out we are publishing his story, he might demand an injunction, that prevents us from bringing the magazine onto the market,’ zei Eric. Intussen vind ik het extra verzorgde nummer van Gallery, in een zilverpapieren omslag met een rode band er omheen The | |
[pagina 32]
| |
Blood of Conspiracy veel te sensationeel. Het staat me zeer tegen. Maar mijn artikel staat overeind. Ik geef toe dat ze er veel zorg aan hebben besteed.Ga naar voetnoot30 | |
25 februari 1978Vanmorgen ontmoette ik Robert Yastrov, mijn leeftijd, trui, corduroy broek, een flat met een vleugel, een lessenaar met een fluit erop en verder kwam hij wat rommelig over. Hij was bezig ontbijt te maken ‘You are early,’ zei hij. Yastrov benadrukte dat computers nuttig waren als hulpmiddel om de defecten aan ‘wiring in the brain’ op te vangen. Computers hebben die defecten niet. Ik citeerde Barbara Wards beroemde uitspraak: ‘Computers don't blush.’ ‘You can wire into computers any emotions you want,’ antwoordde Yastrov. ‘Emotions don't have much value to us. We have emotions, because they had a survival value at the time we still lived in the jungle one million years ago.’ Yastrov ziet een miljard jaren als een dag, wanneer hij spreekt over het universum en de schepping. ‘U denkt dat er honderd miljoen melkwegen zijn?’ vroeg ik. ‘Sorry, honderd miljard. De lengte van een melkweg is gemiddeld 600.000 mijl. Tussen de melkwegen liggen afstanden van twintig miljoen mijl.’ ‘Vergissen we ons niet in enkele nullen?’ ‘Dergelijk afstanden zijn inderdaad niet voorstelbaar. Licht verplaatst zich met een snelheid van 186.000 mijl per seconde. Eén lichtjaar is zes miljoen mijlen. En iedere melkweg, dat weten we nu, bestaat uit miljarden sterren.’ Hij denkt inderdaad dat de computer de mens zal voorbijstreven. ‘Alleen de chauvinist, die in de chemie van carbondioxide gelooft, zal er vanuit gaan dat we voor altijd vast zouden moeten zitten aan de beperkte mogelijkheden van onze hersenen, die in uiterst breekbare botten zijn verpakt. Waarom zou het toekomstige leven niet door een nieuw soort elektronische apen kunnen worden voortgeplant? Onze nieuwste computers zijn in staat muziek te componeren of een spelletje schaak te spelen. Niet alleen slaagde men er in twee ibm-computers samen te laten schaken, maar een van deze machines wist reeds een schaakkampioen te verslaan. Computers kunnen gesprekken voeren. We weten dat gesprekspartners zich niet bewust waren met een machine te spreken. Computers kunnen reeds conclusies trekken uit ervaringen, een bepaalde redenering volgen en vragen stellen.’ | |
[pagina 33]
| |
Yastrov zei het niet te kunnen bewijzen, maar er vanuit te gaan dat over vijftien of twintig jaar mensen antwoord zouden krijgen op signalen die we het universum in sturen. En antwoorden zouden in de vorm van computerchips kunnen komen. ‘Waarom zou de menselijke vorm van intelligentie in de kosmos de standaardvorm moeten zijn?’ vroeg hij. ‘De kosmos bestaat miljarden jaren, de mens maar een miljoen jaar.’Ga naar voetnoot31 Hij vond Edward Teller ‘a basterd’. ‘He testified against J. Robert Oppenheimer, because he wanted to become the director of the Livermore Laboratories in California.’ Ik heb Teller aldaar bezocht en geef toe, hij kwam bij mij ook allerminst sympathiek over, al was het maar vanwege het onbeschofte gedrag jegens zijn vrouw. Maar de uitlating plaatste de eerste ernstige vraagtekens voor mij bij Yastrov zelf. Toen ik hem vertelde dat B.F. Skinner en Noam Chomsky ook op voet van een soort oorlogje leefde, antwoordde Yastrov: ‘Chomsky is a real basterd. As a jew he supports the Palestinians. I hope he will rot in hell.’ Nadat hij dat had gezegd vloog hij, althans in mijn ogen, permanent ‘uit mijn raam’. Toen ik talkshow host Johnny Carson bekritiseerde als een uitermate vulgair en lichtgewicht mannetje, zei hij hem graag te mogen, ‘although, when I was on his show, he could have given me a bit more time, because he spent too much time on the other guests, and most of what they had to say was nonsense anyway’. Ik vertrok bij Yastrov met een nare smaak in de mond. En, na zijn boeken te hebben gelezen, had ik me er zoveel van voorgesteld. Zag The Boys of Company C, opnieuw een Vietnam-film. In werkelijkheid sneuvelden 43 mannen van deze compagnie. Amerikaanse politieke leiders zijn moordenaars geweest met die fucking Vietnam-oorlog. En het ergste misschien is dat er sedertdien in de mentaliteit van deze mensen geen moer is veranderd. Het heeft allemaal niets, maar dan ook niets geholpen. Ze doen het morgen weer. De film liet de walgelijke attitudes van generaals en officieren uitstekend zien. Maar het zit allemaal zo diep. Een film verandert er natuurlijk niets ten goede aan. | |
[pagina 34]
| |
merking maken, ‘You have to seperate things from the noise they are making.’ Dat zal wel over de sovjets zijn gegaan. Maar De Staercke herinnerde zich exact dezelfde uitspraak van Seneca en onderbrak zijn collega's. Kissinger zei Seneca nooit te hebben gelezen. De ambassadeur zegde toe de tekst aan de voormalige minister te zullen toezenden. Op dergelijke verhalen worden we tegenwoordig op de opiniepagina van de The New York Times getrakteerd. Om 12.00 uur ontmoette ik dr. Gvishiani, vergezeld van twee sovjets in de Peacock Alley. Hij nam scotch en soda. Ik maakte mijn excuses dat ik hem bleef achtervolgen over ons plan een boek samen te maken. ‘No, no, no. Don't even say that. It is good for me you push.’ Hij zei: ‘Well, if I write the book, if I am the author, than I have problems with the damned vaap. Then they will sign the contract for me. This in spite of the fact that you helped create it. But if you are the author, well, I would have to look into it.’ Hij dacht dat het mogelijk zou zijn een aantal hoofdstukken zelf te schrijven en die af te wisselen met vragen die ik dan zou stellen. Ik stelde voor dat ik natuurlijk bij sommige van zijn Amerikaanse vrienden, bijvoorbeeld in de Sovjet-usa Kamer van Koophandel, vragen zou kunnen verzamelen, die men hem gesteld zou willen zien. Ik zag hem denken. ‘That's an interesting idea,’ zei hij. ‘You see, dr. Gvishiani, I speak with you as a friend, like Aurelio Peccei. Others will talk to you as the enemy.’ Ik kreeg het vervelende gevoel dat, terwijl we zaten te praten, hij zijn ogen niet van een serveerster af kon houden. We spraken 35 minuten. Ik ben lichtelijk geïrriteerd vertrokken. Ik ben zelfs vergeten Hoogovens ter sprake te brengen. EsquireGa naar voetnoot32 vestigt de aandacht op het boek The Arms Bazaar, From Lebanon to Lockheed, van Anthony Sampson. Met verbazing constateer ik dat sinds 1946 niet minder dan 150 oorlogen hebben gewoed, die 25 miljoen doden zouden hebben veroorzaakt.Ga naar voetnoot33 De getallen kloppen als gewoonlijk niet. De Indonesische revolutie in 1945 zou 1.400 slachtoffers hebben geëist, inbegrepen de politionele acties van Nederland. Lijkt me sterk. Het Nieuw-Guinea-conflict tussen 1960-1962 zou geen slachtoffers hebben geteld, terwijl we alleen al tussen de 80 en 90 Nederlandse militairen hebben verloren, om over de Indonesische kant niet te spreken. En voor de Indonesische coup van | |
[pagina 35]
| |
1965 staan 100.000 doden genoteerd, terwijl het er meer dan 500.000 waren, misschien nog meer zelfs.Ga naar voetnoot34 De Nederlandse koninklijke familie prijkt op een aantal pagina's in dit verhaal over de wapenhandel. Ook Hans Teengs Gerritsen, Fred Meuser en Hubert Weisbrod worden opgevoerd. Maîtresse Poupette Grinda en Bernhards dochter in Parijs en cia-connecties worden uitgespeld, dus allemaal niet zo gezellig. Gvishiani was er voor dat Zumwalt naar Moskou zou komen. Hij zou professor Arbatov erover opbellen. Hij was dankbaar voor het boek over Jimmy Carter van Lloyd de Mause en het Psychohistorisch Instituut. ‘You are the only one who gave me this information. No-one I met knew about it.’ Misschien had ik de lunch moeten aanbieden, maar hij rekende erop vanavond in Washington senator Edmund Muskie en gouverneur Jerry Brown van Californië te zullen ontmoeten. Daarna moest hij terug naar New York om een contract te tekenen met Dow Chemical. Dan een interview met Business Week over iiasa in Wenen. Morgen om 16.30 uur een receptie van de us-ussr council. ‘If you can be at 14:00 hours at the Waldorf Towers I will have invitations for you to the reception, and bring Mr. Michael Korda.’ Hij vroeg trouwens of McGraw-Hill en anders Pergamon Press van Robert Maxwell mogelijke uitgevers waren voor ons boek. Ik vertelde hem dat Simon & Schuster ook een boek over Leonid Brezhnev zou gaan uitbrengen. Dat was hem onbekend. Gvishiani had een ontmoeting met de president van abc-televisie gehad waarbij ook William Sheehan aanwezig was geweest. Ons project in Kiev was ter sprake gekomen, maar abc wil vooral meer nieuws uit de Sovjet Unie hebben. Gvishiani stelde voor dat hij er een brief naar abc overheen zou sturen ‘mentioning you to work for them in documentary affairs’. Ik bedankte hem bij voorbaat. pbs televisie zendt het recital uit dat Vladimir Horowitz vanmiddag voor 300 genodigden op het Witte Huis gaf. Absoluut prachtig. Geen uiterlijk vertoon, schitterend. Voornamelijk Chopin, B-flat Minor Sonata, Polonaise en Waltzes, Schumann en Rachmaninov natuurlijk. Ik denk dat Horowitz muzikaler is dan Arthur Rubinstein. Gedrevener misschien ook. Zijn spel is delicater alsof zijn ziel meer diepte heeft als mens dan die van de meeste andere pianisten. Treurig dat een dergelijk concert zich slechts voor Channel 13 leent. De andere basterds, die televisie maken zien er geen brood en dollars in. | |
[pagina 36]
| |
27 februari 1978Jimmy Carter is gisteren naar een kerk gegaan, om te bidden voor de beëindiging van een lokaal arbeidsconflict. Daar gaan we weer met de bicameral mind en de stemmen der farao's. The TribGa naar voetnoot35 meldt in vette letters op de voorpagina dat Nixon zijn komende memoires gaat herschrijven, samen met David Frost, als reactie op de verschenen herinneringen van H.R. Haldeman. Zijn boek van 1.150 pagina's zou 15 mei verschijnen bij Grosset & Dunlap. De oude vos Napoleon had gelijk. Geschiedenis bestaat uit fabeltjes waar men het van tevoren over eens is geworden. Nixon kreeg een voorschotje van twee miljoen dollar, daar kan hij ook wel een beetje voor bijschaven aan zijn manuscript. De vijf shows van Nixon en Frost leverden de oude president nog eens 600.000 dollar op. Hoe groter de crook, hoe meer er te verdienen valt in dit paradijs van democratie en vrijheid. De Book-of-the-Month Club zit ook al te hengelen om het geklets van Nixon op de lijst te krijgen. Intussen kan men ‘Casa Pacifica’, het buitenverblijf van Nixon in Californië per bus bezoeken voor 2,50 dollar. Duizenden mensen maken gebruik van de gelegenheid meer aan de weet te komen over deze mijnheer, die eigenlijk als ordinaire leugenaar en oplichter het Witte Huis heeft moeten verlaten. Hoe onzalig is de kortheid van memorie van de kudde. Ik schreef Ray Price dat hij, nu Nixon toch gaat knoeien, misschien meer over de Varkensbaai-invasie kan toevoegen, of over de schurk Helms van de cia het nodige kan ventileren. Jermen Gvishiani zorgde er voor dat Michael Korda van Simon & Schuster keurig werd uitgenodigd voor de te houden receptie op Park Avenue.Ga naar voetnoot36 Ik belde Korda op: ‘No! I cannot be there, I will be in New Haven this afternoon.’ Fuck him, als hij zo weinig in een boek van Gvishiani is geïnteresseerd, waar zou ik me dan voor uitsloven? Hij zei dat hij ‘zeker’ nooit naar de Waldorf Towers zou zijn gegaan voor een gesprek met de Rus. Harold Schönberg schrijft in The New York Times dat Horowitz 50 jaar geleden zijn debuut als pianist maakte in de vs. Op 8 januari 1931 speelde hij voor het eerst op het Witte Huis. Het schijnt trouwens dat Jimmy Carter de hele dag (net als ik) klassieke muziek op de achtergrond draait. Lunch met de hele Gallery-staf in een Chinees restaurant. Er is een afspraak uit de bus gekomen dat ik voortaan voor 500 dollar per maand een interviewpagina voor Gallery zal schrijven, in navolging van de Newsweek-methode, met prominente | |
[pagina 37]
| |
mensen die ik heb ondervraagd. Dit om het prestige van Gallery dat oorspronkelijk een girlie magazine met veel naakte dames is geweest, wat op te vijzelen. Ik zal ook gewone gesprekken met notabelen hebben van een aantal pagina's. Eindelijk wat meer inkomen in de vs. Mora Henskens lijkt een contact met de Nederlandse missie te ambiëren als aanbeveling bij de vn. De nieuwe permanente vertegenwoordiger, Hugo Scheltema, is nog niet gearriveerd. Ik nam contact op met Johan Olde Kalter van De Telegraaf om hem met haar in contact te brengen, zodat hij die missie, als ik weer naar Holland ben vertrokken, kan volbrengen. Ik lichtte hem eveneens in over mijn komende persconferentie. Om 16.30 uur was ik op de 41ste verdieping van 280 Park Avenue om de receptie van de us-ussr Trade and Economic Council bij te wonen. Gvishiani werd vrijwel onder de voet gelopen. Het was eigenlijk amusant, maar ook een beetje pijnlijk, om te zien hoe Amerikaanse shylocks probeerden met hem in gesprek te komen en witte voetjes te halen. De gekunstelde smoelen die werden getrokken en het theater er omheen was walgelijk. En dat allemaal omdat ‘men’ weet dat hij en premier Kosygin in één huis wonen dus dat hij de invloedrijkste man is rond de premier, die over dit soort zaken, de handel met Amerika, uiteindelijk beslist. Het wordt ook geleidelijk steeds moeilijker om Russen van Amerikanen te onderscheiden. De sovjets schaffen zich steeds meer ‘Brooks Brothers’-kostuums aan. Maar ze klitten nog wel steeds bij elkaar. Ik ben niet lang gebleven. Ergerlijke vertoning eigenlijk. Ik bracht het boek van Robert Yastrov met een briefje van hem bij de Waldorf Towers bestemd voor Gvishiani, als beloofd. | |
St. Regis HotelVerhuisde naar hier op kosten van Gallery. Emile Fallaux kwam naar het hotel. We gingen naar Crêpes voor een hapje. Hij is in het bezit gekomen van een document dat prins Aschwin smeerlapperij uithaalde met vrije vliegbiljetten van de klm en een bankrekening in Zwitserland. Het schijnt dat Ben van Meerendonk en Klaas Jan Hindriks van de nos dezelfde trucjes met de klm uithalen, iets wat ik al heel lang vermoedde. Emile heeft eveneens ontdekt dat Allan Schwartz optrad als advocaat voor prins Bernhard bij het wijzigen van de tweede druk van een door Harper & Row gepubliceerd boek over de rol van de prins in de Tweede Wereldoorlog en de intieme relatie tussen hem en Lindemans, de zogenaamde King Kong-affaire, en de slag om Arnhem. Emile vertelde ook dat Josje Hagers, de hof- | |
[pagina 38]
| |
journaliste van De Telegraaf, de koningin naar New York achterna was gereisd. De fotograaf van deze verslaggeefster verborg zich letterlijk in een rioolgat om foto's te kunnen maken van Juliana met haar ongelukkige dochter. Over riooljournalistiek gesproken. De Telegraaf benaderde eveneens Guillermo's vriend, Ned O'Gorman. Dat is de onderwijzer en dichter, directeur van ‘The Children's Storefront’, een organisatie die al jarenlang opkomt voor straatkinderen in de zwarte wijk Harlem. Dr. Margaret Mead adviseerde me ook al eens met hem te gaan praten,Ga naar voetnoot37 ook om me vooral niet langer met Dallas en de jfk-affaire te bemoeien. Heb opnieuw naar William Sheehan moeten telefoneren om de cheque voor Kiev nu eindelijk te krijgen. Dat belooft weinig goeds. ‘I am just as embarrassed as you are,’ zei de vriend van dr. Gvishiani. Belde de heer Robert Keuch op het Department of Justice en vertelde via een telefoonnummer in New York wel degelijk een contact te hebben gevonden, die wist dat Donald Donaldson in de vs was. Hij deed verbaasd en herhaalde dat het ministerie geen reden had ‘to pick him up’. James Angleton van de cia belde me collect terug en zei zich niet te kunnen herinneren ooit iets met Donald Donaldson te maken te hebben gehad. ‘Where can I call you?’ Ik vroeg hem dit via Gallery te doen. Het hoogtepunt van deze dag: toen ik om 16.00 uur andermaal het nummer van Dico draaide dat het Marriott Hotel in Amsterdam me had gegeven, kreeg ik de Rodwood Company (ben niet zeker van de naam) en een Norman Bernstein, Suite 1712, 370 Lexington Avenue, ny ny 10017. Dat liep verdacht vlot, maar wat er nu mee te doen? Dick Sprague en Eric Protter luisterden overigens mee. Zij wilden het gesprek op de band opnemen, maar dat weigerde ik pertinent. Zo werk ik niet. Tony Staffieri zond meteen een ijlbode naar het gegeven adres met een uitnodiging om de persconferentie inzake Donald Donaldson bij te wonen. Eerder bezocht ik Michael Korda. Hij was heel vriendelijk, als altijd, maar had zich kennelijk voorgenomen meer te luisteren dan te spreken. Hij waarschuwde: ‘The Soviets are unreliable and flatly dishonest. They did not do at all what they said they would do with the Brezhnev book we are publishing.’ De omslag van het boek stond al op zijn bureau. Hij merkte blijkbaar dat ik dat boude taal vond en zei: ‘Oh, I don't mean they | |
[pagina 39]
| |
do not honour their financial agreements.’ Hij dacht dat men in Frankrijk eerder belangstelling zou hebben voor een interviewboek met Jermen Gvishiani dan in de vs. Toch was hij wel geïnteresseerd in een boek van Gvishiani's hand. Hij wilde dan eerst een opzet zien. Ik vroeg of hij belangstelling had het manuscript van Lee Harvey Oswald uit te geven dat Pat Russell had gevonden in de paperassen van George de Mohrenschildt. ‘I would have to think carefully,’ zei hij, ‘because we have been Edward Kennedy's publisher.’ Hij adviseerde om met Esquire, John Behrendt en anders Random House een deal te maken voor ik mijn persconferentie inzake Donald Donaldson zou geven. Daar is het nu dus te laat voor. Bij Gallery belde ik Pat Russell in Dallas. We bespraken de mogelijkheden in detail. Ik probeerde als fee er vijfduizend dollar uit te slepen, opdat ik dat geld aan hem kon geven voor het proces tegen Time. ‘You know, I would like to do it,’ aldus Pat, ‘but I am dealing with two strange women: Jeanne de Mohrenschildt, his widow, and Alexandra Tilton iii, his daughter. This thursday we will have a meeting with Alexandra's lawyers.’ ‘Will you remember I tried to find a publisher for the Oswald book to keep the ball rolling?’ vroeg ik. ‘Well, it will give you prestige too.’ In ieder geval werden we het eens dat ik over het Oswald-manuscript een balletje zou kunnen opgooien bij de persconferentie. Het Gallery-team was hier ook verheugd over. In Tony Staffieri's kantoor liep ik tegen een mooi jongetje aan, Neal Boutwell. Hij is assistent uitgever van het tijdschrift Blueboy in Miami, een soort Gallery maar dan voor jonge Amerikanen die van jongens houden. Neal vond ik zeer sexy. Hij wond me op. Ik ga hem vrijdag interviewen.Ga naar voetnoot38 Eric Protter legde uit dat de uitgever van Gallery een schuld van twee miljoen dollar had en op de kleintjes lette, omdat hij 100.000 dollar per maand moest afbetalen. Ik maakte hem intussen duidelijk dat ik, ondanks de aanwezigheid van Richard Sprague en kolonel Fletcher Prouty op mijn persconferentie, onbetwist wilde zien dat het mijn persgesprek was. Daarna gingen we met zijn allen dineren. Fletcher sprak het meest. Hij is soms buitengewoon interessant. Anderzijds ventileert hij theorieën, die me koude rillingen bezorgen. ‘There will be a war in the Near-East,’ hield hij vol. ‘nato will be called in to intervene. Israel will be brought back to a kind of plo. Alexander | |
[pagina 40]
| |
Haig will be the big hero and become our next president. The pope will help him to get the White House.’ Ik zei maar niet veel. Toen ik terug naar het hotel liep had ik weer een van die ‘visioenen’ om nooit meer een stap in dit land te zetten. Alles wat ik deze avond om me heen hoorde, was eigenlijk even walgelijk. Een nieuwtje was, dat Fletcher Prouty een artikel heeft geschreven waarin hij Dewi Sukarno's brief aan president Gerald FordGa naar voetnoot39 had verwerkt. Dat wist ik niet. Ik had hem indertijd het materiaal gezonden. De rest van de avond was gevuld met verhalen over processen over de cia, het Pentagon, banken en Amtrak, waar hij nu dus aan verbonden is. Van A tot Z allemaal criminal shit. ‘Harold Brown has a malicious cancer,’ zei hij. ‘I will not say it was given to him, but mark my word, Carter will gradually loose all his best people and become powerless.’ Ik moest denken aan de waarschuwing van Ray Price dat Fletcher Prouty ‘rather unreliable’ was. Ik belde Hans Wilbrink van Nieuwe Revu om hem te zeggen dat het zou kunnen dat Dico helemaal niet dood was. ‘Wat een rare bende is het daar,’ zei hij. Toch verklaarde Fletcher gisteravond met een doodernstig gezicht: ‘He is dead.’ Ik zal hem morgen per fait accompli met deze mening confronteren en hem zijn eigen woordje hierover laten doen. | |
1 maart 1978Ik haalde eerst mijn vriendin Mora Henskens af. We wandelden samen naar de Rizoli Bookshop waar de persconferentie zou zijn. Fons van Westerloo, Emile Fallaux, Olde Kalter en een jongen van Het Parool waren aanwezig, evenals abc-televisie, met een nogal vijandige, zwarte verslaggever, en andere lokale journalisten. De uitgever gaf een korte, zakelijke introductie. Fletcher Prouty zeurde en zeurde en begon over de man met de paraplu in Dallas, zodat ik hem onderbrak en vroeg om over Donaldson te willen spreken. Bij het stellen van vragen kwam men steeds terug op het cruciale punt: hoe wisten we dat Donaldson dood was? Ik vroeg Fletcher dus hierop te antwoorden. Hij zei zijn bronnen niet te kunnen vrijgeven. ‘Journalists go to jail to protect their sources. What are you expecting from me?’ Steeds weer kwam men - terecht - op dit hete hangijzer terug en steeds kreeg de pers een onbevredigend antwoord. Er was niets aan te doen. Maar het veroorzaakte reserves bij de media tegenover onze publicatie. Ik voegde Tony Staffieri toe dat ik vorig jaar augustus in mijn eentje heel wat | |
[pagina 41]
| |
meer journalisten in het Hilton Hotel in Washington had gemobiliseerd, dan hij met zijn apparaat vanmorgen bij elkaar had weten te trommelen. Hij werd nijdig maar dat is altijd het gevolg van het constateren van vervelende feiten. Mark Monsky van Metromedia Television zei: ‘I am going to ask you some catch questions just to see whether you really knew Donald Donaldson, because I have known him for years. Donaldson is a bona fide source indeed, as you said. But I do think, that if he told you that much, colonel Prouty is right, he must be dead.’ Mark vroeg ook nog wat Dico had besproken over het dagboek van de tsaar. WNEW-TV, Metromedia Television Mark BvS Monsky Mark opperde dat ik wel eens in mijn George de Mohrenschildt-onderzoekingen op het juiste spoor zou kunnen hebben gezeten. Daarom had men - wie is die ‘men’ - Dico opdracht gegeven naar Amsterdam te gaan ‘to bullshit to Oltmans’. Enerzijds noemde Mark Monsky Dico een ‘bonafide source’, anderzijds hield hij een dergelijke mogelijkheid wijd open. Maar waarom vertrok Donaldson dan met de noorderzon uit het Marriott Hotel zonder zijn rekening van vele duizenden guldens te betalen? Een der aanwezige journalisten had nog tijdens mijn persconferentie Bernstein opgebeld nadat ik hem zijn telefoonnummer had gegeven. Iemand had tegenover deze Bob Aglow bevestigd dat Bernstein en Donaldson al jaren bevriend waren. So what else is new? Om 18.00 uur belde ik Pat Russell, die ik eveneens had genoemd als de persoon die in het bezit is van een door Oswald geschreven boek. Hij had nog geen enkele navraag ontvangen. abc lokaal televisienieuws bracht na een vliegtuigongeval in San Francisco mijn persconferentie. Die zwarte verslaggever hield zich aanvankelijk aardig aan de feiten tot hij aan het einde kennelijk opzettelijk alles onderuit haalde door mee te delen dat hij het Pentagon had opgebeld en aldaar geen bevestiging van een en ander, ook betreffende Dico, had kunnen krijgen. Ze hadden tegen abc gezegd dat hun dossiers verouderd waren. Het Select Committee on Assassinations van het congres had tegen de televisie gezegd dat Donald Donaldson een fraudeur was en dus het | |
[pagina 42]
| |
verhaal over de man insgelijks, en Willem Oltmans ‘was a fool!’. Precies in die woorden. Mora was ook stom verbaasd hierover. Emile Fallaux kwam langs, juist toen dit gebeurde. Tony Staffieri van Gallery vond de uitzending ‘fantastisch’. Ik wist niet of ik lachen of huilen moest. Probeerde Robert Tanenbaum te bereiken, maar dat lukte niet. Al die tijd heb ik mijn nek uitgestoken voor die commissie en nu dit. Emile vertelde zeker te weten dat Monsky een uitstekend ingevoerde journalist is. Hij vertelde ons dat Tanenbaum hem had verzekerd dat de toedracht van de moord in Dallas nooit bekend zou worden. Hoe kan zo iets? De moord op jfk was volgens Monsky in Cuba in elkaar gezet en door de k-groep - ik weet niet wat hij daarmee bedoelde - uitgevoerd. De k-groep was het zogenaamde ‘Committee of forty’. Dan ben je nog geen moer verder, maar als veertig mensen jfk om zeep wilden helpen, dan was de zaak toch allang uit gelekt? Ik heb nog een paar radio-interviews gegeven, ook een gesprekje aan Pittsburgh. Wanneer zulke interviewers met vragen komen, waarom ik De Mohrenschildt geloofde en waarom Donald Donaldson, dan verlies ik mijn geduld. Met een van die kerels kreeg ik zelfs bonje tijdens de uitzending, niet belangrijk om verder te vermelden. Mark Monsky dacht dat Donaldson alleen maar naar Amsterdam was gezonden om na te gaan wat De Mohrenschildt wel of niet had gezegd, en wat ik dus wel of niet wist. Emile zei dat de Nederlandse pers dergelijke zaken wel degelijk serieus nam. tass-correspondent Vladimir Reshetilov kwam inderdaad naar het St. Regis Hotel, maar hij had de presskit niet in bezit en wist dus eigenlijk niet waar het allemaal over ging. Opmerkelijk vond ik dat Fons van Westerloo de vriend van Dico eveneens had opgebeld. Bernstein had tegen hem gezegd: ‘The article by Oltmans on Donaldson is totally true. But we are now working on a film.’ Nu is Fons bezig Donaldson, als hij dus toch leeft, in Californië op te sporen. Hij voegde eraan toe: ‘Ik denk iedere keer als ik je gade sla en bezig zie, wat jammer dat hij het zo doet, want hij heeft de capaciteiten ende contacten.’ Het blijkt zelfs dat Bernstein tegen Bob Aglow heeft gezegd nog hedenmorgen met Donald Donaldson in Californië te hebben gesproken. Waar komt dan het pertinente verhaal van diens dood, als door Fletcher Prouty verspreid, vandaan? Ik vroeg Fons: ‘Alright, but who says so? Bernstein? And who is Bernstein really? We don't know that.’ Toen ik later Barbara Applegate opbelde, antwoordde zij: ‘Who knows, maybe Bernstein is Donaldson.’ | |
[pagina 43]
| |
2 maart 1978Ik herinner me dat Fletcher gisteren werd gevraagd, hoe hij van de dood van Donaldson had gehoord, misschien via een radio-uitzending? Hij antwoordde nota bene: ‘No, not to my knowledge.’ Ik dacht op dat moment: nu lieg je man. Fons van Westerloo zei het eveneens te betreuren dat je overal in de media ook Edward Jay Epstein geadverteerd zag aangaande diens laatste gesprekken met George de Mohrenschildt. ‘Dan vind ik dat jammer voor jou, want jij hebt hem al die tijd gekend en was eigenlijk zijn vriend.’ Ik zei dat het me weinig kon schelen wat Epstein nu allemaal bazelde en dat hij thans de eerste viool speelde, want als eenmaal mijn verslag over wat gebeurde zal verschijnen, zal dit vanzelf rechtgetrokken worden. Ken Klein van het comité van onderzoek naar moordaanslagen van het congres zei me zojuist niets te weten van een navraag naar mij door abc-televisie. Het verwonderde hem zeer om te horen wat er via abc door die zwarte verslaggever was gezegd. Hij zou het onmiddellijk uitzoeken. Intussen heeft de heer Bernstein naar Tony Staffieri van Gallery gebeld om te informeren hoeveel ik wel aan Donald Donaldson verdiende. Hij kreeg te horen dat er geen bijzondere bedragen over tafel waren gegaan en alles volkomen en règle was geregeld, ook wat betreft mijn honorarium dat ik voor het heden verschenen artikel had ontvangen. Donaldson zou te kennen hebben gegeven Staffieri te willen ontmoeten. Hij zei tegen mij: ‘You know what, I begin to believe I am being stonewalled that Donaldson is dead.’ Ook de bbc schijnt een item over Donaldson te hebben vertoond en hetzelfde gebeurde in Zuid-Afrika. Ik nam een Amtrak Metroliner naar New Britain, Connecticut. Comfortabel. Het vervelende van deze trips is dat je nooit alleen bent. Vanuit New Haven stapte ik in een afschuwelijk boemeltje met ruiten die te smerig waren om doorheen te kijken. In Berlin werd ik door een neurochirurg en diens vrouw afgehaald voor een gehoor van de Woman's Club in de First Church of Christ Congegration Honorarium: 750 dollar. | |
3 maart 1978Boston, MassachusettsIk vloog gisteravond vanuit Hartford naar hier. Ik droomde dat mejuffrouw Büringh Boekhoudt me een envelop met onbetaalde rekeningen gaf. Zij zei zich zeer voor mij te schamen. Ik vond een aantal onzinnige nota's zoals van een mevrouw uit Brussel, die zei het geld nodig te hebben omdat | |
[pagina 44]
| |
haar man was overleden. Waar komt zoiets vandaan? Ik ben niemand in Brussel één cent schuldig. Logeer in het Sonesta Hotel waar je de Boston Herald American bij het ontbijt krijgt, ongeveer de slechtste krant in Amerika. De chirurg van gisteravond kwam oorspronkelijk uit Iran. ‘Americans love to be cut up,’ vertelde hij. ‘They shovel snow, they have a back pain, they come in and want an operation. I say, live with it, it will go away. But they insist to be put to sleep and be cut up. And if you refuse, they will go to a doctor who does. Then they will boast about the length of the incision and the number of stitches, they pull up their shirts to prove it. This particular guy, I put him in the hospital, because he insisted. He had medical care too.’ Ik vroeg waarom hij dat deed. ‘Well, I better don't tell you, that is a long story. He was otherwise perfectly okay to do his work. They really get away with murder over here. Two weeks later he even went on a skiing vacation.’ Hij besloot: ‘If I did not sign his welfare papers, someone else would.’ ‘Yes,’ zei de echtgenote, ‘and what is even worse today in America is the sickness of the lawyers, lawsuits and the courts. It is a true epidemic.’ Dat wist ik al, maar artsen hebben het er nu zelf over. Indira Gandhi werkt hard aan een politieke comeback. The New York Times schrijft dat zij is ‘profiting handsomely from the Indian democracy that she tried so hard to suppress when she was Prime Minister just a year ago.’ Het is een valse voorstelling van zaken, als gewoonlijk in het Westen, waar niets wordt begrepen van het feit dat elders andere omstandigheden andere oplossingen vereisen dan die in het Westen opgeld doen. Sukarno werd ook altijd door het slijk gehaald omdat Westerse democratie in dat pas onafhankelijk geworden eilandenrijk niet kon functioneren. | |
Needham, Massachusetts, Interview Station wcvdIk werd al vroeg afgehaald voor het televisiegesprek over de Donaldson-affaire. Mij werd gevraagd vooral geen scheldwoorden te gebruiken. Dit is immers een super-christelijke hoek van Amerika waar de Pilgrim Fathers landden. De uitzending duurde tien minuten en was levendig. Tony Staffieri: ‘I get nothing but complaints about you from the radio people.’ Radio-interviewer Bill Miller had geklaagd dat ik ‘Jezus Christ’ had gezegd en ‘son of a bitch’. Ik antwoordde dat ik constant werd aangevallen en met uitzonder- | |
[pagina 45]
| |
lijk stomme vragen werd belaagd. Inderdaad, na alles wat er al was gebeurd heb ik een kort lontje gekregen. Een van de interviewers begon dus over de Edward Jay Epstein-beschuldiging dat George de Mohrenschildt kgb-contacten zou hebben gehad en dergelijk geklets in de ruimte. Dat maakt me inderdaad woedend. Een ander begon het gesprek met: ‘Each springtime it looks as if another bizarre story in the jfk drama unfolds. Now we have the Donaldson affair.’ Ja dan zit ik meteen hoog op de kast. Toen ik gisteravond werd geïntroduceerd als ‘the most brilliant and dynamic speaker’ die ooit naar New Britain was gereisd, was ik al té totaal gefrustreerd om überhaupt nog met spontane verve dergelijke mensen toe te kunnen spreken. Tony belde even later: ‘You were super in Boston. We got an excellent report.’ Hij was in de wolken. Hij gebruikte zelfs de woorden ‘you were spectacular’. Wat moet je met die mensen? Ik ben St. Patricks binnengegaan om als vroeger twee kaarsen te branden, voor mam en voor Peter. Ik denk op zulke momenten ook dikwijls aan mijn vriendin Penny Hedinah in Jakarta. Ze zouden over de hele wereld zulke kapellen moeten bouwen, in de Sovjet Unie, in Afrika, overal, waar je te allen tijde in kunt gaan en even van de herrie van de wereld verlost bent, en in rust en stilte kan bidden. Misschien met orgelmuziek op de achtergrond. Bidden voor het universum. Dank betuigen voor de wonderen die ‘chemistry and matter’ ons hebben gebracht. Dus je richten op de realiteit, waar Robert Jastrow een beroep van maakt om miljarden melkwegen te bestuderen. Zeggen: ‘Thank you sun, thank you universe, for making it all possible.’ Dankbaarheid om in deze wonderlijke tuin, die de aarde biedt, te kunnen leven als een 75 jaar durend sabbatical naar het niets. Mam lijkt nu zo ongrijpbaar. Ik weet nog precies wat het voor me betekende om haar te omhelzen als ik in Huis ter Heide of Bilthoven arriveerde of wegging. Hoe komt het toch dat ik dacht dat zij eeuwig zou leven? Denk ook aan de arme hond in de kennel. Emile Fallaux heeft persoonlijk G. Robert Blakey, de chief counsel van de House Committee on Assassinations opgebeld en gesproken. Deze zei het onbegrijpelijk te vinden dat iemand een commentaar namens de commissie had uitgegeven zoals het door abc-televisie uitgezonden ‘Oltmans is a fool’. Misschien heeft het congreslid uit Ohio, Louis Stokes, dit gezegd als voorzitter van de commissie. De man is al eerder doldriest bezig geweest. Twee zwarte heren die elkaar opgenaaid hebben | |
[pagina 46]
| |
en dan komt er zo'n uitspraak op televisie, waar je verder niets tegen kunt ondernemen. Mam zei dan altijd: ‘No brains.’ Ik heb een uitstekend gesprek met Neal Boutwell van Blueboy gehad. Lucide ventje, dat uitstekende opmerkingen maakt. Hij is tegelijkertijd zeer sexy. Hij had problemen met zijn uitgever, die wilde dat hij vanavond naar Miami terugkeerde. Peter zou een serie foto's voor Blueboy moeten maken. Neal (24 jaar) vertelde hoe hij dikwijls jongens van straat plukte, die na publicatie in Blueboy beroemd werden. ‘Ik zag eens ergens Roger lopen,’ herinnerde hij zich. ‘Hij was vies, had absurd lang haar, maar toen ik zijn kleren uittrok ontdekte ik een penis zo dik en lang als mijn arm, en een fantastisch mooi lichaam. Ik schatte de mogelijkheden van die Roger meteen juist in. We hebben tot vijfmaal toe zijn haar geknipt en verzorgd, zijn snor laten staan, hem naar een sportschool gezonden, gewichten laten heffen en in twee maanden veranderden we Roger in een beauty. We zetten hem in ons blad en vrijwel meteen begon de telefoon uit alle delen van het land te rinkelen, ook topfotografen en filmstudios belden ons. Ik ben met hem op reis gegaan. Er waren gay clubs, die duizend dollar betaalden als hij kwam.’ ‘Je vertelt het alsof het lopendebandwerk was.’ ‘Exact,’ antwoordde Neal, ‘het is als het verpakken en het tot een hoge graad van kwaliteit opvoeren van vlees. Het is immers niets anders dan business? Je moet het zien als een lichaam dat op een bepaalde tijd op een afgesproken plaats aanwezig moet zijn. Roger verkoopt zijn jeugd. Het heeft niets met social affairs te maken, het gaat puur om geld. We noemen dat marketing. Hij krijgt duizend dollar voor zijn aanwezigheid per avond. We publiceren een slick magazine door bijvoorbeeld alleen een goed gespierde arm te fotograferen met wat transpiratiedruppels. Of een blonde kerel met een mooi smoel, die in een lichtgroene appel bijt. That is sensuous sexuality. You show a chest and crack a tie, and throw some water over it, like sweat, which is the most sexy thing you ever saw in your life. If you only show a part of a body with an erection, that excites only few people. We aim at good taste. Discretion is our trade mark. We stay as far away from Hustler as possible.’ Neal kwam uit een klein plaatsje in Georgia en had een tweelingzusje. Zij trouwde toen zij zestien was. Hij liep weg van huis en werkte in restaurants. Toen hij zeventien was, ging hij bij de marine. Daar bestond dus geen gay scene. ‘It was the wrong environment. I had not as yet discovered my homosexuality. Sometimes boys held each other but no more. It was the | |
[pagina 47]
| |
boy-girl affair.’ Na de marine kwam hij in Florida terecht en verdiende geld met auto's parkeren. Vervolgens werkte hij op een schip met Donald, de huidige eigenaar en baas van Blueboy. Het verhaal van hoe ze in 1974 met vrijwel niets zijn begonnen, eerst met vier nummers per jaar, toen zes, daarop maandelijks met 4.500 exemplaren is een typisch Amerikaanse successtory. ‘Our aim has been throughout to treat homosexuality as it really is. Bijvoorbeeld, we wilden af van het stereotype dat homo's zouden moeten ruiken als een madeliefje, een hoog gillend stemmetje zouden hebben, en wat daar bij hoort want tenslotte is slechts 20 procent van de homo's in dit land vrouwelijk, de meest gays zijn macho. Ik zou zelfs willen zeggen dat je het merendeel van de homo's op straat niet als homo kan herkennen. We hebben ons er op gericht dat de verschillen tussen homo en hetero veel minder geprononceerd zijn dan doorgaans wordt aangenomen. Homo's zijn net zo sophisticated as everyone else. Het verschil zit voornamelijk in de seksuele voorkeur. Homo's zijn even intelligent en slim als hetero's en even dom en ongeïnspireerd als hetero's. De homoseksueel is heus niet verschillend van andere mensen, omdat hij een andere toer maakt.’ ‘Wat is nu de oplage?’ ‘We hebben door Blueboy op de markt te brengen als de Playboy voor gays een nieuwe start gemaakt met het toelichten en heropvoeden van hoe mensen in dit land over gays denken. We brengen centrefolds van gays zoals Playgirl dit doet, maar nu we honderdduizenden lezers hebben, zijn we het meest toonaangevende blad in deze sector geworden. De oplage is 185.000 exemplaren. We hebben thans een staf van 30 man. We hebben zelfs de nodige abonnees in Amsterdam.’ Het contract met Gallery over de nieuwe samenwerking is getekend. Ik krijg kaartjes als International Affairs Editor. Epstein publiceert deel ii van zijn jfk-onderzoek in New York magazine. Op pagina 58 komen namen en details ter sprake, die ik in 1968 al met De Mohrenschildt op film zette.Ga naar voetnoot40 Ook het detail van de beruchte foto met het geweer dat in Dallas zou zijn gebruikt door Oswald, die foto van Lee Harvey met het opschrift van Marina Oswald, had ik al in 1968 in bezit en daar komt de beroemde Yankee reporter Epstein in 1978 mee als nieuwtje...Ga naar voetnoot41 James Reston is voor de The New York Times bij Tito op bezoek geweest. ‘We are doing all we can,’ zei de maarschalk, ‘so that nothing will change (...) in the Socialist Federated Re- | |
[pagina 48]
| |
public of Yugoslavia.’ Hij legt uit hoe er een ‘collectief presidentschap’ voor het land is gevestigd ‘so that we may insure ourselves against trouble even when I no longer hold the post.’ Verder zegt Tito: ‘Our overall system is directed toward the strengthening of the unity of our country. All our republics and autonomous provinces have their own rights within the framework of the federation. Actually, this is nothing new. Already before the war we placed the national question into the foreground, stressing that it must be solved in such a way that each nation should have the right to decide its own fate and its own course of development.’ Ik vind dat hij interessante dingen zegt over Amerika en het Westen. Hij heeft in een aantal opzichten gelijk. Het schijnt dat Zbigniew Brzezinski en Cyrus Vance verschillende inzichten hebben over hoe het Kremlin tegemoet te treden. Bernard Gwertzman wijdt er in de The New York Times over uit. Carter sprak de National Press Club toe en leek zelf tussen beide heren in te staan met de neiging meer voor de hardere leidraad van de voormalige Pool te voelen. Vooral over de Cubaanse rol in Ethiopië en zuidelijk Afrika bestaat onenigheid. Er schijnen ook twee sovjetgeneraals te zijn gesignaleerd die het leger van luitenant-kolonel Mengistu Haile Mariam adviseren, evenals de Cubanen van Castro aldaar. Eric Protter gaf me een lijstje met vragen om Carlos Rafael Rodriguez in Havana te stellen. Dat maak ik liever zelf uit. | |
4 maart 1978St. Regis HotelIk heb Robert Lipschutz, de legal advisor van Jimmy Carter op het Witte Huis, geschreven dat Norman Bernstein, Suite 1712, 370 Lexington Avenue, telefoon (212) 532-3323 generaal Donald Donaldson vertegenwoordigt en dat misschien de tijd is aangebroken om die mijnheer, indien hij nog leeft, over een aantal zaken aan de tand te voelen. Ik refereerde aan het artikel van Nicholas Horrock in de The New York Times dat het Witte Huis alles in het werk stelde om de moordenaars van de Chileense ambassadeur Orlando Letelier te vinden. De man die mijn verhaal bij abc vervalste heette John Johnson. Hij wil carrière maken om belangrijkere opdrachten te krijgen. Dat gebeurt door over lijken te gaan, als altijd. Trouwens, Gallery zelf heeft de publiciteit gebouwd rond de slogan dat J. Edgar Hoover, Allen Dulles en Richard Nixon in een samenzwering zouden hebben gezeten om jfk te vermoorden. Daar heb ik bij Gallery de nodige bonje over gemaakt, omdat ik me tij- | |
[pagina 49]
| |
dens het persgesprek moest verdedigen tegen een aankleding van wat ik had te melden, welke uit de duim werd gezogen door Gallery. Eric Protter zei het vandaag nog eens heel duidelijk: ‘You know how it is, Willem, we want to sell a magazine.’ Met oneerlijkheid bereik je tot in lengte van dagen geen moer. Was in Club Bath op First Avenue en liep op een gang tegen een jonge krullebol aan. Hij bood me ook nog snuifspul aan, waar ik dus nooit op in ga. Tegen de tijd dat je dat nodig hebt om opgewonden te raken kan je beter thuis blijven. Uiteindelijk smeet ik hem in een nis neer en trok me boven op hem liggend af, terwijl hij bleef vragen: ‘Oh, your big cock, please screw me!’ Maar ik heb mijn lesje geleerd. Nooit meer. Soms, als ik naar sommige mooie jongens in de sauna kijk, denk ik aan de 56.000 jonge mannen die in Vietnam aan flarden werden geschoten. Ik heb een radiogesprek van twee volle uren gehad met Bob Trebor van kgo-radio in San Francisco. Het sloeg uiteindelijk allemaal nergens op. | |
5 maart 1978St. Regis hotelDroomde seks te hebben met mijn lieve vriend Loet Kilian. Al enige tijd geleden had ik in The New York Times gelezen dat een andere voormalige cia-agent, Frank Snepp, een boek van 590 pagina's had geschreven over de meer dan schandalige manier waarop Washington uiteindelijk de Zuid-Vietnamese ‘bondgenoten’ aan de haaien uit het Noorden heeft overgeleverd. Ik ga hierop in aangezien dit verslag, Decent Interval,Ga naar voetnoot42 op zichzelf een zeldzaamheid is. Er komt iets van waarheid naar buiten over die moordende oorlog, ook ten aanzien van de grote bonzen die vrijuit zijn gegaan zoals Nixon en Kissinger, die feitelijk voor een Neurembergs oorlogstribunaal hadden moeten verschijnen; tenminste wanneer je dergelijke types volgens het dictum gelijke monniken gelijke kappen wilt behandelen. John Leonard meldde al vorig jaar in de The New York TimesGa naar voetnoot43 dat Snepp aantoonde dat Kissinger misschien in de prijzen had moeten vallen, maar zeker niet de Nobelprijs voor de Vrede had moeten krijgen na wat hij allemaal in Azië op zijn geweten had. Leonard noemde het gedrag van de laatste Amerikaanse ambassadeur in Saigon vóór de val in 1975 ‘irrationeel’, en vond hem iemand ‘who suppressed intelligence that | |
[pagina 50]
| |
contradicted his ideological preconceptions and psychic needs, who ignored or disobeyed various directives from Washington and who appears to have tried to run American foreign affairs in South East Asia inside his own lonely head, with the help of the mischievous and often idiotic French.’ Kevin Buckley komt hierop in The New York Times Book Review op 8 januari 1978 terug en legde uit dat Snepps boek in het allergrootste geheim door Random House werd voorbereid om te voorkomen dat de cia via gerechtelijke stappen de publicatie zou hebben kunnen voorkomen. Ambtenaren van de cia moeten immers de eed van geheimhouding afleggen. Snepp is niets minder dan de chief strategic analyst for the cia in Vietnam geweest. Hij weet dan ook van wanten. Ook Buckley komt tot de conclusie dat Kissinger en de zijnen met ‘fatale illusies’ in hun koppen rondliepen en dat de gevoerde onderhandelingen met Hanoi ‘tot een keurige aftocht van de Amerikanen zouden hebben kunnen leiden’. ‘(...) Thousands of Vietnamese who had given their allegiance to America, and the cia in particular. They were callously abandoned to presumable punishment by the new authorities in Saigon.’ Bovendien lieten de Amerikanen in de paniek van overhaast vertrek vrijwel de volledige administratie achter over Vietnamezen, die met de Amerikanen hadden samengewerkt, dus in de optiek van Hanoi hadden ‘gecollaboreerd’. Op 3 maart 1978 viel mijn oog op een vierkoloms artikel van Snepp op de opiniepagina van The New York Times, waar hij opnieuw de pogingen van geheimhouding van de cia en de censuur van de overheid aan de kaak stelde. De eed van geheimhouding werd immers door Richard Helms onlangs voor de rechter gebruikt om te verklaren dat hij bij een getuigenis over wat de cia in Chili tegen Salvador Allende had uitgevreten, wel had moeten liegen vanwege zijn ambtseed, om niet naar buiten te brengen welke methoden de cia-maffia gebruikte. Snepp wordt nu door de regering Carter en de cia in rechten aangesproken, omdat hij zijn eed zou hebben geschonden. Hij verdedigt zich door aan te voeren dat hij in zijn boek geen cia-geheimen ter sprake heeft gebracht. Snepp vroeg de inspecteur-generaal van de cia bij terugkeer uit Saigon of het was toegestaan een rapport te schrijven en te publiceren met in achtneming van ‘geheimen’ om er lering uit te trekken dat iets dergelijks niet meer zou gebeuren. Men weigerde dit, maar tezelfdertijd bleven cia-directeur William Colby en anderen in 1975 een aantal lekken naar de pers voeren ten einde er op toe te zien dat de cia niet in een al te beroerd daglicht zou komen | |
[pagina 51]
| |
te staan. Met andere woorden, de big shots houden zich ook niet aan die eed om self serving verhalen over wat er werkelijk was gebeurd de wereld in te zenden. In 1977 voerde Snepp met de door Carter benoemde directeur admiraal Stansfield Turner een gesprek om na te gaan hoe de kaarten inmiddels waren komen te liggen. Turner wilde hem zelfs niet de verzekering geven dat hij niet door de fbi in de gaten werd gehouden. Hij vroeg Snepp nota bene om een tweede geheimhoudingsverklaring te tekenen, waar hij niet over piekerde. Het gevolg was dat hij besloot nooit meer iets met de cia te maken willen hebben. ‘My book was published last November without cia clearance,’ schreef Snepp twee dagen geleden in The New York Times. ‘Admiral Turner was furious and promptly leaked all sorts of stories to the press, many of them untrue, that were intended to impugn my integrity and competence.’ Admiraal Turner liet het voorkomen alsof Snepp het tweede geheimhoudingscontract wel had getekend, wat dus niet waar was. Vanmorgen heb ik Snepp eindelijk uitvoerig zelf gesproken. Ik zei dat het me hooglijk verwonderde dat Jimmy Carter, als in Jezus herboren Christen, de indruk wekte een streep te willen zetten onder de Nixon-Kissinger praktijken van leugen en bedrog. ‘Dat dacht je maar,’ antwoordde hij. ‘Admiraal Turner moet zich schamen dat hij zich hiertoe leent. Hij doet alsof hij een grote schoonmaak in de cia heeft gehouden. Tweederde van de mensen die hij naar huis heeft gezonden, zouden toch al met pensioen zijn gegaan. Het minste wat hij had kunnen doen is hen eervol laten vertrekken, maar nee, hij heeft ze hun congé gegeven. Hij gaf sommigen van hen, die zich benadeeld voelden, nog een extra trap na door ze als “huilende baby's” te omschrijven.’ ‘Dan is de regering Carter dus ook alweer op het verkeerde pad?’ concludeerde ik. ‘In sommige opzichten wel, in andere niet. Zoals je weet heeft president Carter de kwestie van mijn boek onlangs op een persconferentie aangeroerd en mij beschuldigd van onbehoorlijkheid. Dat is op zichzelf een onwettige zaak om vanuit het Witte Huis een oordeel dat nog door rechters moet worden uitgesproken, bij voorbaat te beïnvloeden.’ ‘Verwacht je anders van een pindaboer uit Georgia?’ ‘Nixon had hier ook een handje van. Het is dus waar dat Carter doorgaat met het laten uitvoeren van onwettige activiteiten door de cia en er zelf aan mee doet. Daarbij komt ook nog dat de cia eveneens doorgaat met zowel oneerlijk te zijn tegenover | |
[pagina 52]
| |
Carter als tegenover het Congres. Er is eigenlijk niets veranderd.’ ‘Minister van Justitie Griffin Bell heeft gezegd dat het tijd werd de zogenaamde contracten met cia-employees over geheimhouding redelijker te maken,’ zei ik.Ga naar voetnoot44 ‘Ja, hij heeft tegen The New York Times iets gezegd over toezicht via een derde partij en dat niet alles maar als ‘geheim’ mag worden bestempeld waardoor werkelijke mistoestanden nooit aan de kaak kunnen worden gesteld. Anderzijds heeft hij benadrukt het proces tegen mij van groot belang te achten, omdat er voor eens en voor al moet worden vastgesteld, dat wanneer een voormalige cia- agent tegen de afgelegde eed in toch confidenties naar buiten brengt, een strafvervolging zal worden ingezet. Mark Lynch, mijn advocaat, voert aan dat ik volgens mijn grondwettelijke rechten, the First Amendment, niet vervolgd kan worden.Ga naar voetnoot45 Ik schrijf aan Peter: ‘Allerlei lieve gedachten en gevoelens wellen in me op in jouw richting....’ Die radiokerel uit Californië begon gisteravond een visje uit te gooien naar de Trilaterale Commissie en de Bilderberg: ‘Was that secret group not formed by a man from Holland?’ maar ik liet me niet in ongunstige zin over de prins uit. Nu realiseer ik me dat dit een uitstekende inval was in verband met het Time-proces in Dallas. Er schijnt ook iemand opnieuw naar het radiostation aldaar te hebben gebeld, die zei zeker te zijn dat Donaldson met zeventien kogels om het leven is gekomen. | |
New York City - Dayton, Ohio, Trans World AirlinesLees Memoirs van Pablo Neruda.Ga naar voetnoot46 ‘Shyness is a kink in the soul, a special category, a dimension that opens out into solitude.’ Ik denk aan Loet Kilian. Als Neruda over München in 1938 spreekt noemt hij Hitler ‘the Nixon of that era’.Ga naar voetnoot47 Ik vind deze memoires taai, maar ik zet door. | |
[pagina 53]
| |
terlijk gevlucht. De salon was precies een hok kakelende kippen, afschuwelijk.Ga naar voetnoot48 | |
Cleveland, Ohio, Bond Court HotelIk vroeg een politieagent hoe hier te komen. Hij adviseerde me vooral een taxi te nemen om me niet bloot te stellen aan het gevaar aangerand te worden. Een joch in een doorzichtig hemdje stopte met zijn taxi en bracht me voor 1,45 dollar een paar straten verder. | |
7 maart 1978Larry Flint, de uitgever van Hustler Magazine en de man die in een paginagrote advertentie een miljoen uitloofde voor de informatie die de moord op jfk zou oplossen, is neergeschoten. Dit is toch een cowboyland gebleven. Wanneer het er werkelijk op aankomt, geldt god noch gebod. De keizer van de pornografie is levensgevaarlijk gewond. | |
TV-station wewsEr loopt hier een jongen rond met een paars Ranger no. 64 hemd, in jeans, met een lijf zoals je nergens ziet. Hoe komen Amerikanen aan zulke lichamen? Zou hem zijn kleren tot aan zijn uppie willen uit trekken. Dorothy Fuldheim, inmiddels 83 jaar oud, zou een interview met me maken. Zij is een beroemdheid in deze contreien. Ze schrijft walgelijke romannetjes als Three and a half Husbands.Ga naar voetnoot49 Zij ziet er uit als een bejaarde heks met een wit, bepoederd gezicht. Bovendien een gigantisch, fonkelend juweel aan een vinger, rood geverfd haar, een fluffy, doorzichtige, roodachtige jurk en knalrode schoenen. Amerika adoreert haar. Eyewitness News heet haar show. Eerst sprak ze met een Israeliër over de toestand in het Nabije-Oosten en vervolgens met professor Harold Lyon, ‘Abraham Maslow Professor’ in de psychologie van Antioch College. Hij had een boek geschreven over tenderness in males. Hij was een voormalige parachutist, afgestudeerd aan West-Point. Hij vertelde jfk uitstekend te hebben gekend. ‘He used to say, come over and tell me what is going on. I don't believe the generals anyway.’ Ik moet zeggen, Dorothy heeft een uitzonderlijk flair bij het | |
[pagina 54]
| |
interviewen. Ze vraagt alleen maar en laat niet merken wat ze zelf voelt of denkt. Uitstekend eigenlijk. Deze dame was de trip naar Cleveland waard. Na het gesprek met mij gaf ik haar een handkus. Ze zei zo maar: ‘Please be my friend.’ Een bijna emotionele ervaring. | |
Cleveland - Atlanta - Houston‘Homosexual rape in acanthocephalan worms has been firmly established.’ | |
8 maart 1978Houston, TexasIk heb de nacht in Club Bath doorgebracht. Ging naar de gangbang sectie en werd vrijwel meteen door drie kerels tegelijk bewerkt, waarna ik tenminste een uitstekende nachtrust had tot 06.00 uur, al staat de muziek nog altijd veel te hard. Larry Flint schijnt het te halen. | |
Radio station ktrhIk voerde een gesprek met Ben Baldwin, die me aankondigde als een gast die namen zou noemen in de jfk-moord. Ben had absoluut niets gelezen van het Gallery-publiciteitsmateriaal, maar hij liet me tenminste behoorlijk uitspreken. | |
Mexico CityEr hangt een afschuwelijke wolk van uitlaatgassen en luchtvervuiling boven deze miljoenenstad. Ik stap over op de vlucht naar Cuba. ‘Years that are so far away! Reconstructing them, it is as if the sound of the waves I hear now touched something inside me again and again, sometimes lulling me to sleep, then with the abrupt slash of a sword. I shall tape up those images without attention to chronological order, just like the waves come and go,’ aldus Pablo Neruda. Een dagboek dat op een dergelijk krakkemikkig instrument als het geheugen is gestoeld is van nul en generlei waarde. Dit zijn dagboekschrijvers, die te lui waren werkelijk een dagboek bij te houden. Zo herinnert Neruda zich Rango, een orang-oetan nabij Medan, Sumatra, waar hij ook eens is geweest. Er is zelfs een mager hoofdstukje Batavia. Ik schrijf in de kantlijn: ‘Is dit alles?’ |
|