Memoires 1975-1976
(2006)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Leningrad15 oktober 1975Hotel de l'EuropeGenia Makarova, mijn tolk, en ik werden vanmorgen op het station afgehaald door Valéry Balynov van het plaatselijke apn-kantoor.Ga naar voetnoot1 Hij droeg deze keer een corduroypet en zag er als altijd bleek en verpieterd uit. De muziek die over de perrons schalde was weer zo luid dat we elkaar moesten toeschreeuwen. We waren in de Rode Pijl Express door een corpulente conductrice ruw gewekt. Ze kwakte een pot thee neer in mijn slaapcabine - ik zorg altijd dat ik een slaapplaats alleen heb - en zette de radio keihard aan om zeker te zijn dat ik op zou staan om het geluid de nek om te draaien. Onze eerste ontmoeting was met de architect ir. Yuri Vasiliev, die nadere bijzonderheden verschafte over de universiteitsstad die op 45 kilometer afstand van hier wordt gebouwd. Hij werd bijgestaan door professor Igor Famin en een andere architect Vladimir Maslov, die alle maar gewenste details invulden. Ik vroeg professor Famin of er ook met de psychologie van toekomstige studentengeneraties rekening werd gehouden bij het ontwerpen van een universiteitsstad. ‘Alle architecten zijn ook een beetje psycholoog,’ antwoordde hij. ‘Ik ben kunstenaar,’ viel architect Maslov in de rede. ‘Veel mensen hebben geen belangstelling voor psychologie.’ ‘Dat is juist zo jammer,’ zei ik, ‘want de psyche is misschien wel het kernpunt waar alles om draait. Kunt u de betekenis van een traan in een oog uitleggen?’ ‘Dat is een filosofische vraag en waarom zouden wij die stellen wanneer we een traan niet kunnen verklaren,’ kwam als antwoord. ‘Wij moeten onze jeugd juist vaststaande begrippen meegeven. Er zal geen tragedie meer in de stijl van Hirosjima komen.’ ‘Ik zou niet willen dat anderen in mijn geestesleven rommelen,’ zei een van de heren. ‘Zelfkennis is bij ons een andere zaak dan bij u in het westen,’ aldus de ander. | |
[pagina 2]
| |
We hebben daarop de heren maar verlaten. We hadden madame Elena Tatarskaya gevraagd ons in het hotel te bezoeken omdat ik haar, als beloofd, een exemplaar van de Putnam-editie van mijn Grenzen aan de groei wilde aanbieden. Zij was eerst naar de kamer van Genia gebracht om de gebruikelijke ‘instructies’ te ontvangen, zodat alles wat daarna zou gebeuren eigenlijk geen waarde meer had. Om 15.00 uur ontmoetten we Dimitri Paryguine, een lokale sociaal-psycholoog, zo werd mij gezegd. Ik vroeg hem waarom men deze twee taken van wetenschap eigenlijk in een adem noemde. ‘Dat is een heel moeilijke vraag,’ antwoordde hij. ‘Ik geloof ook niet dat men dit overal door elkaar haalt, hier in Leningrad in ieder geval niet.’ ‘Waar houdt de sociologie op en begint de psychologie of is het andersom?’ ‘Tussen die twee wetenschappen in ligt juist de sociale psychologie. De grenzen zijn niet duidelijk, hoewel een afbakening van terreinen de laatste jaren duidelijker is geworden. Er zijn twee tendensen: sociologie en psychologie als twee zuivere wetenschappen beschouwen of beide in elkaar te laten overlopen (...). Het is meer en meer noodzakelijk geworden de mens in zijn groep te bestuderen, waarbij de psychologie uitgangspunt is en de sociologie de richting aangeeft. De psychologie richt zich op de mens als individu in de samenleving, terwijl de sociologie het belang van het individu en zijn collectieve bezigheden onder de loep neemt. Die twee lijnen komen ergens in een punt samen en dat is sociale psychologie.’ ‘En zogenaamde “individual psychology”?’ ‘Hierbij houdt men zich bezig met ieder mens afzonderlijk.’ ‘Denkt u dat voor de doorsnee journalist politiek interessanter is dan psychologie?’ vroeg ik. ‘Ik denk dat hier geen tegenstelling bestaat, want in de politiek spelen ook psychologische factoren mee. Psychologische factoren kunnen bijvoorbeeld zijn: in welke mate psychologische omstandigheden van sociale groepen meespelen in de politiek of kennis van de sociaal-psychologische stemming van groepen of psychologische factoren als leiderschap of het gedrag van de massa.Ga naar voetnoot2 Het is geen toeval dat in de werken ven Lenin een diepe analyse wordt gegeven van de psychologie van klassen of van de massa en dat die wordt afgezet tegen politieke houdingen en standpunten. Er bestaat immers zoiets als een revolutionaire | |
[pagina 3]
| |
houding van de massa. Daarom is het geen juist uitgangspunt om te stellen dat politiek en psychologie tegenover elkaar zouden staan,’ aldus Paryguine. ‘Wat mij als journalist zorgen baart,’ zei ik, ‘is dat het er de schijn van heeft dat men, althans in de politiek, veel te weinig rekening houdt met psychologie. Voor journalisten geldt dit helemaal.’ ‘De journalist zal altijd op de eerste plaats politicus zijn. Maar tezelfdertijd zal een goede politicus niet zonder de psychologie kunnen opereren. Men zal al het maatschappelijk gebeuren in de wereld vanuit psychologisch oogpunt moeten bezien,’ reageerde Paryguine. ‘Ook de Apollo-Soyuz vlucht?’ ‘Natuurlijk heeft een dergelijk evenement een politieke, ideologische en psychologische betekenis.’ ‘Hoe zou u de psychologische kennis van wat zich in de wereld afspeelt samenvatten?’ vroeg ik. ‘Bijvoorbeeld met wat zich onlangs in Helsinki afspeelde. Het gaat om de graad van politieke inmenging in het sociale leven,’ zei Paryguine. ‘Hoe dit nader te bestuderen?’ ‘Daar kan ik u helaas weinig over zeggen. Men is niet veel verder gekomen dan zogenaamde Gallup- onderzoekingen te verrichten.’ ‘Professor A.N. Leontiev heeft me gezegd dat het grootste vraagstuk is hoe het individuele geweten met het sociale geweten in overeenstemming te brengen is.’ ‘Ik denk dat de sociale psychologie hierbij een toenemende rol zal gaan spelen in het hele systeem van maatschappelijke instituten en organisaties. Zij zal het psychologische klimaat gaan activeren. De studie van het individu zal altijd in het verband met zijn sociale verbindingen moeten worden bezien,’ zei Paryguine. ‘Toch denk ik dat er een wanverhouding bestaat, ook bij journalisten, tussen algemene kennis, misschien zelfs kennis van wetenschappelijke onderwerpen en waarachtige kennis van de mens zelf.’ Professor Paryguine zei onlangs onder de indruk te zijn geweest van de boeken van Alvin Toffler en Erich Fromm. Het werk van Erving Goffman of B.F. Skinner kende hij niet. Van Jean Piaget was hij uitstekend op de hoogte. ‘Maar kent u onze kinderpsycholoog, Igor Vigotsky? Of onze psycholoog Boris Ananiev, onze sociaal-psycholoog en historicus Boris Porschnev en onze vader van de behavioristen, Vladimir Bechterev?’ Ik begreep dat hij als patriot wilde zeggen dat de ussr haar eigen ge- | |
[pagina 4]
| |
leerden op deze terreinen kent. Maar toch, wanneer je de sovjetsamenleving zo een aantal weken in verschillende regio's gadeslaat, kun je je niet aan de indruk onttrekken dat men zich weinig bewust is van wat zich in de rest van de wereld afspeelt. ‘Marxisten,’ zei ik, ‘lijken primair op materiële vooruitgang gespitst; waar blijf je dan met de nieuwe marxistische mens?’ ‘In laatste instantie is dit waar. Maar dit betekent niet,’ aldus professor Paryguine, ‘dat de psychische kant van de mens generlei waarde zou hebben. De psyche heeft ook een bepaalde zelfstandige functie waar factoren van de samenleving en het milieu invloed op hebben.’ ‘En niet te vergeten de supercomputer in ons hoofd, het functioneren van de hersens.’ ‘Wat u nu zegt,’ antwoordde hij, ‘is niet origineel. U weet dat academicus Ivan Pavlov al lang geleden zei: “De wetenschap tracht honderden jaren mens en kunst te begrijpen, maar tot dusverre is de ziel van de ander duister gebleven”. Sigmund Freud zei eveneens dat de mens tenslotte geen baas was in eigen huis.’ ‘Om die reden blijft ook werkelijke detente tussen Oost en West een vrome wensdroom,’ reageerde ik. ‘Freud heeft het als grapje bedoeld. Freudianisme wordt hier serieus bekritiseerd. Trouwens eveneens in het buitenland, ook door het marxisme. Maar ik denk zelf veel na over de vraag of wij de problemen van sociaal-psychologische aard in de moderne samenleving of die van de technisch-wetenschappelijke revolutie kunnen benaderen langs sociaal-psychologische weg,’ aldus Paryguine. Onze volgende ontmoeting was met zes schrijvers van het literaire blad Aurora. De afspraak was op hun verzoek totstandgekomen, nadat zij het artikel over mij in Smena hadden gelezen. Ik ontmoette Valentin Golubev, Nathalia Grantseva, Alexander Shevelev (redacteur afdeling poëzie), Grigory Kaluzny (die in het uniform van Aeroflot-personeel verscheen), Vladimir Golovhashkin en Anatoly Belov. Het blad was twee jaar geleden opgericht en omvatte 80 pagina's. Vrijwel unaniem werd ontkend dat de wetenschap als een godin het leven van de ussr overheerste. Grigory: ‘Het blijft wel moeilijk boeken met een humanitaire richting te kopen. De meeste klassieken zijn bij hun verschijnen altijd vrijwel meteen uitverkocht. De oplagen zijn voldoende groot. Maar laatst wilde ik bijvoorbeeld een nieuwe uitgave van Mikhail Lermontov aanschaffen, maar het lukte niet. Zeker tweehonderd mensen hadden er de hele nacht voor in de rij gestaan.’ | |
[pagina 5]
| |
‘Er was in het verleden grote behoefte aan ingenieurs, eigenlijk nog altijd. Tijdens de eerste vijfjarenplannen was er weinig tijd voor literatuur en cultuur. Maar sedert 1945 hebben we vrede gekend en heeft het publiek veel liefde opgevat voor deze takken van kunst. Vrijwel alle Russische gezinnen hebben een eigen bibliotheekje aangelegd. Neem onze dichter Sergei Yesenin (1895-1925). Er zijn miljoenen exemplaren van zijn werk gedrukt,’ aldus Alexander. Grigory, die piloot bleek te zijn, schreef aanvankelijk gedichten voor zichzelf. ‘Ik voelde me geïsoleerd en diep in mezelf weg verborgen; in mijn gedichten drukte ik me uit. Ik liet die wel eens lezen en verbaasde me over het begrip, dat zij teweegbrachten. Door die gedichten, en door opmerkingen en kritiek van mijn vrienden op mijn werk, heb ik ook een hele andere kijk op mijn vrienden gekregen. Nu laat ik eerst al mijn werk aan vrienden lezen.’ ‘Waarom?’ ‘Omdat zij mij hun mening niet onthouden. Ik wil niet alleen wat belangrijk voor mijzelf is beschrijven. Wat ik op papier zet moet voor iedereen van belang zijn.’ ‘Waarom?’ ‘Ik heb bijvoorbeeld een gedicht geschreven over mijn onmiddellijke superieur bij Aeroflot, die een jaar geleden is gestorven. Ik vertelde hoeveel ik van hem had geleerd en dus gekregen. Ik liet het aan vrienden lezen en iedereen was blij omdat ik die andere mens had weergegeven zoals hij was geweest. De betrekkingen tussen vliegtuigbemanningen onderling zijn gecompliceerd. Zij zijn als één gezin. Het was nuttig dit exact te beschrijven.’ ‘Waarom?’ ‘Omdat ik me voortdurend afvroeg of ik er wel in was geslaagd alle aspecten weer te geven.’ ‘Ja, maar wanneer u naar de mening van anderen vraagt, is uw eigen werk eigenlijk niet éérlijk uw eigen werk.’ ‘Daar ben ik het niet mee eens. Ik schrijf uiteindelijk niet wat de critici zeggen.’ ‘Waarom praat u er dan met anderen over.’ ‘Ik wil zo duidelijk mogelijk zijn,’ aldus Grigory. Ik vond dat ik hem nu wel voldoende aan de tand had gevoeld. Hij zag er bovendien in zijn uniform aantrekkelijk en sympathiek uit. Ik excuseerde me dat ik wat had doorgevraagd, maar ik wilde juist zoveel mogelijk over deze kerel in zijn eerste dertig jaar te weten komen. Grigory: ‘Het is niet mogelijk alleen en op eigen houtje goed | |
[pagina 6]
| |
te schrijven. Het is zaak om steeds interessant te zijn.’ Hij mocht en moest het laatste woord hebben. Geen probleem. Toen ik later met Genia in het hotel terugkwam trof ik Alexander DrozzinvGa naar voetnoot3 aan in het restaurant op de vijfde verdieping met een fles champagne voor zijn neus. Op 7 oktober had hij in hotel Leningrad urenlang gewacht. ‘I spent 21 roebels. I wanted so much to see you.’ Ik gaf hem een knipoog om te signaleren dat ik eerst Genia kwijt wilde en terug zou komen. Ik had hem mee naar mijn kamer willen nemen. Hij zei dat dit in dit hotel zeker niet zou slagen. ‘Here there are at least 16 secret police guys running up and down staircases like rabbits. They are capable of arresting me in your room. May be they come the next day to arrest me. Or I will simply receive at home a letter to report at 10:00 a.m. at kgb headquarters.’ Hij vertelde dat een vriend, Michael met zijn vrouw, op weg van Moskou naar het zuiden door een auto die 140 kilometer reed werd gepasseerd. Die auto verongelukte en toen zij deze wilden ontwijken kwamen Michael en zijn vrouw in een greppel terecht. De vrouw was okay, maar Michael brak vele botten en zijn rug werd beschadigd. Omdat de politie 35 dollar in het wrak vond is hij na uit het ziekenhuis te zijn ontslagen volgens wetsartikel 88 tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. Dit is inderdaad crazy. Alexander zei: ‘I am really opening my heart for you. Nobody will ever do that when you make interviews with that lady of yours. No Russian will tell you what he really thinks, because everybody is afraid. Don't forget, working for the secret police in this country is a sign of prestige.’ We belichtten van alle mogelijke kanten zijn eventuele komst naar Nederland. Het was totaal onmogelijk. Zijn vader is van Duitse afkomst uit Königsberg. Hij is zelf Est. Hij heeft kind noch kraai in de wereld. Hij benadrukte dat vrijheid van reizen, zoals in Helsinki overeengekomen, in de sovjetpers was weggevallen. Dit zou wel eens waar kunnen zijn. Kon hij geen matroos worden en dan van een schip in Rotterdam drossen? ‘Ik kan nooit matroos worden,’ zei Alex, ‘allereerst omdat ik slechte ogen heb en ten tweede omdat ik geen lid van de komsomol ben. Als toerist kom ik hier nooit weg, want men wordt heel precies gescreend. Soms duurt het een heel jaar voor je toestemming krijgt als toerist te vertrekken. Bovendien wanneer matrozen bijvoorbeeld in Amsterdam de wal op gaan is het altijd met drie tegelijk. Wanneer er een ontsnapt gaan de andere twee de nor in.’ Hij wilde niet dat ik, terwijl we zaten te praten, aantekeningen | |
[pagina 7]
| |
maakte. Hij was er van overtuigd dat er minstens twee kgb-mensen in het restaurant waar we zaten dienst deden. Ik wilde hem een artikel uit Time geven over gay life in de vs. ‘I can't take it. It is illegal to have Time in this country.’ Hij drukte me opnieuw dringend op het hart uit te kijken voor Genia. ‘Don't forget one moment she is a kgb-madam.’ Hij vroeg om nooit vanuit een hotel in de Sovjet-Unie hem een brief te zenden, want dan wordt de envelop juist opengemaakt. We namen samen een lift van de vijfde verdieping naar beneden en gebruikten die gelegenheid om elkaar hartstochtelijk te omhelzen en te zoenen. Hij moest terug naar het reparatiebedrijf bij het pompstation om er voor te zorgen dat er geen onderdelen van in reparatie zijnde auto's werden gegapt. | |
16 oktober 1975Aan het ontbijt vertelde ik Genia gisteravond vier jongens te hebben ontmoet - om Alexander te beschermen - en wat ze me zoal hadden verteld. Ook dat ze dachten dat zij een kgb-dame was. ‘Het zijn allemaal leugens. U kunt Amerikaanse tijdschriften kopen waar u maar wilt.’ (Help het je geloven.) ‘Die jongens zijn erop uit hun land schade te berokkenen.’ In haar enthousiasme voor het vaderland sloeg ze door. Ik geloof die arme Alexander helaas helemaal. Hij zit in de val: namelijk de ussr. Om 09.00 uur waren we bij de botanische tuin van Leningrad. Het was koud weer, maar met een stralende zon. Zelden heb ik zoveel verschillende bomen gezien. Vervolgens bezochten wij de redactie van het blad Smena, want ik wilde exact vertellen hoe ik in de meest prominente krant van Nederland, nrc Handelsblad, door meneer Broekhuis, alias professor Karel van het Reve, was aangevallen om wat ik had gezegd en dat me dit eveneens in flagrante strijd met de slotakkoorden van Helsinki leek. Genia werd in een belendend vertrek geplaatst om het verhaal De Schaapherder van Broekhuis in het Russisch te vertalen. Lunchte op het vliegveld. Valéry van apn zei dat hij me de volgende reis iets zou vertellen over ‘Madame’ - Genia dus. Maar zelfs hij, met wie ik in een bed heb gelegen, vertelt me in de verste verte niet wat hij denkt. Hij zei dat indien een van de drie matrozen in het buitenland zoek zou raken, de andere twee wel moeilijkheden zouden krijgen maar geen gevangenisstraf. Er hangt hier nog altijd een bezettingstijdatmosfeer. Lifton en OlsonGa naar voetnoot4 schrijven dat een puber een dagboek bijhoudt | |
[pagina 8]
| |
om zijn eigen geschiedenis vast te leggen, gedeeltelijk uit de behoefte zich er van te vergewissen dat hij een geschiedenis heeft. Ik laat me door dit soort bespiegelingen niet van mijn strategie afbrengen. Ik schreef een dagboek, omdat ik voelde dit te moeten doen. Ik heb het zo nauwkeurig mogelijk gedaan en ben standvastig gebleven. Het is volkomen natuurlijk zo gegroeid en tot een tweede natuur geworden. Volgens de redenering van Lifton en Olson zouden alle belangrijke dagboeken uit de geschiedenis uit puberaal wikken en wegen, piekeren en peinzen zijn voortgekomen. Een kind zou volgens hen met dagboeknotities zich het aanzien van een levensfilosofie willen geven. Ik denk dat kinderdagboeken uit wanhoop en eenzaamheid worden geboren. Het dagboek van de volwassene komt misschien oorspronkelijk uit puberale tendensen voort, maar vervolgt later een eigen levensloop parallel aan de pelgrimstocht van de mind die ‘leven’ heet. Een dagboek, althans het mijne, vertelt dat verhaal. | |
Kiev, Bosporil AirportHet kaartjessysteem van Aeroflot dateert uit het prehistorische tijdperk omdat je alleen in Moskou tickets voor routes door het hele land kan aanschaften. Valéry kocht voor ons een plaats naar Kiev. Nu staat Genia in de rij voor een volgend traject naar Alma Ata. Hadden ze maar computers in dit land. Ik zei tegen de taxichauffeur: ‘Je bent een goede communist omdat je die man voor laat gaan.’ ‘Ik ben geen communist, ik houd van mensen,’ antwoordde hij, terwijl ik juist dacht eindelijk een nieuwe marxistische mens in actie te hebben gezien. Hij zei nog meer. Ik kon aan zijn gezicht zien dat hij kritisch was, maar Genia vertaalde het niet. Ik vroeg haar tweemaal dit wel te doen maar ze zweeg. Gezellig. | |
Hotel Lybid, kamer 603Giscard d'Estaing was op bezoek en het duurde lang voor we eindelijk binnen waren door de vele wegen die afgezet waren. Om 19.00 uur ontmoetten wij professor dr. D.F. Chebotarev, directeur van het Institute of Gerontology of the ussr Academy of Medical Sciences. Hij was een vriendelijke oude baas, die naar het hotel kwam. Later zei hij naar huis te zullen lopen, waar ik me zorgen over maakte. Ik begon met te vragen waarom van de 500 pagina's materiaal over het instituut, die ik tijdens vorige reis van professor Abraham Mints had ontvangen, slechts vier pagina's over psycholo- | |
[pagina 9]
| |
gie gingen. ‘In Amerika besteedt men meer aandacht aan psychologie, ik ben hier met gerontologie bezig dat is ons vak. Wij verdelen de bevolking net als in het westen in jeugdigen en ouderen. Nu worden veel woningen gebouwd voor de jeugd, die over eigen woonruimte gaat beschikken. Dit heeft een nadelige kant want het haalt gezinnen uit elkaar. Het zou beter zijn de jeugd aparte woningen te geven, maar wel in hetzelfde flatgebouw waar de ouders wonen. Van de groep van 60 jaar en ouder woont in ons land driekwart alleen.’ ‘Maar die situatie zal toch ernstige psychologische gevolgen met zich meebrengen? Uit de kaart van de structuur van uw instituut blijkt u ook nauwelijks aandacht aan de psyche te besteden.’ Professor Chebotarev: ‘Het probleem van ouden van dagen wordt het beste opgelost door hen zo lang mogelijk een functie in de gemeenschap te geven. Mannen gaan op 60-jarige leeftijd met pensioen, vrouwen als zij 55 jaar zijn. Maar wij vinden dikwijls nog parttime werk voor hen en dan ontvangen zij naast hun pensioen nog een loon.’ Omdat hij om mijn vraag heen bleef draaien vroeg ik: ‘Zijn er psychologen aan uw instituut verbonden?’ ‘Er werken op ons instituut 120 wetenschappers uit allerlei disciplines. Daarnaast zijn 160 academici aan onze organisatie verbonden. We hebben drie hoofdrichtingen: experimentele gerontologie; geriatrie en pediatrie; sociale gerontologie en | |
[pagina 10]
| |
gero-hygiëne. We hebben 21 laboratoria en 240 bedden. In de derde afdeling, sociale gerontologie, werken vier afgestudeerde psychologen. Zij assisteren bij de voorbereiding van mensen op het tijdperk na hun pensionering. Wat zal de oudere mens met zijn vrije tijd doen? In hoeverre zal men, misschien gedeeltelijk, zijn beroep kunnen blijven uitoefenen? Zowel de Staat als de betrokken instellingen en bedrijven hebben er eveneens baat bij wanneer de oudere mens althans nog enig werk doet en zich nodig voelt in de samenleving.’ ‘Maar geluk, en het omgaan met de psyche zijn bij het ouder worden toch van het grootste belang?’ ‘Inderdaad, maar het heeft ook te maken met de gezondheid in het algemeen, de conditie, het hart, de longen en andere organen. Oudere mensen leven sterk op herinneringen. De psyche wordt hier door bepaald. Gebeurtenissen van vroeger worden geïdealiseerd. De oudere persoon wil niet meer in het heden of de toekomst denken. Achter hem ligt zijn leven, misschien ziekte, eenzaamheid en dood. Daarmee moet hij trachten het heden nog een uitzicht te geven.’ ‘In uw werk staat centraal zorg voor het geluk en bestrijding van de eenzaamheid bij ouderen?’ ‘Nee, centraal staat bij ons de taak mensen langer te laten leven, dus meer tijd toevoegen opdat ze langer kunnen leven. Daarvoor moet de mens zo lang mogelijk gezond blijven en zolang mogelijk blijven werken. Want daarmee bepaalt men zijn geluk.’ ‘Ziet u geluk en knagende eenzaamheidsgevoelens als een probleem?’ ‘Dat hangt van de omstandigheden af. In welk milieu verkeert deze mens? Het kan ook gevaarlijk zijn te veel aandacht te besteden. Of te weinig. Er kan onvoldoende medische hulp zijn, bijvoorbeeld omdat men geen geld heeft voor medische verzorging. Dat leidt tot diep ongeluk. De mens functioneert niet meer, hoort of ziet slecht, loopt slecht, dan loopt het af. Wij analyseren hier het hele leven van de mens, waarbij de erfelijkheid een belangrijke rol speelt. Waarom wordt men in de Kaukasus dikwijls 100 jaar en ouder? De mensen daar zijn nooit echt rijk, eten geen overdadig rijk voedsel, werken hard, en zijn altijd buiten bezig, ook lang na hun 60ste jaar. In de grote steden staat na 60 jaar het buitenleven dikwijls stil. Die mensen in de Kaukasus winden zich nooit op, hebben een vriendelijke natuur en leven als grote families met elkaar. De oudste is de patriarch. De anderen gehoorzamen hem en luisteren naar zijn raad. Voor oude mensen is een van de naarste realiteiten dat | |
[pagina 11]
| |
niemand meer luistert. Wij kijken in de ussr naar ouderen als de scheppers van wat we nu hebben en wat wij hogelijk waarderen.’ Ik stopte het gesprek nadat Genia, de tolk, voor de zoveelste maal professor Chebotarev had tegengesproken, die het na enige discussie blijkbaar prompt met haar eens was. Wie denkt zij wel dat zij is? Bij aankomst belde ik de moeder van Nikolai Kosterenko, de geldwisselaar en vrouwenjager die ik eerder in Kiev had ontmoet en later in Leningrad tegen het lijf liep. De boodschap bleek prima te zijn overgekomen. Ik bracht de rest van de avond tot middernacht met hem door. Hij is nu 21 jaar. Hij werd 18 mei 1954 geboren. Toen zat ik bij de United Press in Amsterdam. Hij kwam regelrecht naar mijn kamer in een corduroy broek en een Duke University jacket. Later liepen we samen de boulevard op en kwamen in een restaurantje terecht, dichtbij de opera waar Giscard blijkbaar een voorstelling bijwoonde. Ik moest weer zeuren, maar we kregen een rustig tafeltje en hebben intens zitten praten. Dit was kennelijk mijn week van de boys van 21 jaar met mooie ogen, Tage Do- | |
[pagina 12]
| |
mela Nieuwenhuis, Alexander en nu Nikolai. Hij heeft een oudere broer die al tien jaar in gevangenis zit, en ook nog een zuster. Als hij over ‘mammie’ spreekt doet hij dat op een speciale manier, die me raakt. Evenals in de gesprekken met Alexander in Leningrad begreep ik opnieuw dat dit land een uitgestrekte politiestaat is. Nikolai is er absoluut van overtuigd dat Valéry van apn in Leningrad zelf een kgb-man moet zijn. Ik zei dat ik met Valéry, zijn lover, en een vriend samen had geslapen met vrij losse handen. Dit verbaasde hem. Op homoseksuele handelingen staat een gevangenisstraf van twee jaar. ‘Buy our law books, Willem, dan zal je zien hoe de stand van zaken in dit land is.’ Hij vertelde dat een bekende Oekraïense schrijver, die anticommunist was, zich door zijn vriendin had laten zuigen. Zij voelde zich hierdoor dermate vernederd dat zij van een balkon sprong en gewond raakte. De schrijver kreeg zes jaar gevangenisstraf. Normaal staat op seksuele perversiteiten een gevangenisstraf van twee tot drie jaar. Nikolai is twee jaar in het leger geweest. ‘It was terrible. One is not allowed to have a radio in the Army, because people would listen to the Voice of America.’Ga naar voetnoot5 Word je gesnapt dan ga je de bak in. ‘There was a captain, who was a kgb guy. Everybody could report you in the Army. Therefore I spoke to no one, absolutely no one, as to what I thought or felt. It would be too dangerous. Don't forget, there are people who work for the kgb for free, without even being paid.’Ga naar voetnoot6 ‘Als er vijf jaar geen kgb meer in dit land zou zijn, zou er een anticommunistische revolutie komen.’ Ik vroeg hem: ‘Waarom vijf jaar?’ ‘Omdat mensen eerst weer zichzelf zouden moeten kunnen worden om werkelijk tot revolutionaire daden te kunnen overgaan.’ Nikolai vertelde dat het vijftien roebel kostte om naar Moskou te vliegen. Kan je nagaan hoe verziekt het vliegticketsysteem in het westen is. Hij vroeg me eigenlijk maar één dienst: een winterjas voor hem mee te brengen. Dan kwam hij deze per vliegtuig later halen wanneer ik weer in Moskou was.Ga naar voetnoot7 Bij het verlaten van het restaurant zag hij drie jongens aankomen: ‘I don't want them to see me.’ Daarom liepen we zoveel mogelijk in de schaduw van de straatlantaarns. Hij wilde me | |
[pagina 13]
| |
een souvenir geven, een valse één roebelmunt. ‘You can see there are no letters on the side. Please, try to understand this country. They can even make false money.’ Hij vertelde van een bezoek op 5 oktober met twee vrienden aan Moskou. Ze waren in een hotel en hadden erg veel gedronken. Toen ze naar buiten kwamen stond er een auto. Ze sloegen een ruit in en wilden wegrijden, maar blijkbaar stond het stuurwiel op slot. Ze werden gesnapt door de politie, die hen mee terug nam naar het hotel en een ondervraging begon. ‘But because I know all the doors and corridors in that hotel, I managed to run and escape. But my two friends went to prison. They were questioned and beaten until they gave them my name. One night, three men came at 21:00 hours to my house. My mammy said, why, what for? In the car they asked me why I didn't want to talk to them. They gave me a very hard blow to my head that I saw stars. In the station they told me, that if I told the truth I would not go very long to prison. I think one of the interrogators was like me.’ Ik vroeg Nikolai: ‘Do you mean, you looked at him with your eyes?’ ‘No, I looked straight at the floor.’ ‘As if you felt guilty?’ ‘Yes.’ Hij vervolgde: ‘Eyes can sometimes match like colors. They said, if I could get a letter from my factory that I was a good worker, and since this was the first time that I was in contact with the police, I would not go to prison. But my director did not want to give such a letter saying he did not know me. So, we had now a meeting, the director and I, and I will bring the letter Monday to the police.’ Ik maakte duidelijk dat hij kennelijk door het oog van de naald was gekropen en bezwoer hem voorzichtiger te zijn. Hij droeg trouwens als gevolg van de ‘ondervraging’ nog een verband. Zonde van zo'n lekkere blonde kerel. Nikolai werkt in een laboratorium voor elektronische analyse. Zijn salaris bedraagt 100 roebel per maand, wat voldoende is zolang hij bij zijn ouders woont. Maar een paar schoenen kost 45 roebel en een kostuum 125 roebel. ‘But I want anyway American clothes.’ ‘Word je er niet op aangekeken wanneer je in Yankee-kleren loopt?’ ‘They do not know what it means and most people think I am a visiting American anyway,’ aldus Nikolai. ‘If a foreigner is caught having sex with a Russian boy, it will be in the newspaper that he was thrown out for homosexuality. The prison | |
[pagina 14]
| |
term, as I told you, is two years.’ Hij schepte er overigens over op met buitenlandse vrouwen seks te hebben gehad tot en met de leeftijd van 39 jaar. Ze zijn meestal 20 jaar en ouder ‘but I never had a girl of 16.’ ‘You must read Solzhenitsyn to find out what is really happening in this country. You have got to read his first important novel One Day in the life of Ivan Denisovich. That story is very true.’ Hij vertelde veel over het leven in het leger. Ik vroeg hem of hij nu vrienden in Kiev had die hij werkelijk vertrouwde. ‘One, I can really trust. Perhaps one or two others, and they are, of course, anti-communist.’ Hij zei dat de kgb-agenten over foto's van mij beschikten en dat het eenvoudig was mij overal te volgen. | |
17 oktober 1975KievTelefoneerde met Tage Domela Nieuwenhuis. Je knapt af op zulke langeafstandsgesprekken, wat Peter en ik ook steeds concluderen. Zit om 09.00 uur in de hal van hotel Lybid. Ik let er eens op. Het valt inderdaad op dat er heren rondcirkelen, die soms in deuren verdwijnen of bij het Intourist Service Bureau smoezen, wat alles behalve kosjer lijkt. Zelfs de dame van mijn verdieping is naar beneden gekomen om zich bij hen te voegen. Ze zoeken het maar uit. Genia is weer eens te laat. Ze zijn niet in staat interviews behoorlijk te organiseren. Twee militiamannen komen het hotel binnen en schudden handen met de rondlopende heren in grijze pakken. Deze hal wemelt van security. Toen Genia tenslotte verscheen verzocht ik haar vriendelijk met me mee te gaan. Ik sprak een van beide heren aan en vroeg waarom hij om me heen had gedraaid. Hij zei de administrateur van het hotel te zijn en dat men zich zorgen had gemaakt dat ik het hotel zou verlaten zonder mijn rekening te voldoen, dat wil zeggen, de twee roebel die het gesprek met Tage in Moskou hadden gekost. Ik geloofde er geen woord van. Een geplande ontmoeting deze ochtend met studenten werd afgezegd voor een discussie met professor Boris Pochwalinsky. Hij begon met me het lezen van het manifest van de cpsu aan te bevelen. Hij had wel gelijk dat het een must was, zeker om iets van alles wat hier aan de hand is tegen die achtergrond te plaatsen. Hij wees er op dat onze ontmoeting maar twee uur zou duren en dat was juist de tijd die hij nodig had om een stelling uit het manifest met zijn studenten door te nemen. Hij zou de kern ervan in ieder geval uiteenzetten. | |
[pagina 15]
| |
Pochwalinsky: ‘Ik heb gehoord dat er in Nederland veel partijen zijn. Dat is meestal een karaktertrek van een burgerlijke maatschappij. Waarom? Neem bijvoorbeeld de vs. Daar bestaan twee voornaamste burgerlijke partijen. Dat is een vorm van politiek bedrijven, die een voordelige zaak is voor de heersende klasse in het land. Lenin wees de burgerlijke democratie niet af. Hij was juist van mening dat in een burgerlijke democratie de arbeidersklasse en de partij van de arbeiders gemakkelijker strijd voor hun rechten zouden kunnen voeren in vergelijking met andere maatschappijvormen, zoals onder een fascistische dictatuur. Wanneer wij over omstandigheden in de huidige bourgeoisie spreken, dan constateert men dat deze klasse belangrijke ervaringen heeft opgedaan. De bourgeoisie beschikt nu over een politieke strategie en een tactiek die het voor de arbeidersklasse in het westen moeilijker maakt strijd te voeren. Maar laten we eerst terugkeren tot de geschiedenis. Door de aard van mijn werk moest ik alle werken van Marx, Engels en Lenin lezen, ik bedoel dus alles wat ze schreven.’ ‘Is de wetenschap van het communisme op de werken van die drie namen gebaseerd?’ vroeg ik. ‘In Irkutsk vertelde een professor dat de natuurkunde een exponentiële groei heeft ondergaan. Met andere woorden: kan men zeggen dat de wetenschap van het communisme een soortgelijke groei heeft ondergaan sedert Marx, Engels en Lenin hun theorieën verkondigden?’ Pochwalinsky: ‘De rector in Irkutsk houdt zich bezig met wisen natuurkunde. Waar ik u eerst op moet wijzen, en dit is een belangrijk detail, is dat alle wetenschappen zich in verbondenheid ontwikkelen. De maatschappelijke wetenschappen verschillen echter radicaal van technische of natuurlijke wetenschappen. Scheikunde, wiskunde en natuurkunde kennen wetten die objectief zijn. Maatschappelijke wetenschappen baseren zich ook wel op objectieve wetten, maar deze wetmatigheid uit zich in de samenleving middels handelingen van de participanten in die samenleving en is niet automatisch. De handelingen van volksmassa's zijn onvergelijkbaar met de wetmatigheden uit de wis- en natuurkunde. De belangrijkste functie, die een rol speelt in het gedrag van die massa is de kracht van de cpsu.’ ‘Dat is me nog niet duidelijk.’ ‘Wat ik wil zeggen,’ vervolgde Pochwalinsky, ‘is dat de kracht van het communisme, of van de communisten, is dat zij, in tegenstelling tot alle andere partijen, objectieve wetten inzake ontwikkeling tot uitdrukking brengen. Dit zijn de wetmatigheden die ik u noemde, die werden voorzien door Marx, En- | |
[pagina 16]
| |
gels en Lenin. Zij hebben onthuld en aangetoond dat socialisme me noodzakelijkerwijs het kapitalisme zal vervangen. Op de slavenmaatschappij volgde het feodalisme, daarna het kapitalisme en de heerschappij van de bourgeoisie. Marx en Engels voorspelden dat de bourgeois structuren gevolgd zouden worden door socialisme en communisme. Het communisme ziet u thans toegepast in de Sovjet-Unie en een reeks andere landen. Ook het wetenschappelijke communisme ontwikkelt zich intussen steeds verder. Dit gebeurt in fasen. Zo is de leer van de socialistische staat er geleidelijk bijgekomen. De dictatuur van het proletariaat heeft eveneens plaatsgemaakt voor een algemene volksstaat, wat een staatsbestel inhoudt dat het gehele volk toebehoort, alle klassen binnen de grenzen van de staat.’ Hij vervolgde: ‘Een probleem blijft vooralsnog Lenins politiek van vreedzame coëxistentie. Dit vraagstuk brengt bijvoorbeeld het probleem van een wetenschappelijk georiënteerde staatsleiding aan de orde bij een socialistische maatschappijvorm. Hier worden we geconfronteerd met vraagstukken van tactiek en politieke strategie. We bestuderen de documenten waarover onze grondleggers ons deden beschikken.’ Hij noemt voorts een aantal partijcongressen waarbij deze onderwerpen uitvoerig ter sprake kwamen. ‘Dat wil zeggen dat er evolutionaire ontwikkelingen in de oorspronkelijke theorie hebben plaatsgehad?’ ‘U mag eigenlijk niet spreken over het aanpassen van de uitgangspunten van Marx, Engels en Lenin aan nieuwe realiteiten. Het zou beter zijn om te spreken over het in harmonie brengen of het verder ontwikkelen van nieuwe voorwaarden. Wij ontwikkelen eigenlijk steeds verder de wetenschappelijke basis die door Marx, Engels en Lenin werd gelegd. Ik zeg altijd tegen mijn studenten: Als jullie een dergelijke vraag op je examen krijgen, die het wezen van het huidige tijdperk betreft, dan zeg ik: jullie moeten antwoord geven op drie vragen. Ten eerste: wat is de voornaamste tendens van het huidige tijdperk? Deze tendens is eerst de overgang naar het socialisme en vervolgens naar het communisme. Dat is de hoofdzaak. Daarom, bij taxatie van de huidige toestand, weten en beseffen wij dat dit de voornaamste tendens is. Zij manifesteert zich niet absoluut rechtstreeks. Zij zigzagt af en toe op de fronten van de revolutionaire strijd, wijkt soms een beetje af, loopt een beetje terug, zoals momenteel bijvoorbeeld in Chili gebeurtGa naar voetnoot8, maar de algemene richting is voorwaarts naar socialisme. Lenin leerde | |
[pagina 17]
| |
ons al dat dit nooit via een rechte weg kan gebeuren. Chili is een stap terug. In Portugal voltrok zich een antifascistische revolutie. Cuba heeft zich losgerukt uit de economische blokkade van de vs. De volkeren van Vietnam, Laos en Cambodja hebben gewonnen. Maar het belangrijkste zijn de successen van de Sovjet-Unie en de socialistische landen van Oost-Europa.’ ‘Waarom noemt u China niet?’ vroeg ik Pochwalinsky. ‘Over China zullen we later spreken. Dat kan een lang gesprek worden. Wat ik nu wil noemen, zijn onze successen. U bent hier nu enige tijd. Wij hebben onze problemen en tekortkomingen maar in beginsel zullen we alles oplossen en met succes. U ziet zelf hoe machtig de ussr na 58 jaar is geworden. Zoals een Amerikaanse televisiecommentator, Charles Tobias, onlangs in Chicago zei: “Uw successen zijn zo verbazingwekkend dat ze van een Bolsjewist een miljonair zouden kunnen maken.” Hij is zelf een miljonair en toch gaf hij dit toe. De tweede vraag, waarop mijn studenten antwoord moeten geven, is wat de belangrijkste tegenstelling is in het huidige tijdperk. Er zijn veel tegenstellingen in de rest van de wereld, zelfs in Holland. U hebt 26 partijen, niet waar? Wanneer men niet weet waar het marxisme-leninisme over gaat, raakt men in deze wereld gemakkelijk in de war.’ (Genia kletste weer enige onzin en vertaalde niet wat de professor werkelijk zei.) ‘De belangrijkste tegenstelling is die tussen wereldsocialisme en wereldkapitalisme’, vervolgde Pochwalinsky. ‘De Chinezen zaaien verwarring. Zij stellen dat er drie groepen landen bestaan. De Maoïsten doen dit opzettelijk. Zij noemen ons de eerste groep landen, waar volgens hen een sociaal-imperialisme heerst, evenals in de Verenigde Staten. Ze dumpen ons samen met Amerika op een hoop en gaan voorbij aan juist de twee voornaamste tegenstellingen tussen ons en de vs op dit moment. De tweede groep landen is, volgens hen, alle andere ontwikkelde landen, met uitzondering van Amerika en wij. De derde groep landen zijn de landen in de zones van vrijheidsbewegingen.’ ‘Dit is volkomen nieuw voor me.’ Pochwalinsky: ‘Zij gebruiken deze interpretatie om alle krachten van reactie tegen de Sovjet-Unie te mobiliseren.’ ‘Wat maakt Peking toch zo bevreesd voor de ussr? U zou de Chinese Volksrepubliek kunnen vernietigen maar dat is, lijkt me, het laatste waar het Kremlin aan denkt.’ Pochwalinsky: ‘Ons standpunt vis à vis China is door Leonid Brezhnev in een opmerkelijke rede uiteengezet tijdens de vie- | |
[pagina 18]
| |
ring van het 50-jarig bestaan van de Sovjet-Unie. Hij zei toen dat we dus in het algemeen vriendschap met China nastreven, en dat China als een man met ons samen zou moeten werken op de weg naar een verbetering van de wereld in haar geheel. Wij willen geen oorlog met China. Integendeel, wij tonen groot geduld, zelfs enorm veel geduld, juist als grote mogendheid. Herinnert u zich de kwestie van het eiland Damanski?’ ‘Neen.’ ‘China viel ons aan. Wij waren volgens hen de agressors. Wij hadden die invasie met ons leger en onze militaire macht gemakkelijk de kop in kunnen drukken. Wij schrijven hier niet over. Wij marxisten-leninisten hebben ons nooit laten leiden door een agressieve, imperialistische politiek. Wij hebben alleen maar bij dat gedeelte van onze grens een stevige klap teruggegeven, zodat zij nogmaals begrepen met wie zij te maken hadden. In dat gebied stond de aarde even in brand.Ga naar voetnoot9 Alles werd vernietigd. Maar wij herhaalden dat wij vastbesloten waren tot een verbetering van onze betrekkingen met China. Leonid Brezhnev heeft toen gezegd dat alles van de houding van China zou afhangen. Wij geloven dat er een tijd zal komen, dat er ook in China mensen zullen worden gevonden, die begrip hebben voor deze zaken. Voorlopig zien wij echter in de nabije toekomst zich geen krachten in die richting ontwikkelen. Men behoeft zich geen illusies te maken dat de dood van Mao directe gunstige gevolgen zou hebben. Er zijn naast Mao ook veel andere mensen in China die zijn weg volgen. Het ergste van alles is dat zij hierbij proberen de jeugd te misleiden.’ Hier is iets met de tape verkeerd gegaan, erg jammer. Ik stelde een vraag in de geest van: in Frankrijk vond in 1789 ook een klasse-omwenteling plaats. De bourgeoisie droeg het vaandel van de revolutie. Men streed tegen het feodale regime. Samen met de massa trok men van leer. Pochwalinsky: ‘Precies, en nu zien wij hoe de arbeidersklasse de strijd tegen de bourgeoisie heeft opgenomen. En waarom juist de arbeidersklasse? Lenin begreep dit uitstekend. Marx had een belangrijke ontdekking gedaan toen hij ons de historische rol van de arbeidersklasse liet zien als de begravers van de bourgeoisie en als de scheppers van een nieuwe maatschappij.’ ‘Maar wat ik me afvraag, is of de arbeidersklasse zelf, bij het voortschrijden van de ontwikkelingen en het stijgen van het algemene levenspeil niet een nieuwe bourgeoisie gaat vormen?’ Pochwalinsky: ‘Er is een professor van Duitse afkomst in de vs, | |
[pagina 19]
| |
Herbert MarcuseGa naar voetnoot10, die een vertegenwoordiger is van de kleinburgerlijke (bourgeois) filosofie. In wezen sluit hij zich aan bij het socialisme. Men zegt dat hij in het westen vooral populair is bij jonge mensen. Maar Marcuse heeft geen wetenschappelijk concept. Marcuse grijpt zich vast aan details van een tweede orde. Hij begrijpt niet het wezen van de diepe processen, die in de huidige wereld aan de gang zijn. Hij stelt misschien dezelfde vraag als u, maar doet dit in een kleurrijker vorm. Marcuse stelt bijvoorbeeld: “wat moet een arbeidersklasse met een revolutie, wanneer deze klasse in het bezit is van een ijskast en een auto?” In vergelijking met de situatie in Engeland, Frankrijk en de Bondsrepubliek ten tijde dat Marx zijn gedachten ontvouwde, gunt de huidige bourgeoisie vette kluiven aan een bepaald gedeelte van de arbeidersklasse. Maar de filosofie van Marcuse doet mij denken aan iemand die slechts het topje van de ijsberg ziet. Om te beginnen heeft zeker niet de hele arbeidersklasse de beschikking over een kleurentelevisie, een auto en andere gemakken. Maar zelfs zij die dit wel hebben, krijgen van de kapitalist geen garantie dat zij dit morgen ook nog zullen hebben. Ze kunnen worden ontslagen. Als een arbeider ziek wordt, kan hij zijn hele bezit moeten verkopen om zijn genezing te kunnen bekostigen. Het socialisme biedt op dit gebied belangrijke voordelen. Wij kunnen nog niet aan iedere arbeider een auto geven, maar er zijn al veel auto's op de weg. Over tien of twintig jaar zullen wij een machtige technisch-materiële basis hebben gevormd waarmee we de vs voorbij kunnen stevenen.Ga naar voetnoot11 Dan zullen de Amerikaanse en Hollandse arbeiders naar de arbeiders in de Sovjet-Unie kijken en zullen zij heel anders over het marxisme - leninisme denken dan zij nu doen. Om die reden zal het lot van de wereld in een belangrijke richting worden beslist, misschien wel in de belangrijkste, namelijk de wedloop tussen beide systemen. Ook om die reden hebben wij geen behoefte aan een oorlog. Wij zijn van mening dat we in vredesomstandigheden onze samenleving doeltreffender kunnen opbouwen.’ ‘Ik zou me kunnen voorstellen dat bijvoorbeeld de vs alles op alles zullen zetten om die opbouw te saboteren.’ ‘Dat doen ze ook voortdurend. Wij voeren momenteel onderhandelingen met Washington over een verbod op atoomwapens om de wapenwedloop af te remmen. Maar zij zorgen er | |
[pagina 20]
| |
voor dat de wapenwedloop juist doorgaat. Dat is een van hun tactische methoden om ons uit te putten.’ ‘Dat is immers niet mogelijk? Daar zou zoveel meer tijd voor nodig zijn. Intussen ontwikkelt de ussr zich voldoende om een eigen machtsbasis op te bouwen.’ Pochwalinsky: ‘Dat is waar. Maar begrijpt u onze moeilijkheid? Onze productiekracht is nog altijd “iets” lager dan de Amerikaanse, bijvoorbeeld de productie van elektra-energie.’ ‘Altijd wordt weer vergeten dat de Sovjet-Unie tot aan Stalingrad door de nazi's werd vernietigd, wat de hele opbouw van de marxistisch-leninistische staat achteruitzette.’ ‘Ook dàt. Daarbij komt dat wanneer wij spreken over onze bondgenoten, deze zwakker zijn dan wanneer de vs over “onze bondgenoten” reppen. Onze partners zijn socialistische landen, die zelf in opbouw zijn. Ook moeten we fabelachtige bedragen uittrekken voor onze defensie, dankzij de dreiging van Amerika en van haar machtige bondgenoten, Engeland, Frankrijk, de Bondsrepubliek en in zekere zin Japan. Daar liggen de voornaamste economische machten in de wereld. Konden wij onze economische middelen voor vreedzame doeleinden aanwenden, dan stonden wij er bij de opbouw van een socialistische samenleving heel anders voor.’ ‘Ook zijn er de verschillende wijzen van opbouw van socialisme, bijvoorbeeld bij u, in China, Joegoslavië, Cuba en andere landen.’ Pochwalinsky: ‘Het wetenschappelijk communisme beantwoordt die vraag eenvoudig. De verschillen beangstigen ons niet. Integendeel, deze verscheidenheid bewijst de kracht van de leer van Marx en Lenin in het communisme. Ik wil niet over China spreken - dat is een ander probleem. In China ontstaan onder leiding van Mao antisocialistische tendensen. Er zijn objectief socialistische maatstaven, maar alles wat in China gebeurt, staat ons niet toe te zeggen dat daar een socialistische ontwikkeling plaatsheeft. Integendeel.’ ‘Hoe kunt u dit zeggen?’ reageerde ik. ‘De eerste etappe van Mao's strijd voor het socialisme was zijn Culturele Revolutie. De tweede etappe, die we vermoedelijk kunnen plaatsen in het jaar 1974, ontwikkelt zich onder de leuze: kritiek van Lin Piao en Confucius. Er is een nieuw facet in deze tweede etappe. Bij de eerste fase van de Culturele Revolutie knokte Mao om de macht, maar tijdens deze tweede fase staan Mao en de zijnen aan de top van de regering. Om het wezen van de ontwikkelingen in China te begrijpen, wordt wel gesteld dat de sociale basis door de Chinese boeren wordt ge- | |
[pagina 21]
| |
vormd. Dat is een foutieve inschatting. Mao Tse-tung maakt slechts gebruik van het feit dat Chinese boeren ongeletterd zijn. Intussen bestaat viervijfde deel van de werkende mensen in China uit boeren, die geïnteresseerd zijn in de overwinning van de arbeidersklasse. Zij zijn de bondgenoten van de arbeiders. Mao steunt in werkelijkheid slechts op de macht van het leger. Mao's politiek is momenteel duidelijk antisocialistisch. Hij gebruikt het analfabetisme van de boeren om zijn antivolkspolitiek, die juist tegen boeren en arbeiders is gericht, te verwezenlijken. Hierbij vormt het leger Mao's steun. Daarom besteedt hij grote aandacht aan de strijdkrachten. Vandaar de belangrijke veranderingen in het leger zelf. Vroeger was in een district de leider van het leger, tevens de leider van de communistische partij van dat district. Nu zijn veel legerleiders geen voorzitter meer van de districtscomités. Mao gedraagt zich voorzichtig ten opzichte van het leger. Hij steunt erop, maar hij is er ook bang voor.’ ‘Tenslotte staan er nu vijfendertig handtekeningen onder de Verklaring van Helsinki. Gelooft u ook niet dat we helemaal niet meer moeten denken in Oost en West, maar in termen van één Europa, zoals De Gaulle het formuleerde, van de Noordzee tot de Oeral?’ vroeg ik. ‘De gedachte “toekomst van Europa” lijkt wat vaag. Denken we in termen van tien jaar of langer? Ook al had ik geen gelegenheid mij op uw vraag voor te bereiden, zal ik toch met een persoonlijke mening volstaan. In Helsinki werd volgens mij de basis voor een toekomstig Europa gelegd. Europa zal zich ontwikkelen volgens de grondbeginselen van vrede en veiligheid voor ons allemaal, zoals deze daar werden vastgelegd. Het zal in vrede geschieden. Dit is van belang voor zowel de kapitalistische als de socialistische landen. Eigenlijk is het tijdperk reeds aangebroken om atoombommen en atoomraketten in te leveren bij een geschiedkundig museum.’ Hij vervolgde: ‘Interessant is dat Lenin deze ontwikkeling heeft voorzien. Niet lang voor zijn dood sprak hij met Krupskaja, zijn vrouw. Zij schreef later dat hij zei: “In de niet te verre toekomst zullen de productieve krachten in de samenleving, de militaire macht en de vernietingsmiddelen een zodanig peil bereiken dat oorlog onmogelijk zal worden.” Toen Lenin in 1922 een wedstrijd uitschreef om een embleem voor de Sovjet-Unie te ontwerpen, bracht een van de kunstenaars hem een ontwerp waar een schild en een zwaard op waren uitgebeeld. Lenin weigerde dit ontwerp, want in hun wezen zijn socialisme en vrede ondeelbaar. Hij stelde een ander wapen voor: een sikkel en een hamer.’ | |
[pagina 22]
| |
‘Ik ben wel een beetje van het onderwerp afgedwaald,’ legt Pochwalinsky uit, ‘want ik zou zo graag willen dat lezers in het westen ons zouden begrijpen. Marx heeft dit streven naar vrede het eerste geformuleerd, ook wat Europa betreft. In de eerste oproep voor de algemene bijeenkomst van de Internationale, ter gelegenheid van de Frans-Russische oorlog in 1870, schreef Marx: “In tegenstelling tot de oude maatschappij met zijn economische armoede en politieke waanzin, wordt een nieuwe maatschappij geboren waarvan vrede een van de internationale principes zal zijn, omdat ieder volk vrede wil om te kunnen arbeiden. Dat is socialisme.” Daarom is het eerste aspect dat ik voor de toekomst van Europa zie,’ aldus professor Pochwalinsky, ‘dat dit continent zich langs vreedzame weg verder zal ontwikkelen. Wij, van onze kant, zullen alles doen om Europa in die geest te helpen, dus ook West-Europa. Wij zullen onze economische en militaire macht blijven versterken, maar we zijn tezelfdertijd bereid een overeenkomst met de vs en het westen aan te gaan om atoomwapens te verbieden. Hiertoe hebben wij een uitnodiging gedaan. We zijn bereid de wapenwedloop te staken want deze is waanzin.’ ‘Het vervelende is alleen dat niemand in deze vreedzame bedoelingen van de ussr in het westen gelooft,’ zei ik. ‘U drukt zich niet exact uit. Natuurlijk zijn er bij u mensen die dit niet geloven. De zaak is dat er in het westen veel mensen zijn die belang hebben bij de voortzetting van de bewapeningswedloop. Daarom wordt bewust een propagandacampagne gevoerd, die suggereert dat de Sovjet-Unie zich zou bewapenen om West-Europa te veroveren. Deze gedachte wordt thans met name gesteund door de Maoïsten. Weet u waarom ik juist de woorden van Marx en Lenin heb aangehaald? Leonid Brezhnev weidt in zijn redevoeringen hier eveneens over uit. Wij streven vrede na. We bewapenen ons in reactie op de westerse bewapeningscampagnes, maar naarmate wij in de Sovjet-Unie sterker worden, betekent dit een grotere garantie voor vrede in Europa. Het mag tegenstrijdig klinken, maar omdat wij geen oorlog willen of zullen uitlokken, zullen de heren Franz Strauss en zijn reactionaire aanhangers eerst zeer goed moeten nadenken voor zij het zwaard tegen ons opnemen. Een tweede factor die een rol zal spelen bij de toekomst van Europa, zijn de steeds sterkere democratische tendensen in landen als Portugal, Griekenland en Italië. Wij constateren ook een verlinksing in de rijen van sociaal-democratische partijen in andere Europese landen. Het regime van Franco is al een Europees anachronisme geworden. Als communist zie ik de toe- | |
[pagina 23]
| |
komst van West-Europa als socialistisch. Ik ga niet raden wanneer dit zal gebeuren.’ Genia en ik vliegen vervolgens van Kiev naar Jerevan in Armenië. Ik ben in gedachten bij Nikolai, die al op 16-jarige leeftijd met twee vrienden een brief naar de Voice of America schreef, met de vraag hoe hij zou kunnen emigreren. Hij schreef driemaal en kreeg driemaal geen antwoord. Zijn oudste broer was dronken en vocht met een politieman. Hij kreeg er vier jaar voor. Daarna voor iets anders twee jaar, en nu zit hij opnieuw in de bak. Nikolai wil een Amerikaans meisje trouwen om weg te komen want hij weet dat hij nu op eieren loopt omdat hij reeds eenmaal met de politie in aanraking kwam. Een maand na zijn 21ste verjaardag kan hij zonder toestemming van zijn ouders huwen. Over Andrei Sakharov zei hij het volgende: ‘He must be a narrow-minded man. The government gave him important and interesting work to do. Now, suddenly, at the age of 70 years, he announces: “I am a revolutionary.” That man is stupid. He knows absolutely nothing about the life of the soviet people. When he was working in the laboratories of the Government he never thought about us, nor did he need to think about us. Nu heeft hij niets meer te doen en houdt hij zich opeens met zulke dingen bezig.’ ‘Ambassadeur Romanov zegt dat de grootste industrie in de ussr de bureaucratie is,’ had ik gezegd. Nikolai: ‘Een typisch kgb-antwoord. Dat zeggen ze altijd. Een communist zal nooit veranderen, net zomin als een anticommunist ooit zal veranderen. Brezhnev zal nooit veranderen. Denk je dat Sakharov wel verandert? Waarom veranderde hij van mening? Omdat hij mesjoche is.’ Hij vervolgde: ‘What we read now about Chili and how the fascists behave there, makes us very afraid. Because our prisons and camps for political prisoners are already run by Nazi methods. Life is terrible here.’ Op een ander ogenblik liet hij weer een positief geluid horen. ‘Many things are well taken care of in our country, the universities, the hospitals, and the cost of bread or flats. Also the relations between the peoples of the ussr are good.’ ‘What do you mean?’ had ik gevraagd. ‘Look at you and me. I am afraid in this country. I want to leave. We meet and come from different social systems, and still we are friends.’ Dan vraagt hij het verschil tussen a.m. en p.m. uit te leggen. Wanneer hij een toeriste naait, doet hij dat het | |
[pagina 24]
| |
liefste in zijn eigen bed. Eens nam hij een Amerikaanse vrouw van 39 mee naar huis. Ze hadden een nummer gemaakt. Zijn vader kwam thuis en de vrouw zat nog naakt in een stoel. Later zei ‘pappie’ tegen hem: ‘Ik dacht altijd dat je goed bij je hoofd was, maar nu weet ik dat dit niet waar is, want die vrouw was erg lelijk.’ Nikolai: ‘Weet je wat ons probleem is Willem, onze samenleving is niet meer zoals Lenin het heeft bedoeld. Alles komt neer op wie je kent of wat je connecties zijn. Mag de baas in je bedrijf je graag, of ken je hem persoonlijk, dan zal je carrière maken, anders kan je er naar fluiten.’ Ik zei dat zijn woorden me aan Alexander in Leningrad deden denken en dat ik steeds beter begreep waarom de ussr in een natie van strebers en slijmjurken was veranderd. Ik liet Nikolai foto's van Peter en Casper zien. We spraken, zoals ik met Tage had gedaan, over elkaars gevoelens. Ik ging een stapje verder en zei dat ik vond dat hij mooie ogen had. Nikolai: ‘Toen ik je op straat in Kiev de eerste keer zag, vond ik je meteen een mooie man. Jij hebt ook erg mooie ogen. Als je een vrouw was zou ik met je trouwen en eeuwig bij je blijven. Als we elkaar later in Amerika weer ontmoeten slapen we samen met een vrouw.’ Ik antwoordde: ‘While you screw that girl I will make love to you.’ Daarop volgde mijn verhaal over Thermos en wat zich zoal in het westen op dit gebied afspeelde. Hij leek gefascineerd als iemand die voor de eerste maal Disneyland bezoekt. Ik dacht aan Valéry's opmerking in Leningrad, die had gezegd: ‘Misschien is wat jij doet slimmer dan rechtstreeks naar dissidenten als Sakharov te gaan, want met de wijze waarop jij opereert, toon je aan dat er overal in het land dissidenten zijn onder de mensen.’ Vervolgens bleek Nikolai een ingenieus plan te hebben uitgedacht. Hij was bereid zijn plaats in de sovjetsamenleving door een buitenlandse agent van de cia, of welke andere inlichtingendienst ook, te laten innemen. Hij kon dan op de papieren van die spion het land uit en de man in kwestie zou in Kiev kunnen wonen op Nikolai's identiteitspapieren. Ze zouden slechts de foto's behoeven te verwisselen en Nikolai zou het land voor altijd kunnen verlaten. Ik wilde zijn dagdroom niet te veel verstoren, maar het leek me meer een plannetje voor de gebroeders Grimm. Toen Nikolai en ik in Kiev, na een samenzijn van drie uur in het restaurant, terug naar het hotel wandelden, namen we een omweg om langer samen te zijn. Het was een schitterende avond en de maan scheen. Ik zei: ‘Als we nu eens in plaats van | |
[pagina 25]
| |
hier in Zuid-Frankrijk langs de zee liepen.’ Ik had hem mee naar mijn kamer willen nemen, maar het was gewoon te gevaarlijk voor hem, vooral vanwege de Cerberus (controlejuffrouw bij de lift op mijn etage). Ik drukte hem een aantal keren op het hart voorzichtig te zijn. ‘Je weet zelf niet wat je boven je hoofd hangt. Je mag zelf wel voorzichtig zijn’, antwoordde Nikolai. Ik keek hem na toen hij wegwandelde. Vreemd. Je laat iets van jezelf bij zo'n jongen achter. Het bracht me op gedachten over mijn ouders en hun meer dan 45-jarig huwelijk. Ik leef, vergeleken bij hen, als een alley-cat. Nikolai verzamelde foto's van alle vrouwen die hij tot dusverre in zijn vingers had gehad, inbegrepen de Amerikaanse van 39 jaar. Ik vroeg hem of zelfs dàt niet gevaarlijk was en dacht: ik moet een foto van die jongen maken.Ga naar voetnoot12 We vliegen over de Kaukasus. De bergen zijn dik besneeuwd. Lees een knipsel in de Herald Tribune dat men van Griekse zijde een actie wil ondernemen om Luns te wippen als secretaris-generaal van de navo omdat hij in 1974 bij de Turkse invasie van Cyprus geweigerd had te voldoen aan een Grieks verzoek om de navo-raad in spoedzitting bijeen te roepen. Verder heeft Luns op eigen houtje tegen de Amerikanen gezegd dat Griekenland geen bezwaar had wanneer de vs het wapenembargo tegen Turkije zouden opheffen. De Grieken zeggen dat Luns hen hierover niet heeft geraadpleegd. Het zal best waar zijn. Ons kent ons. Wat onbegrijpelijk blijft, is dat Luns onschendbaar lijkt. We vliegen boven Armenië. De Ararat ligt prachtig in de sneeuw bij avondschemer en volle maan. De berg ligt in Turkije en zou de legendarische landingsplaats zijn geweest van Noach met zijn ark. Volodja Molchanov schijnt tegen tolk Genia te hebben gezegd: ‘Willem is meer dan een kameraad, je merkt niet dat hij 50 jaar is.’Ga naar voetnoot13 We werden in Jerevan afgehaald door een aardig apn-ventje, Oleg Arakelian (25). | |
[pagina 26]
| |
‘We hebben bij ons een gezegde,’ antwoordde zij, ‘dat varkentjes altijd viezigheid zoeken.’ ‘Goud wordt ook tussen de modder van het rivierwater gevonden. Ik wil ook met gewone mensen spreken,’ zei ik. Ik wandelde gisteravond in de stad. Ik liep naar een plein met een fontein, waar veel mensen rond hingen, zoals bij de Dam in Amsterdam. Vrijwel meteen liep ik tegen een paar donkerbruine Armeense ogen aan van een jongetje in een leren jasje, duidelijk helemaal nicht, misschien zelfs iets te veel van het goede. Hij papte vrijwel meteen aan en stelde voor te gaan wandelen. Hij sprak redelijk Engels. ‘You like a boy-girl?’ vroeg hij zonder veel omhaal, ‘my name is John.’ Nu zijn boy-girls precies het laatste wat ik zoek. We liepen naar het hotel. Hij vroeg om een souvenir, het liefst Amerikaanse zeep. Hij had al Franse zeep, Poolse zeep, maar nog geen Yankee zeep. Ik zei dat ik de zeep die ik bij me had nodig had gezien het niveau van de hotelbadkamers in de ussr. Of ik dan misschien aftershave of iets anders had. Ik gaf hem een munt met jfk van 50 cent. Daar zou hij zeep mee gaan kopen. We eindigden tenslotte in mijn kamer en hadden toch seks. Hij vroeg me wat hij kon doen om groter te worden. Hij vond zichzelf te klein. Hij verlangde ook naar langer haar en een ander gezicht. Zijn favorieten waren Italiaanse jongens. Ik vroeg of hij ze al in zijn vingers had gehad. Nee, maar hij had plaatjes in tijdschriften gezien. Had ik pornografische foto's bij me? Hij wilde weg uit de Sovjet-Unie, maar hoe? Hij haatte de Russen: ‘Ik ben Armeniër!’ Toen ik Genia vanmorgen over de ontmoeting met John vertelde (met weglating van de seks) zei ze: ‘U zuigt alles uit uw duim.’ Om 11.00 uur bezochten we een museum waar oeroude geschriften werden bewaard. Er waren ook palimpsesten, perkamentrollen waar meer dan eens op werd geschreven. Dit interesseerde me omdat mijn vader indertijd een lamp met ultraviolette stralen ontwierp om wat eerder geschreven werd te helpen ontcijferen. In de middag bezochten we het conservatorium van Jerevan. Ik werd ontvangen door de conrector Michael Khatchaturian. Voor het eerst hing er eens geen Lenin. Boven zijn hoofd hing een schilderij van Mozart. Ik vroeg: ‘Wat me opvalt is dat u niet Lenin in uw werkkamer hebt aangebracht, maar diens grootvader.’ De witz werd niet gewaardeerd. Genia was razend. De conrector vervolgde onverstoord dat Mozart over Beethoven had gezegd: ‘Hier speelt | |
[pagina 27]
| |
een genie.’ Dit naar aanleiding van een beeld van Beethoven op zijn schrijftafel. Alle leraren in Jerevan waren in Moskou of Leningrad opgeleid. Er zijn 634 studenten op het conservatorium en 400 jongeren volgen schriftelijk onderwijs. ‘Kan je via een schriftelijke cursus piano leren spelen?’ vroeg ik. ‘Dit zijn meestal studenten, die zelf reeds op plaatselijke muziekscholen lessen geven. Zij studeren verder en komen hier maar eenmaal per week en eens per jaar een maand.’ Er zijn twee pianofaculteiten, een met 23 pedagogen en leraren, de andere met 21. Ik ontmoette later een vioolprofessor, Ahram Shamshian. Hij vertelde dat het conservatorium over 32 vioolinstrumenten beschikte die aan de leerlingen beschikbaar werden gesteld. Vervolgens werd ik voorgesteld aan de decaan van de pianofaculteit, professor George Sarajev. Een meisje speelde op een in Estland vervaardigde vleugel een etude van Chopin. In een andere zaal speelde een jongen een etude van Rachmaninov onder leiding van zijn professor Vladimir Sarkisjan. Ik zat naar hem te luisteren en dacht warempel: ik zou alsnog zelf naar een conservatorium willen gaan. Een andere leerlinge speelde de Etudes Symphoniques van Schumann. Uiterst plezierige en verrassende middag. | |
19 oktober 1975Het gaat niet zoals ik wil. Ik heb na twee weken reizen niet voldoende materiaal, althans dat bruikbaar is voor het huidige project. Ik denk dat de voornaamste barrière tussen hen in de socialistische landen en ons in het westen, het hemelsbrede verschil aan input in breinen is. Iedereen spreekt over het verschil in gnp of exportdollars. Het werkelijke verschil is de mentale onderontwikkeldheid van dit gebied. Generatie na generatie zitten ze voor algemeen vertier naar Les Sylphides te kijken, vergapen zich te pletter aan socialistisch realisme en de hersenen krijgen slechts de eenheidsworst te verwerken die de cpsu hen voorhoudt. Techniek en wetenschap hebben sprongen voorwaarts gemaakt, zeker, maar de meeste breinen zijn op het niveau van de gemiddelde taigabewoner blijven steken. Niemand weet iets van psychologie of geesteswetenschappen af. Ze springen met de inhoud van hun hoofd om alsof het irrelevant zou zijn wat voor ‘voer’ men de neuronen zou dienen te verschaffen. Een directeur van een Kunstacademie bazelt maar wat in de ruimte, wanneer een dergelijk onderwerp ter sprake komt. De man heeft geen blaβe Ahnung waar je over spreekt. De factor ‘denkprocessen’ - ook bij collega's van apn of madame Genia (mijn steun en toeverlaat) - kommt nicht im Frage. | |
[pagina 28]
| |
Ze begrijpen dus ook in de verste verte niet wat ik aan belangrijk materiaal zou willen opdoen. Bijvoorbeeld, mijnheer Leonid Brezhnev. Welke vooropleiding heeft die man gehad? Het enige waar hij prima in is, is om te proberen als eerste de bovenste trede van de partijladder te halen? Hoe gecultiveerd is die kerel? Wat weten we van hem af? Heeft ooit iemand wel eens met hem, met de partij-ideoloog Mikhail Suslov of met Yuri Andropov (kgb) over geesteswetenschappen gesproken? Quo vadis ussr? Hoe denken ze ooit het ideaal van een nieuwe marxistische mens te kunnen benaderen, zonder de essentie van hun eigen breinen te hebben leren kennen of begrijpen? Een circusaapje kan ook leren op te zitten en pootjes te geven. ‘Vader Lenin’ is als concept in hun hoofden geramd, te beginnen in het kleuterschooltje op de kolchoz dat ik in de Oekraïne bezocht. Maar hoe van rode jabroers en strebers werkelijk toegewijde en overtuigde communisten te maken, waardoor inderdaad een nieuwe marxistische mens zou verrijzen, dat hebben ze volgens mij de afgelopen vijftig jaar nog niet weten te bereiken. Een communiste in de klasse van de robotdame die me begeleidt, is een typisch zogenaamd geslaagd portret van wat de cpsu via hersenspoeling heeft weten te realiseren. Zij lijdt aan een zelfde soort fanatisme als de nazi's: de partij heeft gelijk, de partij is de nieuwe god. Alleen wij hebben gelijk, de rest dwaalt. Alleen wij denken aan het algemeen belang. Alleen wij weten wat goed voor ze is. Ik kan me die vergelijking van Henk Broekhuis alias Karel van het Reve tussen communisten en nazi's wel voorstellen, alleen het onrechtvaardige hierin blijft dat de sovjets twintig miljoen mensen verloren bij het bestrijden van de nazi's. Communisme is de gigantische operatie om honderden miljoenen mensen tot andere gedachten te brengen, terwijl het materiaal zelf, de breinen waar ze mee moeten werken, onbekend is gebleven. Zonder in te gaan op de psyche en het psychische leven van de mens onder het communisme zal noch dit politieke systeem, noch de nieuwe marxistische mens, ooit, kunnen worden verwezenlijkt. Ze zullen falen, al was het maar omdat ze er niet in zijn geslaagd een werkelijk nieuwe mens in het leven te roepen. Generaal Suharjo Padmodiwirjo had volkomen gelijk, toen hij me eigenlijk op dit spoor zette.Ga naar voetnoot14 | |
[pagina 29]
| |
Vanmorgen zouden we een kathedraal bezoeken. Aanvankelijk had ik behoefte aan een korte pauze in de maalstroom van onophoudelijke activiteit. Ik stond eigenlijk wat apart en alleen het va-et-vient van kerkbezoekers te bestuderen, toen een oude Peugeot vol mensen voor de trappen van de kathedraal stilhield. Tot mijn onuitsprekelijke verbazing kwam uit de kofferruimte een levensgroot, in doodsangst blèrend schaap tevoorschijn. Men besteeg de trappen en... het dier werd ter plekke de strot afgesneden en gevild. Ongeveer tezelfdertijd arriveerde een man met een schitterende haan met de allermooiste veren, die omgekeerd aan zijn poten de kerk in werd gedragen. Die zal wel op het altaar zelf in een plas bloed zijn geëindigd. En alsof het niet genoeg was, kwam er uit de kofferruimte van een ander voertuig een prachtig bruin schaap dat eenzelfde lot was beschoren. Ik zei tegen Genia: ‘We gaan onmiddellijk weg.’ ‘En de kerk dan?’ vroeg zij onbewogen, want ze scheen alles heel gewoon te vinden. ‘Dit is geen kerk, dit is een abattoir. Ik voel me niet in de ussr, maar in het hart van Afrika.’Ga naar voetnoot15 Het toonde andermaal aan, dat vijftig jaar van de rode kansel prediken dat godsdienst opium voor het volk was, althans in Armenië geen kuit had geschoten. Hier wordt fris en vrolijk animisme bedreven. Vervolgens stond een bezoek aan een ander landbouwbedrijf op het programma waar, als grote bijzonderheid, we door een echte Armeense boerenfamilie thuis zouden worden ontvangen. Tegen 11.00 uur stond ik in een kilometers groot veld met tomaten, waarvan het merendeel lag te rotten. Er gingen kennelijk duizenden en duizenden tomaten verloren. De nog grasgroene exemplaren werden er tussenuit gehaald ‘voor de conservenindustrie’ werd gezegd. Ik vroeg waarom ze deze planten niet op stokken zetten voor het behoud van de vruchten. Dit was een plant die niet op stokken kon worden gezet. Lulkoek. Ze zijn er te lui voor. Zover als het oog reikte was het een grote puinhoop. Het merendeel van de tomaten gaat onherroepelijk verloren. Men heeft geprobeerd scholieren in te zetten om ‘de oogst’ binnen te halen. Maar die werkten zo onnauwkeurig dat de schade nog groter werd. Nu zijn er militairen bezig, die de nog eetbare exemplaren verzamelen om in flessen te doen ‘zoals in Nederland de zuurkool,’ vulde Genia aan. De kolchoz heette Himnakar, het dorp erbij Nishui Sheva. Er staan 372 huizen waar 2.000 mensen wonen die 388 hectare | |
[pagina 30]
| |
bouwgrond bewerken, 125 hectare druiven en 57 hectare fruitbomen. Voorzitter Ruben Kazapetian was zo vriendelijk me te woord te staan. Ik dacht: Dit is het rund onder wiens leiding de boel in de soep draait. Hij praatte een uur lang over 50 hectare tarwe, 27 hectare maïs, 42 hectare haver, 37 hectare waterig meloenen, 100 hectare gras voor koeien en 37 hectare meloenen. Hij had een ouderwets Russisch telraampje om getallen nader uit te rekenen. De kolchoz heeft een raad, bestaande uit negen leden, die een beslissende stem heeft. Ze werken natuurlijk samen met het Ministerie van Landbouw, wat kennelijk een rem op elan en werkelijk ontplooien van de landbouw was. Het geklets van de man was even saai als alles in dit land. Op de 8.000 kippen, die vrij rondlopen, zijn 10 procent hanen, min een, die vanmorgen op het altaar in Jerevan terechtkwam. Ik vroeg hem welke de sociale problemen op de kolchoz waren. ‘Ik bedoel niet dat een bepaalde haan aan de haal zou gaan met zijn geliefde kip,’ zei ik. Kazapetian: ‘Nee, alle kippen en hanen zijn lief met elkaar.’ ‘Net als in de communistische samenleving.’ Kazapetian: ‘Ja, want als dit niet zo was zouden de mensen elkaar opvreten.’ We hebben nog wat over geraniumolie gesproken en vertrokken naar het boerengezin. Bij aankomst was ik net op tijd om toe te zien dat een kip werd geslacht die we spoedig opgediend zouden krijgen. Er waren drie meisjes en een jongen. Ze bewoonden met de grootmoeder een prettig ruim huis. Oma was 82 jaar. Zij was de moeder van de boer. ‘Het is tijd naar de hemel te gaan,’ zei ze, ‘maar ik leef nog.’ Ik vroeg of zij nog naar de kerk ging, maar er was geen kerk op de kolchoz. Gisteren was zij naar een heilige plaats negen kilometer verderop geweest. Ik wilde weg, maar dat stond zij niet toe. ‘U zou mijn zoon kunnen zijn. U moet gehoorzamen. U moet eerst iets met ons eten.’ Oleg van apn voegde hier aan toe dat de mensen pas aan tafel werkelijk op gang komen en gaan praten onder het eten en drinken. Met uitzondering van oma vond ik het hele gezelschap waardeloos. Ik wilde onveranderd weg. Ze wilden me tien grote appels meegeven, ik nam er vier aan. ‘U hebt een hele grote fout gemaakt,’ aldus Genia, ‘U hebt deze mensen diep beledigd door niet bij ze aan tafel te willen zitten.’ ‘Het is allemaal maar een kwestie van mind, Genia. Ik vraag vreemden nooit thuis aan tafel, maar neem ze mee naar een restaurant. Ik vind het zonde van de tijd om naar onzinpraat tijdens een maaltijd met glazen wodka, die ik niet drink, te moeten luisteren.’ | |
[pagina 31]
| |
We stopten vervolgens bij een kloosterkerk uit het jaar 301, Relief of the Brothers Smbad and Gorigé. De kerk van het klooster was stampvol met duizenden luidruchtige mensen, die in en uit liepen en honderden kaarsen brandden. Huilende kinderen, biddende vrouwen, een chaotisch geheel. Ik voelde een paar ogen op me gericht. Een lange jongen, in een sweater, met een schoudertas keek doordringend naar me. Al gauw merkte ik dat hij echt keek en ons achterop kwam. Ik zon op een methode in contact met hem te komen. Toen we de kerk verlieten, deed ik of Genia en Oleg lucht waren, liep recht op hem af en vroeg: ‘Are you German?’ ‘No, I am Soviet.’ Ik was verbaasd. Ik probeerde in hotel ani een afspraak met hem te maken. ‘But the police is there,’ zei hij. ‘I am a guest of the state, so don't worry.’ We maakten een afspraak om 19.00 uur in the hal. Het zal me benieuwen. Tijdens de lunch sloeg Genia door. ‘U zoekt mensen in de nacht. U bent hier gekomen met de bedoeling onze vijanden te zoeken.’ ‘U zou uzelf eens op de band moeten horen,’ antwoordde ik. ‘Gaat u gang.’ ‘Dat zou ik wel willen maar mijn apparatuur is onklaar gemaakt en nu werk ik alleen nog met jullie apparaten.’ Toen ze later was afgekoeld heb ik een paar punten verduidelijkt betreffende mijn indrukken. ‘Er zal nooit een nieuwe marxistische mens in uw land komen, mevrouw Genia. Kijk maar naar Leonid Brezhnev en zijn buitenmodel buitenlandse sleeën. | |
[pagina 32]
| |
Onze koningin rijdt in een Ford. Dat is ware eenvoud. Jullie doen absoluut niets aan de psyche van de Russische mens. Het communisme is ten dode opgeschreven, gelooft u mij maar.’ Later kwam uit een binnenplaats van een gebouw bij het hotel een vrouw met een maltezer. Ik ging op mijn hurken zitten en hij kwam precies als Keke kwispelstaartend op me af. Het lijkt nog altijd onwezenlijk dat ik mam nooit meer kaarten en brieven van mijn reizen zal zenden, zoals vroeger. Er is in het Sovjetinstituut voor Marxisme-Leninisme een tekst van Lenin uit 1920 gevonden waarin hij handelsbetrekkingen tussen kapitalistische en socialistische landen verwelkomde. De tekst is met 487 andere documenten vrijgegeven in deel 38 van de werken van Lenin.Ga naar voetnoot16 De New York Herald Tribune citeert in een hoofdartikel Georgii Arbatov als voornaamste Amerikanoloog van het Kremlin. Arbatov zou in Izvestia hebben geschreven, geïrriteerd te zijn over Amerikaanse druk om de bepalingen van Helsinki op de sovjetsamenleving toegepast te krijgen. De Tribune zegt dat Arbatov meldde dat ‘Watergate-related offenses as wiretapping, government invasions of privacy and the like are unknown in the Soviet Utopia.’ ‘Ach’, zegt de Tribune ‘wat Richard Nixon probeerde te doen via een inbraak in Watergate om zijn politieke tegenstanders te bespioneren, dat resultaat boeken ze in de Sovjet-Unie met een eenvoudig telefoontje.’ Aardig gezegd, maar de twee systemen zijn niet te vergelijken; je hebt hier maar één partij. Arbatov durft wel.Ga naar voetnoot17 De jongen die ik bij het klooster ontmoette vond het blijkbaar toch te riskant me te ontmoeten. Schreef een lieve brief aan Peter. | |
20 oktober [1975]Om 07.00 uur 's ochtends zijn de straten in dit arbeidersparadijs nog uitgestorven. Moet je in de vs komen. Hoe hebben André Gide en Jef Last hier vroeger rondgereisd? Hoe kunnen zij aanvankelijk dit regime positief hebben benaderd? Ik doe mijn uiterste best positieve kanten te zien en die zijn er zeker. Bovendien: ze zijn niet meer weg te denken, dus het is zaak hoe dan ook een modus vivendi te vinden. Daarvoor is eerste elementaire kennis van de realiteiten noodzakelijk. Daar ben ik dus mee bezig. Wanneer je 's ochtends de radio aandraait, begint het al met | |
[pagina 33]
| |
Leonid Brezhnev, wat de cpsu allemaal heeft gedaan en andere propaganda, die ook voor deze mensen niet te verteren is. Velen worden kotsmisselijk van het communistische gezeik. Zoals Alexander in Leningrad het zei: ‘Lies! Lies! Lies!’ Deze vorm van hersenspoeling lijkt me bovendien oerstom en in strijd met alle grondbeginselen van hoe tot mensen door te dringen. Het restaurant opent om 09.00 uur voor het ontbijt. Genia begint mij als een bedreiging te zien. Oleg, van apn hier in Jerevan, zal me langzamerhand haten. Ze waren vanmorgen weer te laat, dus alles liep in de soep. Wanneer ik ze zeg dat het communisme zal mislukken, vatten ze dit buitengewoon vijandig op. Er wordt door de fameuze cpsu, die alles in dit land zo prima regelt, absoluut niets ondernomen to combat human nature. Ze verdommen het zich te verdiepen in wat Skinner noemde positive re-inforcement, waar zijn duifjes in Harvard hem zulke mooie voorbeelden van lieten zien. Wie vindt hier het suikerklontje uit waarmee je sovjets werkelijk zou kunnen laten werken? Genia antwoordde: ‘Ik weet wat wij nu al hebben, ik weet wat wij nog zullen krijgen, dat is voor mij genoeg.’ Ze wil gewoon niet luisteren. Ik las een brochure over het Warschau Pact, die Vladimir Kouznetsov me gaf. Leeg geklets. ‘The alliance of the working class of all countries will ultimately kill war (...). The national ruler will everywhere be the same - labour! (...).’ Er klopt allemaal geen moer van. It is not only clumsy propaganda, het is het-ene-oor-in-het-andere-oor-uitgezwam. Toch werd vanmorgen iets nuttigs geregeld. Ik ontmoette de decaan van de journalistieke faculteit in Jerevan, Hazootjan Felikian. Er studeren 12.000 studenten verdeeld over twaalf faculteiten. Er zijn 120 journalistiekstudenten. De studieduur is vijf jaar. Er wordt precies opgegeven welke vakken ze krijgen, waaronder de geschiedenis van de cpsu, de geschiedenis van de communistische arbeiderspers, marxistisch-leninistische filosofie, sovjetrecht, logica, marxistisch-leninistische ethiek en esthetica, politieke economie, wetenschappelijk communisme, sociologie van de pers enzovoorts. In het vierde studiejaar krijgen ze een uur psychologie in de week. Er is een leerstoel psychologie in Jerevan maar geen faculteit psychologie. Ook een andere docent, professor Armen Akopian, voegt zich bij ons. ‘De nieuwe marxistische mens is niet alleen een kwestie voor psychologen,’ aldus de docenten. ‘Psychologen zijn hier belast met de theorie der opvoeding. Voor het aanzwengelen van de communistische mens heeft men de samenleving in haar geheel nodig. Men richt zich met betrekking tot dit doel op | |
[pagina 34]
| |
scholen, op collectieven, op de mensen in de straat en het zou onjuist zijn die taak alleen aan psychologen over te laten.’ ‘Wat is volgens u de taak der psychologie?’ vraag ik. ‘Psychologie is het leervak dat de psyche en het karakter van de mens bestudeert; men onderzoekt de betrekkingen tussen de mens, de natuur en de maatschappij.’ ‘Maar om een andere, nieuwe mens te krijgen zal men diens denken en diens waarden effectief moeten beïnvloeden. Hiervoor is kennis van de mens en de psyche nodig.’ ‘Inderdaad,’ reageerde de docent. ‘Maar op 255 miljoen mensen in de ussr zijn slechts 4.000 psychologen, dus specialisten die een poging doen de menselijke natuur - wensen, hoop, angsten, verlangens, beperkingen, intelligentie, noem maar op - te doorgronden, zijn er bijna niet. Want pas wanneer men daar iets van begrijpt, kan men een begin maken met bijsturen in de richting van een nieuwe marxistische mens.’ Docent: ‘Inderdaad.’ ‘De directeur van de kolchoz die ik gisteren bezocht, had geen notie van wat psychologie was.’ Docent: ‘We moeten natuurlijk niet twee processen door elkaar halen. Je hebt enerzijds psychologie als zuivere wetenschap, waarbij naar menselijke functies en het brein wordt gekeken en anderzijds zijn er veel mensen in de samenleving die weliswaar geen diepere kennis van psychologie hebben, maar die ruimschoots steunen op praktische levenservaring. Zij hebben van voorgaande generaties morele eigenschappen en waarden meegekregen. Zij oefenen invloed op nieuwe generaties uit. Die voorzitter van de kolchoz kent geen zuivere psychologie, maar hij kan over meer praktische ervaring beschikken dan iemand die psychologie heeft gestudeerd. Maar in beginsel ben ik het eens met u, dat we meer aandacht aan psychologie moeten besteden.’ 's Middag arriveren we bij het Sevanmeer, een van de mooiste en grootste meren ter wereld. Aanvankelijk hadden de sovjetautoriteiten besloten om het water van het meer voor irrigatieprojecten in de omgeving te gebruiken. Na een aantal jaren bleek echter de ecologie van de omgeving totaal verstoord te zijn. Er werd besloten het meer in haar oorspronkelijke staat te herstellen. Peter Osnos schreef in de Herald Tribune,Ga naar voetnoot18 dat hiervoor een tunnel van 45 kilometer werd gegraven om water van de rivier Arpa terug in het Sevanmeer te brengen. Ik ontmoette de directeur van het project, Anatoly Smolei, in | |
[pagina 35]
| |
diens ijskoude werkkamer. Het meer ligt op een hoogte van 1.916 meter en heeft een oppervlakte van 1.756 vierkante meter. De gemiddelde diepte is 27 meter maar op sommige plaatsen 83 meter. Reeds 40 procent van het water was voor irrigatiedoeleinden gebruikt. Het bezoek eindigde om 14.15 uur. Omdat we sinds het ontbijt van 08.45 uur niets hadden gehad, stelde ik voor een sandwich en een kop koffie te gebruiken. Meteen bonje. De auto was elders nodig in Jerevan. We moesten meteen terug. Voor de zoveelste maal zei ik: ‘Wanneer u iemand uitnodigt en u geeft iedere keer zulke antwoorden, dan denkt de gast op den duur in Afrika op reis te zijn.’ ‘Namens ons allemaal wordt u bedankt,’ zei Genia. Ik zal proberen deze trip zo goed en zo kwaad als het gaat, geduldig uit te zitten. Om 16.30 uur was een gesprek gearrangeerd met jonge mensen in het pionierspaleis. Een meisje vroeg zich af: ‘Hoe zal de jeugd in ons land in het jaar tweeduizend zich hebben ontwikkeld?’ Een ander meisje: ‘De bestudering van de menselijke ziel ligt in onze leer besloten.’ Zij vond dat mensen die klaagden over geld dat aan Hanoi werd uitgegeven, zich niet meer herinnerden dat niemand het Russische volk had geholpen om aan de macht te komen en een nieuw leven op te bouwen. ‘Waarom zouden wij anderen niet helpen hetzelfde te bereiken?’ Toen ik naar voren bracht dat de Amerikanen en geallieerden de ussr tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden geholpen met Land Lease bijvoorbeeld, werd gezegd: ‘Wanneer ze echte bondgenoten van ons waren geweest zouden zij in 1941 een tweede front tegen Hitler hebben geopend. Zij hebben tot 1944 gewacht tot wij de nazi's hier hadden verslagen. Ze zijn pas aan het einde van de oorlog met hun invasie gekomen om nog een stuk van Duitsland voor zichzelf te hebben.’ Ik vroeg of zij dachten dat de Verklaring van Helsinki de tegenstellingen tussen Oost en West zou overbruggen. ‘Dat zal nooit gebeuren,’ werd gezegd. ‘Wij zullen nooit als het Westen denken, dus eenzelfde benadering van het leven is uitgesloten. We zullen coëxistentie tussen verschillende standpunten moeten scheppen.’ Een meisje zei: ‘Uw land mag dan nu rijk zijn, maar wij hebben het grootste potentieel van alle landen ter wereld. Bovendien bestaat in de rijke landen veel armoede, een armoede die wij niet kennen. Hier krijgen alle mensen een gelijke behandeling. De partij doet alles voor de mensen. Er zal nooit een andere partij komen want onze partij bewijst het juiste te doen voor ons land en het volk.’ | |
[pagina 36]
| |
Op een gegeven moment ging Genia staan en, terwijl ik met die Pioniertjes in gesprek was, gaf ze een improvisatie weg over hoe slecht het met de pensioenen in Nederland gesteld was en meer van dergelijk geklets, wat ik verder niet kon controleren. Ik brak de ontmoeting vol walging af. Zij nam een aantal van hen mee om verder te kunnen praten: fanatici onder elkaar. Ik was trouwens nogal verbaasd over het fanatisme van sommige jongeren, die dus allemaal communisten in spe waren. De verhouding was, denk ik, 70 procent meisjes en 30 procent jongens. De meesten waren jongeren, die de journalistiek in wilden gaan. Sommige meisjes spraken met een ongekend superioriteitsgevoel en waren kennelijk volledig gehersenspoeld. Alles keerde zich tegen mij, bij mijn pogingen andere gedachten te planten, inbegrepen mijn darling tolk die, hoe meer zij merkt dat mijn aversie ten opzichte van dit communistische systeem groter wordt, hoe valser ze wordt. Ze kan bijvoorbeeld veelbetekenende en meesmuilende smoelen trekken, wanneer zij een vraag, waar zij het volstrekt mee oneens is, zogenaamd vertaalt. En ik houd toch al compleet rekening met de instelling van het ‘rode publiek’ waar ik me onder bevind. Een jongen filmde de bijeenkomst. Een meisje dat verklaarde dat Nederland nu misschien rijk was, maar dat Rusland veel rijker was en dat het communisme zou overwinnen, gaf ik lik op stuk. Ik antwoordde dat ze onzin kletste en niet wist waar zij het over had. Wat ik in het Pionierspaleis heb gezien was een vorm van Hitlerjugend in de achteruit. Ik heb zelfs tegen het kind gezegd: ‘Je klinkt als Joseph Goebbels.’ Zij hield verder haar mond, maar de ogen van madame Genia kregen een vreemde uitdrukking. Met de grootste moeite kon ik van haar gedaan krijgen, dat zij vertaalde dat de geallieerde bombardementen op de Duitse industrie een belangrijke bijdrage hadden geleverd tot de nazinederlaag aan het oostfront. Maar ik realiseerde me in het hol van de leeuw terecht te zijn gekomen, met als grootste nadeel dat ik de taal niet beheerste. Trouwens ongeveer vijf van de vijftig aanwezige kinderen voerden voornamelijk het woord. Toen Genia wilde bewijzen dat zeker niet alle kinderen Komsomolsken waren en dit met handopsteken wilde aantonen, gingen alle armen de lucht in. ‘Dat is toevallig,’ zegt ze dan. Wat moet ik met dit mens? Eens per jaar maakten zij een krant. Ik kreeg een gesigneerd exemplaar.Ga naar voetnoot19 Na deze ervaring besloot ik de avond te gebruiken om weer | |
[pagina 37]
| |
even naar de beschaving terug te keren en een pianorecital bij te gaan wonen.Ga naar voetnoot20 Op weg er naartoe liep ik tegen een groepje jongelui aan, dat de straat was overgestoken, kennelijk om een praatje te maken. ‘Behoort u tot het Engelse team?’ vroeg een jongen, want er schijnt morgen een wedstrijd tegen een voetbalploeg uit Groot-Brittannië te worden gespeeld. Hij moest natuurlijk ergens beginnen. Hij was student aan een polytechnisch instituut. Hij was groot en lang en heette Varos Ackopian, maar werd Bob genoemd. Ik zei dat ik bezig was een boekje te schrijven en daarbij veel te veel communisten ontmoette. We maakten een afspraak na afloop van het pianorecital. Ik trof het groepje als afgesproken na het concert. Art Hatitian, een radio-elektronicastudent sprak het beste Engels, maar Bob had een zalige smoel, afgekloven nagels, een goeie bek, was een donkerblonde beer, die kennelijk regelmatig op de sportacademie vertoefde. Een van hen studeerde voor tandarts en Karen (zie het fotokatern) was onlangs gedemobiliseerd uit het sovjetleger in de ddr. Hij was degene voor wie ik een stil, onverklaarbaar gevoel kreeg. Hij werkte op het plaatselijke gosplan. De vijfde jongen studeerde voor ingenieur in de melkindustrie. We wandelden eerst door een aantal straten naar een jeugdcafé, maar er waren geen tafeltjes beschikbaar. We zouden naar het huis van een vriendin gaan. Bob stelde echter voor om naar zijn flat te gaan en wilde eerst zijn ouders bellen. In drie telefooncellen werkte het apparaat niet, maar de vierde deed het en we sprongen in twee taxi's. Bob woonde in een modern gebouw op de elfde verdieping. Hij stelde me voor aan pa en ma, die zich vrijwel meteen in hun slaapkamer terugtrokken. De meeste mensen hier liggen om 22.00 uur onder de wol. De zitkamer was ruim en op televisie was een ijshockeywedstrijd tussen een legerteam en Dynamo Moskou aan de gang. We schoven in een kring bij elkaar. Vrijwel unaniem werd het reisverbod als een van de hinderlijkste beperkingen in hun leven gezien. Bobs grootmoeder woonde nabij New York, maar hij kon niet weg. Een minuut later wees hij met trots op het feit dat in Jerevan een ondergrondse in aanbouw was. Ik probeerde van alles om erachter te komen waar ze stonden. ‘Er zijn een aantal nadelen aan het communisme verbonden, maar ik ken eigenlijk geen mensen die echt tegen het marxisme zijn,’ vertelde Art. Ik wist dat hij op zijn hoede was ondanks alles. | |
[pagina 38]
| |
‘Maar jullie zijn toch geen partijleden?’ ‘Nee, maar we zijn Komsomolsken.’ ‘Allemaal?’ Maar daar kreeg ik verder geen antwoord op. ‘Waarom zou er alleen gewerkt moeten worden aan coëxistentie between staten en niet tussen mensen,’ vroeg ik verder. ‘I cannot answer your question,’ zei een van hen, ‘dat is ons systeem.’ Art vervolgde: ‘Zeker, sommige aspecten van onze samenleving zijn niet goed, maar we hebben allemaal werk. Hoe is dat bij jullie?’ Dan wordt er doorgevraagd over wie het werkloosheidsprobleem in het westen financiert. Zij wilden details horen. Daarop werd een draagbare radio te voorschijn gehaald. Er moest naar het nieuws van de Voice of America worden geluisterd. ‘Er zijn ook uitzendingen in het Armeens vanuit de vs en Engeland,’ zeiden ze. Ze hadden een uitgave van bbc-programma's in een soort Readers Digest-formaat. ‘Waar haal je die vandaan?’ vroeg ik. ‘In the bookshops,’ zei hij maar werd prompt door de anderen tegengesproken. Ik gooide een ander visje uit. Ik vertelde de groep dat Nikolai in Kiev me had gezegd nooit zijn mening te hebben durven geven gedurende zijn gehele diensttijd in het leger, laat staan dat hij anticommunist was. Niemand reageerde. Wie zwijgt stemt toe. Toch viel me op hoe goed ze internationaal op de hoogte zijn. Bob trok een fles wodka open. Er werd gedronken op toekomstige betrekkingen tussen Amerika en de Sovjet-Unie. ‘I believe in it’ zei hij. Art wilde zich er niet over uitspreken. De jongen die in de melkindustrie werkte zei er niet in te geloven. ‘Waarom zouden ze niet samengaan?’ aldus Bob. ‘Samen zouden zij de belangrijkste macht in de wereld kunnen vormen.’ ‘En samen tackle China,’ zei een ander. ‘Waarom China?’ vroeg ik en hield me van den domme. ‘Well, the Chinese are terrible: there are 800 million of them.’ ‘No, one billion,’ zei een ander. ‘Het zou een koud kunstje voor de ussr zijn China van de aardbodem te vegen met jullie atoomwapens,’ zei ik. ‘They too, have rockets,’ was het antwoord. ‘Ja, maar een staalproductie kleiner dan Groot-Britannië,’ vervolgde ik om te hengelen. ‘We could destroy them with laser beams,’ zei Karen. ‘Indien Amerika en jullie partners zouden worden, zal eerst jullie systeem moeten veranderen en dat zal ook wel gebeuren,’ zei ik. Bob: ‘I believe, it will not happen now, but in the future.’ | |
[pagina 39]
| |
‘It will never, never change,’ zei de ingenieur van de melkfabriek. ‘Wanneer er geen toenemende vrijheid in jullie land zal komen,’ vervolgde ik, ‘zal er ook nooit werkelijke samenwerking tussen Moskou en Washington mogelijk zijn. Dan gaan we verder met leven onder de druk van een vrede, die door de wapenwedloop wordt afgedwongen. Jullie land zal veranderen, het is al bezig te veranderen. Kijk maar, ik ben hier nu bij jullie.’ ‘You are the first man from abroad, we speak with like this. It is very important for us,’ antwoordde Art. ‘Jullie zijn eigenlijk precies als wij,’ vervolgde ik. ‘Met Bob voel ik me misschien het meest verbonden in wat hij zegt en denkt. Of onze levensfilosofie nu communistisch of kapitalistisch is, vergeet nooit dat we in de grond van de zaak allemaal animals zijn.’ Ze wilden me een souvenir van Armenië en van onze ontmoeting geven. ‘Give me a small piece of your heads and hearts,’ zei ik. Maar on second thought herinnerde ik me een artikel over hoe graag ik een broekriem van het sovjetleger zou willen hebben met de koperen gesp met hamer en sikkel. Karen, de zojuist uit de ddr teruggekeerde soldaat, beloofde er morgen een voor me te zullen meebrengen. Dit zei me des te meer, want hij trok bij mij eigenlijk, ook door zijn teruggetrokken houding, de meeste aandacht. Morgen zou ik op de universiteit een klas studenten in de journalistiek ontmoeten. Ik nodigde ze allemaal uit. Ze komen graag, maar ze zeiden mij voor het gebouw te willen ontmoeten om samen met mij naar binnen te gaan. Ze brachten me gezamenlijk weg tot de hoek van de straat van het hotel. Ze wilden er liever niet dichterbij komen, omdat hotels wespennesten van politie, kgb en spionnen zijn. | |
21 oktober 1975De ochtendgloed was als van goud. Het is prachtig weer. Ik droomde van mam en tante Jetty, die lief waren. Bij het ontwaken droomde ik als journalist een rede van prins Claus in Dallas bij te wonen. Later wilde ik naar huis in de sneeuw en gaf een dame een arm om te voorkomen dat zij uitgleed. Vervolgens was er een gladde, bruine tekkel met zes of zeven jongen. Zij liepen midden op de snelweg. Wanhopig probeerde ik het verkeer tegen te houden. Auto's gingen rakelings langs me heen. Een hondje was al half overreden. Ik gaf het op en werd wakker. Gisteren zag ik verschillende doodgereden dieren langs de weg. Tweemaal een grote hond. Komt een droom uit zo'n ervaring voort? | |
[pagina 40]
| |
Ik ontmoette een dertigtal studenten, meest meisjes. Karen had een auto van gosplan versierd. Ze kwamen me ophalen. Hij gaf me zijn riem, die hij in de ddr had gedragen.Ga naar voetnoot21 Het was prettig dat ze erbij waren. Ik sneed als eerste de vraag aan waarom jongeren geen buitenlandse gasten in de buurt van hotels willen ontmoeten. Dit had niets met angst te maken, maar je wist maar nooit wat een bezoekende journalist later in zijn krant zou schrijven dat repercussies voor de achterblijvers zou kunnen hebben. Een jongen, die kennelijk ook militiaman was, verduidelijkte dat hotels dikwijls centra van illegaliteit waren, alwaar men clandestien valuta verhandelde, soms zelfs drugs, of waar voor geld seks werd bedreven. Een andere student, Sacha, had een vriend meegenomen, de kinderarts dr. Waagen Demuzian. ‘Ik wil helpen om een gezonde omgeving voor kinderen te scheppen,’ vertelde hij. ‘Ik bestudeer milieuvervuiling en het effect daarvan op kinderen.’ Hij wijdde uit over giftige stoffen in de atmosfeer en aanverwante zaken. Ik vroeg hem of hij Barry CommonerGa naar voetnoot22 had gelezen. Nooit van gehoord. Hij kende wel bronnen afkomstig uit Japan maar het verschil met de Sovjet-Unie was dat de staat zich hiermee bezighield. Hij had zelf geen kinderen maar kinderzorg was zijn hele leven. ‘Hoe verwerken kinderen tradities, waar men hen misschien over vertelt, zoals de offerande in de kerk?’ vroeg ik hem. Demuzian: ‘Geen probleem. Onze kinderen kijken naar een kerk als naar een oudheidkundig museum. Zij bezien de architectuur, de iconen en luisteren naar oude kerkmuziek. Zij waarderen deze nog uit een oogpunt van esthetiek.’ Ik vertelde kotsmisselijk te zijn geworden van het slachten van schapen op de treden van de kathedraal, bijgewoond door ouders en kinderen die naar de kerk gingen. ‘U moet de historische achtergronden bestuderen,’ aldus professor Demuzian. ‘Zelfs met de komst van het christendom, is de gewoonte van het offeren van dieren blijven voortbestaan. De invloed van deze gewoonte was te sterk. Maar onze kinderen kijken ernaar en zoeken naar de inhoud ervan.’ ‘Waarom ze niet gewoon duidelijk maken dat dit een primitiviteit van Bosjesmannen is?’ ‘Wij voeden onze kinderen vrij op. Wij zeggen nooit wat goed of slecht is. Het is hun eigen zaak om te oordelen.’ | |
[pagina 41]
| |
Ik dacht: man, hoe krijg je de onzin door je keel? Je zou eens naar de vertalingen en interpretaties van madame moeten luisteren. Demuzian vervolgde: ‘Dat offeren van dieren brengt verder geen schade toe aan de mensen. Kinderen kijken ernaar als naar een picknick. Oorlog voeren, zoals in de Tweede Wereldoorlog, is een heel andere zaak. Kinderen van nu moeten worden opgevoed met het besef dat we alles moeten doen om een nieuwe oorlog te voorkomen. Bij iedere fase van de opvoeding zullen we de rol van vrede in de wereld verder moeten verduidelijken en uitdiepen.’ Opnieuw vroeg ik ook in deze kring hoe het met het communistische experiment van een nieuwe marxistische mens was gesteld. ‘Het is geen experiment’, werd gezegd. ‘We zijn al vijftig jaar met het scheppen van een nieuwe marxistische mens bezig. Er valt niet over te praten alsof je voor het eerst een nieuw medicijn op een mens beproeft. We moeten hierbij spreken over een geheel nieuw sociaal proces, dat totstandkwam uit een aantal fasen van de menselijke beschaving. De conclusies die Marx en Lenin trokken zijn niet te vergelijken met cybernetica en de uitkomst van computerberekeningen. Zij hebben zorgvuldig alles afgewogen en daarna hun analyses getrokken. Het was het resultaat van onderzoekingen, verspreid over een groot aantal jaren.’ ‘Hoe stuur je kinderen in de richting van die nieuwe communistische mens? Voorlopig staren zij zich, als alle kinderen overal ter wereld, blind op bijvoorbeeld blue jeans.’ Demuzian: ‘We moeten de kinderen alles vertellen, vooral over wat goed is.’ Hij sprak zichzelf nu lijnrecht tegen. Hij zag in de toekomst een toename van zenuwziekten onder de mensen. Er zou een conflict ontstaan tussen de biologische en de sociale mogelijkheden, die het menszijn bood. We waren twee uur bij elkaar. Wat me opviel was dat zowel de professor van de faculteit der journalistiek, als enkele aanwezige docenten geen enkele keer hun mond opendeden. Vrijwel de hele discussie ging tussen enkele studenten, Sacha, de door hem meegebrachte kinderarts dr. Demuzian en mij. Het leek me vrijwel zeker dat dit een regeling achter de schermen van mevrouw Makarova (Genia) en apn is geweest. Walgelijk eigenlijk. Ze blijft alles strijk en zet verpesten en in haar ogen voor het vaderland alles zo goed mogelijk ‘regelen’. Ik nam afscheid van mijn vijf Armeense vrienden, wat ik een beetje pijnlijk vond, want ik had liever de rest van de dag met hen opgetrokken dan mijn apn-programma vervolgen. | |
[pagina 42]
| |
Er was een jongen die mij, nadat ik had gezegd dat de kennis van de mens in het atoomtijdperk van levensbelang was, in de rede viel en zei: ‘Maar Lenin heeft alle antwoorden op die vraag gegeven. De nieuwe mens zal zich in lijn met de nieuwe maatschappij ontwikkelen.’ ‘Dat dacht je maar. Toen Lenin leefde en zijn gedachten opschreef wist hij echt niet dat het marxismeleninisme een wagentje op de maan zou laten rijden, laat staan dat we zoveel ontdekkingen zouden doen over hersens en computers.’ Die jongen liet er gewoon op volgen: ‘Het heeft geen zin om met u hierover te spreken, want u kent het werk van Lenin niet.’ Later wenste hij me nog een goede reis, met een ondertoon van lazer maar spoedig op. ‘U spreekt over de ontwikkeling van de psychologie in een kapitalistische maatschappij, maar bij ons gaat het heel anders. Alles zal hier op den duur heel anders zijn.’ Een andere jongen vroeg: ‘Bent u gekomen om ons van iets te overtuigen?’ ‘Nee,’ antwoordde ik, ‘maar wat me interesseert is hoe men in dit land denkt die nieuwe communistische mens te scheppen, of in het leven te roepen. Ik geloof namelijk dat zonder oneindig meer aandacht aan de psyche, de neurofysiologie en het behaviorisme te besteden, er nooit iets van terecht zal komen. En wat ik er tot dusverre op deze reis van heb gezien, na vijftig jaar marxismeleninisme, vind ik niet bepaald bemoedigend.’ Er werd dan vervolgens gewoon van onderwerp veranderd. De volgende vraag was: ‘Kan bij u iedereen studeren?’ ‘Ja, in principe wel, maar zij, die een beurs van de overheid krijgen moeten deze, als zij eenmaal werken, terugbetalen.’ Ben na de lunch in de zon aantekeningen gaan zitten uitwerken.Ga naar voetnoot23 Om 15.00 uur waren we terug op het conservatorium, want apn en Genia hadden inmiddels ontdekt, dat wanneer men mij in muzikale sferen bracht, dit het snelste mijn humeur deed opklaren. Ik ontmoette de pianolerares, Rian Zolotova, en Ruben Sakisian, een lid van de plaatselijke unie van componisten. Irina speelde pianominiaturen van Armeense melodieën door Ruben gecomponeerd. Het deed aan Arnold Schönberg denken. Mooi. Het is een prachtige avond. Vleermuizen cirkelen in de lucht. We vliegen via Tasjkent notabene, waar ik niet naartoe mocht, naar Alma Ata. Hoe zou het met peter zijn? Wat is hij aan het | |
[pagina 43]
| |
doen? Denk eens in dat we ooit een levenspact zouden aangaan? En Tage? Ik zie zijn ogen voor me.Ga naar voetnoot24 Op het vliegveld zat ik me te vervelen, toen een jongen de vip-lounge binnenkwam, in jeans met heupzakken, vest en shirt, kennelijk een Arabier, zeer aantrekkelijk. Zijn naam was Azizi Sarkis, een Maroniet uit het noordelijke, het christelijke, deel van Libanon. Hij had van de sovjetambassade in Beiroet een beurs gekregen om filosofie in Moskou te gaan studeren en was zaterdag in Jerevan binnengevlogen, maar had niet op zijn visum (in het Russisch) kunnen zien, dat dit reeds was verlopen. Hij had in september binnen moeten komen; hij werd niet toegelaten. Hij had drie dagen voor 26 dollar per nacht in een hotel gezeten, vrijwel niets te eten gehad door gebrek aan geld. Hij had de grootst mogelijke taalproblemen. De douanebeambten hadden Moskou gebeld. Het antwoord was njet geweest. De jongen was zichtbaar in paniek. Ik maakte de fout niet onmiddellijk madame erbij te roepen. Pas vlak voordat we zelf moesten vliegen, vertelde ik haar wat er aan de hand was. Zij liet per portofoon security opdraven. Het was Genia op haar best. Ze stak een fel en ik denk uiterst effectief toespraakje af, waar ook Aeroflot-personeel omheen dromde. Ze stopte tien roebel in mijn hand om aan Azizi te geven. Zij deed moeite om het plaatselijke apn-kantoor te bellen, maar het nummer was in gesprek. Ik omhelsde Azizi, toen wij naar ons vliegtuig moesten. We wisselden adressen uit. Hij wist niet hoe hij het had. Genia ging zelfs zover de plaatselijke autoriteiten te dreigen dat zij in Moskou navraag zou doen of de jongen was doorgereisd naar de hoofdstad. Een Aeroflot-stewardess zei tegen haar: ‘U mag hem geen geld geven.’ ‘Ik wil wel eens zien wie mij dit verbiedt,’ zei Genia en tegen mij: ‘Een of andere domkop bij de douane heeft een ernstige fout gemaakt. Ik heb ze gezegd dat u journalist bent.’ Azizi wuifde me na. ‘I will never forget you,’ zei hij. Ik aarzelde om hem tien dollar te geven. Ik had het zonder meer moeten doen. We maakten rond middernacht een tussenlanding in Tasjkent. Nu heb ik toch op die plek gelopen, terwijl mij geen vergunning werd verleend de stad te bezoeken, waar mijn moeders moeder en haar man Ilya graaf Poslavsky voor de Russische revolutie hadden gewoond in het plaatselijke paleis, het Witte Huis. Overgrootvader Poslavsky was de goubernatorGa naar voetnoot25 voor de | |
[pagina 44]
| |
Tsaar voor Russisch Azië. Had er heel wat voor gegeven een kijkje in de stad te kunnen nemen. We werden begeleid door een Aziatische Intourist guide en naar een afgegrendeld vip-gedeelte van de luchthaven gebracht. Alles was dicht. Ik verdomde het me de wet te laten voorschrijven want elders was de luchthaven nog in vol bedrijf. Ik klom over een hekje en Genia moest omlopen, maar we kwamen tenslotte in een coffeeshop waar warme koffie (nota bene met melk) en een soort crêpes gevuld met vlees waren te krijgen. Trouwens, er was van alles, gebraden kippen, flessen champagne, eigenlijk de best uitgeruste coffeeshop die ik tot dusverre in de ussr had gezien. Genia was zenuwachtig dat we iets hadden gedaan wat eigenlijk niet mocht. De gids draaide om ons heen met een smoel als een oorwurm. Ik zag buiten aan de architectuur van de gebouwen dat we in Azië waren. De bomen waren groen. Er waren mooie vijvers. De temperatuur was om het vriespunt. | |
22 oktober 1975Alma Ata, KazachstanVanmorgen om 05.30 uur lokale tijd, plofte ik doodmoe in bed. We werden vannacht nota bene om 03.00 uur door een dame van de lokale apn bij de vliegtuigtrap bij vier graden onder nul verwelkomd. Alma Ata bleek een gloednieuwe airterminal te hebben. In Tasjkent was een gebouw in aanbouw. We zijn hier dicht bij de grens met China. Het is aan de mensen te zien. Er liggen grillige, woeste en besneeuwde bergen rondom de stad. Om 11.00 uur zijn we op een middelbare school met 687 leerlingen, die landbouwonderricht krijgen. Omdat het kinderen van nomaden zijn worden ze in hun eigen talen onderwezen. We spreken met wat kinderen en een lerares. Om 12.00 uur zijn we in een hospitaal voor veteranen uit de oorlog. De instelling heeft 550 bedden. Er zijn 360 patiënten die zich niet meer kunnen bewegen. Het ziekenhuis beschikt over 120 artsen en 260 verpleegsters. ‘Wat wordt er aan de geestelijke verzorging gedaan?’ vroeg ik de plaatsvervangend arts-directeur. ‘Wat bedoelt u hiermee?’ ‘Die mensen zijn kennelijk niet alleen lichamelijk ziek.’ ‘Neen, maar we hebben een bibliotheek, cinema, sportzaal, zwembad en artsen spreken regelmatig met de patiënten.’ ‘Hoe hanteert men de geestelijke problemen?’ Hij keek puzzled; niet over nagedacht. ‘We hebben hier geen priesters, als u dat soms bedoelt. Of wilt u weten of we werktherapie organiseren?’ | |
[pagina 45]
| |
‘Een mens die verlamd is heeft immers ook nog een geest?’ Tot mijn niet geringe verbazing herhaalde deze arts dat er een bibliotheek, cinema, zwembad en sportzaal was. Ik vroeg dus: ‘Wat bedoelt u met gesprekken met artsen?’ ‘Alle medische problemen van onze patiënten worden in gesprekken met artsen, de chef de clinique of de directeur opgelost. En zijn er sociale problemen, dan mengt het ministerie zich in de kwestie. Om u een voorbeeld te geven: soms is het wagentje van een invalide versleten en dan komt het ministerie eraan te pas om dit probleem op te lossen. Of liever, het ministerie van volksgezondheid neemt de beslissing en het ministerie van Sociale Zaken voert de beslissing uit.’ ‘En wat als een patiënt psychotherapie behoort te krijgen?’ ‘We hebben vijf neuropsychologen in dit ziekenhuis en vanzelfsprekend worden zij dan geraadpleegd.’ Genia, de tolk, begint zich met de vraagstelling als gewoonlijk te bemoeien. Ik begrijp uit de woordenwisseling dat zij over psychiaters is begonnen. Er is bovendien een psychiater aan dit ziekenhuis verbonden, blijkt nu. Uit het hele gesprek bleek klip en klaar dat de mind van de oorlogsinvaliden er in het boekje van de heren artsen verder niet aan te pas komt. Een treurige zaak. ‘Wanneer iemand geestelijk gestoord zou zijn,’ is de conclusie die men mij probeert aan te smeren, ‘dan gaat zo iemand naar een daarvoor uitgeruste inrichting.’ We vertrekken. Bij apn ontmoetten we twee jonge journalisten uit Moskou, Nikolai Larin en Nikolai Skalon, die om praktijkervaring op te doen naar Alma Ata kwamen. Het gesprek kwam absoluut niet van de grond. Ik begin Genia er steeds meer van te verdenken dat zij bezig was een spaak in het wiel te steken.Ga naar voetnoot26 Om 16.30 uur zijn we in de Kazag-filmstudios.Ga naar voetnoot27 's Avond een bezoek aan de Kazakhstaanse opera. | |
23 oktober 1975Om 09.00 uur een bezoek aan het Instituut voor Filosofie en Recht. Aanwezig waren de directeur Gabaichan Abdildin en de docenten Murat Baimachanov, Marat Sugikov, victor Glumin en professor Vusja Chernjak. De spelling van namen verschilt aanzienlijk als Genia Makarova ze voor me opschrijft of als de geïnterviewden het zelf doen. Na een inleiding waarin hij zegt verheugd te zijn dat een buitenlandse journalist belangstelling voor zijn instituut toont, | |
[pagina 46]
| |
geeft de directeur een overzicht van de verschillende studie richtingen die eindigen met het vak ‘Bestudering van de mens als persoon’. Hier onderbrak ik hem en vroeg me hardop af of men daarbij de wezenstrekken van die persoon naar eerlijkheid analyseerde. Onmiddellijk werd de discussie levendiger. De directeur zei over deze opmerking met stomheid te zijn geslagen. Er gold een algemene ethische categorie voor alle mensen. ‘Ik heb nog nooit nagedacht over wat u stelt. Ik lieg nooit,’ aldus de directeur. Een ander viel in: ‘Bij de bestudering van de mens moet men de objectieve feiten bestuderen.’ De directeur: ‘De dialoog tussen de biologie (Genia vertaalde natuurkunde) en de geschiedenis is zeer belangrijk.’ Ik vroeg of dit ook in de kunst gold en kreeg het ontstellende antwoord: ‘Bij ons zal de kunst één waarheid van het leven weerspiegelen.’ ‘Heren, wat me deze reis vooral opvalt is dat ik word doodgegooid met het woordje waarheid, terwijl, voor mij althans, dit woord zoals het hier wordt gebruikt, geen inhoud heeft.’ Antwoord: ‘Ik dacht niet dat we over filosofie zouden spreken, maar we hebben geen bezwaar hierop in te gaan. Door de eeuwen heen heeft het mensdom waarheid en eerlijkheid als norm voor het menselijke gedrag gevestigd.’ ‘Misschien. En ik weet dat uw belangrijkste krant PravdaGa naar voetnoot28 heet, maar ik vrees dat in dit geval dit woord me aan een holle slogan doet denken.’ ‘Mijnheer, wanneer wij de inhoud van de categorie waarheid zouden missen, zouden wij onze menselijke vorm in ons gedrag aan inhoud ontberen.’Ga naar voetnoot29 ‘Laat ik het anders vragen: bent u van mening dat iedereen in de Sovjet-Unie aan het woord “waarheid” dezelfde inhoud geeft?’ Directeur: ‘Zeker wanneer het om de weerspiegeling van feiten gaat.’ ‘Nee, wat ik vroeg was: hecht iedere burger in dit land dezelfde waarde aan waarheid, zoals u die nu omschrijft?’ Antwoord: ‘Wij trachten bij de opvoeding het besef voor waarheid als weerspiegeling van de feiten mee te geven aan onze jonge mensen. Wanneer iemand over zijn werk spreekt, zal hij dus alle aspecten van zijn bezigheden moeten behande- | |
[pagina 47]
| |
len. Het gaat om de concrete werkelijkheid. Wij voeden op, opdat de werkelijkheid onder ogen wordt gezien en als zodanig wordt verwerkt. Doet men dit niet, dan valt er niet te helpen en ontstaan misverstanden.’ Directeur: ‘Omdat wij een grote en diverse bevolking vormen in de ussr, is de opvoeding in het algemeen op eerlijkheid gericht. Wat niet wegneemt dat bij ieder mens afzonderlijk, individualiteit en cultuur meespelen. Ieder mens voegt eigen “kleuren” toe.’ ‘En alles overheersend is dan ook nog uw communistische opvatting ten aanzien van historisch-optimisme.’ Directeur: ‘De meest vooraanstaande klasse is bij ons het proletariaat. Deze klasse is bezig iets nieuws op te bouwen en doet dit in vaste overtuiging met inderdaad in gedachten de methode van historisch-optimisme.’ Een ander: ‘Ons optimisme in onze filosofie is gestoeld op onze gedachten en dromen, die reeds eeuwenlang onder ons volk leven.’ ‘Mijn indruk was dat er eeuwenlang sterke religieuze gevoelens onder uw volk leefden.’ Antwoord: ‘Religie is dogma. Religie wordt door niets bevestigd. Men wordt slechts gevraagd om te geloven.’ ‘En op welke dromen hebt u gewezen?’ Antwoord: ‘Onze welvaart, onze morele tevredenheid met ons werk, onze mogelijkheden met scheppende arbeid bezig te zijn bij het bouwen van een nieuwe samenleving. We scheppen interessant werk voor onze kinderen. Onze kennis wordt naar nieuwe hoogten opgevoerd en de intelligentie verder ontwikkeld. We hebben immers eeuwenlang gedroomd over een nieuwe harmonische mens. Uit dit alles vloeit ons optimisme voort.’ Directeur: ‘Eeuwenlang werden onze arbeiders onderdrukt. Onze hele gedachtenwereld concentreert zich op de bevrijding van de werkende massa. Dat bepaalt de ethiek van onze filosofie en brengt ons tot optimisme.’ Ik steek een kleine redevoering af over eerlijkheid en objectiviteit en wat voor de een waar is voor de ander een andere betekenis heeft. Hoe Nikita Khrushchev al verkondigde dat de vn door drie secretarissen-generaal diende te worden gerund, omdat één man niet objectief genoeg kon zijn. Ook omdat we weinig of niets van de geest en de hersenen weten, heeft spreken over waarheid weinig zin, laat staan er een politieke filosofie omheen te ontwikkelen. Directeur: ‘Ethiek is een product van de menselijke geschie- | |
[pagina 48]
| |
denis. Tot dusverre bespraken we eerlijkheid in algemene zin. Marx had hier een uitgesproken mening over. Eerlijkheid heeft een klassefactor die goed van kwaad weet te onderscheiden.’ ‘Wat heeft dit in hemelsnaam met klasseverschillen te maken?’ Directeur: ‘Kijk naar Gerald Ford en Nelson Rockefeller.’ ‘Ik zou eerlijkheid echt niet verbonden willen zien met iemands bankrekening.’ Directeur: ‘Gerald Ford kan zijn gezin alles geven wat hun hartje begeert. Hij beschouwt dit als goed en normaal. Maar er is ook het standpunt van de Amerikaanse werklozen, die geen geld hebben en die zelfs aan hun minimale wensen niet kunnen voldoen. Dit is een oneerlijk situatie. Want de werkloze en de arme hebben ook hun hele leven gewerkt en geploeterd om er te komen. voor de klasse waar Ford toebehoort, is dit goed en normaal, maar voor de massa is het dit niet. Hier ziet men, hoe de begrippen goed en kwaad verschillende invullingen krijgen.’ Hij vervolgde: ‘We hebben dus een algemeen menselijke benadering van eerlijkheid. We zien een klassenbenadering van eerlijkheid en verder is er een individuele benadering.’ ‘Prima. Daar wilde ik u hebben. Want nu komt het erop aan wat we met ons brein doen.’ Antwoord: ‘Marx stelde dat de inhoud van de gedachten van de mens, verwoord werd in het gedrag van de massa.’ Een ander: ‘Het gedrag van mensen is nauw verbonden met menselijke wetten. Het illustreert de andere zijde van de wil en innerlijke wensen. Er ontstaat een samensmelting.’ Omdat ik uiteindelijk bij de nieuwe marxistische mens terecht wilde komen weidde ik over input en output van het brein uit en de werking van de drie pond protoplasma in ons hoofd. Op dat moment verliet de directeur de kamer. De anderen bleven moedig zitten. Antwoord: ‘U roert hier zeer ingewikkelde problemen aan. In onze historische benadering zijn wij het niet eens met C.G. Jung. Wij zien de hersens als een orgaan van onze gedachten. Het komt er nu op aan: zijn die gedachten progressief, reactionair of liberaal. Dat zal afhangen van een macro- of een micromilieu. Het hangt verder af van de tradities bij gedachtevorming. Die zijn immers verschillend?’ | |
[pagina 49]
| |
Ik tekende: ‘Ziet u,’ vertelde ik hen, ‘wanneer de ziel (en de natuur van de mens) uit een aantal lagen bestaat, bijvoorbeeld vijf, dan zullen Napoleon, Hitler of Stalin - of Marx en Lenin als denkers en theoretici van het communisme - misschien tot laag nummer twee of drie kunnen doordringen. Maar om een totale verandering van “de mens” in gedrag en gedachtegang te bewerkstelligen, zoals in het geval van een nieuwe marxistische mens, zal men tot de diepste en vijfde laag moeten doordringen. Zelfs Mao lukte het niet van mensen totale robots te maken.’ Antwoord: ‘Wij spreken te breed over het geestelijke leven van de bevolking. Misschien zeg ik het te onnauwkeurig, maar volgens mij is de formatie van het zelfbewustzijn bij de massa niet te verklaren. Wij zoeken ook antwoord op deze vragen. Welke klassen spelen een belangrijke rol bij de vorming van dit nieuwe bewustzijn? Hoe voltrekt zich een wisselwerking van progressieve tendensen? Bij ons speelt de arbeidende klasse een belangrijke rol, omdat zij materiële waarden schept.’ Een ander: ‘U en wij benaderen de psyche verschillend. Dat verschil in inzicht heeft te maken met een verschil in begrip over de mens zelf. Uit uw woorden leid ik af dat u de mens ziet als een geïsoleerd persoon, die niet met zijn omgeving is verbonden. voor u wordt het gedrag van de mens uitsluitend bepaald door het individuele bewustzijn. Wij zien mensen niet als geïsoleerd van de samenleving. De mens is een sociaal dier dat nauw betrokken is bij het milieu, bij concrete levensomstandigheden, bij collectieven, daarom....’ ‘Ik denk dat uw benadering en die van de cpsu en alles wat er in dit land aan verbetering en vooruitgang wordt nagestreefd, niet meer dan twee, of hoogstens drie lagen van de ziel bereikt. Dat wil zeggen: zolang men niet tot de diepte van het wezen doordringt, zal het nastreven van fundamentele nieuwe benaderingen van elkaar, de samenleving of de wereld achterwege blijven.’ Antwoord: ‘Marx is een gewone zaak voor ons. U begint te | |
[pagina 50]
| |
spreken over C.G. Jung. Voor ons is het wetenschappelijk begrip dat Marx voor deze zaken had, voldoende. En Marx' inzichten worden in de praktijk bevestigd.’ ‘Is dit werkelijk zo? Toen Marx zijn ideeën neerpende, moesik ten Freud, Jung, Adler en alle anderen hun ontdekkingen over het brein nog beginnen. Ik betwijfel of Marx wist wat dieptepsychologie was, dus hoe tot de vijfde laag van de ziel door te dringen opdat het een wezenlijk verschil zou gaan uitmaken.’ Antwoord: ‘Het is een historische, scheppende werkzaamheid dat het zelfbewustzijn van de massa zich ontwikkelt. De massa is de voornaamste schepper van materiële en geestelijke waarden.’ ‘Geloof er geen pest van. Napoleon, Hitler en Stalin hebben ongekende hersenspoelingmethoden toegepast om de massa mee te krijgen in de meest absurde avonturen. In uw benadering van een nieuwe marxistische mens zult u veel en veel dieper moeten gaan, wilt u ooit in dit ideaal slagen.’ ‘Wij willen onderstrepen dat we in ons gesprek met u hebben herhaald wat Marx zei en ons heeft geleerd. Er zijn sedertdien nieuwe systemen en benaderingen op onze wetenschappelijke instituten uitgewerkt. Daar bent u nog niet geweest. Daar zijn wij ook niet mee bekend. Wat wordt er niet allemaal op het gebied van cybernetica onderzocht en bereikt?’ Om 11.00 uur zaten we bij de eerste secretaris van de Unie van Schrijvers van Kazakstan, Anuar Alimganov. Toen ik zijn visitekaartje later kreeg, bleek hij Alimzhanov te heten. Hij viel vrijwel meteen in huis met de Vijfde Conferentie van Afro-Aziatische schrijvers die van 4 tot 9 september 1973 in Alma Ata was gehouden. Hij leek verbaasd dat ik er niet van op de hoogte was. Zeventig landen namen eraan deel. Ik vroeg Alimzhanov of hij Djawoto kende van het secretariaat van Afro-Aziatische schrijvers in Peking. Opnieuw een agressief antwoord: ‘Als Djawoto in zijn eigen land woonde en zou spreken namens de schrijvers van Indonesië, zou ik zeggen “Ik ken hem.” Onder deze omstandigheden kan ik hem niet erkennen.’ Ik antwoordde dat Djawoto het slachtoffer was van een fascistische coup in zijn land en dat hij eigenlijk niet wist waar hij over sprak. Gooide het maar over een andere boeg en begon over het belang van de Slotakte van Helsinki. Twee andere schrijvers, Murat Auezov en Kairat Yumagaliev voegden zich bij ons. Er kwam niet veel uit. Ons volgende bezoek gold enkele docenten van het Kazakhstaanse pedagogische instituut voor vrouwen. We ontmoetten de conrector, de chef van de leerstoel voor natuurkunde, een docente biologie, een professor voor de taal van Kazakstan en | |
[pagina 51]
| |
een lid van de komsomol vakbond. Er werd een cursus van vijf jaar gegeven aan 3.000 studenten. Er waren 28 leerstoelen. Na wat heen en weer gepraat kwam ik met de onvermijdelijke vraag of men dacht dat men de mens zo ingrijpend zou kunnen veranderen als het ideaal van het communisme was. ‘Bent u van mening dat het programmeren van de samenleving niet haalbaar zou zijn?’ vroeg de biologe. ‘Je hoeft slechts in de Sovjet-Unie rond te kijken en te luisteren naar wat er wordt gezegd,’ antwoordde ik. Biologe: ‘Bij ons heeft het bewustzijn van de mensen grote veranderingen ondergaan bij de verschuivingen die van het verleden tot heden toe plaats hebben gehad in de samenleving. Ik ben er dan ook heel diep van overtuigd,’ vervolgde zij, ‘dat de mens, de homo sapiens, zich in de communistische samenleving zowel in geestelijke als lichamelijke zin buitengewoon harmonieus heeft ontwikkeld. Ieder mens heeft nu kennis van internationale zaken en is in brede zin veel beter op de hoogte van de cultuur van het mensdom in het algemeen.’ ‘We krijgen hier meisjes, die veelal afkomstig zijn uit de dorpen en de bergen in Kazachstan,’ aldus een andere docent. ‘Wanneer zij hier hebben gestudeerd en naar hun gebied teruggaan om les te geven, dan gaan zij als een zeer ontwikkeld mens terug.’ ‘Ja,’ zei een ander, ‘dan zijn zij zowel uiterlijk als innerlijk als mens veranderd.’ ‘Oké. Ze zullen veel geleerd hebben en de kennis van die kinderen is onvergelijkbaar en misschien zelfs allround. Maar in hoeverre denkt u erin te zijn geslaagd de basis van het denken, de wortel der natuur, van deze kinderen te hebben beïnvloed?’ ‘Dat is geen concrete vraag. Wat u wilt weten, is vreemd voor mij.’ Ander: ‘Bedoelt u dat het natuurlijk waarnemen van de omgeving, van de wereld via de opvoeding veranderd zou moeten zijn?’ ‘Als men een nieuwe marxistische mens nastreeft, die niet terugvalt in fouten en wensen van de maatschappij die de communisten hebben afgezworen, dan zal er in de bovenkamer van communisten meer moeten gebeuren dan kennisnemen van biologie.’ Antwoord: ‘Ik ben biologe, geen sociologe.’ ‘Daarom zou u juist moeten begrijpen hoe gecompliceerd de taak is, een nieuw denkend en handelend wezen in de maatschappij neer te zetten, dat volgens communistische idealen zou opereren.’ | |
[pagina 52]
| |
Antwoord: ‘Iedere samenleving heeft domme en intelligente mensen. Net zoals alle vijf vingers van de hand van elkaar verschillen, zo verschillen mensen van elkaar. Sommigen zijn talentvol, anderen niet. Kijk naar Japan, dat u zojuist noemde. Japan is een hoog ontwikkeld, kapitalistisch land. Daar gaat het om het recht van de sterkste.’ ‘Wilt u zeggen dat dit hier niet geldt?’ ‘Marx stelt dat alle rassen en volkeren dezelfde mogelijkheden hebben. Zoals de situatie nu is, zijn er volkeren die in cultureel en economisch opzicht achter zijn geraakt bij andere volkeren, zoals de ussr en Japan.’ ‘Is het niet zo dat mensen in Japan en de Sovjet-Unie feitelijk nog steeds hetzelfde reageren op wat zich in het dagelijkse leven afspeelt, ondanks meer dan een halve eeuw Marx?’ ‘We halen de andere landen steeds meer in en op sommige terreinen hebben we hen ingehaald, op andere nog niet. Wanneer u deze vragen interesseren zullen we ons op het filosofische vlak moeten begeven.’ ‘Mij is opgevallen dat de jeugd van de ussr eigenlijk op vele vlakken precies zo reageert als de jeugd in Amerika, Japan of West-Europa.’ Biologe: ‘Hoe rijker ons land zal worden, hoe meer ieder individu in ons land zich zal richten op eigen belang en privé-verbruik. Toch zullen we erin slagen al onze problemen op te lossen.’ Een ander: ‘Onze gast zal eerst moeten verduidelijken wat hij bedoelt. Hij is kennelijk niet tevreden met ons antwoord.’ Conrector: ‘U spreekt nu wel over een veel hoger gemiddeld inkomen in Japan en de usa, maar bedenk even hoeveel armen er in die landen zijn en hoeveel werklozen.’ (Het gezelschap lijkt aan te geven dat het weg moet.) ‘Zeker, maar toch lopen geen van die werklozen uit die landen weg om in de Sovjet-Unie te gaan wonen.’ Op dit moment staat een professor geagiteerd op en verlaat de kamer zonder te groeten. Hij is razend. Een andere aanwezige: ‘U begrijpt kennelijk niets van ons peil van de samenleving, anders zou u niet aangeven dat u dit als lager beschouwt dan dat in de usa.’ ‘Om te beginnen is het peil van wellevendheid in de vs veel hoger, want in alle jaren dat ik er heb gewoond, heb ik nog nooit meegemaakt dat een professor wegliep zonder te groeten, omdat hij een andere mening is toegedaan, die bovendien kennelijk niet klopt met de realiteit.’ De resterende docenten vroeg ik nogmaals nadrukkelijk hoe zij | |
[pagina 53]
| |
dachten te kunnen voorkomen dat bij een verdere stijging van het levenspeil in de ussr, het marxistische ideaal van ‘een nieuwe mens’ alleen maar minder haalbaar zou worden. De biologe vroeg nog: ‘Uit welk milieu komt onze gast?’ We zijn uit elkaar gegaan. Na een bezoek en gesprek op de Landbouwhogeschool van Alma Ata, ontvouwde zich een nieuw plan. De rector, professor Haidar Arstanbekov, gaf een overzicht van de landbouwactiviteiten in Kazachstan. Op een gegeven moment wijdde hij uit over de nomaden, in de westelijke gebieden langs de grens met Astrachan. De herders trekken in de zomermaanden met het vee de bergen in. Gedurende drie maanden is het gras op enkele kilometers hoogte in de bergen uitstekend geschikt voor de kuddes vee. Het leven van deze nomaden speelt zich nog altijd volgens eeuwenoude tradities af. Ze leven maandenlang in het zadel en brengen de nacht door in Yurthes (hutten). Bij hun jacht maken zij gebruik van arenden. Toen de directeur bemerkte dat zijn verhaal me interesseerde, vroeg hij of ik van paarden hield. Ik vertelde er in zekere zin mee te zijn opgegroeid. Hij gaf de voorkeur aan de geur ven een paard boven Franse parfum. Men toonde mij een televisiefilm met beelden over het leven van die herders. Going in the mountains with them om een aantal weken het leven van Kazachstaanse herders mee te beleven trok me sterk aan. Murat Auezov kwam nog naar het hotel om dit onderwerp en de mogelijkheden voor een reportage te bespreken. Om 18.00 uur vertrokken Genia en ik met een Ilyushin 62 naar Moskou. | |
[pagina 54]
| |
24 oktober 1975Moskou, hotel RossiaTheresa, de vriendin van Tage Domela Nieuwenhuis, arriveert uit Holland. De plannetjes die ik had gemaakt, zoals samen met Tage naar de Khatchaturians gaan, vallen in het water. Ik heb een zak appels uit Kazachstan voor hem mee genomen. We zullen samen om 09.00 uur ontbijten.
06.30 uur
There is a universe, or nothingness,
There is Tage, or me,
There is a universe, a sun, a moon,
Some look at it as a museum, others as a zoo,
The routine is to lay eggs, new Tage's,
The motor of life, nature, instinct,
We play with ‘Man’ only,
We zijn als ééndagsvliegen en krijgen 75 jaar toegemeten,
Òf zijn we glorified apes, whatever,
Een traan comes down my cheek, like lava streaming down a mountain slope.
You build bridges to fellow flies,
Le hasard et la necessité,
Relations van ‘computer’ naar ‘computer’
Relations van ‘body’ naar ‘body’,
We go to war like ants,
We build castles in the sand like children,
We split the atom and ignite fires.Ga naar voetnoot30
Vanmorgen staan, als iedere dag die God geeft, de communistische robots alweer in de rij voor de tombe van vader Lenin. Zou Lenin dit hebben gewenst, dat generatie na generatie van mensen in dit land langs zijn gebalsemde lijk zouden schuifelen en hem aanstaren? Wat kan er mogelijk in de hoofden van die mensen omgaan? Whatever it is, it is very very sick ritual. Volodja Molchanov heeft geregeld dat ik om 11.00 uur zijn vriend Vladimir Lomeiko, lid van het bestuur van Novosti voor West-Europa, zal ontmoeten. Aardige man. Hij wilde Duits spreken, wat beslist niet een voorkeurstaal van me is. Hij vond het treurig dat de Verklaring van Helsinki in het Westen nergens in zijn geheel werd gepubliceerd, voorzover het de dagbladpers betreft tenminste. De Sovjet-Unie werd ervan beschuldigd haar publiek informatie te onthouden, maar in de ussr had vrijwel | |
[pagina 55]
| |
iedereen van de tekst kennis kunnen nemen. ‘U kunt schrijven dat men meer van ons verlangt dan men ons geeft.’ Ik vraag hem hoe we het vertrouwen kunnen terugwinnen in elkaars wijze van leven, hoe het wantrouwen kan worden bestreden. Lomeiko: ‘We moeten op de eerlijkheid van ieder mens vertrouwen. Wanneer we de Verklaring van Helsinki niet naleven en daar niet op verder bouwen, wordt het een vruchteloos en eeuwig touwtrekken. Dat is de kern van het fenomeen dat we achterdocht tussen Oost en West noemen. Er zijn nog altijd te veel mensen die aan de voorbereiding van oorlogsactiviteiten verdienen. Zolang men doorgaat te verkondigen dat de Sovjet-Unie uit is op oorlog, zal de achterdocht aanhouden. Collega's van het Springer-concern in West-Duitsland schrijven dit nu al 25 jaar lang. Wij hebben trouwens een soortgelijk probleem hier,’ vervolgde Lomeiko. ‘Sommige wetenschappers in de ussr zijn steeds overtuigd geweest van Duits revanchisme tegen ons. Zij schenen de Duitse tegenkrachten te ignoreren. Deze kringen schrijven nu niet meer in de sovjetpers, ook omdat zij professioneel niet meer au sérieux worden genomen. Waar wij slechts over enkele van dergelijke negatief denkende mensen beschikken, zijn er in het Westen duizenden journalisten en privé-personen, die de meest absurde dingen over ons verkondigen, zoals de vele duizenden tanks, die bij ons reeds zouden staan opgesteld om oorlog te voeren tegen het Westen. Men is onwillig om ons land en de veranderingen die zich hier voltrekken, met andere ogen te bezien.’ Ook bij Lomeiko lanceer ik mijn steeds terugkerende hamvraag en maak een tekening. Hoe denkt men de nieuwe marxistische mens te realiseren? Lomeiko: ‘Op die vraag zou u pas antwoord krijgen, wanneer u als een onzichtbare mens enige tijd onder ons zou kunnen leven. Pas wanneer u de mogelijkheid zou hebben alles te zien wat er bij ons gebeurt, zou u de verrijzenis van een andere en nieuwe mens in ogenschouw kunnen nemen. U zou moeten observeren hoe onze kinderen naar school gaan, waar ze met hun ouders over spreken, wat ze met andere leerlingen overleggen en hoe ze communiceren met hun onderwijzers. Ook hier worden problemen van liefde, seks of pornografie met jongeren besproken. Denk niet dat we het hoofd in het zand steken. U zou moeten kunnen zien hoe arbeiders in onze industrieën bezig zijn.Ga naar voetnoot31 U zou vakbondsgesprekken moeten | |
[pagina 56]
| |
kunnen bijwonen zonder dat iemand zou weten dat u daarbij aanwezig was. Wanneer u op die manier alles zou kunnen horen wat er in ons land door mensen wordt gezegd en gedacht, wat de man 's avonds in bed tegen zijn vrouw zegt, dan pas zou u de veranderingen kunnen waarnemen. Zelfs voor ons Russen, is alles wat er gebeurt nog lang niet altijd duidelijk. Boven dien zult u wel tijdens uw vele gesprekken in ons land hebben gemerkt, dat de mensen er niet van houden om hierover te spreken. Wat in de samenleving gebeurt zit, ook besloten in de mens zelf. Mensen leven en sterven terwijl zij op zoek zijn naar een ideaal. De wil om eerlijk te zijn of om met eerlijkheid in je denken te leven, staat daarbij centraal. Ik kan nu niet met honderd procent zekerheid zeggen, hoe de mens in de Sovjet-Unie zich over vijfentwintig jaar zal hebben ontwikkeld. Toch zijn wij er in de eerste vijftig jaar van het communisme in geslaagd, de mensen voor het ontwikkelen van asociale instincten te behoeden.’ Ik vertelde over ontmoetingen met jonge mensen in Leningrad, Kiev en Jerevan, die echt uitsluitend op geld uit waren, opdat zij de Westerse levensstijl zouden kunnen imiteren. Lomeiko: ‘Natuurlijk zijn er ook bij ons jongeren met zulke doelstellingen en invloeden van verkeerde instincten. Maar er zijn ook heel veel andere jonge mensen in ons land, die wel degelijk hogere levenswaarden nastreven. In West-Duitsland vertelde een vader mij met trots, dat zijn zoon uit oude onderdelen een auto in elkaar had gezet, deze met winst had verkocht en van het geld naar Frankrijk ging om een nieuwe auto te kopen. De vader wees op het feit dat hij zijn zoon geen cent had gegeven en de jongen er toch iets van gemaakt had. Ik voelde de trots van die vader. Hier zeggen veel vaders juist tegen hun zonen dat het niet nodig is om geld te sparen, vooral omdat de ouders bang zijn dat kinderen naar allerlei bezittingen gaan verlangen, waardoor het hebben van geld een te belangrijke rol in hun leven gaat spelen. Op zijn beurt vormt dat een bedreiging voor een zuiver karakter. De vader is bevreesd dat zijn zoon, in diens streven naar meer bezit, in moeilijkheden zal komen. Bovendien, wanneer het hem wèl zou lukken, dan zouden zijn vrienden niet meer van hem houden. De jongen zou met valse waarden gaan leven. Bovendien zal hij op die manier niet gelukkig worden. Velen van ons streven nu al naar een auto en een buitenhuis. Ik heb geen van beide omdat andere, belangrijkere zaken mijn aandacht opeisen.’ ‘U zou in uw dacha kunnen schrijven, zoals Khatchaturian er zijn muziek componeert’, merkte ik op. | |
[pagina 57]
| |
‘Ja, maar ik verdien niet genoeg om er een dienstmeisje op na te houden.’ ‘Daarom is sparen zo nuttig, want dan zou u wel een persoon in dienst kunnen nemen.’ ‘Heb ik recht op een dienstmeisje? De exploitatie van andere mensen, is in onze samenleving uitgebannen.’ ‘Nou, als ik overal in de Sovjet-Unie dames bezig zie met cementmachines, dan denk ik eigenlijk: horen zij daar wel?’ ‘Dat is niet vergelijkbaar. Die vrouwen werken voor het land, de staat, en niet voor mij persoonlijk.’ ‘Weet u wat mij ook is opgevallen op deze reis? Hoe doodernstig gesprekspartners zijn. Er kan nauwelijks een lachje af. Laat staan dat er in gesprekken waarachtige humor aan te pas komt.’ Lomeiko: ‘De meeste van ons zijn er niet aan gewend om met buitenlanders te spreken. Daarom zijn ze dikwijls ernstig, ook degenen die dat toch al lang doen. In afgelegen gebieden willen de mensen met wie u spreekt, vooral geen domme indruk maken of belachelijk lijken. En zij die bijvoorbeeld wel buitenlanders ontmoetten, hebben dikwijls onprettige ervaringen opgedaan, vooral met journalisten, dus eigenlijk spreken zij liever niet meer met bezoekers.’ Ik hield een prettige indruk over aan de ontmoeting met Novosti-bestuurslid Vladimir Lomeiko.Ga naar voetnoot32 Vanmorgen sprak ik ook even met de heer A.B.M. Norbart op de ambassade. De vrouwen van de Nederlandse gevangenen waren in Moskou. ‘Het is net een circus’, zei hij. Via de advocaat hadden zij reeds ‘nee’ tegen een mogelijke ontmoeting met mij gezegd. Maar de consul zou het opnieuw aankaarten. Later werd me een boodschap gestuurd dat hun besluit opnieuw negatief was geweest. Too bad. Ik ontmoette Tage tussen de middag en daarna ging Volodja Molchanov mee naar de Khatchaturians. ‘U leeft nog altijd allegro vivace, zoals u altijd heeft gedaan.’ ‘Ja, maar toch heb ik jammer genoeg veel tijd in mijn leven verloren,’ aldus de maestro. ‘Ik begrijp nu pas dat “tijd” het kostbaarste kapitaal van de mens is. Ik heb altijd te weinig aandacht aan deze factor besteed en me te weinig geconcentreerd op het benutten van de tijd.’ ‘Hoe maakt u dit duidelijk aan een leerling van 25 jaar?’ ‘Ik zeg altijd tegen jonge componisten: verlies geen tijd! Arbeid, arbeid en nog eens arbeid. Met tolerantie voor je omgeving | |
[pagina 58]
| |
plus talent. De drie voorwaarden voor succes zijn tolerantie, arbeid en talent. Talenten zonder tolerantie verliezen altijd. Ik zeg altijd tegen jonge leerlingen, zoals mijn zoon bijvoorbeeld, dat tolerantie een belangrijke sleutel is tot succes. Eergisteren sprak ik met leerlingen van 17, 18, en 19 jaar van een technische school. Ik zei hen hetzelfde. Al ervaarden zij een mislukking als een teleurstelling, het is echter van belang dat niet te doen. Ik: ‘Ziet u verschillen tussen de hedendaagse sovjetjeugd en de jongeren van 25 jaar geleden?’ Khatchaturian: ‘Da! Ze zijn veel scherper. Ze begrijpen alles veel sneller. Ze streven ook meer naar plezier, meer dan naar werkelijk diepe of geconcentreerde arbeid. Ze drukken zich ook in hun gevoelens exacter uit. Hun reacties zijn veel sneller. Het is allemaal zeer positief.’ We lunchen samen. Een vissoep wordt geserveerd.Ga naar voetnoot33 Khatchaturian herinnert zich hoe hij van Hollandse haring heeft genoten. ‘Zou dit allemaal te maken hebben met de algemene stijging van het levenspeil?’ Khatchaturian: ‘Ze streven meer naar pret maken dan hun intellectuele levensstijl meer inhoud geven. Ik zou niet meteen willen zeggen dat dit verband houdt met gewijzigde levensstandaard, maar misschien moet ik dit wel doen. In ieder geval ligt hun innerlijke tempo veel hoger.’ ‘In welk opzicht verschillen sovjetjongeren met jongeren in westerse landen die u bezoekt?’ ‘Uiterlijk verschillen ze zeker, vooral wanneer het om hippies met lange haren gaat. Maar wanneer we de doorsnee normale jeugd in Oost en West bekijken, dan gaat de jeugd in het Westen veel beter en eleganter gekleed, maar zonder onbeleefd te willen zijn, onze jeugd heeft een rijkere inhoud.’ ‘Geen reden tot verontschuldiging.’ ‘Ik moet er onmiddellijk aan toevoegen dat het onjuist zou zijn om te zeggen hier is alles goed of daar is alles slecht of omgekeerd. Ik heb ook in het Westen vele talentvolle jonge mensen ontmoet met rijke geestelijke inhoud. Maar in de Sovjet-Unie is het vrijwel onmogelijk om alleen en op jezelf als een vogeltje in de lucht te leven. Wanneer je over geld beschikt, kan dit in het Westen wel. Hetzelfde geldt voor Latijns-Amerika. Ik heb eenmaal drie maanden in de usa gewoond. Mijn zoon en zijn vrouw waren bij ons. Ik verwachtte dat zij de hele drie maanden bij ons zouden blijven, maar na twee weken | |
[pagina 59]
| |
keerde mijn zoon al naar Moskou terug. Hij wilde niet blijven.’ Ik vroeg of hij nog componeerde. Khatchaturian: ‘Ik heb te weinig kamermuziek geschreven. Ik ben aan solosonates voor cello bezig, eveneens voor viool en altviool en als God het me nog toestaat, ook voor alle drie de instrumenten. Ik eis altijd veel van mezelf en ook van andere mensen. Ik kan nooit lang boos zijn. Ik heb wel eens gezegd dat ik hoopte dat ze op mijn graf zullen zetten: hij had een scherpe tong, maar hij was iemand die recht door zee ging. Wanneer ik met u spreek, realiseer ik me dat we nog geen 10 procent van de mogelijke onderwerpen hebben aangeroerd. U vertegenwoordigt voor mij vele melodieën, vele contrapunten. Ik ben een egoïst. U wilt over intieme zaken spreken, zoals men op zoek kan zijn naar een juiste vrouw. Mijn vrouw bevindt zich momenteel in onze dacha.’ Hij vertelt een contract met Opera Mundi te hebben gesloten om over zijn leven te vertellen. Hij doet dit door zijn verhaal op een taperecorder op te nemen. Hij denkt dat zijn verhaal misschien 750 pagina's lang zal worden. We kwamen in een chaotisch van-de-hak-op-de-takgesprek terecht. ‘Mijn vader,’ aldus de componist, ‘vertelde mij volkssprookjes. Van hem leerde ik het verhaal van de man die de waarheid sprak, maar die achter een raam een paard in reserve hield om te kunnen vluchten. Mijn moeder was een lyrische vrouw, zoals alle vrouwen in het Oosten. Zij had alles over voor haar man en kinderen. Zij was lang en had een fors figuur. Zij was een uitstekende zangeres. Mijn vader zong eveneens, maar de echte muzikaliteit erfde ik van het hele Armeense volk. Het is waar, zoals de Litaraturnaya Gazetta schreef, dat het derde deel van mijn tweede symfonie een grandioos requiem is geworden. Dat vertegenwoordigt een volksmelodie, geïnspireerd op mijn moeder, want ik had deze van haar geleerd.’ Terwijl we in gesprek waren dook een Hongaarse dirigent bij onze tafel op. ‘Ons orkest hoopt dat Khatchaturian een cantate voor ons wil componeren.’ We werden trouwens voortdurend geïnterrumpeerd. Hij at intussen als een varken. Eigenlijk was het in die setting onmogelijk echt werk af te leveren. Vanavond ben ik met Molchanovs vrouw, Consuelo, naar het ballet Spartak in het Bolshoi theater geweest, want we beschikten maar over twee kaarten. We zaten pal achter Khatchaturian zelf. Het was moeilijk met Consuelo een vlot gesprek te voeren, want haar Engels is niet best. Volodja vertelde trouwens dat de hoge baas bij apn Novosti, Krestianov, die over ‘de trompet’ sprak (en die ik die bijnaam gaf), van het toneel is | |
[pagina 60]
| |
verdwenen. Hij is althans geen plaatsvervangend hoofdredacteur meer. Om 23.40 uur belde Francisco Paesa uit Genève dat de sovjets nu op de open markt hetzelfde project te koop aanboden, waarin voor hij een aantal keren op en neer naar Moskou reisde en wat hij bereid was te ondertekenen. Er was een kink in de kabel gekomen, want de medewerker die namens hem naar Moskou zou reizen, was ziek geworden. Paesa had hierover een telex willen zenden maar op de een of andere manier waren de lijnen weer eens gestoord. Je weet nooit wie er leugens debiteren, Paesa of de sovjets, maar als die zaak waar we zolang aan werken niet doorgaat, kan ik ook naar die 100.000 dollar fluiten. | |
25 oktober 1975Sta met vijftien andere hotelgasten in de rij voor een kop thee als ontbijt, het oude liedje hier. Denk vooral niet dat je om 09.25 uur in hotel Rossia, het grootste hotel in de Sovjet-Unie, een ochtendblad kan kopen. ‘Their mind is blocked,’ voegde een Amerikaan me toe. Ze lopen in ieder geval na vijftig jaar communisme jammerlijk achter. Om 10.00 uur ben ik met Volodja Molchanov, als tolk, op een instituut en ontmoet professor Nikolai Drjachlov, decaan, dr. Gerafin Meljuchin, dr. Alexandr Kovalov en later komt ook nog professor Anatoli Kossitchev binnen. De laatste houdt zich bezig met wetenschappelijk communisme en spreekt me steeds zet met ‘professor Oltmans’ aan, wat Volodja op een speciale toon voortdurend onderstreept.Ga naar voetnoot34 Professor Drjachlov benadrukte in een lange monoloog, uiterst beperkt door Volodja vertaald, dat de Oktoberrevolutie had geleid tot de sociale bevrijding van miljoenen mensen. Zij waren voor het eerst in letterlijke zin vrij. En deze maximale vrijheid maakte het mogelijk, dat alle facetten van een geestelijk rijk en vrij mens werden benut. Het bewustzijn van de mens en diens reële mogelijkheden, gevoegd bij de zekerheid over het leven en haar toekomst onder het communisme, vormden de belangrijkste basis voor historisch-optimisme. Dr. Meljuchin: ‘Hier wil ik nog een aspect aan toevoegen. Alles heeft altijd een tegenstelling - de antipode van historisch-optimisme is filosofisch pessimisme. Dit betekent dat bij de ontwikkelingen van sociale betrekkingen tussen de mensen, de natuur een gesloten deur zou vormen. Hij citeert Arnold Toynbee, die onlangs is overledenGa naar voetnoot35, die een interessante ge- | |
[pagina 61]
| |
dachte zou hebben geopperd. Vanwege de abominabele vertaling in het Nederlands durf ik niet alles weer te geven wat werd gezegd. Dr. Meljuchin: ‘Volgens wat u zegt gaat het mensdom de vernieling tegemoet door de wanverhouding in technisch kunnen en de explosie van wetenschappelijke ontdekkingen, terwijl het hanteren van het verstand zich nog steeds op een niveau uit de Middeleeuwen bevindt.’ ‘Wat komt volgens u eerst: hersens of filosofie?’ ‘Ik begrijp u niet.’ ‘Oké, wat komt eerst psyche of filosofie?’ Dr. Kovalov: ‘Ik begrijp uw vraag. U ziet als onderwerp van ons gesprek: een belemmering in de vorm van onkunde over het functioneren van de hersens, dus het niet kennen en doorgronden van de menselijke geest. Onze nieuwe kennis op dit gebied is inderdaad beperkt. Maar de wegen van de wetenschap staan open en op den duur zullen we erachter komen. Ons historisch-optimisme is gebaseerd op onze ervaring dat vóór 1917 de mensen in ons land niets betekenden. Met het marxisme is de beschaving voor iedereen gekomen evenals wetenschappelijke kennis, industrie en cultuur. We zijn van mening dat het mensdom in een samenleving zich ontwikkelt volgens bepaalde wetten. Deze zullen het moeilijk hebben, zeker. Ook met een toenemende nervositeit van de mensen. Hersens wordt overstroomd met nieuwe gegevens. Ze hebben moeite alles snel te verwerken. Ik ben het er mee eens dat we ons zullen moeten toeleggen op de ontwikkeling van alle mogelijkheden die mensen hebben.’ Dr. Meljuchin: ‘Gedrag is zowel volgens sociale wetten te verklaren als volgens biologische wetten. De sociale invloeden zijn wetenschappelijk te determineren. Op dit moment kennen wij nog lang niet alle hersenfuncties, zodat we nog niet in staat zijn gedrag van biologische kennis af te leiden. Een mens wordt geboren zonder vooropgezette ideeën.’ Ik: ‘Precies. De mind wordt geprogrammeerd van buitenaf, zoals bij u met marxisme-leninisme. Botst de leer van Marx wellicht met de biologische natuur van het menselijke dier?’ Dr. Kovalov: ‘Ieder kind moet leren lopen, lezen, schrijven, leren denken en informatie verwerken.’ ‘Maar dan is er ook nog de factor erfelijkheid. Denk maar aan wat Noam ChomskyGa naar voetnoot36 over taal en erfelijkheidsleer postuleert.’ Dr. Kovalov: ‘Ik denk dat A.R. LuriaGa naar voetnoot37 en Boris Lomov het niet met Chomsky's theorie eens zijn.’ | |
[pagina 62]
| |
Professor Dgachlov: ‘Wat bepaalt gedrag: de sociale omgeving of fysiologische aspecten? In 1974 zag ik in Amsterdam onbewust levende jonge mensen, die hippies werden genoemd en die niet in staat leken hun eigen plaats in het leven of de maatschappij te begrijpen. Al hun psychische activiteit is als die van een gewonde mens.’ Volodja Molchanov geeft te kennen de professor niet meer te kunnen volgen wanneer hij zegt ‘de massa heeft geen gezicht.’ Ik begrijp evenmin wat hij wil zeggen. Drjachlov verduidelijkt: ‘De hippies vertegenwoordigen de tragedie van een samenleving. Een samenleving die zulke mensen voortbrengt, is ziek. Er vinden ingrijpende veranderingen plaats op seksueel gebied. In sociale en maatschappelijke activiteiten zal men normaliter zijn seksuele activiteiten beperkingen opleggen. Maar integendeel, drugsgebruik maakt alles nog erger.’ Ik: ‘Dat is een voorbeeld van historisch pessimisme.’ Professor Dgachlov: ‘Je zou je moeten afvragen wat het begin kan zijn geweest van een omwenteling waarbij mannen in lange jurken gingen lopen. De inhoud van het kapitalisme beperkt de mogelijkheden van de mens het maatschappelijke proces binnen te leiden. Het kapitalisme remt hem in zijn belangen en mogelijkheden. Daarom hebben Westerse behaviorisme-theorieën voor ons verder geen betekenis. Bij ons worden slechts sociale methoden gebruikt bij de ontwikkeling van de mens en het sturen van die mens naar onze samenleving toe. Wij bereiden onze mensen op een brede basis voor, om aan het sociale proces te kunnen deelnemen.’ Dr. Meljuchin: ‘Wat geeft u redenen tot historisch-pessimisme?’ Ik: ‘Men vraagt zich af hoeveel tijd er nodig is om het sociale proces dat u hier op gang heeft gebracht, als werkelijk geslaagd te kunnen beschouwen. Ik blijf me zorgen maken over de rol die u de psychologie toekent bij het ontwikkelen van de persoonlijkheid.’ Meljuchin: ‘De tijd zal parallel lopen met het historisch proces. Zelfs stammen in Afrika maken vooruitgang. Fysieke tijd is overal hetzelfde. Men moet de tijd in historisch verband zien.’ Dr. Kovalov: ‘Collega Meljuchin is niet zo vertrouwd met de sociale problemen.’ Meljuchin: ‘Men zou eigenlijk de vraag over de invloed van de tijd op het proces anders moeten formuleren.’ Ik: ‘Wijn uit 1932 is ook fundamenteel veranderd in 1975. Ik denk aan het individu in het algemeen, niet aan mijzelf.’ Meljuchin: ‘Het staat wetenschappelijk vast, dat de mens zoals hij nu is, 50.000 jaar geleden al tot stand kwam. Alle vertegen- | |
[pagina 63]
| |
woordigers van de homo sapiens, vertegenwoordigen dezelfde mogelijkheden en kwaliteiten, ook al hebben zij onder verschillende sociale omstandigheden geleefd. Zij die niet onder speciale voorwaarden opgroeiden, zullen weinig kans maken ingenieur te worden. Een Australische Papoea, die naar Oxford wordt gezonden, kan na een grondige studie een uitstekend ingenieur worden. Maar dat zijn de uitzonderingen. Wij hebben in het Aziatische gedeelte van ons land, zoals Kazakstan, nu mensen die naar conservatoria gaan om te studeren, wat nooit eerder in de geschiedenis mogelijk was. Kazakstan kende geen opera. Nu gaan duizenden mensen naar operavoorstellingen.’ ‘Dat mag allemaal waar zijn, maar als puntje bij paaltje komt neemt zelfs Nikita Khrushchev zijn schoen en slaat er in de vn mee op tafel’, merkte ik op om hen te stangen. Dr. Meljuchin: ‘Wanneer de grootouders van kameraad Nikita Khrushchev een markies en markiezin waren geweest, zou hij dit niet hebben gedaan. Maar Nikita kwam niet uit een dergelijk milieu voort en had geen privé-gouverneur om hem te leiden.’ Ik: ‘Maar wat het aantoont is: al wordt die nieuwe sovjetmens tot ingenieur opgeleid en construeert hij een raket die naar Venus kan reizen, onder zijn huid zit de werkelijke beschaving niet al te diep.’ Dr. Kovalov: ‘Mr. Oltmans, misschien had Nikita Khrushchev inderdaad geen Franse gouvernante, geen tafelmanieren en een tekort aan dergelijke zaken, maar wie zegt dat privé-onderwijs in het gedrag diepere diepten van de menselijke ziel bereikt?’ Ik: ‘Is dat de hele waarheid? Wat zou toch de kortst denkbare weg kunnen zijn, om een waarachtige, nieuwe, marxistische mens in uw wereld te kunnen neerzetten?’ Professor Dgachlov: ‘De Tweede Wereldoorlog heeft de opbouw van ons land ernstig vertraagd, een opbouw die met een moordende burgeroorlog was begonnen. Er is een enorme dosis intellectuele energie nodig om een gloednieuwe samenleving op te zetten. U spreekt over de beschikbaarheid van 4.000 psychologen. Maar is dat de enige reden? Het probleem is veel breder. U sprak over de dames in Jerevan, die onder de kap bij de kapper zaten, precies als in het Westen. Nieuwe waarden schept men niet van de ene dag op de andere.’ Ik: ‘Maar vergeet u niet dat, behalve dat er oorlog was, u al een halve eeuw bezig bent. Ik vraag me slechts af of u zult slagen.’ Professor Kossitchev is binnengekomen en mengt zich in het gesprek. ‘Volgens mij toont het voorbeeld van die dames bij de kapper in Jerevan, hoe vrij de mensen in ons land zijn om | |
[pagina 64]
| |
datgene in hun leven te ondernemen waardoor zij hun individuele situatie zien veranderen of verbeteren.’ Dr. Meljuchin: ‘Ach, dat voorbeeld van die dames onder droogkappen zegt helemaal niets.’ Dr. Kovalov: ‘Ik ben het wel met u eens, dat uw voorbeeld uit Jerevan de algemene problemen, die de vooruitgang van de welvaart met zich meebrengt, onderstreept. Maar in de kapitalistische wereld kleven aan de vooruitgang veel meer misdadige kanten, die een rottig karakter verraden. Bij ons zijn deze problemen meer van harmonische aard. Wij stellen concreet dat de formatie van het individu, afhangt van de rol die sociale omstandigheden spelen. U moet niet denken, dat wij, marxisten, ons niet bewust zouden zijn dat we met individuen en hun ziel werken. En wat die 4.000 psychologen die u noemde betreft, natuurlijk is dit aantal te laag voor ons land. Maar daarbij komt wel dat onze samenleving niet fundamenteel ziek is zoals die in het Westen.’ Dr. Meljuchin: ‘Dit cijfer van 4.000 klopt niet.Ga naar voetnoot38 Alleen al op onze middelbare en hogere scholen werken 150.000 pedagogen....’ Volodja en ik zijn spoedig hierna opgestapt. Na de lunch ontmoetten wij de redacteur van Komsomolskaya Pravda, die ik had uitgenodigd een paar weken naar Holland te komen om daar hetzelfde te doen wat ik in de ussr deed. Ik had een wat gecompliceerdere taak met het bestrijken van 22,4 miljoen vierkante kilometer. Anatoli Agaresjevs inspectiereisje bedraagt slechts 32.471 vierkante kilometer. Hij had reeds een buitenlandse reis naar Egypte gemaakt waarvan hij verslag deed. Vergat zijn leeftijd te vragen. Niet mijn type, des te beter. Vervolgens vertrokken we naar de school waar Boris DobrianskyGa naar voetnoot39 les geeft en waar ik met zijn leerlingen zou spreken. In de auto vertelde Volodja dat hij eigenlijk een moederskindje was geweest, tot hij ging tennissen om onafhankelijk te worden. Hij bracht het tenslotte tot een der beste spelers in Moskou. Hij vertelde dat zijn autobelasting 40 roebel per jaar bedraagt. Er zijn geen wegenbelasting of andere verplichtingen voor de autobezitter. Het werd een aardige ontmoeting. Mijn oog viel op Igor sokolov (16), die een rode trui met een open shirt droeg en een subtiele uitstraling had. Ik vroeg wat hij wilde gaan doen in het leven. Hij wilde carrière als officier maken. Waarom? De grenzen dienden te worden bewaakt en als je nu zag wat er in Chi- | |
[pagina 65]
| |
li gebeurde dan moest iets dergelijks in de Sovjet-Unie worden voorkomen. In het algemeen waren de leerlingen terughoudender dan in het Pionierspaleis. Zelfs bijna ongelooflijk terughoudend. Ik probeerde alle kunstjes in het vak om oorspronkelijke meningen uit hen te trekken, zonder enig resultaat. Maar Igor sokolov was uitstekend, zodat ik in het gastenboek schreef, van hem het meeste te hebben geleerd. Dit scheen hem nogal op te winden, evenals zijn klasgenoten. Het is onvoorstelbaar eigenlijk, dat de komsomol-jeugdorganisatie in dit land nu 34 miljoen leden telt. Volodja bracht me bij zijn moeder, wat ik zeer op prijs stelde. Ik zat even achter haar Bechstein-vleugel. Heb naar mevrouw Offereins getelefoneerd om te horen hoe het met Keke was. Alles okay. | |
26 oktober 1975Droomde, dat ik mam wilde gaan vertellen dat ik voortaan altijd bij haar zou blijven om voor haar te zorgen en haar gezelschap te houden. Maar later was vader uit den dode opgestaan. Ik kwam hen arm in arm in een winkelstraat tegen. Dromen blijven raadsels. Op de radio wordt gesproken over de Surinaamse onafhankelijkheid. Het is zondag, dus klungelen geblazen. Om 09.00 uur kwam de Indonesische journalist Sugono babbelen. Om 10.00 uur arriveerde zijn Indiase collega Dev Murarka. Hij sprak over de communistische bureaucratie als een nieuwe vorm van slavernij, ook al ontvangt zij haar macht door het volk zelf. The next revolution will even be more tyrannical, dacht hij.Ga naar voetnoot40 Dissidenten hadden volgens hem geen notie van burgerlijke vrijheden. Hun voornaamste drijfveer was ‘their voice to be heard.’ Ik roerde een artikel aan, waarin Yuri Andropov van de kgb zich had beklaagd over de verdraaiingen in het buitenland wat betreft sovjettekortkomingen. ‘How can one speak of real civil rights for the broad popular masses, in capitalist countries where people are living in constant fear of losing their jobs. It is poor consolation to these millions of people and their deprived families, that they are permitted to go to the gates of the White House or to a Hyde Park lawn and air their different views, for this will not improve their life one iota,’ aldus Andropov. Volgens tass had hij gezegd dat de tegenstanders van socialisme zich nu concentreerden op ‘ideologische sabotage van de ussr.’ Hij zei: ‘Realizing the futility of approaching Soviet | |
[pagina 66]
| |
people with the idea of a capitalist comeback, they seek to strike a pose of democratizing socialism, of improving it.Ga naar voetnoot41 Soviet people see through all this, very well.’Ga naar voetnoot42 Collega Murarka: ‘De kgb is een component van de bureaucratie die gecontroleerd wordt door de partij. De kgb bepaalt geen beleid. De bureaucratie verkrijgt haar informatie via de kgb uit alle delen van het land en het is volmaakt onmogelijk om dit systeem omver te werpen. Ook al streeft het Westen nu detente na, ze begrijpen uitstekend dat de wereld niet wenst dat het communisme zal slagen. Het communisme zal slagen of mislukken als gevolg van wat de communisten zelf met het communisme zullen doen. Dit systeem kan op twee manieren ten ondergaan, via een wereldoorlog of van binnenuit.’Ga naar voetnoot44 Murarka legde uit dat de interne spanningen van het communisme veel groter waren dan in het buitenland werd aangenomen. Wanneer een samenleving voorkomt dat gedegenereerde tendensen mogelijkheden tot zelfexpressie krijgen, dan zullen de andere appels in de mand worden aangetast en in opstand komen. sociologen en andere wetenschappelijke onderzoekers bestuderen buitenlandse bronnen steeds meer. Ook al herschrijven zij deze ideeën in marxistisch jargon, er blijft een toenemend aantal geïmporteerde noties hangen. Het gevolg is dat de bureaucratie inderdaad met meer sophistication wordt gehanteerd. Er zijn hier en daar signalen naar meer liberalisme. Bij grotere intelligentie om deze zaken te behandelen vindt er ongemerkt toch een vorm van evolutie plaats. Tegelijkertijd worden dan ook weer nieuwe, minder zichtbare controlemaatregelen genomen. Het enthousiasme van de komsomol-jeugd is enorm. Het gaat hier meestal om plattelandsjongeren en kinderen uit de buitengebieden, die via de jeugdorganisatie nieuwe kansen krijgen. Via die kanalen wordt het communistische systeem voortdurend, van onderen naar boven, nieuwe impulsen gegeven. Ik vroeg mijn Indiase collega, die al jarenlang in Moskou werkzaam is, welke kans een nieuwe marxistische mens maakt om gerealiseerd te worden. ‘Geen enkele,’ aldus Dev Murarka. ‘Waar ze in werkelijkheid over spreken is een soort nieuwe bourgeoisiesamenleving waarin iedereen behoorlijk te eten heeft. Dat is waar deze revolutie om draait. In hun hart weten ze maar al te goed dat het fabeltje van die nieuwe marxistische mens niet is uit te voeren. Men ziet toch hoe buitenlanders in Moskou leven? Dat willen zij ook. Wanneer er meer en meer Ga naar voetnoot43 | |
[pagina 67]
| |
vrijheid van reizen komt, wat al enigermate is begonnen, dan zullen terugkerende sovjetburgers, met andere gedachten over hun toekomst, het systeem nog verder infiltreren. Op den duur sterft het marxisme-leninisme uit. De Rus begrijpt in zijn binnenste dat hij een mens is, die zeer veel tekort komt en zeer veel wordt onthouden. Ze spreken er misschien niet altijd over maar de geschoolde klassen weten maar al te goed hoe zij te kort worden gedaan. Het is een droevige situatie. Zij voelen zich vernederd, omdat ze niet in staat worden gesteld te leven zoals zij dit zouden willen. Er vindt een soort systematische vernieling van de oorspronkelijk mens plaats vanaf het moment dat hij bewust in het leven staat. Dat is wel even iets anders dan een nieuwe marxistische mens in de wereld zetten. Vooral de intelligentere en gevoeligere mensen lijden hier zichtbaar onder.’ Na afloop van dit gesprek noteerde ik: ‘Uit Murarka kwam niet zoveel, behalve dat hij me vroeg zijn Leica camera voor hem in Amsterdam te laten repareren.’ Ik besefte toen kennelijk onvoldoende, hoeveel waardevolle gedachten hij tussen de regels door had gelanceerd.44 Van 12.50 uur tot 14.30 uur bracht ik met Vladimir Kouznetsov door.Ga naar voetnoot45 Genia Makarova had van alles over onze reis aan hem overgebracht, maar ondanks haar pogingen de rust te verstoren hadden we een uitstekend gesprek. 's Middags was ik samen met Tage Domela Nieuwenhuis en zijn vriendin Theresa, welke combinatie ik niet begrijp. Bij terugkeer in het hotel arriveerde generaal Suharjo Padmodiwirjo. Ik moest eerst een brief van acht pagina's lezen aan zijn Nederlandse vriend Jan Avé over de algemene situatie in de Indonesische gemeenschap van 40 tot 50 personen in Moskou. Ik zal dit bericht meenemen. Later spraken we over een invasie van buitenaf om het regime Suharto omver te werpen. Het zou als een guerrillabeweging in bijvoorbeeld Kalimantan kunnen beginnen, een terrein dat Suharjo op zijn duimpje kent. ‘Zou China helpen?’ vroeg ik hem. ‘Ik heb in de jaren 1967-1968 deze mogelijkheid in Peking besproken,’ zei hij, ‘maar ze waren volkomen geconcentreerd op hun toenmalige Culturele Revolutie. Ik houd het echter voor mogelijk dat zelfs de Sovjet-Unie een dergelijke strijd onderhands zou willen steunen.’ Generaal Harjo maakt steeds weer de indruk een uitermate scherpe, gedisciplineerde en georganiseerde mind te hebben. Zonde dat hij op deze ma- | |
[pagina 68]
| |
nier voor Indonesië verloren gaat. Hij zou de ideale man zijn om een opstand tegen Suharto te beginnen. ‘Het gaat erom eerst de nodige verbindingen tot stand te brengen,’ zei hij. Ik vertelde hem over mijn gesprek met Dev Murarka en hoe corruptie in de hoogste regionen van het partij-establishment zegevierde. Dev kende de 17-jarige zoon van een hoge piet, die een aantal buitenlandse auto's bezat. Het Bolshoi had 33 buitenlandse auto's voor leden van de groep aangeschaft. Ook wees Murarka op het nepotisme in het systeem. De zoon van Leonid Brezhnev werkte op een ambassade in het buitenland. De zoon van premier Aleksei Kosygin, dr. Jermen Gvishiani, bekleedde een machtige positie in het Comité voor Wetenschap en Techniek van de Raad van Ministers.Ga naar voetnoot46 Kosygins dochter, Ludmila Gvishiani, schijnt hoofd te zijn van de bibliotheek voor buitenlandse publicaties. ‘Zij heeft er in vijf jaar een complete chaos van gemaakt en is een complete idioot,’ aldus Murarka. Maar omdat Dev ook van zijn eigen premier, mevrouw Gandhi, zegt dat zij een ‘power hungry female is, that will be shot for the sins of her son,’ hecht ik niet te veel waarde aan zijn kritiek op mevrouw Gvishiani. Wat me trouwens verbaasde was, dat Kouznetsov op de hoogte bleek van Koen Corvers uitzending voor de avro over het onklaar raken van mijn taperecorders. Nog verbaasder was ik toen hij eraan toevoegde: ‘maybe there is some magnetic field in your hotel.’ ‘Het is waar,’ aldus generaal Suharjo, ‘dat de zonen van communistische leiders zich misdragen. Waar geen controle is, vindt corruptie plaats. Dat is een wet. De zonen van de hoge bazen ontsnappen aan die controle. De Culturele Revolutie in China was juist bedoeld om de corruptie aan de top tegen te gaan. Je moet hier slim zijn om het juiste vlees te kopen. Je moet vooral uitstekende ogen hebben anders verkopen ze je voornamelijk botten. Een lendenbiefstuk is er nooit, hoogstens in de winkel voor diplomaten en dan betaal je er negen dollar voor. De top hier is absoluut zo corrupt als de pest en niemand doet ze wat. Om de zaak hier draaiende te houden doen ze alsof ze India helpen maar eigenlijk verlakken ze iedereen. Ze willen nu Amerikaans graan tegen sovjetolie gaan verhandelen. De wereld denkt dat ze zeer ver in hun ontwikkeling zijn, omdat ze een raket naar Venus sturen, maar in werkelijkheid zijn ze schromelijk achter met alles.’ | |
[pagina 69]
| |
27 oktober 1975Sugono vertelde hoe moeilijk zijn positie in Moskou was: ‘Erg, erg moeilijk Bung Wim.’ Hij vervolgde: ‘De wijze waarop pki'ersGa naar voetnoot47 uit Indonesië hier met elkaar om gaan, houd je g niet voor mogelijk, terwijl ze bovendien van overheidszijde nog eens schandalig worden behandeld. Ze hebben de voormalige adjudant van D.N. Aidit opzettelijk ergens buiten Moskou een domicilie gegeven. Mevrouw Suharjo kende hem uitstekend. Hetzelfde gebeurde met de neef van pki-leider Njoto. Hij heeft geen kans gezien om in Moskou terug te komen. Pas toen hij op sterven lag werd hem dit toegestaan. Daarop kocht de partij een goedkope kist voor hem van 60 roebel. Generaal Suharjo is bijgesprongen om hem een betere begrafenis te bezorgen.’ Inderdaad walgelijke toestanden, zoals Sugono deze beschreef. Er gaat natuurlijk ook niets boven fraternal communist parties in this world. Hij vertelde bijvoorbeeld dat studenten die afstuderen als laatste vak wetenschappelijk communisme krijgen. De studenten die niet worden vertrouwd of om andere redenen niet in de smaak van de partij vallen, zakken op dit laatste vak dan ook prompt als een baksteen. Conny Brood is nu inderdaad permanent voor de nos-televisie in Moskou geaccrediteerd. Molchanov merkte op: ‘Zij is een beetje gek, geloof ik.’ Lifton en Olson onderstrepen dat het rijpingsproces van een mens een vorm van selectieve immunisering is. Deze vondst is van Lifton.Ga naar voetnoot48 ‘Betekent volwassen worden een beetje doodgaan?’ schrijven zij.Ga naar voetnoot49 Hoe komt het toch, dat wat tot leven wordt geroepen, pas in een veel later stadium ontdekt dat het onherroepelijk tot sterven is gedoemd? Lifton en Olson menen dat men dit altijd heeft ‘geweten’. En dan begint de angst dat de individuele kringloop van eigen natuur ‘onvoltooid’ zal blijven. Om 13.00 uur bezocht ik Vladlen Troshkine van de Central Studio of Documentary Films. Hij woonde in een gebouw met twaalf verdiepingen, maar omdat ze hier nu eenmaal nooit naamkaartjes op gebouwen en deuren zetten, moesten Genia Makarova en ik avonturieren. We probeerden de 8ste. Niets. Troshkine bleek uiteindelijk op de 12de te wonen. Genia vertelde intussen dat, toen ze van onze reis naar Alma Ata thuis kwam, zij Den Vaderland Getrouwe in haar boekenkast zag staan en onmiddellijk de kaft omdraaide opdat ze niet langer tegen | |
[pagina 70]
| |
mijn naam aan behoefde te kijken. ‘Welja,’ reageerde ik. ‘U maakt altijd grapjes, mag ik dan geen grapjes maken?’ aldus mijn tolk. Troshkine maakte de film over het bam-(spoorlijn)project in Siberië en is nu bezig met een film over de conferentie van Helsinki, die de naam De grote dag krijgt. ‘Als er tijd voor was, zou ik u mijn film Zo is de jeugd willen tonen,’ zei hij. Verder kreeg ik het gevoel dat hij mijn bezoek maar tijdverlies vond. Wie weet had hij gelijk. Soms tjotjoktGa naar voetnoot50 een gesprek helemaal niet. Om 15.00 uur waren we bij comecon, de Oost-Europese tegenhanger van de eeg. Het ging mij voornamelijk om een kennismakingsgesprek opdat ik schriftelijk vragen zou kunnen inleveren om uiteindelijk een gesprek te hebben voor mijn europa-boek. Ik hoopte dat de voorzitter van comecon, Nikolai Faddeev, later zelf de antwoorden zou kunnen geven. We werden door een onbeschofte klier, een zekere Zawoski, te woord gestaan. Nadat Genia en ik eerst zowat bijna door twee klabakken bij de ingang het gebouw werden uitgesmeten, zaten we tenslotte bij deze figuur. Toen ik, met deel II van mijn Club van Rome-interviews in de hand, verklaarde dat professor Georgii Arbatov en professor Jermen Gvishiani mij ook interviews hadden gegeven, snauwde de man: ‘Wij kennen uw boeken.’ ‘Dat kan helemaal niet, want dit boek is pas enkele weken geleden in New York verschenen.’ Ook een Tsjech voegde zich bij ons gesprek. Het verbaasde me hoe emotioneel Zawoski eigenlijk steeds was en door zijn Tsjechische collega voortdurend moest worden afgeremd. 's Avond belde generaal Suharjo. ‘Wat wij gisteren bespraken - een guerrilla beginnen tegen het Suharto-regime - is een briljante gedachte. Ik heb er de gehele nacht over liggen denken hoe dit zou kunnen worden opgezet. We hebben in ieder geval genoeg mensen die granaten kunnen werpen en mortieren bedienen, maar het belangrijkste is natuurlijk de algehele organisatie. Het zou inderdaad het begin van de omverwerping van het Suharto-regime kunnen betekenen. Natuurlijk zou ik zo'n beweging willen leiden.’ Hij had er zoveel over liggen piekeren dat hij zich er vandaag ziek door had gevoeld. | |
[pagina 71]
| |
Omdat zij zo uniek in mijn leven is, zou ik deze allemaal nauwkeurig moeten bestuderen. Hoe zou het zijn om 50 jaar na je dood je dagboek nog eens te kunnen bewerken? Zou zij vorig jaar inderdaad zo uitgeput zijn geweest, dat zij zich werkelijk aan de dood heeft overgegeven? Hoe is het toch precies geweest? ‘Door zelfmoord te plegen doet iemand een poging eens en voor altijd de doodsangst te overwinnen’, schrijven Lifton en Olson. Bij de Japanse hari-kiri-praktijk, ondervangt de rituele zelfmoord een waardig sterven en de vernedering van de nederlaag. De dood heeft natuurlijk helemaal niets met een nederlaag te maken. De benzine van de machinerie is voor goed opgeraakt. Het nucleaire materiaal, dat de raket in een baan om de aarde liet draaien, is uitgeput. Simple comme bonjour. Om 11.00 uur zijn we op het Institute of Concrete Social Studies voor een ontmoeting met professor Igor Bestuzhev-Lada, voorzitter van de vakgroep van Social Forecasting. Ik maakte zo'n tien pagina's notities van dit gesprek. Hij overlaadde me aanvullend met materiaal dat hij had gepubliceerd.Ga naar voetnoot51 Intussen heeft G. Seleznev in SmenaGa naar voetnoot52 gereageerd op het artikel van Henk Broekhuis, alias Karel van het Reve in de nrc. De titel: een opvolger van münchhausen, doctor broekhuis. Seleznev vertelt hoe ik de eerste dag van mijn vorige bezoek aan Leningrad bij de redactie binnenstapte. Ik heb ze inderdaad, zoals wordt vermeld, gezegd dat ik me had verwonderd over het feit dat een krant als nrc Handelsblad een zo dwaas en leugenachtig verhaal als dat van Karel van het Reve heeft kunnen opnemen. ‘Voor mij was de naam Henk Broekhuis eerst ook een raadsel, maar toen ik vernam wie er achter dit pseudoniem schuilging, werd mij opeens alles duidelijk. Broekhuis bleek de professor Slavische talen aan de prestigieuze universiteit van Leiden te zijn. Bovendien staat hij aan het hoofd van het zogenaamd Hertzen-genootschap dat zich specialiseert in anti-sovjetisme. Hij associeert zich met mensen die zich in de ussr gecompromitteerd hebben.’Ga naar voetnoot53 Ik gaf ook te kennen dat Broekhuis het boek dat ik nog moest schrijven al bij voorbaat in de meest vooraanstaande Nederlandse krant belachelijk probeerde te maken. Het volgende bezoek was bij professor Boris Urlanis van het Instituut voor Economie van de Sovjet Academie der Wetenschappen. We begonnen over de Club van Rome te spreken. | |
[pagina 72]
| |
Urlanis: ‘Groei kan niet zonder grenzen zijn. Dit is zelfs onnodig om aan te tonen. Ik begrijp die titel Grenzen aan de groei van de Club van Rome dan ook niet. Ik bestudeer momenteel zelf de mogelijke stabilisatie van de wereldbevolking die rond 2050 wellicht op elf miljard zal komen. Ik was hier trouwens al mee bezig voor Dennis Meadows met zijn computerstudie kwam. Het tempo van de bevolkingsgroei is regelmatig.’ ‘Hebt u die groei bestudeerd sedert het paleontologische tijdperk?’ ‘Nee, sedert Adam en Eva. Het groeitempo van de wereldbevolking heeft een maximum peil van 2,1 procent per jaar bereikt. Het kan nog tot 2,2 procent stijgen, maar ik verwacht niet dat het hoger zal uitkomen.’ Hij geeft vervolgens een gedetailleerde uiteenzetting over aantallen gezinnen, kinderen en aanverwante problemen. Ik vraag hem of hij de sovjetmens als progressief zou omschrijven. ‘Dat is een moeilijke vraag. De mensen zijn zeker meer progressief dan conservatief.’ Ik vertelde in Leningrad een theaterstuk, bedoeld als parodie op het leven van een sovjetkolchoz, te hebben bijgewoond, maar dat het publiek er niet enthousiast over kon zijn. Urlanis: ‘De jeugd reageert anders. Er is een film verschenen: Laten wij tot maandag leven. In die film komt een scène voor waarin een lerares de leerlingen vraagt te reageren op het thema Wat is geluk? Een meisje antwoordt: “Voor mij is geluk vier kinderen te baren.” De hele klas lacht. Wat een stomme griet! Dat is de reactie van de hedendaagse jeugd. Ik was zelf het negende en laatste kind in ons gezin. Maar je vindt tegenwoordig nog maar zelden gezinnen met vier kinderen in Moskou.’ Tages vriendin Theresa was meegekomen naar het gesprek met professor Urlanis. ‘Hij is een jood of een Litouwer’, zei Volodja, ‘maar in ieder geval geen Rus.’ We belden Tage op, die met de metro naar ons volgende gesprek met professor Alexandr EfremovGa naar voetnoot54, historicus verbonden aan het Research Department van de Vakbonden, kwam. Ik begon met te vragen hoe de Sovjet-Unie reageerde op het feit dat zodra de inkt van de Verklaring van Helsinki droog was, zowel de Amerikaanse minister van Defensie James Schlesinger, als navo-bevelvoerder Al Haig, zeurden over het Sovjetgevaar en hoe nodig het was de oorlogsuitgaven op te voeren. Het was waar dat het Kremlin zich ook zorgen maakte over het verzet in het Westen tegen de besluiten van Helsinki, | |
[pagina 73]
| |
ook in de pers. Dat begon al toen de Westerse media maar weinig of geen aandacht aan de inhoud van de akkoorden besteedde. ‘Raymond Aron heeft geschreven dat nooit eerder zoveel diplomaten zo weinig bereikten als in Helsinki.’ Efremov: ‘Wij zijn het hier niet mee eens. We moeten Helsinki niet alleen bezien vanuit het verleden of het heden, maar ook met het oog op de toekomst. Het is in ieder geval een ongehoord feit dat 33 Europese staten plus de vs en Canada het eens konden worden over dit document. Getuigt dit niet van ontspanning (...)? Natuurlijk leidt detente er toe, dat het moeilijk wordt geld te krijgen voor militaire uitgaven. Schlesinger heeft zelf geschreven dat dit een probleem vormde.’ ‘Wat voor indruk maakt het eigenlijk in Moskou, dat figuren als Henry Kissinger en James Schlesinger elkaar voortdurend over belangrijke zaken tegen spreken?’ ‘Wij merken dit ook op. Het weerspiegelt de verschillende standpunten in de Amerikaanse top over de wijze hoe er na Helsinki verder zal moeten worden gegaan. Schlesinger wil dit net als vroeger uitsluitend doen vanuit een standpunt van politieke en militaire bangmakerij via het vervolmaken van wapen-systemen. Als vertegenwoordiger van het militair-industriële apparaat is hij kennelijk bang voor inkrimping en bezuiniging. Aan de andere kant, voor zover ons bekend, getuigt het optreden van Kissinger van begrip voor het feit dat het enige alternatief voor ontspanning een wereldoorlog is. Daarom is dit voor ons een realistische benadering.’Ga naar voetnoot55 Van 20.00 uur tot 23.15 uur heb ik opnieuw met generaal Suharjo gesproken. Hij vertelde bijvoorbeeld dat generaal Nasution, na de 1 oktober-affaire in 1965, een hoge officier met een persoonlijke brief naar maarschalk Rodion Malinowski zond met het dringende verzoek dat de Sovjet-Unie zich niet zou mengen in de strijd van het Indonesische leger met de Partai Kommunis Indonesia (pki). Je zou beter kunnen zeggen, met de massamoord op een miljoen Sukarno-aanhangers en een paar communisten. ‘Het Kremlin probeert nu weer aan te pappen met Suharto.’ Om hen te testen, had Suharjo aan de sovjetautoriteiten gevraagd een brief aan zijn broer in Indonesië te bezorgen. Hij wilde weten of ze tot zoiets in staat waren. Vele maanden bleven ze tegen hem zeggen dat er moeilijkheden waren, maar dat men er mee bezig was. Na meer dan een jaar zeiden ze dat de brief bij zijn broer was afgeleverd, maar hij hoorde via eigen kanalen dat zijn broer niets had ontvangen. | |
[pagina 74]
| |
Van sovjetzijde werd hem gevraagd een lijst van progressieve hoge Indonesische officieren op te stellen. ‘I will never give it to them,’ verzekerde hij mij. ‘They would simply hand it to Suharto, so they can shoot more Indonesians, or arrest them.’ Ik werd misselijk van wat hij me allemaal vertelde over het sovjetsysteem. Generaal Suharjo Padmodiwigo zit in een supertrap. We bespraken ook weer ons plan een guerrilla tegen Suharto te ontketenen vanuit de Philippijnen misschien, of vanuit Maleisië. Francisco Paesa zal zeker voor valse paspoorten kunnen zorgen, dan is het toch nog een keer handig hem te kennen. Ik heb het onaangename voorgevoel dat Pak Harjo niets van dien aard zal ondernemen.Ga naar voetnoot56 Intussen heeft Genia Makarova voor me uitgezocht wat er gebeurde met mijn Libanese vriend, die ik op het vliegveld van Jerevan in nood aantrof. Azizi Sarkis is toch naar Beiroet teruggezonden. Erg jammer. | |
29 oktober 1975Op 22 en 25 oktober hebben de sovjets twee ruimtevaartuigen in een baan om Venus gebracht, namelijk de Venera 9 en Venera 10 en deze hebben op de planeet een zachte landing uitgevoerd. Het is een fantastische prestatie en opnieuw een first voor de Sovjet-Unie in de strijd met Amerika om ruimtevaart-primeurs. Om 11.00 uur ontmoette ik dr. Vladimir Michailov, een psycholoog verbonden aan het Instituut voor Psychiatrie. Hij gaf me een overzichtje van de geschiedenis der psychologie in de ussr, waar ik niet veel aan had. Hij benadrukte hoe Josef Stalin deze tak van wetenschap had laten saboteren. Nog maar tien tot vijftien jaar geleden is de psychologie nieuw leven ingeblazen. Hij vertelde in de gelegenheid te zijn geweest in Londen een bezoek te brengen aan de psycholoog H.J. Eysenck, die immers wereldbekendheid kreeg door onderzoekingen op het gebied van de persoonlijkheid en het sociale en politieke gedrag van mensen. Een echt interessant gesprek kwam niet van de grond. Om 12.15 uur was ik op de Nederlandse ambassade omdat de heer A.B.M. Norbart me voor een uithoorlunch had genodigd. Hij blijft me Olthof noemen, waar ik met opzet geen notitie van neem. We reden in een splinternieuwe Volvo naar een diplomatenflat. Hij excuseerde zich dat het meubilair staatseigendom was. Na een sherry gingen we aan tafel en kregen een | |
[pagina 75]
| |
floddertje biefstuk met wat groenten geserveerd. Hij vertelde dat zijn dienstbode hem 160 roebel in de maand kostte plus een maand vakantie aan de Baltische Zee. Ik heb hem exact verteld, waar ik mee bezig was geweest en wat ik verder allemaal nog van plan was, inclusief mijn uitnodiging aan Anatoli Agaresjev van Komsomolskya Pravda. Wat dit laatste betreft raadde hij me aan dit via de heer G.J. van Hattum van Buitenlandse Zaken te spelen, wat mij de zekerste weg leek het plan in de soep te laten lopen, vanwege zijn anti-sovjethouding. Wellicht kon Anatoly via het culturele uitwisselingsprogramma naar Nederland komen. ‘Waarom niet gewoon zoals ik hier ben gekomen, als werkend journalist?’ vroeg ik. ‘Ik kan me voorstellen dat ze hier blij met u zijn, wanneer er een goed boek over de ussr wordt geschreven,’ antwoordde Norbart. Norbart blijft huiverig voor wat ik doe. Hij begrijpt in de verste verte niet wat mijn bedoelingen zijn. Hij heeft zijn mening al gevormd. Ik kan net zo goed mijn mond houden. Hij zei dat het zeer moeilijk was om in Moskou aan informatie te komen. ‘Nou, ik heb er geen last van. Ik doe niet anders,’ zei ik. ‘Wij zouden nooit kunnen doen wat u nu doet,’ aldus Norbart. ‘Daarom zou samenwerking met journalisten, die door de sovjets worden vertrouwd - ook al erkent men dat ze aan Wester- | |
[pagina 76]
| |
se kant staan, zoals ik - van nut kunnen zijn in plaats van hen proberen in sovjetogen verdacht te maken, zoals een uwer voorgangers hier in Moskou met mij heeft gedaan,’ antwoordde ik. We borduurden nog wat voort over het verschil tussen diplomaten en journalisten en omdat ik blijkbaar iets zei wat hij als ‘gevaarlijk’ beschouwde, wees hij naar de lamp die boven de lunchtafel hing. Als ik wist dat in dat ding een microfoontje zou zitten, zou ik het uit het raam smijten en niet iedere dag die God geeft er onder zitten te smikkelen. Hij gebruikte een belletje om de dienstbode te roepen en benadrukte het ding het laatst in Lagos te hebben gebruikt, wat voor de heren afluisteraars betekende: Moskou brengt me terug in Afrika. Heb Theo Cammann in Tilburg gebeld, om erachter te komen of het okay was met Peter. Hij ging juist naar hem toe. ‘Geef hem een zoen van me en groet zijn moeder.’ Van 15.00 tot 16.00 uur ontmoette ik professor Georgii Arbatov. We zaten tegenover elkaar aan een kleine tafel, die tegen zijn bureau aan staat. Hij rookte een pijp. Thee werd geserveerd, met de gebruikelijke koekjes en Russische bonbons. We voerden een geconcentreerd en intens gesprek. Ik moet zeggen: ik was het met zijn internationale observaties eigenlijk volkomen eens. De taperecorder werkte weer niet. We kwamen overeen dat ik hem schriftelijke vragen zou stellen. ‘You see, I am keeping my academic freedom, which enables me to talk to people like you.’Ga naar voetnoot57 We spraken eigenlijk volkomen vrijuit en ongeremd met elkaar. Dit terwijl hij toch ook een lid van de Opperste Sovjet is. Hij maakte meteen twee opmerkingen. De eerste was dat het niet uitgesloten zou zijn dat er ondanks de akkoorden van Helsinki een terugkeer naar de Koude Oorlog kon komen, met uiterst gevaarlijke consequenties. En de tweede mogelijkheid die hij voorzag, was ‘a freeze into a multi-polar balance of power with the madness of a continued arms race’. Hij voorzag zelfs een mogelijke derde ontwikkeling, namelijk dat samenwerking en versterking van wederzijdse veiligheid wel degelijk verder zou worden uitgediept, zoals in Helsinki was voorzien. Waar het op dit moment om gaat is ‘not to loose your head in the present precarious situation.’ Het laatste zou slechts kunnen worden bereikt via eerlijke en openhartige onderhandelingen en gesprekken over het opbouwen van een nieuwe vorm van | |
[pagina 77]
| |
samenleven. Hij gaf me het eerste artikel dat hij samen met zijn zoon Aleksey schreef voor de New Times.Ga naar voetnoot58 Het behandelt ontwapeningsproblemen. ‘Ik had gehoopt dat mijn zoon architect zou worden, maar hij is militaire vraagstukken gaan bestuderen.’ Ik vertelde na terugkeer van de lunch met de heer Norbart een rij van 25 joden voor de ambassade te hebben zien wachten. Norbart had gezegd: ‘Zij hebben een vergunning om te vertrekken en komen bij ons het visum voor Israël halen.’ ‘Why doesn't Senator Henry Jackson publicly acknowledge, that because of détente, we allowed already 100.000 Jews to immigrate Israel?’ aldus Arbatov. Hij vertelde dat steeds meer sovjetburgers mysterieuze brieven uit Israël ontvingen, die hen in verlegenheid brachten. Een joodse ingenieur had zo'n brief aan hem gegeven. Hij wilde opstaan om het ding te gaan halen, maar ik zei hem dat hij zich de moeite kon sparen want ik geloofde hem zo ook wel. De ingenieur had Arbatov verzekerd geen enkele bedoeling te hebben om naar Israël te gaan. Hij had gezegd: ‘Please protect us against such provocations.’ Professor Arbatov vroeg zich af waar dergelijke brieven werden georkestreerd: ‘The wife of one of our outstanding composers even got such mail from Israel, and so did many other people? What is this?’ Het is natuurlijk ook absurd, maar het laat zich indenken welke machten en krachten hier achter zitten. Arbatov vertelde dat een Amerikaans lid van het Congres in Moskou bemerkte dat hij voortdurend door twee mannen werd gevolgd. Bij onderzoek bleek dat het cia-agenten waren. Een andere Amerikaanse delegatie uit het Congres was in Leningrad aangekomen. De eerste vraag die zij hadden gesteld was of er ontmoetingen met dissidenten konden worden geregeld. Later was men van sovjetzijde er achter gekomen dat een week voor de aankomst van de officiële delegatie al enkele buitenlandse agenten waren gearriveerd om deze ‘geheime tête-à-têtes’ te arrangeren. ‘Ze vroegen mij of ze onze toestemming hadden om met dissidenten te spreken,’ vervolgde Arbatov. ‘Ik heb ze gezegd: dat moet je Speaker of the House, Carl Albert, vragen, niet mij. Het maakte op ons wel een vreemde indruk dat een delegatie uit het Congres vrijwel direct bij aankomst dit onderwerp aanroerde.’ Hij had natuurlijk volkomen gelijk. Ik heb Arbatov maar niet verteld hoe ik dit varkentje op mijn sovjetreizen heb gewassen. Ik ben er zeker niet mee begonnen noch geëindigd, maar naast de keurig opgediste propaganda, | |
[pagina 78]
| |
heb ik me wel degelijk ‘van andere zijde’ laten inlichten, ook al ging dit soms via ‘de stille kracht’ en soms via de koffer. Norbart vroeg trouwens of ik het proces tegen de Nederlanders, die met hasj werden betrapt, wilde bijwonen. Dat doe ik dus niet. Geen interview, prima. Ze zoeken het maar uit. | |
30 oktober 1975Het had zeven graden gevroren. Volodja Molchanov belde om te zeggen dat zijn auto was bevroren. Het sneeuwt. Ik sta buiten op hem te wachten en word weer overvallen door verdriet over mam. In juli vorig jaar was ik ook in Moskou. Zij was alleen. Ik heb te weinig aandacht aan haar besteed. Ik ben lief geweest maar niet lief genoeg. Wanneer mij ooit wordt gevraagd wat mijn grootste fout is geweest, dan is het ‘not having treasured sufficiently the uniqueness of my mother.’ Om 10.00 uur ben ik met Molchanov bij Nikolai Pankov van het Comité voor Europese Veiligheid en Samenwerking. Pankov hield het gebruikelijke verhaal over het belang van Helsinki en het verbreden van de betrekkingen tussen de Sovjet-Unie en Nederland. Het klonk allemaal uitermate propagandistisch dus ik wilde de temperatuur wat opvoeren en vroeg hem of hij het bezoek van Max van der Stoel als een succes zou bestempelen. Toen ik een absoluut standaard onbenullig antwoord kreeg viel, ik hem in de rede en zei het allerminst met hem eens te zijn. Ik weidde over het aanbod van premier Aleksei Kosygin uit om met de Shell tot samenwerking te komen en hoe Van der Stoel alles dienaangaande in de puree had geholpen.Ga naar voetnoot59 Pankov ging er zelfs niet op in en babbelde onverstoord naar eigen goeddunken verder. Ik begreep weer aan een verkeerd adres te zijn. Omdat hij had gezegd dat er ook kringen in Nederland waren die gekant waren tegen detente, ‘vooral mensen die verbonden zijn met de secretaris-generaal van de navo, de heer Luns,’ ‘die bang zijn voor ontspanning’ haakte ik aan. Wat konden hij en zijn comité doen om aan meneer Luns en de zijnen tegengas te geven? ‘Ik zal u een openhartig antwoord geven,’ zei Pankov en overstroomde me opnieuw met niets-zeggende frasen. Omdat er wederom werd gehamerd op de verspreiding van de Verklaring van Helsinki in de Sovjet-Unie in miljoenen exemplaren, onderstreepte ik dat ik op mijn reis in Pionierspaleizen en op scholen had gevraagd wie de Act of Helsinki kende, maar geen hond had het ding ook maar zelfs in- | |
[pagina 79]
| |
gekeken. Ook vertelde ik dat ik met jongeren had gesproken die niet bepaald pro het regime waren. Zoals in Jerevan waar een jonge uit de ddr teruggekeerde militair, Karen, mij de riem met hamer en sikkel had geschonken die hij tijdens zijn diensttijd had gedragen. ‘Weet u wel,’ aldus Pankov, ‘wat in onze cultuur een dergelijk gebaar tussen vrienden betekent? Die Karen heeft tegen u willen zeggen: Wij zijn blood-brothers!’ Toen Pankov dit zei kreeg ik het ontzettend warm en begon te transpireren. Die gedachte wond me eigenlijk op, want Karen was mijn favoriet geweest in de groep. Pankov: ‘Ik moet u een compliment maken. U bent een mooie man en vrouwen zullen u veel complimentjes maken. Maar als een man u een compliment maakt, dan is dit een ernstige zaak. U hebt tijdens uw reis de Sovjet-Unie met kritische ogen proberen te begrijpen. U bent op de juiste weg. Ik zou zeggen dat u de hoofdzaak te pakken hebt. U begint ons fundament te begrijpen, want zonder dat kan men de ussr niet begrijpen.’ Misschien omdat ik vanmorgen al over mam stond te mijmeren vertelde ik tijdens het gesprek dat ik eens op televisieGa naar voetnoot60 had gezegd tot de conclusie te zijn gekomen dat mijn moeder het meest unieke mens in mijn leven was geweest. Na een lange uiteenzetting over hoe ik het vak zag en hoe ik leefde, vervolgde Pankov: ‘Volgens mij hebt u geluk gehad in het leven. U bent een gelukkig mens om twee redenen. Het gebeurt zelden dat in een gezin de moeder voor haar zoon - dat onderstreep ik - de ideeënbepalende vader is, hoewel zij de moeder is. Het is doorgaans de vader die de ideeën van de kinderen vormgeeft, want de zoon voelt zich aangetrokken tot de vader en de dochter tot de moeder. En het tweede is dat u blijkbaar de waarheid, die uw moeder u heeft bijgebracht, in het leven meevoert. Dat is een monument voor de moeder. Dat is het bewijs dat zij nog voor u leeft en u haar iedere dag raadpleegt. Dit maakt u tot een gelukkig mens. Ik zou u willen toewensen verder door het leven te gaan, zelfs tot het einde, als een persoonlijkheid. Het is onbelangrijk hoeveel u zult schrijven, het is belangrijker om een persoonlijkheid te zijn. Ik wil er nog aan toevoegen dat er nog geen tien jaar zijn verlopen, waarin is bewezen dat uw mening over Indonesië juist was. Ik denk dat het mogelijk is dat er eveneens geen tien jaren zullen verlopen, voordat men zal begrijpen dat uw mening ten opzichte van de Sovjet-Unie eveneens de juiste was. Maar de hoofdzaak blijft natuurlijk wat u | |
[pagina 80]
| |
doet. Uw werk bestaat eruit, zoals u ook zelf zegt, en zoals Leonid Brezhnev heeft gezegd, een bijdrage te leveren aan de realisatie van de ontspanning. Dit zien wij als uw bijdrage aan de geest van Helsinki.’ Ik kreeg het een tweede keer erg warm en transpireerde opnieuw toen hij over mam begon te spreken. Het is een puur chemische reactie denk ik. Waar haalde hij de onzin vandaan? Mijn ideeën, mijn waarden, het fundament van mijn wezen heb ik van mijn beide ouders meegekregen. Ik denk alleen dat mijn brein meer als de mind van mijn moeder functioneert, ook door gezamenlijk beleven van muziek. Het feit dat mam na de dood van vader in 1966 zo'n rol is gaan spelen in mijn leven tot 1974, komt voornamelijk door de opening die, door het wegvallen van vader, voor mij ontstond. Eindelijk kreeg ik de gelegenheid me werkelijk ongehinderd met haar bezig te houden, vooral ook omdat een van mijn broers in Zwitserland woonde en de andere in Zuid-Afrika. Volodja Molchanov vertelde eens met Eppo Jansen van de nrc bij Pankov te zijn geweest. De man had toen ook verkondigd ‘openhartig’ te zullen spreken, ‘maar pas nu heb ik gezien hoe Pankov is wanneer hij echt openhartig is,’ zei Volodja. Het zal best waar zijn. Daarom zie ik ook geen enkele collega ooit als concurrent. Om 13.00 uur ontmoette ik met Volodja de componiste Alexandra Pakhmutova. We spraken in The House of Composers. Het was weer een hele toer om koffie te krijgen, die er trouwens niet was. We werden met thee afgescheept. Zij was een klein blond dametje dat me twee van haar platen en een boekje over Yuri Gagarin, de eerste sovjetkosmonaut, met wie zij bevriend was geweest, overhandigde. ‘Hij was moedig maar liet het nooit merken,’ zei ze. ‘Hij hield veel van mensen. Niemand kon het begrijpen toen hij in 1968 zo jong stierf. Ik heb een liederencyclus aan hem gewijd.’Ga naar voetnoot61 Met Tamara Sachnazarova bezocht ik om 15.00 uur professor Daniel Proektor van het Institute of World Economy. Helsinki zag hij als ‘een verandering in de verhouding van krachten in de wereldarena, ten gunste van het socialisme.’ Het was de consequentie van de vredelievende politiek van de socialistische landen. Ook interpreteerde hij Helsinki ‘als de groei van realisme onder Westerse leiders.’ Ik: ‘Om een evenwicht te verkrijgen in de belangen van 33 Europese landen zou men, lijkt me, eerst die belangen enigermate op elkaar moeten afstemmen. West-Europa begrijpt ab- | |
[pagina 81]
| |
soluut niets van wat hier gebeurt of wordt nagestreefd. Men weet niet hoe uw samenleving in elkaar zit.’ Professor Proektor antwoordde dat hij slechts had gesproken over een evenwicht bereiken in de buitenlandse politieke belangen. Het was duidelijk dat hij me niet begreep. Alsof je tussen binnenlandse en buitenlandse belangen van 33 Europese staten enige verschil zou kunnen maken: ze zijn totaal met elkaar vervlochten. Ik zei dat, nu ik in de Sovjet-Unie had rondgekeken, het me van het allergrootste belang leek dat de westelijke helft van Europa zou aanvaarden dat de Sovjet-Unie een gevestigde orde was en onveranderlijk zou zijn. ‘Wanneer het Westen blijft proberen om uw samenleving te vormen naar Westerse maatstaven, komt er nooit iets van Helsinki terecht. De Sovjet-Unie zal immers nooit een kapitalistische maatschappij kunnen worden, nooit.’Ga naar voetnoot62 Proektor zei dat ik op het tweede gedeelte van zijn antwoord was vooruitgelopen.Ga naar voetnoot63 Bij vertrek vroeg de professor of ik schreef zoals ik sprak. Later ontmoette ik Jacques Haenen, die hier studeert. Hij was het met me eens, dat het sovjetsysteem een dictatoriaal systeem is, dat niet meer omver is te gooien. | |
31 oktober 1975Ik ben het constante gelazer hier echt beu. Ik wil nu wel naar huis. Ik ben in de stemming om helemaal geen boek te schrijven. Jacques Haenen is van mening dat de sovjetsamenleving dermate schizoïde is, met zoveel tegenstellingen en flagrante contradicties dat er haast geen beginnen aan is, te proberen de puzzel te ontwarren. Hij vraagt zich ook wel enigermate af wat er terecht zal komen van die nieuwe marxistische mens, maar hij heeft het eigenlijk te druk met andere zaken nu zijn studie psychologie pas tien jaar geleden weer uit de mottenballen is gehaald, na door Stalin indertijd te zijn ‘gezuiverd’. Tage Domela Nieuwenhuis ging gisteravond liever naar Boris Godunov van Modest Musorgski, dan de laatste avond samen wat doen. Om 11.00 uur ontmoette ik Peter Barakhta van het Novosti uitgevershuis. Ik gaf hem Volume II (Putnam editie) van mijn Club van Rome-interviews, voor mogelijke publicatie in de Sovjet-Unie. Als ik in december terugkom, kan ik mijn reis zelf van een voorschot op dit boek financieren. ‘Ik sta op die manier | |
[pagina 82]
| |
sterker tegenover critici in Nederland,’ zei ik en daar waren de heren van Novosti het mee eens. 's Middags bezocht ik een bijeenkomst in Friendship House van de sovjetpendant van de Vereniging Nederland-ussr. Genia belde Tage en Theresa of zij ook wilden komen. Tage droeg een bruine coltrui en corduroy jeans. Ze kwamen later in de avond nog naar hotel Rossia. Ook generaal Suharjo kwam groeten. Hij waarschuwde me dat de voormalige pki-journalist Surjono beslist niet te vertrouwen was, omdat hij bang was. Genia Makarova onderstreepte: ‘Als u op deze reis met Tamara of Volodja gewerkt zou hebben, zouden zij na drie dagen zijn weggelopen. Ik heb dit echter doorgezet omdat ik wist hoe belangrijk uw boek zou worden. Als ik dat niet had begrepen, zou ook ik niet meer met u hebben willen werken. U bent een heel moeilijk mens, maar ik begrijp u.’ | |
|