Inleiding
Het jaar 1973 was leerzaam met veel reizen, zowel in Amerika als de ussr. Ik was volop bezig met de uitbreiding van mijn contacten voor de Club van Rome over een wereldwijd front. Bakken vol informatie kwamen mijn kant op. Ik wist nauwelijks hoe de bergen nieuwe kennis op te slaan in mijn hoofd, in mijn dossiers of in mijn dagboek. Toch heb ik zoveel mogelijk gesprekken en ervaringen weergeven, en stapels informatie gelezen, onderstreept en verwerkt, tot ik bij het uiteindelijk samenstellen ontdekte, dat het totaal onmogelijk was zelfs maar een fractie van wat ik had willen meenemen ook daadwerkelijk aan deze Memoires toe te voegen. Ik heb dat als een milde ramp ervaren.
Natuurlijk ging ook in 1973 het gedonder met Luns en BuZa gewoon door. Premier Joop den Uyl liet mij echter vanuit het Catshuis weten: ‘Het is best mogelijk, dat Luns eenzijdige voorlichting heeft gegeven. Maar er zijn over de gesprekken gevoerd tijdens de Nieuw-Guinea-crisis notulen bewaard gebleven.’ Wij weten dat Luns (in zijn eigen woorden) duizenden dossiers in de fik heeft gestoken bij zijn vertrek, dus ga er maar aan staan. Een echt onderzoek naar de schuinsmarcheerder Luns is er nooit gekomen. In de 21ste eeuw kan het niemand meer een fluit schelen of hij het koninkrijk jarenlang heeft voorgelogen.
In de zomer van 1973 publiceerde ik Den Vaderland Getrouwe, mijn 700 pagina's tellende boek over wat ik in Indonesië van 1956 tot 1966 meemaakte.
U zult zien dat ik in 1973 een druk baasje ben geweest.
Willem Oltmans, mei 2004