Memoires 1967-1968
(2002)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 116]
| |
New York2 oktober 1967Kew GardensBij thuiskomst vond ik Richard Thieuliette en Ewout Quispel in mijn flat. Richard was lief en aanhankelijk. Ewout zette koffie en Richard bakte bacon and eggs. Croiset had gezegd: ‘Sommige mensen hebben een vrouw, anderen een hondje en jij hebt je dagboek.’ Voor mij heb ik nu mijn dagboek samen met Peter. Croiset had ook gezegd: ‘Het gaat nu toch wel anders met je leven, sinds wij elkaar kennen.’ Het lijkt wel of hij een plan heeft. In ieder geval heeft hij de lijn nts-Carel Enkelaar tot stand gebracht. En vooral de link naar de Kennedy-affaire. De invloed van Croiset is, althans op dit moment, aanzienlijk. Om 11:00 uur was ik met Richard en Ewout bij de opening door Joseph Luns van een expositie van Cécile Dreesmann borduursels in het klm-gebouw op 609 Fifth Avenue. Luns was natuurlijk op de hem bekende ruwe manier lollig. Moderne kunstenaars hoorden thuis op de divan bij de psychiater, maar Cécile was geweldig. Richard maakte de opmerking, ‘Monsieur Luns fait l'impression d'être un Charlie Chaplin qui joue le Charles de Gaulle’. We lieten Ewout daar achter. Richard en ik gingen naar de diplomatenlounge in de vn. Hij wilde over zijn moeder en zijn familie praten. Ook bleek hij zich verdiept te hebben in mijn relatie met Peter en maakte zinnige en doordachte opmerkingen. We lunchten met Mora Henskens, mijn vriendin in het secretariaat van de secretaris-generaal. Zij biechtte op twee jaar geleden van me te hebben gehouden. Dat was tijdens het bezoek van Croiset aan de vs, die mij toen ook adviseerde serieus over Mora na te denken. Toen kende hij me dus nog niet en ‘zag’ me alleen maar. Richard bracht me naar Pennsylvania Station. Lezing voor Wesley Junior College in Dover, Delaware. Viel in de trein in een diepe slaap. Professor Lewis Wells haalde me in Wilmington af. We reden door de herfstachtige velden naar de College. Hij leek me wat nichterig, maar liet dit zo min mogelijk blijken. Hij wilde Antigone gaan opvoeren, maar hij be- | |
[pagina 117]
| |
klaagde zich geen jongens met een sterk karakter voor de rollen te vinden. Hij zei zich soms ook aan studenten te hechten en vond het een verdrietige zaak dat zij het leven ingingen en hij dan nooit meer van hen hoorde. Vorig jaar sprak ik hier eveneens en ontmoette toen Bob Sylvester, de zoon van een psychiater, die acteur wilde worden. Hij is afgestudeerd en woont in Pasadena, Californië, waar hij in een theater optreedt. Net had Wells gezegd dat dit de tijd van de trek voor wilde ganzen was of we zagen wel 50 ganzen tegen de fletse, blauwe avondlucht voorbij trekken. De lezing duurde anderhalf uur, Het enthousiasme van de studenten was verwarmend. Ik weet niet hoe ik het klaar speelde. Nu ben ik gaar. | |
3 oktober 1967Ik vraag me af of het nu weer normaal is met Peters rug. Zond Peter al twee brieven. Ik kwam om 02:55 uur thuis uit Delaware. Richard lag in zijn nakie in een oranje slip op bed. Vreemd vorig jaar nog zou ik begeerd hebben hem te omarmen en seks met hem te hebben. Maar toen wist ik niet dat er 's ochtends in de bossen van Oostelbeers een jongen naar de bus liep, op weg naar school, waar ik nu van houd. Ik wist niet eens dat Oostelbeers bestond. Tieneke kwam me groeten met haar zoontje Monk, die me een paardebloem gaf. Het jochie is nu twee jaar en een paar maanden en lijkt in menig opzicht op Loet Kilian. Schreef de eerste artikelen voor mijn kranten in Holland.Ga naar voetnoot62 Ging met Richard naar de film A Man for all Seasons. Hij had acht maanden gewacht, net zo lang tot hij er in de stemming voor was. Het karakter en de kracht van Sir Thomas Moore wordt prachtig uitgebeeld. We willen de film nog eens zien. | |
Northwest Airlines naar Milwaukee, Wisconsin Y.M.C.A.Het wemelt van de slenterende kerels op de gangen, die uit zijn op seks. Ook in de douches. Ik heb er geen zin in, als vroeger. Ga naar bed. Een broer van Lee Harvey, Robert Oswald geeft in acht pagina's zijn mening weer over de moord in Dallas en zijn moeder. Geloof er niet veel van. Ik ken zijn moeder, die hier wordt voorgesteld als een boeman, met wie Lee Harvey een ongezonde binding had. Lee Harvey zou de moord op jfk hebben | |
[pagina 118]
| |
gepleegd om er voor te zorgen dat zijn moeder ‘een beroemde zoon’ zou hebben. Klinkklare onzin. Wat zal Look magazine voor dit verhaal hebben betaald? | |
4 oktober 1967Bij het ontbijt lees ik Baudelaire. ‘Het kind ziet alles als nieuw, het is altijd dronken.’ Hij definieerde het genie als ‘de vrijwillig teruggevonden jeugd’. Ik denk dat ik begrijp waarom Peter zich in zijn leerlingen op school verdiept. ‘Het drama begint, wanneer het kind groter wordt, wanneer het de ouders boven het hoofd groeit en over hun schouders kijkt. Want achter hen is er niets: door zijn ouders in te halen, hen misschien te beoordelen, ervaart het zijn eigen transcendentie (...) het kind verliest zijn essentie en zijn waarheid.’Ga naar voetnoot63 Hoeft niet. Schreef mam. Zond een vijfde dagboekpakket naar Peter. Om 11:00 uur sprak ik voor de Milwaukee College Endowment Association in het Athenaeum Auditorium. Het verliep heel anders dan anders. Ik hoorde mezelf spreken over love and friendship en de kracht en overtuiging van mensen om te leven. Daarna moest ik vijftig handen van dames schudden met wie ik zou gaan lunchen. Ik ontmoette een mevrouw van 81 jaar - precies een gerimpeld wit aapje - die nog dagelijks op een paard werd gezien (moest ik dat geloven?) met twee benen aan één kant à la Wilhelmina. Met een dame had ik een uitstekend contact. Ik vroeg haar: ‘Maakt u muziek?’ Zij speelde viool en deed dat al 40 jaar in strijkkwartet. Hoe werkt zoiets? Lees Svetlana Alliluyeva's - Stalins dochter - memoires. Wel vreemd in de context van haar ouderlijk huis, maar het trekt me ergens toch aan, namelijk als eerlijk gemeend. ‘Hoe meer mannen zich wijden aan de kunsten, des te minder paren zij.’ Baudelaire.
Landing in Pittsburgh, Pennsylvania. De herfsttinten zijn erg mooi. Hoe zou Peters bos er nu uitzien? Werd afgehaald door professor John Clopine. Na een typische Amerikaanse mammoet-steak te hebben gegeten was het nog anderhalf uur rijden naar Bethany College in Virginia. Ten huize van het hoofd van de School voor Journalistiek was een party voor mij georganiseerd. Ik zag Peters gezicht steeds voor me. Ik belde Ewout in Kew Gardens, maar er was nog geen brief gekomen. Joseph Luns hield zijn jaarlijkse rede voor de vn. Hij bedonderde iedereen opnieuw. Terwijl het parlement hem had op- | |
[pagina 119]
| |
gedragen anti-Vietnam geluiden in Washington te laten horen concentreerde de minister zijn toespraak geheel op het financieren van ontwikkelingsprogramma's in de Derde Wereld. In de New York Times werd er tenminste met geen woord over gerept of de oorlog in Zuidoost-Azië ter sprake was gekomen. En als hij het wel heeft gedaan beschouwde Juan de Onis de wijze waarop hij het deed als niet belangrijk genoeg om te rapporteren. Die man wordt omringd door jabroers, die niet tegen hem op kunnen en het Binnenhof dut. | |
5 oktober 1967Bethany, VirginiaAan het ontbijt probeerde professor Clopine mij te beïnvloeden inzake Vietnam. Er was een Vietnam-week vol lezingen en discussies aan de gang op Bethany College, waarin Arthur Schlesinger, Hans Morgenthau, W. Burchett, Bernard Fall en anderen waren uitgenodigd. Bovendien werd mijn lezing over het plaatselijke radiostation live uitgezonden. Ik maakte hem onmiddellijk duidelijk dat er geen sprake van kon zijn, dat ik een andere dan mijn eigen mening zou verkondigen. Mevrouw Clopine verliet op dat moment de tafel. Hij bleef zich in bochten wringen om mij te bewerken. Ik luisterde niet meer. Ik zag Peter in Tilburg fietsen, met zijn blonde haren. Om 09:30 uur kwam ik de zaal binnen. Er waren al enkele studenten aanwezig. Er was een jongen bij, Bill Hawkins uit Morgentown, Pennsylvania, die me zo sterk aan Peter deed denken dat ik op hem af stapte. We bleven de rest van de ochtend en tijdens de lunch samen. Hij was aardig maar niet oprecht genoeg. Ik zei hem bij het afscheid dat hij twee kanten op kon gaan in het leven, en dat ik hoopte dat hij geen ordinaire streber zou worden. Hij werd erg stil. Ik zag hem piekeren. Ships that pass in the night. De lezing scheen een succes. Ik kreeg een daverend applaus. Je kijkt dan in die honderden gezichten van jonge Amerikanen, ogen soms vol verwachting, soms met bewondering, soms met verbazing, en je kunt niet anders dan love those faces, all of them, boys and girls. Dit zijn de jonge mensen, nog betrekkelijk onbedorven en onbevangen, die misschien nog echt, spontaan en eerlijk kunnen zijn. In de zin zoals Baudelaire er over sprak. Naderhand heb ik in een lounge nog zeker één uur vragen beantwoord. Daarna een lunch met twintig studenten. Felle debatten. Ze denken zwart-wit in dit land, alsof er geen grijs bestaat. Ik ben ook voor patriottisme, maar ik wijs ‘right or wrong my country’ af. | |
[pagina 120]
| |
Baudelaire bedreef de liefde met handschoenen aan. To each his own. Hij had ook een onweerstaanbare sympathie voor oude vrouwen, omdat ze dikwijls veel geleden zouden hebben door minnaars, door kinderen en door eigen toedoen. Peter zei ook eens iets dergelijks tegen mij. Bij thuiskomst waren er twee brieven van Peter. Ik was opgewonden. Ik omhelsde hem in gedachten. Gelukkig waren Ewout en Richard niet thuis en kon ik er alleen van genieten. Ik lees en herlees. | |
6 oktober 1967Weer een brief van Peter. Hij miste zijn ‘boswachter’ - wanneer ik hem 's morgensvroeg in Oostelbeers opwachtte. Hij had mijn moeder gebeld en een vrolijk gesprek met haar gehad. Zijn rug was nog niet verbeterd en hij overwoog terug te gaan naar dr. Tj. Meijers. Op 2 oktober zei hij: ‘De herinnering aan onze niet te beschrijven tijd samen maakt me blij en sterk.’ Hij heeft de dagboekpagina's, die ik zond gelezen en een kopie van mijn brief aan Gerard Croiset over hem had hem ‘erg ontroerd en is hartstochtelijk uit een echt en waar liefdesgevoel geschreven.’ Hij noemde onze ervaringen in vergelijking met Philip Nasta ‘magical’. Op 4 oktober schreef hij: ‘Lieve Wim, wat doe je, wat denk je, wat voel je?’ Antwoordde hem uitvoerig. Zond meer dagboekbladen. Een trieste brief van Erik. Nog meer verwijdering van Helga en voortdurende familieproblemen. Vond het rot voor hem. Richard liep doelloos rond en weet niet wat hij zal gaan doen. Ik vroeg hem of gij naar Garrett terug zou gaan. ‘I do not love him, but I do not have anything else now.’ Maar Eric Steele belde al driemaal, dus die zal het voorlopig wel worden. Steel zei niet meer zonder Richard te kunnen leven. Aan de hand van wat, welke basis, leggen zulke jongens zo'n verklaring af? Ze geloven het zelf ook nog. W.Q.X.R. speelt een dansje van Maurice Moszkowski dat we 25 jaar geleden met het Baarns Lyceum orkestje uitvoerden. Toen speelde ik nog redelijk cello. Duco Middelburg is van Chili naar de vn overgeplaatst.Ga naar voetnoot64 Willebrord Nieuwenhuis belde op om te zeggen, dat Duco een prul is en dat niemand de benoeming begrijpt. Hoe durven ze dat te zeggen? Ik kende hem uitstekend in Jakarta als plaatsvervangend Hoge Commissaris in 1957. Er wordt maar in de ruimte gekletst. Het is een voortreffelijke man, die niet bang | |
[pagina 121]
| |
was zijn minister (Luns) naar eerlijkheid te informeren, die hem hiervoor strafte met een post in Polen. Voelde me eenzaam en ging in St. Patricks een kaars branden. Er staan er nu twee, een lichtje voor Peter en één voor mij. Ben naar een cocktail gegaan bij de Nederlandse consul generaal, D.A. van Hamel op 14 East 90 Street. De bekende nutteloze kakvertoning. Ontmoette ambassadeur Middelburg: ‘Ja, ik ben hier als leerling-ambassadeur,’ zei hij met tongue in cheek. ‘Ze durven me nog altijd niet alleen te laten.’ ‘Ze’ zijn Luns en zijn trawanten. Allemaal omdat hij de moed had om in 1957 vanuit Indonesië Luns de waarheid te zeggen! We spraken nog over die dagen in Jakarta, maar ik vond hem op zijn hoede en nog verder verburgerlijkt. Maar zo'n man is diplomaat onder curatele, omdat hij er een eigen mening op na houdt, zoals het een ieder mens betaamt. Ook Luns kwam iedereen een handje geven. Om zijn onbenulligheid te maskeren spreekt hij altijd één toonaard te luid. Stel je voor dat je je misplaatste gevoel van belangrijkheid zeventien jaar lang aan de steek van ministerschap ophangt. Eigenlijk was Middelburg ook verkeerd geknipt. Bernard Person vond dat ik mager was geworden. ‘Klopt, I am in love,’ antwoordde ik. ‘Oh ja, ga je weer trouwen?’ ‘Nee, dat niet.’ Hij keek perplext. | |
7 oktober 1967Larrio kwam gisteravond laat nog. Hij leek breder en forser geworden door al zijn balletlessen. Ewout en Richard waren er ook. Ik sliep met Richard en legde Larrio apart, want ik wilde geen seks meer met hem hebben. Hij luisterde heel lief naar wat ik hem vertelde over Peter, mon grand amour. Ik heb intussen wel na 26 augustus met Peter geen seks meer gehad. De absurde situatie doet zich voor, dat Everett Dirksen, de Republikeinse leider in de Senaat, de Democratische president Lyndon Johnson feller en geconcentreerder steunt dan zijn partijgenoten doen. Er was een felle botsing in de Senaat tussen mijn favoriet J. William Fulbright en Dirksen.Ga naar voetnoot65 Ik behandelde die zaak uitvoerig met de studenten op Bethany College en zette uiteen dat Fulbrights hersenen gewoon beter functioneerde. Nu verduidelijkte James Reston dat de discussie over Vietnam zich meer en meer bewoog in de richting van vrede of oorlog tot het bittere einde. Ook Reston wees op de ironie dat | |
[pagina 122]
| |
Dirksen een vurige aanhanger is van Johnsons beleid, terwijl de vraag of Vietnam van strategisch belang is voor de veiligheid van de vs natuurlijk met nee moet worden beantwoord, zeker in het tijdperk van de atoomraketten.Ga naar voetnoot66 De scheppende mens is iemand, die niet totaal aan de werkelijkheid aangepast kan zijn, omdat hij het kind in zich niet heeft kunnen vergeten. Ik lees in het boekje Problemen der moederbinding van Schottländer. Waarom begon met Freuds Traumdeutung ‘de eeuw van het kind’? Peter zette er een dikke kras bij. Ik begrijp nu ook dat wanneer, in een relatie, de oudere partner teveel de emotionaliteit van de vaderfiguur uitstraalt, er bij de jonge partner de kans bestaat dat een seksueel beleven met schuldgevoelens gepaard gaat. ‘Grattez l'homme et vous y trouver l'enfant.’ | |
8 oktober 1967Een non heeft zich in Vietnam in brand gestoken. Het gebeurde in Can Tho, waar ik in 1964 ben geweest met een helikopter van het Amerikaanse leger. Clement Attlee is overleden. Ook ontmoet en uitvoerig gesproken. Vooral over Indonesië. Paul Montgomery schrijft in de Times dat Che Guevara ergens nabij Camiri in Bolivia in een cul de sac zit en van daaruit een guerrilla voert. Daar houdt Glenn Bryan Smith zich dus ook mee bezig. Hij zei overtuigd te zijn, dat Che's guerrilla's zouden worden opgerold. Stuur Peter een artikel over het Californische Esalen-instituut. Richard belde dat hij niet thuis kwam. Dat hij opbelt is nieuw, verder is het een oud liedje. Ik heb zonder commentaar opgehangen. C.L. Sulzberger schrijft over Che Guevara: ‘He is wholly ruthless, yet there is something gallant and even poetic about this man who against the greatest odds wishes to maintain an endless struggle. He is our enemy, but whether he lies in an anonymous grave or is again the one who got away, he merits respect and honor.’ Ik sympathiseer trouwens ook met die man. Ik ga over hem schrijven. Hij verdient het. | |
Riverside Drive MuseumBezocht de tentoonstelling The Concerned Photographer. Mijn vriend Leonard Freed exposeert er met Robert Capa, Werner Bischof en anderen. Er is één foto van beenderen en | |
[pagina 123]
| |
een schedel verbleekt in de zon op het strand langs de Sinaï, met op de achtergrond de branding van de zee uit de zesdaagse oorlog van vorig jaar, die uniek is. Leonard is een voortreffelijk fotograaf. De rest van deze dag heb ik enkele tientallen pagina's geschreven, voor Peter, en ook voor Richard en nog eens een dozijn notities gemaakt uit het boek van Schottländer dat ik van Peter had geleend. Ik dacht na over zijn onderstrepingen, soms, als hij geen potlood bij de hand had, had hij met een nagel strepen aangemerkt. Het liefste zou ik hier veel van wat ik leerde weergeven. Zelf durfde ik in zijn boek geen nieuwe strepen aan te brengen. Neurotici, lees ik, hebben een voorliefde vast te houden aan schaduwzijden van het leven. Zij lijden aan een verhoogde bereidheid tot lijden en ik-zucht. Ik-zucht duidt op een teken van nood, van zwakte, en een vernederende bereidheid tot lijden. Voortdurend, ten top gedreven aanspraak op liefde, verhindert de neuroticus lief te hebben. Liefde kan men nooit eisen of afdwingen, maar aan de andere kant, kinderen, die geen gezonde liefde ervaren raken verstoord. Een dergelijke storing tast ook de normale seksualiteit van het kind aan. Een andere gebruikelijke dwaling is om een binding met een ander te verwarren met liefde. In werkelijkheid hebben we juist bij elke binding eerder met het omgekeerde van liefde te maken. Wanneer er een teken is om echte liefde te herkennen, die liefde, die wij tegenover binding stellen, met het begrip van uitstraling, dat is deze liefde iets wat VRIJ maakt en niet iets dat bindt. ‘Ik moet zeer grondig nadenken over de betekenis van dit begrip van vrij,’ noteerde ik in 1967. Ik viel van de ene verbazing in de andere bij het lezen van Schottländers boek en vroeg me vooral af hoe Peter op zijn 22ste jaar er toe was gekomen mij juist deze studie mee naar de vs te geven. Ik bewonderde hem er nog meer om. Op weg naar huis van de fototentoonstelling werd ik in de metro achter elkaar door drie negerjongens betippeld. Eerst twee, één in een bruine trui met zware kringen onder zijn ogen, die om me heen bleef draaien, en daarna in de trein zelf, een neger met een puntbaardje. Hij stond tegen een telefooncel en keek me brutaal aan, en liet zijn ogen dan zakken tot beneden mijn riem zo van, ik wil je lul hebben. Ik dacht, raak me niet aan. Ik voelde ook geen spanning, als anders. Toch kwam nummer drie pal naast me zitten. Ik raakte hem bij het overstappen kwijt. Wat denkt zo'n jongen dan? | |
[pagina 124]
| |
Ik lees in Schottländer: ‘Kinderen zijn spiegelbeelden van onze eigen fouten en dwaasheden.’ | |
9 oktober 1967Jonathan vraagt in een brief of de relatie met Peter nog even intens is als in het begin. ‘If so, then I envy you. I fear that often I have a will that exhausts itself too soon, too easily, and, for that reason, each relationship has but a temporary beauty. It is like something very delicate, and I know I must not go too close or too deep lest it wither. There is an incredible sweetness in just looking and not touching - and yet touching is sometimes so beautiful that it soon destroys itself. You look at one another with different eyes once you have touched, and, to sound like an idiot, there is the pain that a certain irrecoverable tenderness is lost.’ De Raad voor de Journalistiek heeft zich opnieuw in mijn voordeel uitgesproken ditmaal ten nadele van het Algemeen Dagblad. A.C.W. van der Vet en H.N. Appel worden voor hun oplichterpraktijken op de vingers getikt, maar er zal geen haan naar kraaien in het koninkrijk. Het A.D. stal gewoon mijn primeur over de corruptie in Indonesië. De Raad is opnieuw van oordeel dat de heren van het A.D. in strijd met de waardigheid van de stand der Nederlandse journalisten hebben gehandeld. Bovendien krijgen ze een reprimande omdat ze weigerden voor de Raad te verschijnen. Lafaards bovendien. Professor Fred Polak is komen eten. Hij kwam uit Tokio. We ontwikkelden een zeer intens gesprek, zelfs over Peter. Hij keek naar Peters foto en zei: ‘Wat een lief gezicht, introvert, één en al peinzen over zichzelf en de wereld en hij komt er niet uit.’ ‘Dat zult u eens zien,’ antwoordde ik. Ik was toch verbaasd een zo open gesprek met hem te kunnen hebben. Hij is vader van vijf kinderen. Polak kent Gerard Croiset sinds 1940. Telefoneerde George de Mohrenschildt in Dallas, Texas. Hij is bereid tot een televisiegesprek à raison van 250 dollar. Zond Carel Enkelaar meteen een telegram. Sprak in het vn gebouw met ambassadeur De Beus, die naar Bonn wordt overgeplaatst. Hij zei openlijk, de sprong voor de heer Middelburg van Chili naar hier te groot te vinden. Ik vertelde over Middelburgs moed in Jakarta, wat kennelijk nieuw voor hem was. De Beus zag uit naar West-Duitsland omdat het onze belangrijkste handelspartner is. Ambassadeur Ruslan Abdulgani van Indonesië zei mijn twee brieven uit Huis ter Heide nooit te hebben ontvangen. Die zijn | |
[pagina 125]
| |
dus door Suharto's inlichtingendienst onderschept. Abdulgani vroeg niet teveel over de corruptie van generaal Ibnu Sutowo van Perminah te schrijven, ‘want generaal Suharto heeft die crook op dit moment nog nodig!’ Stel je voor dat ik daar rekening mee zou moeten houden. Ik vertelde ook aan professor Polak dat Gerard Croiset bij de ontmoeting met Peter tegen mij had gezegd, dat Peter ‘één der zuiverste aura's had, die hij ooit had gezien’. Polak meende dat dit voor Croiset een zeer ongewone uitspraak was. | |
10 oktober 1967W.Q.X.R. meldt dat Che Guevara in Bolivia zou zijn gesneuveld. De voorspelling van Glenn Bryan Smith is dus misschien bewaarheid. Richard sloop gisteravond eindelijk weer de flat binnen. Garrett had reeds radeloos getelefoneerd. Niemand wist waar hij uithing. Ik vind dat hij er al weer veel slechter uitziet. Schreef een brief aan president Sukarno. Ik sloot de artikelen over Adam Malik in. Ik vroeg naar Ibu Hartini en schreef te betwijfelen of hij mijn brief zou krijgen. ‘Het is droevig om te zien, wat in het verleden in Indonesië werd bereikt met zoveel energie en conceptie, thans ongedaan wordt gemaakt. Althans voorlopig. Laat ik uitdrukking geven aan mijn blijvende affectie voor uw land en u persoonlijk. Voor mij bent u en blijft u de Bapak President van Indonesië no matter wat de amateurs van de Orde Baru en de misleide en misbruikte jeugd en studenten ook mogen denken met Indonesië te kunnen uithalen. Zij zullen allen eens door de onverbiddelijke loop der geschiedenis onder de voet worden gelopen.’ Piet Kort van de vara bezocht me in Kew Gardens. We hebben een paar uur zitten praten. Daarna moest hij weg want Richard kwam gelukkig naar huis. | |
11 oktober 1967Draaide Le Cygne van Saint Saens dat ik vroeger heel behoorlijk op de cello speelde. Ik telefoneerde met Boebie Brugsma, hoofdredacteur van de Haagse Post. Hij wil geen cent mee betalen aan mijn De Mohrenschildt-reportage, maar is wel bereid samen met de nts een publicatie te overwegen. Enkelaar gaf zijn toestemming voor de reis naar Dallas. Dat betekent misschien 2.000 gulden meer aan inkomsten. Regel met cbs-televisie een team om te filmen. Probeer ook de moeder van Lee Harvey Oswald te bereiken. Brandde twee kaarsen in de kapel van de vn. | |
[pagina 126]
| |
Nu is bekend gemaakt dat in Indonesië alle portretten van Bungkarno worden verboden. Voor mij is zo'n bericht ondenkbaar. Pak Ruslan Abdulgani zei gisteren trouwens, toen ik vroeg hoe het met Bapak was: ‘Laat die oude heer maar met rust. Hij heeft zijn rust verdiend.’ Deze uitspraak van Abdulgani verwonderde me evenzeer. Ik ontmoette ze samen in Rome in 1956, Pak Ruslan was nog minister van Buitenlandse Zaken. Bungkarno heeft hem, toen hij in moeilijkheden kwam, letterlijk zijn nek gered. Nu dit. We spraken af dat ik hem voortaan onder de naam van Loet Kilian zou telefoneren, omdat het voorlopig beter was om mijn eigen naam niet te gebruiken. Was bij Najwa Sarkis. Zij zag er lief uit. André Maurois vraagt zich af wat liefhebben in stilte betekent. ‘This kind of remote admiration is to a sensitive soul extremely pleasurable, because it is supposedly better protected against deception and illusion.’ Maurois schrijft verder: ‘Is loving an art or merely an instinct?’ Ben blij, dat ik niet de enige ben, die met deze vragen worstelt. Lord Byron: ‘It is easier to die for the woman we love, than to live with her.’ Els Bongers, een bijvrouw van Henk Hofland, belde om te vragen of ik met haar naar de show Helloh Dolly wilde gaan. I want no part of this woman, none whatsoever. Either you love someone or you don't. Wat doet Henk Mimi allemaal aan? | |
12 oktober 1967Lag nog lang in bed in The Art of Living van André Maurois te lezen en maakte een aantal notities.Ga naar voetnoot67 ‘Love's infant mortality is high.’ ‘At first, each has a thousand discoveries to make in the other: but, these reserves come to an end and boredom sets in...’ ‘He who loves truly delights in daily wanderings among the thoughts of the beloved, just as a village priest delights in his evening strolls in. his garden...’ ‘He, who loves with intensity knows how to renew himself. lf a person has charm, he never loses it. And charm never fatigues’. En ik vind bijzonder de zinsnede: ‘Love begins with love’. Adam Malik is uit het Indonesische presidium verwijderd. Het vijfmans presidium van het inner-cabinet werd dus opgeheven, wat de macht van Suharto verhoogt. Malik blijft slechts minister van Buitenlandse Zaken. Zijn invloed is dus aanzienlijk teruggedraaid. Het bericht is van Reuters en verscheen op pagina | |
[pagina 127]
| |
91 in de Times vandaag. Ik ben er verheugd over. Twee lieve brieven van Peter. De Persunie in Den Haag wil mijn artikelen niet meer hebben. Scheelt 750 gulden per maand. Jammer. Sprak één uur met de heer Leigh, president van W. Colston Leigh, mijn voormalige lezingenbureau, Hij zei bereid te zijn weer contracten voor me te willen sluiten. Dat is prima nieuws. Want bij Keedick lopen de engagementen terug. Nu maakt ook Radio Havana melding van het bericht uit La Paz dat Che Guevara zou zijn gedood. Men vertelde zijn broer dat zijn lijk werd gecremeerd. Luister naar Funérailles van Liszt. | |
13 oktober 1967Mijn moeder schrijft dat de honden, als er auto's voorbij komen, regelmatig naar de deur vliegen en dan zegt zij hen, ‘het is 'em niet!’ Ik droomde dat ik in de badkamer in Huis ter Heide was en mijn moeder hoorde huilen. Zij was erg geschrokken, toen zij besefte dat ik aan het baden was, niet meer aan mijn aanwezigheid gewend zijnde. Ze had namelijk gedacht dat een vreemde was binnengekomen. Deze droom toont aan hoe dikwijls ik met mijn moeders eenzaamheid bezig ben. Maakte weer een zestal pagina's dagboeknotities uit Maurois, ook bedoeld om aan Peter te zenden. Brandde twee kaarsen in St. Patricks. | |
American Airlines, flight 25 naar Dallas 500Vietcong strijders vielen een bataljon Amerikaanse mariniers aan. Er vielen 23 doden en 36 gewonden onder de Yanks. Lyndon Johnson heeft een psychiater nodig. Aan de vooravond van zijn 77ste verjaardag heeft generaal Eisenhower ook weer eens zijn mond open gedaan en gezegd dat de critici van de oorlog in Vietnam zich een expertise aanmeten, die zij niet bezitten. Ik zit na te denken over echte kinderlijkheid, en de onbewuste mimicry van volwassenen, de volwassene dus, die uit tegenzin van het volwassen zijn, zich het masker van een kind aanmeet | |
[pagina 128]
| |
of zich aldus voordoet. Als pedagoog moet Peter een intuïtieve begaafdheid bezitten om tot een creatieve verhouding met de kinderen in zijn klas te komen. Ik pieker daarover. Volwassenen, die hun vol wassenheid ontvluchten. Een kind heeft een medium, een concrete brug nodig, om zich aan de hand van een pedagogische leiding te ontwikkelen. Wat Schottländer een brug slaan tussen het kinderland en het rijk der volwassenen noemt. Schottländer: ‘Het streven naar grotere zuiverheid en harmonie, naar veredeling en verfijning der persoonlijkheid, naar een innerlijke verruiming van de horizon, naar een dieper begrip, kortom het streven naar echte levenswijsheid is het motto waaraan wij ons onderwerpen met het uiteindelijk doel een door de geest verlicht mens te worden.’ Deze uitspraak imponeerde mij. Is het nodig deze gevoelens onder woorden te brengen? Vanaf de dag dat ik aan mijn dagboek begon, ik was misschien tien jaar - vanaf mijn vijftiende kon ik er geen dag meer buiten - was ik van dit streven bezield. (Peter schreef later in de kantlijn: ‘dat gebeurde vaag en intuïtief.’) Vanaf toen had ik in de vorm van een dagboek deze uitlaatklep nodig om een geestelijk Eden te creëren waar ik nagenoeg ‘naakt’ in rond kon darren en mezelf in zijn. Eeuwig - een beetje een groot woord - heb ik gezocht naar een partner, die met mij mee zou gaan in mijn droomtuin, om dit paradijs samen te genieten. In Peters Schottländerboek staat op pagina 168 ook dat hoe vervolmaakter de overwinning van de mens op de materie is hoe minder hij zich schijnt te bekommeren om het innerlijke, het innige gevoel bewust te leven in zelfkennis en wijsheid. ‘Wil de mens de weg tot zichzelf vinden, moet in het algemeen “een ander” optreden, de begrijpende, die luisteren en verklaren kan.’ (‘We kunnen niets zonder de ander,’ schreef Peter later in de kantlijn van deze dagboekpagina). Ik heb Schottländer uit. Een stewardess kwam wat vragen en ging naast me zitten: ‘You look so awfully serious.’ ‘I am working.’ ‘You always read so much. What are you writing all the time?’ ‘I am making notes.’ Zij ging volgende week trouwen. We naderen Dallas, Love Field Airport. Peter is het weekeind met Philip in Parijs. Nu begint mijn jfk-reportage weer, nadat ik ze in het voorjaar door mijn auto-ongeluk moest afbreken. Hoe luidde het dreigement van de mysterieuze Glenn Bryan Smith? ‘Als je met je onderzoek naar de moord in Dallas doorgaat, wordt je | |
[pagina 129]
| |
in Manhattan gekidnapt, naar een privé vliegveldje gereden en boven de oceaan er uit gesmeten.’ Timothy Lee meldt in de New York Post, dat Ramsey Clark, minister van Justitie, zich tegenover Rechtenstudenten in Virginia liet ontvallen dat hij mogelijk Jim Garrison de Officier van Justitie in New Orleans zou moeten laten vervolgen. Het ministerie haastte zich echter een verklaring uit te geven dat hiertoe geen voornemen bestond. Garrison heeft dus, behalve dat hij Clay Shaw in staat van beschuldiging stelde, bekend gemaakt dat meerdere personen bij de moord op jfk waren betrokken. Volgens de Post: ‘A handful of tremendously oil-rich psychotic millionaires, (...) some members of the white Russian community in Dallas.’ Okay, ik ben dus op weg naar graaf George de Mohrenschildt, ‘Oswald's Dallas godfather’, een Witrussische edelman van origine. Henk de Wit van cbs in Dallas haalde me af. Hij werkt voor het station W.R.L.D. Het is hier zo warm dat de auto luchtgekoeld was. We filmen De Mohrenschildt morgen. Nam kamer 619 in het Sheraton hotel. Peters zeven brieven liggen op het nachtkastje. Heb ze allemaal nog eens aandachtig gelezen. Ze maakten me stil. Eerst maakten ze me blij. Maar nu ik weet dat hij met Philip naar Parijs is, voel ik me in de steek gelaten. Dat is natuurlijk helemaal fout, maar dat voel ik wel. Die constante onzekerheid over de driehoek Philip, Peter en mij stimuleert jalousiekriebels. | |
15 oktober 1967Dallas04:00 Uur: ik droomde heel rot. Het is 10:00 uur in Parijs. Drink om 08:20 uur koffie in de Minute Chef en zit mijn vragen te bedenken. Henk de Wit probeerde me gisteravond bij hoog en laag te overtuigen dat Lee Harvey Oswald alleen jfk doodschoot. Dat kan dus niet, want ik weet bijvoorbeeld van de medische staf van Parkland Hospital, die de wonden bij de president heeft onderzocht, dat er ook van de andere kant kogels werden afgevuurd. Waarom liegt iedereen hier toch over? De blonde stewardess gisteravond zei ‘Natuurlijk heeft Oswald het niet alleen gedaan.’ Het onderwerp jfk interesseerde haar niet meer, er was al genoeg over gezegd. Dat is het precies. Daar hopen de samenzweerders en schoften dus ook op. Er is een jaarbeurs in Dallas en een football game dus alles staat op zijn kop. Zond Marguerite Oswald een paar dagen geleden een telegram. Zij schreef een in gouden letters bedrukt dubbelgevou- | |
[pagina 130]
| |
wen kaartje terug met Marguerite C. Oswald, Mother of Lee Harvey Oswald erop gedrukt. Zij adviseerde om aangetekende brieven te sturen, indien het belangrijk was. Zij had nu ook een postbusnummer (no. 9623). Maar of ik dat nummer, evenmin als haar adres, vooral niet aan anderen wilde geven. Ik wil proberen haar te ontmoeten na het gesprek met de Witrussische familie. George de Mohrenschildt is nu nog op de tennisbaan maar om 10:00 uur is hij thuis zegt zijn vrouw. Om 09:50 vertrokken we, Henk de Wit en de C.B.S.-crew, naar hen toe. Het gefilmde gesprek met George de Mohrenschildt duurde 45 minuten. Het werd onmiddellijk naar de nts ter attentie van Carel Enkelaar verstuurd. Omdat ik er vanuit ging dat er een film was, maakte ik weliswaar aantekeningen, maar slechts oppervlakkig. Ik kon er niets over publiceren, omdat de nts het copyright opeiste. Terecht overigens. Waar mijn op die dag gemaakte aantekeningen zijn gebleven weet ik niet. Ik was zo vol van Peters weekeinde in Parijs met Philip, dat ik daar eigenlijk veel uitgebreider over was, dan over die unieke ontmoeting met George en Jeanne de Mohrenschildt. Dat was weer zo'n typisch voorbeeld van een gebeurtenis die een indringend en uitermate spannend vervolgverhaal van tien jaar zou worden, wat je op het moment van ontmoeting met deze mensen je niet realiseert. Ik geloof zelfs dat ik met die mogelijkheid niet eens rekening hield. Alhoewel, de meeting of minds met deze twee typisch on-Amerikaanse mensen vol warmte en gevoelens van vriendschap was. Ik had kunnen weten, dat ik ‘blijvertjes’ had ontmoet. Ik gebruik hier noodgedwongen de beschrijving die ik in 1977 maakte, dus tien jaar later, voor mijn boek Reportage over de moordenaars.Ga naar voetnoot68 George de Mohrenschildt stelde vast dat hij, vanwege zijn persoonlijke vriendschap met Lee Harvey Oswald, reeds lange tijd door de media op de hielen werd gezeten en er een gewoonte van had gemaakt niemand meer te ontvangen, laat staan voor een langdurig gesprek als het onze. Het was zelfs niet meer de moeite waard om de vele onzin, die over hem werd geschreven, te verzamelen. Het ergerde hem allemaal in hoge mate. In Argentinië werd in een krant een foto gepubliceerd, waarop De Mohrenschildt naast de auto zou hebben gelopen waarin jfk werd vermoord. Een communistische krant in Buenos Ai- | |
[pagina 131]
| |
res had zelfs geschreven dat hij niet alleen verantwoordelijk was voor de moord op jfk, maar zelf ook aan de moord had meegedaan. Oswald zou tot zijn daad zijn gekomen om de betrekkingen tussen de vs en de Sovjet Unie te verstoren. George en Jeanne benadrukten beiden voor de camera dat zij veel van Lee Harvey Oswald hadden gehouden. ‘Hij zou jfk nooit enig kwaad hebben kunnen doen, want hij adoreerde Kennedy evenzeer als wij. Misschien heeft hij op gouverneur John Conally geschoten, want hij had blijkbaar een geschil met de autoriteiten en de gouverneur van Texas over zijn oneervol ontslag uit de militaire dienst, vanwege zijn reis en verblijf in de Sovjet-Unie.’Ga naar voetnoot69 Ik vroeg De Mohrenschildt op de man af, of men hem ‘een rijke olie-ingenieur’ zou kunnen noemen, zoals Gerard Croiset hem had getypeerd. Om te beginnen leefde het echtpaar in een uitermate bescheiden appartement. Dat was me reeds opgevallen. Hij bevestigde ‘olie-ingenieur’ te zijn, maar vond het belachelijk dat men hem in de media steeds als schatrijk bestempelde. Dat waren pure verzinsels. Hij noemde het ook absolute onzin dat men veronderstelde, dat het oliekapitaal van Dallas bij de moord op president Kennedy betrokken zou zijn geweest. Hij geloofde dat de moord uiteindelijk op basis van de feiten zou worden opgelost. Hij betwijfelde of Jim Garrison in New Orleans zou slagen met zijn onderzoek: ‘Want die man begrijpt niets van de gecompliceerde situatie van de vluchtelingen en emigranten in dit land.’Ga naar voetnoot70 George de Mohrenschildt herhaalde enkele malen dat hij en zijn vrouw geen belangrijke getuigen waren in de moord op jfk. Hier mengde Jeanne de Mohrenschildt zich in het gesprek. ‘Het befaamde Warren Report is niet anders dan een bundel vuile was.’ ‘Precies,’ zei George de Mohrenschildt, ‘smerige roddel.’ Hij vervolgde: ‘In plaats van dat de commissie Warren een bataljon detectives huurde hebben deze heren gegevens verzameld, die absoluut niets met de moord op president Kennedy te maken hadden. Die commissie heeft zich slechts uitgesloofd om aannemelijk te maken dat Lee Harvey Oswald de moord had begaan. ‘Mischka,’ wat de naam was die Jeanne voor haar man gebruikte, ‘Laat de waarheid maar eens horen.’ Daarop volgde een boeiend verhaal. | |
[pagina 132]
| |
Jeanne had Marina Oswald een set grammofoonplaten geleend, die zij zelf jaren geleden had gebruikt om Engels te leren. Maar Marina was lui en het kon haar eigenlijk niets schelen of zij de taal onder de knie kreeg. Toen gebeurde er iets merkwaardigs. George en Jeanne de Mohrenschildt keerden in januari 1967 permanent uit Haïti naar Dallas terug. Ze vonden toen tussen hun spullen een doos, die zij allang vergeten waren. Uit de doos rolde een foto, die tussen de platen had gezeten. Het was een opname van Lee Harvey Oswald met een telescoop geweer en een riem om, met een holster waarin een pistool zat. Oswald had enige papieren in de hand. Wat betekenden die ogenschijnlijk blanco papieren? In zijn eigen handschrift had hij in een hoek geschreven: ‘To my friend, George from. Lee Oswald, 5 /IV/ '63’.Ga naar voetnoot71 ‘Het was als een stem vanuit het graf,’ aldus Jeanne. Het echtpaar deed toch wat mysterieus over deze foto, waar zij zeer veel belang aan schenen te hechten. Het document werd in een safe bewaard. Het weekblad Life had de bewuste foto in het verleden reeds gepubliceerd. Volgens een batterij Kennedymoord-buffs, die er hun beroep van maken te onderzoeken wat er werkelijk in Dallas kan zijn gebeurd, zou de door Life getoonde foto een vervalsing zijn. Ook Marguerite Oswald had mij er een aantal malen over gesproken. Ook zij sprak over ‘een duidelijke vervalsing’. De Mohrenschildt bezat dus de authentieke opname, door Oswald zelf aan hem gesigneerd. De foto waarop Oswald poseert met in zijn handen het Mannlicher-Carano geweer dat hij per post had besteld en wat hij bij de aanslag op jfk zou hebben gebruikt. ‘De Warren Commissie heeft onze getuigenis in Washington dermate zwaar “bewerkt” en “geredigeerd” dat wij op een aantal plaatsen onze eigen woorden niet eens meer herkenden. Wij konden hier absoluut niets tegen doen. Als ik een serieuze en kundige advocaat had gekend zou ik de Warren Commissie een proces hebben aangedaan. Maar ook dat kon niet, want die commissie scheen het recht te hebben gegevens van persoonlijke aard in een dergelijk rapport te mogen verwerken. Stel je voor, dat er in mijn leven zaken zich zouden hebben voorgedaan, die ik werkelijk had willen verbergen? Ik had een aantal echtgenoten. Ik had ook een aantal maîtresses. De Warren Commissie heeft ze allemaal tot op de draad toe onderzocht.’ Aldus George.Ga naar voetnoot72 | |
[pagina 133]
| |
Jeanne eveneens voor de camera: ‘Wat heeft het feit dat mijn vader directeur van de spoorwegen in China was te maken met de moord op jfk? Dat was persoonlijk informatie, die alleen mij betrof. Wat heeft het feit dat ik ontwerpster van sportkleren ben te maken met de moord in Dallas? Ik heb niets te verbergen. Hoogstens mijn persoonlijke trots, die ik voor mezelf zo willen houden. Maar zelfs dat gunde meneer Warren me niet.’ Ik vroeg of ze Jack Ruby hadden gekend. ‘Nee,’ antwoordde George, ‘Ik vind deze Ruby een afzichtelijk individu.’ Hij herinnerde zich dat toen Ruby stervende was aan kanker, hij een advertentie in de Dallas Times Herald had laten plaatsen, die, overigens, ergens op een achterpagina had gestaan, vrijwel onvindbaar: ‘De moord op John Kennedy is anders verlopen dan het publiek denkt.’ Op mijn vraag naar de mogelijkheid of men Ruby's einde zou hebben kunnen verhaast om van hem af te zijn, antwoordde George: ‘Je kunt zelfs een muis met kanker injecteren.’ De Mohrenschildt vervolgde op film: ‘Ik geef dit interview uitsluitend om mijn geweten te zuiveren. Oswald was een idioot. Ruby was een idioot, die op zijn beurt een andere idioot overhoop schoot. De hele jfk-affaire is gewoon een belediging aan het adres van Amerika. Ik had verwacht dat de Warren Commissie misschien een beperkt aantal paragrafen aan onze getuigenis voor dit comité zou afdrukken. Maar in plaats daarvan hebben zij het Amerikaanse publiek overlaadden met al deze belachelijke details en nonsens.’ De Mohrenschildt zei ook nog: ‘Misschien was Oswald van nederige afkomst. Hij was pas 23 jaar. Toch had hij al heel wat zaken op eigen kracht onderzocht. Hij reisde naar Rusland omdat hij met eigen ogen wilde constateren wat een socialistische samenleving in werkelijkheid betekende. Hij kende perfect Russisch. Hij hield van de opera's van Tchaikovsky. Hij discussieerde op intelligente wijze over de Schoppenkoningin. Oswald hield van Tolstoj en Dostojevsky. Ik heb dan ook nooit begrepen waarom hij later in de media werd afgeschilderd als een mislukkeling.’ ‘In feite betaalt Oswald ons voor dit interview,’ aldus mevrouw De Mohrenschildt. ‘We zouden, willen dat we de arme jongen op deze manier zouden kunnen vrijpleiten.’ ‘Precies,’ vulde George aan.Ga naar voetnoot73 Ik sneed de rol van de Kennedy-familie na de moord op jfk aan, omdat mij bekend was dat de De Mohrenschildts met Ja- | |
[pagina 134]
| |
queline Kennedy en haar familie jarenlang betrekkingen hadden onderhouden. Tot mijn verbazing bevreemdde hen de houding van Robert Kennedy, die tijdens de moord in Dallas nota bene minister van Justitie was, al evenzeer. George: ‘Het is duidelijk dat het er bij de Kennedy's om gaat broer John tot een martelaar te maken.’ Maar meteen liet De Mohrenschildt er weer op volgen dat, indien Oswald heeft geschoten er van een ongeluk sprake zou kunnen zijn, omdat hij wellicht alleen op gouverneur John Conally had willen schieten. ‘Het leven kan een mens vreemd parten spelen,’ aldus George. ‘De Commissie Warren vroeg ons bijvoorbeeld waarom we ons op een bepaald moment in Guatemala bevonden. Ze wilden weten hoe we er in waren geslaagd vergunningen voor onze revolvers te krijgen, of hoe we onze hond, Nero, mee hadden kunnen nemen. De Amerikaanse ambassadeur van Panama begon ons te ondervragen hoe we de hond over de grens hadden kunnen krijgen. “Onze hond moest vier maanden in quarantaine,” zei de ambassadeur. De stommeling, wij hebben het beest gewoon mee gesmokkeld.’ Jeanne wijdde uit over hun voetreis door Midden-Amerika, die één jaar had geduurd en waarbij ze 5.000 kilometer hadden afgelegd. Ze reisden met een pakezel. Er waren perioden dat zij vijf dagen geen levend wezen tegen kwamen. Ze volgden de oude voetpaden van de Spanjaarden, die daar naar mineralen zochten. Soms kwamen ze guerrillastrijders tegen. George: ‘Het is misschien de enige periode in ons leven geweest, dat wij ons werkelijk vrij hebben gevoeld.’ Hij liet er meteen op volgen: ‘Heb je ooit Arthur Rimbauds Voyages en Afrique gelezen?’ Ik vroeg hen of ze belangstelling hadden voor een gesprek met Jim Garrison, omdat ik die ook in de naaste toekomst wilde gaan interviewen. ‘Je weet dat ik graag detectives en moordverhalen lees. In zeker opzicht ben ik bang voor een bezoek aan Garrison, omdat ik geloof dat hij inderdaad op het juiste spoor zit. Hij is inderdaad bezig groepen onder de loep te nemen, die Kennedy haatten, zoals de Cubaanse vluchtelingen. Die Cubanen waren inderdaad een voor een bereid jfk te doden,’ zei George de Mohrenschildt. Ik hield me van den domme en vroeg waarom. ‘Cubanen hebben nu eenmaal een andere erecode dan Amerikanen. Wanneer je een Cubaan aantrekt als moordenaar, dan zal die zich liever een kogel door het hoofd jagen, dan iemand verraden en zijn mond voorbij praten.’ Bijna onopgemerkt veranderde hij echter het onderwerp van gesprek weer. Het was feitelijk een ongewone samenloop van | |
[pagina 135]
| |
omstandigheden geweest dat hij een intieme bekende van Lee Harvey Oswald was geworden. Oswald had een ongewone belangstelling voor het leven en de wereld. Hij wilde alles zelf waarnemen. Hij kon zich gemakkelijk in enthousiasme voor een gedachte laten meeslepen. Hij noemde het verder een toevalligheid dat Lee in Minsk had gewoond, een stad waar George's vader gouverneur was geweest en deken van de adel. ‘Ik kende die stad als kind zeer goed. Ik hield van de parken, bossen en rivieren. Ik verlangde ernaar om er met Oswald over te spreken en over lang vervlogen tijden in de hedendaagse actualiteit te horen. Ik wilde weten hoe hij over het Rusland van nu, de Sovjet-Unie dacht. Oswalds opinies waren eigenlijk ter zake. Hij was objectief in zijn oordeel over de Sovjetsamenleving. Zeker, hij was in de grond van de zaak tegelijkertijd een ontevreden mens. Maar hij was allerminst dom en absoluut niet onderontwikkeld, zoals men het publiek later heeft willen doen geloven.’ Ik bracht het gesprek opnieuw op Jim Garrison. De Mohrenschildt meende nu dat de officier van justitie op het juiste spoor zat, omdat hij reeds had aangegeven van mening te zijn, dat de cia bij de moord op jfk was betrokken. Toen ik verder aandrong zei George: ‘Jammer genoeg kan ik je niet verder op je vragen antwoorden. Neem echter van me aan dat ik in mijn hart achter Garrison sta. Ik ben de publiciteit nu volkomen beu. Wat kan ik er nog verder aan toevoegen?’ Dit was eigenlijk de enige keer in ons samenzijn, dat toch enkele uren duurde, dat hij zich op die wijze van een belangrijke vraag had afgemaakt. Jeanne de Mohrenschildt viel hem bij: ‘Mischka, we moeten pal achter Garrison staan. Als er een God is, dan moeten we eigenlijk Garrison proberen te helpen.’ Mevrouw de Mohrenschildt herinnerde zich dat zij op een party waren van de Liberiaanse ambassade in Port-au-Prince toen het bericht binnenkwam dat jfk was vermoord. ‘Wij dachten eerst zelfs dat Papa Doc was doodgeschoten. We waren overigens de enige twee Amerikanen op die cocktail. “Nee, jullie president is vermoord,” werd gezegd. Mijn eerste reactie was, “ze zijn stapelgek geworden.” Maar toen bleek het dus waar te zijn. Ik kreeg onmiddellijk kippenvel en huilde. Misschien houd ik wel teveel van dit domme land. Eindelijk had Amerika een voortreffelijke president.’ ‘Kom nou,’ zei De Mohrenschildt, ‘ik denk daar nu wel wat cynischer over. Ik ben geen snob. Ik ken mensen uit alle kringen, maar soms heb ik me wel eens zorgen gemaakt over het dat ik Oswald leerde kennen. Er is een aantal mensen die, het- | |
[pagina 136]
| |
zij direct, hetzij indirect, met de moordaanslag op Kennedy hadden te maken vermoord of dikwijls onder zeer verdachte omstandigheden om het leven gekomen.’ Ik vroeg nog eens of Lee mogelijk banden met inlichtingendiensten had onderhouden. ‘Ik geloof niet,’ zei George zonder de geringste aarzeling deze keer, ‘dat hij ook maar iets met de cia te maken heeft gehad. Hij was tegen mij volkomen oprecht. Ik behandelde hem als een zoon, of je zou kunnen zeggen, als een soldaat in mijn voormalige cavalerie regiment in Polen.’Ga naar voetnoot74 De verlakkerij van het Warren Rapport zat George de Mohrenschildt bijzonder hoog: ‘Zou het niet interessant zijn om na te gaan hoeveel iedere pagina van die verzameling onzin gekost kan hebben? Tienduizend dollar per pagina? Of meer? Er werd zelfs een aantal pagina's uitgetrokken om gesprekken weer te geven, die ik vanaf mijn prille jeugd in het jaar 1920 met mijn broer Dimitri had gevoerd. Men verwachtte dat ik precies zou kunnen zeggen waar ik me op mijn zesde jaar had bevonden. Duidelijk. Ik was dus toen al staatsgevaarlijk. Advocaat Albert Jenner wilde weten of mijn broer en ik een afzonderlijk aandeel bezaten van ons landgoed in Polen. Deze prominente advocaat uit Chicago leuterde zelfs over de prijs van mijn paard in de Poolse cavalerie, in Graudenz, Pommeren. Er komen in het Warren Rapport drie pagina's voor over de vraag hoe het kwam dat mijn naam werd gespeld zoals deze wordt gespeld. Moeilijk, zeker, maar toch ook weer niet zo moeilijk. Jenner wilde vooral weten of mijn moeder half Pools, of half Hongaars was. Zij was helaas 50 jaar geleden overleden. Wat had mijn moeder zaliger te maken met de tragedie rond jfk? Want die misdaad heeft uitsluitend kunnen plaatsvinden door de onachtzaamheid van de fbi en de cia. Miljoenen dollars zijn in het Warren Rapport over de balk gegooid om de levens van een aantal mensen te ontleden, levens, die op geen enkele manier in relatie stonden tot de Amerikaanse politiek, maar welke afleidingsmanoeuvre uitsluitend dienden om het aantal pagina's van deze imbeciele publicatie te helpen vergroten. Jenner wist op een bepaald moment meer over mijn leven te vertellen, dan ik me wist te herinneren. Hij ratelde voortdurend informatie over mijn verleden af. Op een gegeven moment vroeg hij mij op pagina 185, deel IX van dit rapport: “Houdt u van Amerikaanse meisjes?” Misschien bedoelde hij het als een grap, maar dan een grap van laag niveau. Pagina's 198 en 199 werden verspild met uit te zoeken waarom de vrouw van een van mijn | |
[pagina 137]
| |
partners en een ex-echtgenote van mij niet met elkaar konden opschieten. Het ging hier dus om zaken, die zich vijftien jaar voor de moordaanslag in Dallas hadden afgespeeld. Nog meer pagina's werden volgeschreven met de bestudering van mijn ex-echtgenoten of met wie zij na mij huwden. De Commissie Warren bespiedde zowat hun slaapkamers en tenslotte heb ik een werkelijke zonde begaan door tegen meneer Jenner te zeggen, dat het Communisme zeker ook goede kanten had.’ Hij vervolgde: ‘Op pagina 225 van het Rapport stonden opnieuw opmerkingen over mijn interesse voor goed uitziende vrouwen. Was dit niet een belediging voor het Amerikaanse volk? En waarom alle homoseksuelen nodeloos op de tenen trappen en woedend maken?’ George las soms notities voor de camera voor en soms improviseerde hij. Ik vond het een prettige man, ongeacht of hij al dan niet een aandeel had gehad in de moord op jfk. Toen we met de crew binnenkwamen, was er behalve het echtpaar De Mohrenschildt nog een man in de flat, die werd voorgesteld als een Westduitse geoloog, die werkzaam was voor een oliemaatschappij. Ook hij zei Lee Harvey Oswald te hebben ontmoet. Hij had een andere opinie over Lee dan De Mohrenschildt. Volgens hem was Lee een jongeman, die de wereld wilde veranderen, maar niet het uithoudingsvermogen had om zijn plannen te verwezenlijken. Hij beschouwde Oswald als een idioot. Maar deze zogenaamde Westduitser leek me zelf niet helemaal koosjer. George en Jeanne spraken juist met een zekere affectie over Oswald. Zij hadden hem natuurlijk ook veel intiemer gekend. Bij terugkeer in het Sheraton telefoneert om 13:45 uur mevrouw Marguerite Oswald, die benieuwd was hoe het was gegaan. Ik gaf haar in tien minuten een overzicht van de voornaamste uitspraken van George en Jeanne de Mohrenschildt. Ik onderstreepte dat ik er buitengewoon hartelijk was ontvangen en, nadat de crew was vertrokken, er zelfs de lunch had gebruikt. Ik had geprobeerd vanuit de flat van De Mohrenschildt Peter in Oostelbeers te bereiken, maar er kwam geen gehoor. Prompt kwam daarop een gesprek uit Mexico voor George binnen. Hij is duidelijk internationaal bezig. We hebben ongeveer 30 minuten film met De Mohrenschildt. Ik weet eigenlijk niet of we Jeanne de Mohrenschildt, die tranen in haar ogen kreeg toen zij over jfk sprak, voldoende opgenomen hebben. Tenslotte waren zij samen met Oswald bevriend. Ik heb ernstige bedenkingen of dit echtpaar de moord op president Kenne- | |
[pagina 138]
| |
dy mede kan hebben georganiseerd. Waarschijnlijk zit Gerard Croiset er weer eens faliekant naast. Ik had inmiddels ook met Croiset in Utrecht getelefoneerd. Ik gaf hem een kort overzicht van de ontmoeting met De Mohrenschildt. Hij zou Enkelaar informeren. Om 14:00 uur haalden de De Mohrenschildts me bij het Sheraton op. We spraken verder in hun flat. Later brachten ze mij naar Love Field voor mijn vlucht, via Houston naar Corpus Christi. | |
Neuces Hotel, Room 652De presidente van de Corpus Christi Town Hall, mevrouw Danna Williams, haalde me af. We reden regelrecht naar een restaurant aan een prachtig strand met lange rijen palmen. Later trok een tropische storm met plensregens voorbij. Schreef vele, vele dagboekpagina's gericht aan Peter. | |
16 oktober 1967De lucht ziet er vanmorgen nog steeds onheilspellend uit. Een olietanker vaart uit. Corpus Christi behoort tot de tien belangrijkste havens van de vs, mede vanwege een gigantische raffinaderij. De jachthaven ligt vol mooie schepen en zeiljachten. Begon de dag met een mis. Er waren een paar honderd schoolkinderen in de kerk onder begeleiding van nonnetjes. Toen ik in gebed was voor Peter en mezelf knielde ook de priester en zijn klokje tingelde. Even later dronk hij uit een bokaal. Peter moet mij het misritueel toch eens uitleggen. Niet dat ik er zelf aan deel wil nemen; ik heb nu eenmaal mijn directe lijn naar boven. Ik zal nooit intermediairs of andere afleidingsmanoeuvres accepteren, wanneer het om ‘dat’ contact gaat. Aan het ontbijt lees ik Maurois. Volgens hem kan opstanding zijn: ‘the revolt of a slave.’ Interessant. ‘How can we foretell when we look at the apple seed,’ schrijft Maurois, ‘what the shape of the tree will be, or the flavour of its fruits?’ In die zin moeten twee vrienden zich aan elkaar werkelijk overgeven, ‘and let nature take its course,’ dat is ook mijn mening. Desalniettemin zullen we onze ideeën altijd systematisch tegen feiten moeten afwegen. In het restaurant hier beweegt zich een zogenaamde belle als hostess, een afschuwelijk opgefruit mens, met rood geverfd haar en een dikke laag Elisabeth Arden over haar smoel. Laatst vroeg ik aan Nina (mijn moeder) waarom zij eigenlijk nooit in haar leven lippenstift had gebruikt. Mam antwoordde: ‘Waarom zou ik mijn lippen lelijker maken dan ze zijn.’ | |
[pagina 139]
| |
Heb Loet Kilian in Kew Gardens gebeld. Er was weer een brief van Peter gekomen. Het bleken er zelfs twee te zijn toen hij ze ging halen in mijn flat. Het duurde tien minuten voor hij alles had voorgelezen. De brief van 11 oktober was in de trein naar Amsterdam geschreven. ‘Het geeft een close gevoel dat je zo in mijn Schottländer boek bent opgegaan. Dezelfde dingen spreken jou ook aan merk ik wel. Wat zullen wij elkaar straks weer eindeloos veel te vertellen hebben. Ik vind je stijl van schrijven zeer aangenaam om te lezen.’ In de brief van 12 oktober schreef hij onder meer: ‘Liep in de stad. Een orgel draaide. En als je dan zo de mensen er aan voorbij ziet lopen, allemaal met een eigen persoonlijke wereld, komt er altijd een gevoel van weemoed in me op. Ik hou van het straatorgel... Merkwaardig, dat ik altijd bij die muziek de gedwongenheid van het leven zeer sterk besef. Altijd te moeten vechten en overwinnen om aan alle eisen, die het leven stelt, tegemoet te komen. We kunnen nooit eens stil staan of treuzelen want we moeten steeds weer voort. In een toestand van depressie word ik wel eens opstandig ten aanzien van die genadeloze gedwongenheid en het ontbreekt me wel eens aan de moed en de kracht om sterk te zijn jegens mezelf. Het is dan of het materiële me ontvalt en al het uiterlijke en stoffelijke me belachelijk toeschijnt. Wanneer zo'n leegte ontstaat voel ik voor niets, geef ik om niets en voel ik me zelf als niets, een nul. En dan komt alles intens koud en grauw op me af.’ Hij zegt Schottländer al enige jaren geleden gelezen te hebben. ‘Nu zou ik weer heel andere dingen aanstrepen.’ Hij eindigde zijn brief met: ‘Ik ben erg dicht bij je.’ Er was een lunch. Ik gaf een lezing over Trouble Spots in Focus.Ga naar voetnoot75 | |
Braniff Airlines, flight 164 naar Houston‘Oh, solitude: you alone have not degraded me.’ Jean Barres. ‘Oh, solitude, you alone have not enfeebled me.’ André Maurois. ‘Oh, solitude, you alone have made me see and know myself.’ Willem Oltmans. | |
McKinney Hotel, HoustonPostte brief nummer 22 naar Peter. De Houston Chronicle meldt dat de Amerikaanse luchtmacht voor de zoveelste maal eigen troepen heeft gebombardeerd. Bij | |
[pagina 140]
| |
Con Thien kwamen drie mariniers om het leven en werden er negen gewond. Het tweede bomincident in drie dagen. Daar zal dus iemands ‘Peter’ bij zijn. Ik ben naar een uitvoering van het Houston Symphony Orchestra gegaan. Ze speelden een Mozart ouverture, een concert voor cello en orkest van André Previn met Shirley Trepel als celliste, en tenslotte het schitterende Eerste pianoconcert van Brahms vertolkt door Julius Katchen. André Previn dirigeerde. Bij Brahms liepen de tranen in stromen over mijn gezicht. Morgen zend ik Peter per luchtpost de plaat. Ik wil dat hij dit concert als herinnering aan deze avond heeft. Ik ben verdiept in Indonesian Upheaval van de Pulitzer Prize winnaar John Hughes. De ondertitel luidt: A Ttitan who fell. Dat slaat dus op Bungkarno.Ga naar voetnoot76 Deze Hughes is een echte Yankee, die over iets schrijft, waar hij niets van begrijpt. Hij is bovendien voor de generaals en geeft, door die bril gezien, weer wat in Indonesië gebeurde. Hoeveel pro-cia en pro-militairedictatuur boeken er ook zullen worden geschreven, de geschiedenis zal ze allemaal achterhalen. Er wordt op Main Street in de late avond behoorlijk getippeld door nichten. Een neger van 25 jaar kwam in zijn auto naast me rijden en opende zijn raampje en vroeg of hij me naar huis kon brengen. Ik zou best hebben willen weten wie hij was en wat hij deed, maar ik ben naar bed gegaan met het boek van Hughes en de televisie aan. Het is bovendien volle maan. Het televisiestation sluit af met het volkslied en beelden van bommenwerpers, straaljagers, raketten en tanks. Typisch Amerika. Eigenlijk liegt John Hughes al op de allereerste pagina van zijn boek wanneer hij schrijft dat ‘Sukarno was stripped by the representatives of his people of the last vestiges of his power.’ Sukarno werd zijn gezag niet ontnomen door het Indonesische volk. Hij werd verraden door een aantal generaals en hoge officieren, die samenzwoeren zaten met de cia en westerse financiële belangen. Ambassadeur Marshall Green moet onder instructies hebben gestaan om Sukarno hard aan te pakken. Green was gewoon een essentieel onderdeel van het militaire complot tegen Bungkarno. | |
[pagina 141]
| |
gisteravond. Ik ben het er volkomen mee eens. Het Brahmsconcert is naar Peter verzonden. De Amerikanen hebben weer drie vliegtuigen boven Noord-Vietnam verloren waardoor het totaal op 701 is gekomen. Waar zijn al die piloten gebleven? Hoeveel van hen zijn er nog in leven? De Times maakt routineus melding van de machines, niet van het verlies van mensen. Wat kost een bommenwerper? En hoeveel een piloot? Gouverneur Ronald Reagan van Californië beschuldigt Lyndon Johnson ervan dat hij te weinig spreekt over de militaire successen in Vietnam. ‘I have a feeling,’ aldus de voormalige filmacteur, ‘We are doing much better in the war than we are being told, that the corner has been turned.’ Opvallend is dat generaal Suharto in Time wordt beschreven als: ‘Just what Indonesia needs.’ Dit natuurlijk de een miljoen afgeslachte Javanen ten spijt. Ik gebruikte die dag in Houston om in de zon te lezen. Ik las brieven van Sigmund Freud, maar ik kan niet terugvinden uit welk boek. Zond Peter een afschrift van een brief van Freud aan Romain Rolland, evenals Freuds brief over het Entfremdungsgefuhl. Freud: ‘I began by attempting to trace back psychological forces operating behind the mind upon myself, then went to apply it to other people and finally, by a bold extension, to the human race as a whole.’ Ik geloof dat een dergelijk minutieus onderzoek bij onszelf inderdaad mogelijk is. In een boodschap aan Peter adviseerde ik hem dit bij zichzelf na te gaan. ‘Ik snak naar je, weet je dat?’ Meneer John Hughes speelt op pagina 89 van zijn boek de militairen in de kaart door te schrijven dat de schuldvraag van de economische moeilijkheden in Indonesië voor de deur van president Sukarno diende te worden neergelegd, die de totale controle over het land had. Wat een onzin. Ik heb deze vraag onlangs aan professor Jan Tinbergen in mijn Orde Baru II-documentaire voor de nts gesteld. Tinbergen benadrukte juist dat het waanzin was om Bungkarno verantwoordelijk te houden voor de economische problemen van het land. Het Westen maakte het Sukarno zo moeilijk mogelijk, omdat hij het verdomde naar hun pijpen te dansen. Nu zitten er in Jakarta lakeien van het westerse dollarimperialisme en natuurlijk krijgen deze heren alles wat ze maar willen van Washington, Londen, Bonn, Parijs en niet te vergeten Den Haag. Stinkende wereld. De leugens, die journalist Hughes over Sukarno debiteert zijn schokkend. Pagina na pagina van dit boek staat er vol mee. | |
[pagina 142]
| |
Daarnaast staan er echter ook veel gebeurtenissen in beschreven over mensen en zaken, die ik ken, en die interessant zijn. Hughes aarzelt niet te rapporteren wat, de massamoordenaar en zogenaamde held, Sarwo Edhi in die dagen op Java heeft uitgespookt - altijd nog met medeweten en in opdracht van Suharto. Zo zouden in de buurt van de Merapi nog communistische guerrilla's hebben gezeten. Edhi moest er op af. Ergens op een landweg zouden vrouwen, die volgens het leger communistische Gerwani's waren, wat dus zeer de vraag is of dat waar was, zich naar de voorbijrijdende para's hebben gekeerd, en in een beledigend gebaar hun achterkant hebben getoond en hun rokken opgetild. Generaal Edhi gaf de militairen bevel de vrouwen neer te schieten. Dit gebeurde nota bene. Toen dorpelingen aan kwamen snellen om te protesteren gaf Edhi het bevel ook hen neer te schieten. Trots vertelde Edhi aan Hughes dat hij en zijn soldaten in Solo alle communisten met honderden tegelijk hadden neergeknald en hun huizen hadden verbrand. Het verschrikkelijkste bloedbad had in Kediri plaats gevonden. Ansor patrouilles zouden daar duizenden zogenaamde communisten hebben uitgemoord. Het lezen van die verslagen maakt me misselijk en ziek. Doorgaans zouden de pki en Sukarno-aanhangers zich als makke schapen naar de slachtbanken hebben laten voeren. ‘There was a Communist who was kneeling to have his head cut off. The executioner told him “Lift up your head a little, so I can cut better”. The man about to die immediately lifted his head to help his executioner.’ En meer van dergelijke sappige ooggetuige verslagen verzamelde John Hughes in Indonesië. Hij schreef zijn boek als Adam Malik-bewonderaar. Dan weet je al genoeg. Diner met de heer en mevrouw Sterling en de vrouwelijke psychiater dr. Dorothy Cato. De maaltijd vond plaats in Brennan's Restaurant. Nadat dr. Cato zich liet ontvallen dat haar tweeëntwintigjarige neef als luitenant in Vietnam een goede ervaring op deed, werd ik woedend. Ik zei recht voor z'n raap dat ik deze opmerking gedachteloos en vrij belachelijk vond. Er volgde een langdurige discussie waarbij zij in het defensief raakte, en dus haar neus ging poeieren. Daarna bleef zij zeer op haar qui vive. Ik sprak over mijn dagboek. Zij vertelde als meisje van twaalf, dertien eveneens een dagboek te hebben bijgehouden. Het overlezen ervan maakte haar, nu als volwassene, ‘ziek’. ‘Waarom?’ vroeg ik. ‘Omdat die jaren in mijn jeugd akelige jaren waren.’ | |
[pagina 143]
| |
‘Dubbel jammer dus,’ antwoordde ik, ‘omdat u er na al die jaren dus niet in is geslaagd afstand te nemen van die pijnlijke ervaringen.’ Zij keek voor zich uit en zweeg. Ik presenteer deze confrontatie allerminst als een overwinning, maar een voor die dagen van oorlog in Vietnam typerende ervaring. De rest van het diner werd gevuld met loos gezwam over Lyndon Johnson, China, socialisme en de kwaliteit van maaltijden. | |
18 oktober 1967Houston, TexasOm 11:00 uur een lezing voor The Houston Woman's Institute, gevolgd door een lunch. ‘Ik kreeg op kaartjes geschreven vragen. Heb ze bewaard. ‘What do you recommend for Vietnam? Total bombing?’ ‘What could we do about Cuba?’ ‘Is Che Guevara dead?’ ‘Do you think Tanzania is a Communist country?’ En nog veel meer. | |
19 oktober 1967Kew GardensRichard kroop gisteravond om 01:00 uur bij me in bed, sloeg zijn armen om me heen en vroeg hoe het gesprek met George de Mohrenschildt was verlopen. Hij vertelde met de studie van astrologie te zijn begonnen. Ik was toch wel blij dat hij er was. W. Colston Leigh ziet er toch vanaf mij opnieuw een lezingencontract te geven, dus ga ik door met Keedick. Henk Bruinsma, de handschriftkundige, heeft een boekje geschreven: Grafologie: een hulpmiddel voor de personeelschef, de psycholoog, de criminoloog, de pedagoog. Het is uitgebracht door Prisma Boeken, Utrecht-Antwerpen. Tweemaal reproduceert hij mijn handschrift uit brieven, die ik hem schreef. Eerst gebruikt hij op pagina 69 een stukje uit een brief als een voorbeeld voor ‘geestelijke rijpheid’. ‘Zijn de boven- en onderlussen in schrift van goed niveau, van normale lengte en even groot, dan is er een goed innerlijk evenwicht, geestelijke volgroeidheid en levensrijpheid’, aldus Bruinsma. Op pagina 116 neemt hij opnieuw een stukje van mijn handschrift om het zogenaamde pasteusschrift te illustreren. ‘Pasteusschrift heeft als positieve kant: oorspronkelijkheid, ongedwongenheid, ondervindt vreugde aan kleuren, gezonde erotiek; en als negatieve kant: bezit geen zelfdiscipline, grof, genotzuchtig en laat zich snel gaan.’ Ook zouden levensgenieters uit de historie, als Casanova, zo hebben geschreven. Ik heb Bruinsma in contact gebracht met Joep Buttinghausen. Hij komt nu misschien in het programma Monitor van de nts. Bruinsma schreef me geïnteres- | |
[pagina 144]
| |
seerd te zijn in een Amerikaanse uitgave van zijn boek. Vlak voordat ik Carel Enkelaar in Hilversum wilde telefoneren, belde Marguerite Oswald op. Zij had over mijn ontmoeting, en wat ik haar er over vertelde, nagedacht en zei: ‘Jouw interview met George de Mohrenschildt is de clou van de moord op jfk, maar dat besef je zelf nog niet.’ Zij besloot: ‘Please keep quiet about it till the right time comes to show it on television.’ Ik vond deze uitspraak van mevrouw Oswald in 1990 terug en telefoneerde Carel Enkelaar, die reeds gepensioneerd was. Ik herinnerde me deze uitspraak in het geheel niet. Beiden vonden we het belangrijk. Ik was trouwens in 1967 buitengewoon onder de indruk van het gesprek met de De Mohrenschildts, omdat wat zij over Lee Harvey Oswald vertelden in flagrante strijd was met alles wat het publiek via de media en de beruchte Warren Commissie over de jongeman kreeg voorgeschoteld. Ook de moeder van Oswald had me tot andere gedachten gebracht, daarom verwachtte ik dat de door mij gemaakte film in Nederland in zou slaan als een bom. Maar, zoals ik eerder uiteenzette hoe het nts-apparaat Carel Enkelaar regelrecht tegenwerkte en saboteerde, omdat hij mij, in plaats van een nts-verslaggever in 1966 naar Indonesië zond, zo werd ook mijn De Mohrenschildt-gesprek als oninteressant afgedaan. Men verdiepte zich niet in het belang van wat de ‘godfather’ van Oswald zei en zich herinnerde. De rotte nts-kliek was verblind door wraak voor een beleid van hogerhand, waar ze het mee oneens waren. Er zouden enkele weken later slechts een paar minuten uit de film worden gesneden om te worden vertoond. De rest ging op de plank. Toen George de Mohrenschildt tien jaar later onder verdachte omstandigheden om het leven kwam en het moment daar was om deze film uit 1967 te vertonen, bleek deze uit het archief spoorloos te zijn verdwenen. Journalisten waren uitgenodigd om op 17:00 uur minister Udink van Ontwikkelingshulp te ontmoeten. Ik het niet opbrengen. Ik zag het loze geleuter al weer voor me. Richard en ik woonden, in plaats van Udink, een voorvertoning bij van de film Festival! over de Newport Folk Festivals met Joan Baez. Uitstekend. De nts zou dit eens moeten uitzenden. Daarna gingen we naar de Russische film, Father. Niet best. | |
[pagina 145]
| |
deed alle mogelijke moeite om me met hartelijkheid te omringen. Ik keek naar haar onbeschreven gezichtje en kreeg rillingen bij de gedachten welke groeven het leven in haar hoofd zou gaan trekken. Dan zal er een heel ander persoontje gaan verschijnen, dat later, als iedereen, zal verslappen, verleppen en vervolgens tot stof vergaan. Wat kan ik straks zeggen, vroeg ik me af, wanneer ik een zaal met ogen vol verwachting en verlangen om iets anders te horen voor me zie? En, misschien het aller moeilijkste: hoe eerlijk te zijn. Ik heb De l'Amour van Stendhal mee op reis en las zojuist: ‘La moitié et la plus belle moitié de la vie est cachée à l'homme qui n'a pas aimé avec passion.’ En: ‘Il est puni de sa grandeur par la solitude de l'âme.’ Ze laten me gelukkig alleen, voor de lezing begint. Het is bedompt in deze kamer. Katholieken zetten ramen onvoldoende open. Ze hebben in hun lezingenserie ook een psycholoog, een neuro-psychiater en een specialist over radio-isotopen opgenomen. De meisjes gaven me een staand applaus, want ik belandde op het onderwerp love in de wereld, terwijl ze verwachtten dat ik bij het thema Troublespots in focus zou blijven en over Vietnam zou kletsen. Love en het hanteren ervan, dat merk nu toch maar weer bij Peter, is een vraagstuk, dat ver boven het bloedbad van Vietnam uitstijgt. Ik zei dan ook dat ons hart, ons emotionele leven, en het zoeken naar ‘a meaning of life trouble spot number one’ was. En van daaruit borduurde ik verder. Ik zag de 700 meisjesstudenten, met tussen hen in verspreid een aanzienlijk aantal nonnetjes, ademloos en gefascineerd luisteren. Kon Peter mij maar een keertje zo bezig zien. | |
Terugweg naar New YorkStendhal waarschuwde: ‘L'amour passion se refroidit par les confidences.’ Hij zou wel eens gelijk kunnen hebben. Toch denk ik dat een relatie alleen dan waarde heeft, wanneer zij in bijna volmaakte openheid wordt beleefd, geen gêne kent, geen (valse) schaamte, en in mentale naaktheid wordt nagestreefd. Dit doe ik bij Peter, omdat ik die uitzonderlijke aftgestemdheid en gelijkgerichtheid voel, zoals nooit eerder bij een ander mens. Confidenties verkillen! Zou dat ook bij Peter en mij gebeuren? Soms merk ik wel eens een zekere koelheid en afstandelijkheid in wat hij schrijft. | |
[pagina 146]
| |
we samen in Amerika waren. Een man in een auto sprak mij aan en vroeg iets. Jij kwam er aan en voor mijn ogen werd je weggetrokken en weg was je. Hoe vreemd kunnen dromen toch zijn.’ Het was eigenlijk niet zo vreemd. Ik had Peter verteld van Glenn Bryan Smith, die waarschuwde dat, als ik niet zou ophouden met onderzoek naar de jfkmoord te verrichten, ik gekidnapt en vermoord zou worden. Peter wist dat ik toch naar George de Mohrenschildt was gegaan, dus zijn gedachten hierover kwamen in zijn droom boven. Luns heeft Adam Malik officieel naar Nederland uitgenodigd. Natuurlijk. Als gewoonlijk wordt op het verkeerde paard gewed. Jean-Raymond Tournoux heeft een boek over Charles de Gaulle geschreven. Interessant is dat hij de generaal als volgt citeert in verband met de moord op jfk: ‘The police did the job, or they ordered it done, or else they let it happen. In any case, they were involved in it. It is always thus in a country torn by racial hatreds, where there are the oppressors and the downtrodden, where the oppressors are more frightened than the oppressed, where the police, or at least some of them are in league with the oppressors.’ Volgens De Gaulle wilden de Amerikaanse politionele autoriteiten dat het publiek in Oswald een fanatieke communist zag opdat men een ‘witchhunt’ tegen communisten kon ontketenen. Daarom ook is mijn gefilmde gesprek met De Mohrenschildt van zoveel belang, omdat George en Jeanne dit soort zaken aan de hand van ooggetuigeninformatie konden toelichten. Zij hadden Oswald tenslotte een aantal jaren als vriend over de vloer gehad. Maar wat zullen de heldere koppen, die ook opzettelijk mijn Indonesië-films saboteerden, met het materiaal over De Mohrenschildt gaan doen? De rector-magnificus van de universiteit van Amsterdam, professor J. van der Hoeven, heeft meegedeeld dat de bvd om privé-gegevens van bepaalde studenten had gevraagd en dat die werden verstrekt. Dat wordt dus gewoon gevonden in het lieve vaderland. Mijn oude vriend Reid is langs gekomen. Hij woont nu samen met een kerel, die ergens anders een vrouw met kinderen heeft zitten. Jammer dat hij spray op zijn haar spuit. Ik heb het hem ten zeerste afgeraden. Toch denkt hij verder dan zijn neus lang is, voor Amerikanen ongewoon. Hij zou een tijdje naar Europa moeten gaan. Wat me roerde was, toen ik mijn liefde voor Peter beschreef, hij tranen in zijn ogen kreeg. Hij werd erg stil. Ik vroeg waarom. ‘Because, I feel cheated to see anyone love that much.’ Ik probeerde hem uit te leggen dat de ervaring van | |
[pagina 147]
| |
liefde van hemzelf afhing en van hemzelf alleen. Ook herinnerde ik hem aan een uitspraak van Camus: ‘Liefde, die wordt aangedragen schept voor de andere partij geen enkele verplichting’. Najwa Sarkis telefoneerde: ‘You only feel passion for Peter?’ ‘Yes, I do.’ ‘He is a lucky person,’ was haar antwoord. Brandde twee kaarsen in St. Patricks. Om 19:00 uur liep ik in het Chelsea Hotel bij Jan Cremer binnen. We werden onderbroken door een verslaggever van The New York Times, die over hem wil schrijven voor de Book Review Section. Daarna kwam Richard Thieuliette en zijn we naar de film Up the down Staircase gegaan met Sandy Dennis. We hebben met Cremers Belgische vriendin in El Quijote gegeten. Ik hoor een paar dagen niets van Peter. Dat maakt me een beetje triest. ‘Les larmes sont l'extrême sourire...’ meende Stendhal. | |
22 oktober 1967Een zonnestraal piepte door een kier in het gordijn naar binnen en scheen als een opgewekt begin van de dag precies op mijn gezicht. Mijn eerste gedachte ging naar Peter uit. Ben in de Lonely crowd van David Riesman begonnen. Lex Poslavsky raadde me dat aan om te lezen. Karaktervorming in de jeugd houdt me bezig. ‘Human agents of character-formation’ zijn ouders, leraars, ‘storytellers’ (sprookjesverlakkers) en ‘members of the peer-group’ (ooms, tantes, enzovoort). Mijn moeder had twee vriendinnen, Annie Wibaut en Meta de Vries. Deze dames logeerden, toen wij kinderen waren, dikwijls op De Horst. 'S Ochtends kropen we dan bij hen in bed en dan lazen ze voor. Ook ‘peer-group members’. Volgens Riesman spelen ‘cultural agents other than parents’ na de eerste jeugdjaren een belangrijk rol bij de karaktervorming. Bij mij was de belangrijkste invloed naast thuis, die van mejuffrouw G. Büringh Boekhoudt. ‘Adult roles are almost unchanging from generation to generation (...) children begin very early to learn how to act like adults simply by watching adults around them (...) the growing child does not confront problems of choice very different from those he watched his elders face’. Met andere woorden: zitten we gevangen in een vicieuze cirkel? | |
[pagina 148]
| |
Riesman zegt over dagboeknotities: ‘The diary keeping, that is so significant a symptom of the new type of character may be viewed as a kind of inner-time-and-motion study by which the individual records and judges his output day by day. It is evidence of the separation between the behaving and the scrutinising self.’ Mijn probleem is dat ik een uitstekende boekhouder ben geweest deze eerste 43 jaar, maar een slechte bankier. Alle uitgaven en inkomsten in geestelijke zin werden per dagboek opgetekend, maar ik heb de ‘oogst’ nog nooit werkelijk overgelezen en geanalyseerd om een ‘financieel beleid’ te bepalen. Ben bij Najwa Sarkis binnen gelopen. Er was een Marokkaanse gedelegeerde in de Algemene Vergadering van de vn bij haar op bezoek, een professor (Literatuur) van 34 jaar, die onlangs zijn eerste bundel gedichten had gepubliceerd. Hij hield een dagboek bij: ‘quand je me sens bouleversé’. Ik heb hem er op gewezen dat de natuur ook niet alleen uit tornado's bestond en dat niets meer in harmonie met het leven was als bijvoorbeeld de bossen bij Oostelbeers, wanneer ik op Peter wacht, om 07:45 uur in de ochtend. ‘Hoe ziet u uw vak journalistiek?’ vroeg hij. ‘Als fotografie,’ antwoordde ik, ‘maar dan fotografie van woorden, waarbij ik mijn lens, in dit geval dus mijn pen, zo scherp mogelijk tracht in te stellen.’ Najwa zei weer: ‘I love you.’Ga naar voetnoot77 Jan Cremer belde. De Haagse Post had hem meegedeeld dat de stad Amsterdam hem de literatuurprijs wil toekennen. Ben naar hem toe geweest en heb foto's uitgezocht bij een artikel dat ik over hem wil schrijven. | |
[pagina 149]
| |
23 oktober 1967Mevrouw Marguerite Oswald belde op uit Texas. Voerde een telefoongesprek van 25 minuten met Officier van Justitie Jim Garrison in New Orleans. Hij herhaalde enkele malen dat mijn mededelingen over George de Mohrenschildt en het door mij gefilmde interview voor hem buitengewoon belangrijk waren. Hij nam ons gesprek op band op. Hij wilde het artikel uit de Haagse Post ook hebben en vroeg het in twee enveloppen te doen, de binnenste enveloppe met plakband dichtgeplakt en aan hem geadresseerd, en de buitenste aan de burgemeester van New Orleans Victor Schiro. ‘Er wordt met mijn post geknoeid’, zei Garrison. ‘We hebben hier geen Gestapo, maar wel zoiets.’ Hij zou het liefste een afschrift van mijn volledige De Mohrenschildt-gesprek hebben en vroeg ook of ik naar New Orleans kon komen. Ik zei dit begin 1968 te zullen doen. ‘I will be delighted to talk to you and see you,’ zei hij. Hij vroeg me ook hoe hij in contact kon treden met De Mohrenschildt. Ik gaf hem het adres en telefoonnummer. Ik vertelde hem van het bezoek van Glenn Bryan Smith, de assistent van Robin Moore en diens bezoek aan Holland met bijbehorende bedreiging. ‘Sounds to me like a cia agent.’ 's Avonds telefoneerde ik ook met George de Mohrenschildt, die inmiddels het Playboy interview met Jim Garrison had gelezen en zei bereid te zijn de Officier van Justitie uit New Orleans te ontmoeten. Het Riesman-boek interesseert me verder niet, dat gaat naar Peter. Ben in Client-Centred Therapy van Carl Rogers begonnen. Het behandelt: ‘suffering and hope, anxiety and satisfaction (...) and the uniqueness of the relationship each therapist forms with each client.’ Rogers zegt in het voorwoord: ‘The book is, I believe, about life, as life vividly reveals itself in the therapeutic proces with its blind power and its tremendous capacity of destruction, but with its overblancing thrust toward growth, if the opportunity of growth is provided.’ Lag vanmiddag driekwartier onder een boom te lezen en viel in slaap. Een lieveheersbeestje kwam op me zitten. Mijn vader zei altijd dat dit geluk betekende. Dit boek past in Peters belangstelling. Wat direct duidelijk wordt, is hoe belangrijk de persoonlijke instelling van de psycho-therapeut is, en diens geloof in mensen. Vooral ook het recht van ieder individu zichzelf te vormen. ‘The therapist can be only as “non directive” as he has achieved respect for others in his own personality organisation.’ Belangrijk lijkt me het volgende: ‘A person can implement his respect for others only | |
[pagina 150]
| |
so far as that respect is an integral part of his personality makeup’. Zond deze gegevens aan Peter en schreef erbij: ‘I know you wil be a great psychotherapist some day. I will make you work. En interpreteer dit nu niet dat ik een slavendrijver zou zijn!’ Zag de film In the heat of the night met in de hoofdrollen Sidney Poitier en Rod Steiger. Vol suspense en goed gemaakt, maar niet om, zoals Jan Cremer deed, zeven keer te gaan zien. Trouwens, als Jan zegt dat hij zeven keer is gegaan, hoeft dat nog niet waar te zijn. Je moet meestal 50 procent van wat hij beweert er af doen. Rogers schreef dat de therapeut een maximuminspanning levert om onder de huid van de persoon, waarmee hij communiceert, te kruipen. ‘He tries to get within and to live the attitudes expressed instead of observing them, to catch every nuance of their changing nature: in a word, to absorb himself completely in the attitudes of the client (patient)...’ Ik begin te begrijpen, waarom Lex Poslavsky mij dit boek aanraadde. Want uiteindelijk is de journalist, net als de therapeut, bezig met luisteren en inleven, wil hij ooit werkelijk kunnen overbrengen hoe de ander is, wat hij denk en beleeft. Dat is eigenlijk, ook al dacht iedereen er anders over, waarom ik er een eigen mening over Sukarno op na hield. Ga slapen, alleen. | |
24 oktober 1967Mijn laatste gedachte gisteren en mijn eerste gedachten bij het op staan, zijn de reeksen vragen over Peter. Er kwam al drie dagen geen brief. Nog één keer zou ik hem willen zeggen: I am ready to live the rest of my life with you, to live for you, to devote all my energy to us, to be together, live together, love together. Richard kwam heel laat thuis, maar ik wilde slapen. Hij kwam in bed, gaf me een zoen in mijn hals en lag een tijdje tegen me aan en we verdwenen in dromenland. Er is veel te doen. Randy Smith (6) uit Brooklyn kon de vliegende keet tussen zijn ouders niet langer verdragen, ging naar een kast, laadde een .22 kaliber geweer en schoot zijn vader Robert Smith (30) dood. Af en toe vergeet ik ‘de wereld’. Time heeft een omslagverhaal over de steeds feller wordende oppositie tegen de krankzinnige oorlog in Vietnam. In Washington protesteerden 35.000 mensen, 425 werden gearresteerd, 13 gewond. Het blad somde de protesterenden als volgt op: ‘hard-eyed revolutionaries, skylarking hippies, Ersatz motorcycle gangs, all-too-real college pro- | |
[pagina 151]
| |
fessors: housewives, ministers and authors, black nationalists in African garb: non violent pacifists and nonpacific advocates of violence some of them anti-anti-warriors and American Nazis spoiling for a fight.’Ga naar voetnoot78 Zo zet de vrije pers demonstranten neer. Het slaat nergens op. Het Time & Life concern is eigenlijk buitengewoon smerig bezig. De omslag van Life laat een zwart-wit foto zien van een militair in Vietnam die onder vuur ligt bij Con Thien. Dan volgen twintig pagina's met foto's van de ellende aan het Vietnamese front gemaakt door David Douglas Duncan. Een verschrikkelijk verhaal ‘levendig’ geïllustreerd. Dan volgt een kolom van Hugh Sidey, die eraan herinnert dat de populariteit van lbj van 83 naar 39 procent is gezakt. Fair enough. Maar dan komt Time ongeveer tegelijkertijd uit en stelt het voor alsof de cynici van de Vietnamoorlog tot de halve garen en het uitvaagsel van de samenleving zouden behoren. De journalisten van Life en van Time lezen elkaars stukken blijkbaar niet.Ga naar voetnoot79 Intussen komt Walter Lippmann, tussen al dit journalistieke falen door, met een briljant stuk in The New York Post waarin een aantal constructieve suggesties hoe lbj de boys op een tactische wijze uit Azië zou kunnen terug halen.Ga naar voetnoot80 ‘The notion, that we can win the war for Mr. Johnson's objectives and then go home is either an innocent delusion or a gross deception. (...) The fundamental question about Vietnam is not what we would like to do, but what we can do. (...) We have blundered even more deeply into the quagmire by persisting in our mistake. (...) An American decision to pull back from the mainland would transform our relations with the world rest of the world. (...) I realise how much all of us hate to admit that we have made a mistake.’ Enzovoorts. | |
Coffeeshop Figaro (Village)Het was mooi weer, de parken zijn vol. Er wordt geschaakt, hippies liggen in het gras. Ik lees. Ik schreef Peter dat ik denk, dat de kracht die hij nu innerlijk voelt er oorspronkelijk al was, maar dat deze zich nu pas, door ons samenzijn is gaan manifesteren. Ik was de stimulans, die de aanwezige mogelijkheden activeerde, tot leven bracht. Werkte het niet zo? Peter draaide op het moment dat ik hem ontmoette stationair. Zijn relatie met Philip zat op een dood punt. | |
[pagina 152]
| |
Martin Beardson schreef Three Men, verhalen over een delinquent, een necrofiel en een homoseksueel. Ben met het laatste verhaal begonnen. Ik vind uitspraken, die volkomen van toepassing zijn op Peter. ‘I am so conscious of people,’ schrijft Martin, ‘the way they look at me. If they look at me with interest, that is upsetting too. It makes me so nervous and excited...’ Dat is precies wat Peter in onze eerste gesprekken verwoordde. Liep langs Harisanto's voormalige appartement, waar we zovele uren samen doorbrachten. Hij is naar Stuttgart vertrokken om zijn studie architectuur af te maken. Brandde twee kaarsen in St. Josephs. Jan Cremer belde dat Joop Swart van Avenue hem had gevraagd om in iedere uitgave van zijn blad een stukje vanuit New York te schrijven. Swart wil 150 gulden voor 400 woorden betalen. Hollanders blijven enge kruideniers. Later belde Jan opnieuw. Hij las zijn eerste stukje voor. Het leek nergens op, maar dat heb ik hem maar niet gezegd. Om middernacht wandelde Loet Kilian mijn flat binnen. Tieneke is in Holland. Het was even weer precies als vroeger, toen hij nog budjangGa naar voetnoot81 was. Hij is altijd totaal anders wanneer hij alleen met me is. Toen we over Gerard Croiset spraken zei hij heel verstandig: ‘Juist omdat jullie zo'n daverend contact hebben, beïnvloeden jullie elkaar en kan je dus nooit helemaal op hem bouwen. Je moet nooit alles kritiekloos aannemen wat hij zegt.’ | |
25 oktober 1967Solo suites van Bach. Nu zegt zelfs senator Albert Gore van Tennessee dat de vs zich op eervolle wijze uit het Vietnamese moeras moeten terug trekken.Ga naar voetnoot82 Natuurlijk zou dat moeten gebeuren, zoals ook Bungkarno me in 1966 nog met klem uiteenzette. Soms vraag ik me af, of de Amerikanen, via de cia en verraderlijke generaals in het Indonesische leger, ooit de moeite zouden hebben genomen om Sukarno afgezet te krijgen wanneer er geen oorlog in Vietnam was geweest. Loet kwam waarschuwen dat de post er aan kwam. Drie brieven van Peter. Ik zond meteen een telegram naar Tilburg om te bedanken. Peter vindt dat ik teveel drukte heb gemaakt over zijn trip met Philip naar Parijs. Ik was gewoon stinkend jaloers, en heb me flink in de kaart laten kijken. ‘Ook al wil ik naar | |
[pagina 153]
| |
een doelbewuste distantie ten aanzien van Philip, waar ik al vrij aardig in slaag, is dit helemaal geen reden om niet met hem naar Parijs te gaan. Wat primair het belangrijkste is, is vooral geestelijke afstand, geestelijke onafhankelijkheid.’ Hij wil niet meer als kleine jongen maar ‘als sterke persoonlijkheid’ tegenover Philip staan. In een brief van 18 oktober zegt hij, ‘Onze ontmoeting is er een uit een miljoen’. Hij beschrijft heel kundig het verschil in benadering van de psyche tussen Freud en Adler. Hij schreef nog veel meer en ik was in tranen. Brandde twee kaarsen in St. Patrick's. Volgde in de Veiligheidsraad van de vn het gebekvecht tussen Israël en de Verenigde Arabische Republiek over nieuw opgelaaide gevechten. Was niet te harden, en ben naar huis gegaan. Even later belde de moeder van Lee Harvey Oswald: ‘If they are going to kill me, well then I am gone,’ zei ze. Ze had ook met Jim Garrison getelefoneerd. Zij leek nog al opgewonden. Ik zond haar foto's van George en Jeanne de Mohrenschildt. Vervolgens belde ik mijn moeder op. Oom Jo Wibaut was overleden en al begraven. Daarom was zij niet tot schrijven gekomen. Professor Wibaut was vooral een vriend van mijn vader. Richard belde en vroeg het eerst van alles of ik brieven van Peter had gekregen. Ook mijn oude Indonesische vriend Pratomo kwam langs met de laatste nieuwtjes uit Indonesië. Voor het eerst sinds jaren ontmoette ik Jim Nixon weer, de negerjongen, die ik aan mijn vriend George Brandford in Harlem voorstelde, die een school voor negermodellen had. Die introductie had zijn leven ingrijpend veranderd. Hij is nu een succesvol model geworden. Hij zag er meer dan verzorgd en aantrekkelijk uit. Hij was toen 19, nu is hij, denk ik, 25 jaar. Een beauty. | |
26 oktober 1967Svetlana Stalin heeft 340.000 dollar aan inkomsten op haar boek aan verschillende organisaties geschonken. Alexandra (83), dochter van Graaf Tolstoy en presidente van de Tolstoy Foundation had Svetlana ontmoet en vertelde The New York Times het volgende: ‘She is a very fine and sincere woman. She suffers. The Russians should be kinder to her.’Ga naar voetnoot83 Fris, koel, maar zonnig herfstweer. In de vn met Eduard Evteev, de Sovjet persattaché, de mogelijkheid besproken om professor Nikolai Fedorenko, de permanent vertegenwoordiger van het Kremlin, te interviewen. | |
[pagina 154]
| |
Trustee Council, 1496ste zittingRuslan Abdulgani, de Indonesische vn-ambassadeur, spreekt over de vrijheid van godsdienst in Indonesië. Ben de enige journalist in de perstribune. Wijselijk zwijgt hij over de moord van het leger op een miljoen andere ‘gelovigen’, namelijk de aanhangers van de communistische pki. Maar ja, de pki stelde op haar beurt weer alles in het werk om religieus denken af te schaffen. Ruslan zei me dat generaal Suharto feitelijk niets ander deed, dan de eerste pilaar van de door Bungkarno ontworpen Pantja sila, geloof in God, te zuiveren. Ruslan verwees naar zijn rede met de woorden, ‘feitelijk allemaal Bungkarno's filosofie’. Hij zei dat na afloop vertegenwoordigers van Irak en Iran, zelfs van Australië, hem waren komen gelukwensen. Wat kan het hem schelen? Hij had minister Udink met zijn rede gelukgewenst, maar er aan toegevoegd: ‘U komt met uw denkbeelden alleen 22 jaar te laat.’ J.E. Schaap, de nieuwe persattaché, gaf een borrel. Ik friste zijn geheugen op hoe hij me in Jakarta, vorig jaar, aan een gouden tip had geholpen. De Amerikaanse ambassadeur Marshall Green was, na mijn bezoek aan hem, bezorgd naar minister ad interim B.M. Diah gesneld (Malik was in Japan). Dit bezoek lekte naar ambassadeur Schiff uit, die informeerde zijn persattaché, en hij, op zijn beurt, kwam mij in Hotel Indonesia vertellen wat er was gebeurd. Ik informeerde president Sukarno, die onmiddellijk minister Diah bij zich ontbood om een verklaring te vragen voor wat hij en ambassadeur Green hadden bekokstoofd. Vanavond waren Richard en Ewout thuis en Larrio kwam ten afscheid bij me slapen. Hij is Boeddhist en zei: ‘I will chant for you and Peter.’ Hij studeert op de rol van de Arabische prins in de Notenkraker. | |
27 oktober 1967Twee lieve brieven (nr. 14 en nr. 15) van Peter. Brahms had hij ontvangen. Moest er aan wennen. De brief van Freud aan Romain Rolland had hem zeer geïnteresseerd. Hij vroeg om Introduction to Psychology van R. Hilgard mee te brengen. ‘Jij bent een echte psycholoog in de manier alleen al waarop je mensen in je brieven beschrijft en toestanden in Amerika bekritiseert’. In Americain was hij Henk Bruinsma tegen gekomen. En ook een zanger uit de Scala in Milaan (‘Een walgelijke vent, met de eigenschap zichzelf steeds naar voren te brengen, typisch een artiestentrekje’). Tevens had hij een aardige Engelse jongen van 24 jaar, die op vakantie was, ontmoet. Hij had ook twee | |
[pagina 155]
| |
kaarsen gebrand. En op een avond, bij het nalezen van mijn brieven in de keuken, op een kruk zittende, ‘moest ik plotseling over alles huilen. Ik kon me niet meer bedwingen. Wilde me even laten gaan. Het kan wel eens teveel worden. Wil verder niet teveel uitweiden in egocentrisch gezeik over eigen emoties.’ Loet Kilian kwam naar mijn flat. We hebben twee uur intensief gesproken, voor het eerst sinds april. Hij raad Peter en mij aan om een vijfjarenplan op te zetten. Ook vind hij dat Peter eerst Amerika moet zien voor hij kan besluiten hier te komen wonen of studeren. Ben op weg naar Kentucky. Moet nu eerst de 100 pagina's memoires van Gerard Croiset lezen, die hij me meegaf. Anders krijg je straks, net als met Jan Cremer, die me altijd weer vraagt of ik zijn boek nu al heb gelezen, dat ik met rode oortjes ‘nee’ moet zeggen. | |
American Airlines, flight 299‘Wanneer ik bij een patiënt kom, wiens leven ten einde loopt op aarde, zie ik om zijn bed dikwijls lichtende figuren staan. Des te sterker dezen zich aan mij zichtbaar maken, des te korter is zijn leven op aarde...’ schrijft Croiset. We staan op de startbaan. De skyline van Manhatten tegen het avondlicht met haar wolkenkrabbers is toch wel imposant. De lucht zelf is dan mooier, met slierten geel, oranje, zilver en goud, sprankelend harmonieus. Voel me dicht bij Peter. ‘Zitten wij in een proces dat zich naar de harmonie toe worstelt? Is de harmonie er reeds, maar moeten wij ons er nog bewust van worden? Zendt de harmonie haar licht naar ons toe of tasten wij met onze lichtjes de bestaande harmonie af? Voeden wij ons met reflexen, die wij zelf opwekken? Zijn gedachtevelden een verzameling van deze door de mensheid verwekte reflexen?’ zijn vragen die Croiset zich stelt. We zijn al weer ver boven de wolken. Ik boek altijd een plaats aan de kant waar we het zonlicht tegemoet vliegen. ‘Een gedachteveld wordt door duizenden levende en geleefd hebbende mensen gevormd. Het gaat hier net zo mee, als met de man, die de laatste steen heeft gelegd en vertelt dat hij het huis heeft gebouwd. Hij weet dat hij mede door de hulp van anderen het huis heeft mogen mee afbouwen. Voor mij klinkt het dus als een onwaarheid, wanneer ik zou spreken over IK heb dit en IK heb dat mogen doen. Dit te kunnen demonstreren, doe ik bij de gratie van hen, die mij dit hebben mogelijk gemaakt...’ aldus Croiset. | |
[pagina 156]
| |
Hij vertelt in zijn leven zeer dikwijls van vrienden te hebben gewisseld. ‘Op een zeker moment hadden we geen bindingen meer en zouden wij toch zijn door gegaan, dan zouden wij elkaar zijn gaan irriteren,’ aldus de paragnost.. Dat heeft in ieder geval niet gegolden voor zijn vriendschap met Carel Enkelaar, maar hij heeft dan ook publiciteit en televisie dringend nodig. In Louisville stapte ik over op Eastern Airlines voor de reis naar Lexington, Kentucky. Croiset schreef op 1 mei 1941: ‘Mij werd gevraagd wat ik wel zou wensen. Ik antwoordde: niets voor mijzelf, maar wel voor de hele mensheid, waaronder ik zelf dus ook val, en waardoor ik indirect ook iets voor mezelf wens, namelijk, dat de mensheid uit deze oorlog zoveel zal mogen leren, als voor die mensheid nodig was, opdat een volgende oorlog niet meer noodzakelijk zal zijn.’ Mevrouw Polly Ruttenberg, de echtgenote van een vooraanstaande onroerend goed makelaar, en een advocaat haalden me af in een slee. We reden naar een schitterend farmhouse met grote witte pilaren rond de entree. Er stonden wel twintig auto's geparkeerd. Een buigende huisknecht en andere zwarte bedienden ontvingen ons. Het waren dienstertjes in witte schortjes en kapjes in het haar - als vroeger op De Horst, maar hier zijn ze zwart, wat me allemaal deed denken aan een film. Er was een buffet gereed gemaakt. Alle notabelen werden voorgesteld. Op één na allemaal onmogelijke mensen. Er was één aardige jonge vrouw, geëscorteerd door een oudere beatnik. Een heer: ‘Ik zal u een geheim vertellen: de dochter van die dame is vorige week tot tabakskoningin van Kentucky gekozen.’ Een mevrouw: ‘Herinnert u zich de gekleurde papieren klompen, die ik had gemaakt toen u vorige keer hier was?’ Een heer: ‘Jim Garrison is een gek, die publiciteit zoekt om carrière te maken.’ Een mevrouw: ‘The ladies don't care what you will say tomorrow, as long as they can see you!’ Een heer: ‘Ik geloof niemand meer, de president niet, de pers niet, ik weet dus niet wat ik van Vietnam moet denken.’ En morgen moet ik voor deze mensen spreken voor een honorarium van 300 dollar. Er werd veel whisky gedronken. Men vond het vreemd dat ik ginger-ale nam. Het voer was perfect: kreeft, salades, sandwiches, prima. Gelukkig vond ik de eigenaar van het plaatselijke televisiestation bereid om me naar het Phoenix Hotel te rijden. Hij vertelde dat zijn zoon nu 24 jaar was, net uit Vietnam was terug- | |
[pagina 157]
| |
gekeerd, een bmw-motorfiets had gekocht met leren pakken en laarzen en naar Chicago was verdwenen. ‘U zult wel gauw van hem horen,’ zei ik. ‘Ja, als hij in de gevangenis zit of geld nodig heeft.’ Zijn dochter was gestoord en zat in een inrichting. Zijn derde kind, een jongen van veertien jaar, was nog thuis. ‘The sweetest boy in the world, but the other day he stole the car of the mother of his friend and was put in jail. I didn't even know he could drive a car,’ zei papa van achter het stuur van zijn Lincoln-convertible. Hij wilde me overhalen nog even een bar in te duiken, maar dat lukte hem dus niet. | |
28 oktober 1967Lexington, KentuckyWe denken nooit aan de psychische nasleep van de oorlog in Vietnam. Lees in het ochtendblad een artikel van Ray Cromley over het feit dat mentale ziekten weinig zouden voorkomen onder Vietnam-GI's. Geloof er niets van. Neuro-psychiatrische ziekten in Vietnam zouden maar twaalf procent per 1.000 militairen bedragen. In Korea was dit percentage 37 procent. Mevrouw Polly Ruttenberg reed mij naar de Stallion Stables waar een stalknecht ons een aantal paarden toonde. Deze neger wist exact hoeveel honderdduizenden dollars ieder paard op de Kentucky Derby had gewonnen. ‘This horse is 21 years old, it won 1.500.000 dollars for its owner.’ Nu wordt zo'n beest alleen nog voor het fokken gebruikt. Daarna bezochten we de Castleton Farm van de Van Lenneps. Zij was een dochter van de oprichter van de Dodge automobielfabrieken. Ze hadden drie kinderen. John (15) zat in de klas met Mike Ruttenberg (14). ‘You know,’ zei Polly, ‘it is sad, this Van Lennep-boy is being educated by his nurse, the housekeeper and the chauffeur. The parents own a racetrack in Florida and are just never there. I feel sorry for those children that grow up that way. But my husband says, Why? They will inherit all that wealth!’ Wealth? Terug op haar eigen farm ontmoette ik Mike Ruttenberg, die mij twee koeien wilde laten zien, Bee en Mildred. Prijs: 75 dollar per stuk. Hij hield ook kippen. Hij had een geweer bij zich. Waarom? ‘I like to shoot crows.’ Ik fotografeerde hem. Ik vroeg later waarom hij kraaien schoot. ‘I don't like them.’ Er was een lunch. Ik sprak om 14:00 uur. Omdat ik een aansluiting in Louisville wilde halen om op tijd in New York terug te zijn om het laatste vliegtuig naar Europa te kunnen nemen huurde ik een Lexington Air taxi, een eenmotorig toestel, om | |
[pagina 158]
| |
tijdig Kentucky te kunnen verlaten. De piloot zei dat het een Comanche 260 toestel was. Hij legde de 140 mijl in 25 minuten af. De piloot parkeerde het toestel naast de grote broer, een whisperjet van Eastern Airlines en zo haalde ik vlucht 506 naar jfk op Long Island. Ik wilde zo snel mogelijk terug naar Peter. Verdiep me weer in Croiset. Hij heeft op een kostschool gezeten. Wanneer hij het Onze Vader moest opzeggen begon hij onbedaarlijk te lachen. Vreemd. Hij speelde als kind met imaginaire vriendjes. Richards grootmoeder in Barlin had me verteld dat haar kleinzoon dit vroeger ook had gedaan. Interessant wat hij zegt hoe deze vriendjes als lichtplekken op de muur verschenen en hoe hij dan schaduwbeelden probeerde te verwekken. Ik moet terugdenken aan een zestigjarige man op de party gisteravond die een glaasje teveel op had en uitriep: ‘Waarom sturen ze niet alle mannen van 60 jaar en ouder naar Vietnam in plaats van onze jongens, die hun hele leven nog voor zich hebben!’ | |
Kew Gardens, Long IslandAlles is mooi gegaan, maar nu deelt de klm mee dat vlucht 666 niet zal vertrekken, want er zit een vogel in een motor. Ik wil naar Peter. Gelukkig ontdek ik met de Lufthansa ongeveer tezelfdertijd in Amsterdam te kunnen zijn. Er wachtte trouwens een brief van Peter, nummer 18. Hij was 's avonds met de bus naar Oostelbeers gegaan. ‘Wandelde tussen de velden en genoot van de duisternis en de regen’ Er kwam een auto door het bos aangereden, hij stopte en dit maakte hem bang. Toen iemand uitstapte zette hij het op een lopen naar het huisje van Philip Nasta. Hij keek door het raam naar binnen, waar zijn vriend met twee gasten zat te praten. ‘Ik bekeek het drietal door het raam en had geen zin meer om naar binnen te gaan. Ze praatten over hun ideeën, hun waarden, hun maatstaven van het leven en probeerden ieder op hun beurt op de voorgrond te treden zonder eigenlijk naar elkaar te luisteren. Ik wist dat ik niet zou kunnen verdragen met ze te spreken. Ik wandelde terug naar het dorpscafé. Kwam wat jongelui met een zaklantaarn tegen. Een paar van hen kenden me zelfs uit Tilburg. Ik zit je nu in het café te schrijven tussen herrieschoppende tieners en harde beatmuziek’. Hij wilde een uurtje later terug gaan als de gasten weg waren. ‘Ben bij je, Peter.’ Ook heeft hij mijn gesprek van zes minuten gezien op de nts met George de Mohrenschildt. Hij herkende mijn stem, de manier waarop ik Engels spreek, ‘Je was het helemaal.’ Hij |
|