Memoires 1967-1968
(2002)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina VI]
| |
Voor Bertie Hilverdink | |
[pagina VII]
| |
Inleiding19 Mei 1967 zou een dag worden om nooit te vergeten. Ik ontmoette de 22-jarige Peter van de Wouw uit Tilburg. Het ontdekken van elkaar zou leiden tot een blijvende vriendschap. Op dit moment, 23 jaar later schrijf ik deze inleiding in Johannesburg, Zuid-Afrika, en woont hij in een flat naast mij, met zijn vriend de Zuid-Afrikaanse acteur Edwin van Wijk. De relatie met Peter was, vrijwel vanaf het begin, een mentale kruisbestuiving. Ik zal, in dit en de volgende delen Memoires, een zo getrouw mogelijk verslag geven van hoe de gevoelens en genegenheid zich tussen ons ontwikkelden. De lezer zal het zonder uitlatingen moeten doen als bij Gerard van 't Reve: ‘Woelrat, mooi wreed beest. Ik zal vlijmscherpe, diamanten sporen voor je kopen om ze je aan te gespen, als je een jongen gaat berijden... Ik zal je alles vertellen. Alles. Mooi blond hoerig beest van me. Ik wil dat je wreed bent.’Ga naar voetnoot1 Onze taal-der-liefde-heeft altijd zeer ver van de Wimmie's, Teigetjes, of Woelratjes afgestaan. Maar ik ben dan ook, godzijdank, geen populaire volksschrijver. Ik vertel gewoon het verhaal van Peter en mij, met al zijn ups en downs. In dit deel verdiep ik mij in de moord op John F. Kennedy en zal graaf George de Mohrenschildt en diens vrouw Jeanne Le Gon ontmoeten. Ik zou hen tien jaar kennen, tot het moment dat De Mohrenschildt mij zijn betrokkenheid zou bekennen, precies zoals Gerard Croiset had voorspeld. Bij het teruglezen van deze aantekeningen verbaas ik me voortdurend over de ingrijpende wijze waarop het geheugen, niet alleen gebeurtenissen uit het verleden in ons hoofd wegvaagt maar vooral, in soms de kleinste details, wijzigt of vervalst. Het gedisciplineerd bijhouden van een dagboek is onontbeerlijk voor het neer kunnen schrijven van herinneringen. Uit de losse pols afgaan op het geheugen slaat nergens op.
Willem Oltmans |
|