Saddam goedschiks of kwaadschiks gewipt diende te worden. Paul O'Neil, zijn eerste minister van Financien, heeft geschreven dat hij met stomheid geslagen was, omdat Bush tijdens de verkiezingscampagne hele andere geluiden had doen horen.
De Zweedse diplomaat Hans Blix, un chief weapons inspector, heeft vorige week nog in Londen bij David Frost op ontbijttelevisie gezegd, dat Bush en Blair zich hebben gedragen als goedkope handelsreizigers, die de oorlog probeerden te verkopen door de rapporten van de inlichtingendiensten zwaar te overdrijven, zoals je dit doet met stofzuigers door de mogelijkheden aan te dikken. Oud-minister van Buitenlandse Zaken, Robin Cook (hij werkte jarenlang als minister onder Blair), blijft zeggen dat toen hij de premier sprak op 15 maart 2003, twee weken voor de Irak-oorlog, deze wist dat Saddam geen massavernietigingswapens meer had. Blair kon niet meer terug, verstrikt geraakt in het web van mythomane leugens.
Princeton professor Paul Krugman en columnist van The New York Times schreef 14 februari, dat bij de volgende verkiezing Amerikanen zeer waarschijnlijk Bush zullen beoordelen op wat hij heeft uitgevreten, en niet op diens mythomane kletspraatjes, waar hij het publiek al vier jaar mee opzadelt. Anderen zijn heilig overtuigd, dat Bush het spel zodanig zal spelen met nog meer opgeklopte angstverhalen en pertinente leugens, dat hij nog vier jaar op het Witte Huis kan zitten. Amerikanen hebben in november de kans hem weg te sturen. Doen ze dat niet, dan hebben zij nog eens vier jaar ellende en dode soldaten, alleen maar aan zichzelf te danken. Zoals wij Balkenende, Kamp, Verdonk en Zalm aan onszelf hebben te danken, gelukkig minder gevaarlijk, maar zeker niet de meest begaafde regeerders die dit land verdient.
15-2-2004