Is éénoog koning
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 189]
| |
72 MargrietJeroen Pauw vroeg eens in zijn programma Panama wat ik me herinnerde als de meest teleurstellende ervaring uit mijn proces tegen de staat. Ik antwoordde, tot mijn eigen verbazing: ‘dat leden van het koninklijk huis liegen onder ede, wat namelijk zowel prins Claus en prinses Margriet hebben gedaan.’ In weinig gevallen zijn mijn ogen in de afgelopen 78 jaar zo wijd opengegaan als in de kwestie van de nationale totem: ORANJE. De moderne wetenschap heeft de nodige kennis vergaard over het coderen van neuronen en hoe vastgeroeste geloofsovertuigingen in roze-grijze brei in onze hoofden terechtkomt. Minder duidelijk is hoe men gecodeerde onzin met gezwinde spoed zou kunnen decoderen of deprogrammeren. Het Oranjetotem wordt sinds eeuwen in breinen van piepjonge bloedjes van kinderen automatische geprogrammeerd, met alle rampzalige gevolgen van dien. Dit confronteert de mensen met wat psycho-historici aanduiden als ‘collective dilemmas of pretherapeutic blindness that we experience in trying to turn the corner on our personal neurotic patterns.’Ga naar voetnoot36 Pas wanneer we de biochemische oorsprong van de Oranjeafwijking hebben opgespoord, kunnen we reconstrueren hoe het mogelijk was dat we met deze afwijking werden opgezadeld. Pas dan kunnen we beginnen met een antidotum toe te dienen om er af te komen. Ik kom uit een 100 procent Oranjegezinde Indische familie. De zuster van mijn vader vertelde dat zij en andere dames op straat in Den Haag een revérence maakten wanneer koningin Emma en haar dochter Wilhelmina in een rijtuig voorbij reden. Als jongetje zag ik in Wilhelmina de koningin, de president, de Führer, de generalissimo, de kardinaal der macht. Zij was de opperste totem. Wat ik in die tijd minder goed door had was het infantiele aspect van een dergelijke majesteitelijke fantasiefiguur, en waarom zij eigenlijk ‘daar’ was, die in het paleis fungerende psychologische cocon der natie. Omdat volwassenen zich tegenover de majesteit als de belichaming van een vleesgeworden godin op aarde gedroegen, nam je als kind deze infantiele attitude klakkeloos over, ervan uitgaande dat het serieus was en blijkbaar zo hoorde. Duizend kinderen zongen koningin Juliana op haar 75ste verjaardag toe dat ze dankbaar waren dat zij vanuit paleis Soestdijk over alle kindertjes in den lande waakte. De tekst was natuurlijk door een oudere geschreven, die zelfde oranjegekte nog altijd niet was ontstegen. In 1995 zou prinses Margriet met haar man een officieel bezoek aan Canada brengen. Evert Santegoeds, hoofdredacteur van Story trok zich het feit aan dat ik al drie jaar als vluchteling uit Zuid-Afrika met vrijwel niets in de Jordaan woonde op een minimumuitkering. Hij bood me aan om met hkh | |
[pagina 190]
| |
mee te gaan en een reportage over de reis te schrijven. De rvd ging akkoord. Bij mijn advocaten bestond het vermoeden dat men mogelijk als volgt redeneerde, ‘als hij met de Oranjes mag reizen zal hij misschien zelfs van een verder proces afzien.’ Ik had de Oranjegekte al jaren geleden achter me laten liggen, dus een dergelijke redenering was onzinnig, zoals zich men wel vaker in Den Haag heeft verkeken op mijn prioriteiten. Het werd een plezierige week in Canada. Tegen het einde van het bezoek zou de prinses de Canadese pers en televisie te woord staan in de voormalige villa van haar moeder Juliana in Ottawa. Jessa van Vonderen van de Rijks Voorlichtingsdienst, die hkh begeleidde, vertelde me dat de prinses uitermate nerveus was bij dit soort gelegenheden. Ik zei te zullen proberen hkh op haar gemak te stellen door tegenover haar plaats te nemen. Dit is wat ik heb gedaan. Ik injecteerde humor en relativering in de bijeenkomst. Margriet danste door haar beproeving heen. Zij liep na afloop naar mevrouw van Vonderen en refereerde naar een eerder gesprek dat de dames tijdens de vlucht van Amsterdam naar Ottawa over mij hadden gehad. Hierbij was ter sprake gekomen dat het de eerste keer in 42 jaar was dat Den Haag toestemming had gegeven dat ik als journalist mee mocht reizen met leden van het koninklijk huis. De prinses moet gedacht hebben, dan zal die meneer Oltmans wel geen frisse meneer zijn. Plotsklaps zat ik ruim een uur tegenover haar en haar koninklijke mondje viel open. Met mijn aanwezigheid en incidentele losse flodders werd de persbijeenkomst voor haar zelfs plezierig. Haar opmerking tegen over voorlichtster van Vonderen luidde dan ook: ‘Waarom mochten wij niet van mijnheer Oltmans houden?’ Een paar dagen later zat Jessa naast hoofdredacteur Pieter Broertjes van de Volkskrant aan een regeringsdiner voor kanselier Helmut Kohl. Zij wijdde uit over de buitengewoon plezierige kennismaking en samenwerking tijdens de reis van Margriet en Pieter in Canada. Als icing on the cake vertelde zij Broertjes wat de prinses had gezegd aan het einde van de persontmoeting in Ottawa. Pieter wilde mij een plezier doen op mijn 70ste verjaardag en gaf me een boek cadeau, waar hij de uitspraak van Margriet inschreef. Op dat moment was Mr. Hans Vermeer nog mijn enige advocaat. Hij nam een resoluut besluit: ‘Een Oranje liegt niet,’ waren zijn woorden. ‘We roepen hkh als getuige op. Zij kan helpen bewijzen, dat er 42 jaar ook een rode kaart voor u gold ten aanzien van het koninklijk huis.’ In die dagen zwaaide Mr. J.L. de Wijkerslooth de scepter op het kantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, beter bekend als ‘de landsadvocaat’. De prinses kwam op 16 juni 1998 getuigen in het Paleis van Justitie in Den Haag. De bijeenkomst voor rechter B.C. Punt vond plaats achter gesloten deuren. Ik was achteraan in een hoek gekropen, want ik vond het een genante vertoning. Vermeer, en de in 1994 nieuw aangetrokken juristen, El- | |
[pagina 191]
| |
len Pasman en Peter Nicolai voelden hkh aan tand. Margriet was nerveuzer dan ooit. Zij liet zich voortdurend souffleren door De Wijkerslooth. Zij ontkende de uitspraak in die bewoordingen tegen Jessa gedaan te hebben en de teneur van haar getuigenis was dat zij zich nauwelijks herinnerde mij in Canada gezien of gesproken te hebben. De Story-fotograaf had tientallen foto's genomen, waaronder een opname van geanimeerd gesprek op een jacht op een meer. Ik had een stapel kleurenfoto's van de reis met zowel Pieter als Margriet bij me. Het was een koud kunstje geweest, om tegen rechter Punt te zeggen, kijkt u zelf maar, hkh spreekt onwaarheden onder ede. Ik kon het niet over mijn hart krijgen, want ik vond haar een slachtoffer van de bewust gemene en onware influisteringen van landsadvocaat de Wijkerslooth. Margriet was zich hiervan bijzonder goed bewust, want zij liet zich regelrecht naar het paleis Noordeinde rijden, en stormde in tranen bij haar zuster binnen met de mededeling ‘dit wil ik nooit meer meemaken, je moet me beter beschermen.’ Hoe ik dit weet? Via een typisch Haags lek: Hans van Mierlo, die het doorvertelde aan een typisch Amsterdams lek: Pieter Broertjes van de Volkskrant, die dit toevertrouwde in vergadering met mijn drie advocaten, Hans Verploeg van de nvj en professor Gerard Schuijt. Beatrix had dus demissionaire minister van Mierlo, na het stormachtige bezoek van haar zuster ontboden. Zij had benadrukt dat prins Bernhard reeds op de rol van de Haagse rechtbank stond om door mijn advocaten te worden ondervraagd. Gevreesd moest worden dat ik gek genoeg zou zijn de majesteit zelf te dagvaarden. De minister nam een koninklijk verzoek in ontvangst de zaak Oltmans snel af te ronden. Hans riep Pieter Broertjes bij zich. Hij ging ook rade bij Han Lammers, oud-commissaris van de koningin hoe er een punt gezet zou kunnen worden achter de 45-jarige oorlog tussen Oltmans en BuZa. Mijn advocate Ellen Pasman had zich bij deze heren geliefd weten te maken en was een intensieve Haagse lobby gestart om mijn proces uit de wereld te helpen. Maar toen vervolgens Van Mierlo met het onoorbare bod van 1,1 miljoen gulden uit de bus kwam om me te compenseren voor de geleden schade heb ik dit uiteraard afgewezen. In het vara-programma Het Zwarte Schaap maakte ik duidelijk liever niets te krijgen dan een dergelijke fooi. Het bod van Hans van Mierlo betekende immers dat het fameuze aanbod van Lubbers uit 1994 na vijf jaar verder procederen slechts verhoogd werd van 100.000 naar 200.000 gulden! Want als de belastingen van deze 1,1 miljoen zouden zijn afgetrokken en de advocaten zouden zijn betaald, en de nvj de gemaakte kosten had teruggevorderd, dan zou ik slechts twee ton overhouden. Ik zal nooit begrijpen hoe ‘knappe koppen’ bij Pels Rijcken een dergelijk flutbedrag als serieus voorstel op het bord van de minister van Buitenlandse Zaken | |
[pagina 192]
| |
hebben durven deponeren. Wat vervolgens door ‘keurige diplomaten’ en de minister zelf klakkeloos werd overgenomen en publiekelijk gepresenteerd. Twee jaar later zou Van Mierlo me op een receptie overigens meedelen dat hij de 16,1 miljoen aan gemeenschapsgelden als schadevergoeding onverantwoord achtte. Ik heb toen geantwoord: ‘Om te beginnen heb ik zeven miljoen belasting betaald. En ik beschouw het als onverantwoord, dat uw ministerie 46 jaar lang gemeenschapsgelden heeft misbruikt om er op toe te zien, dat ik mij nooit als gerespecteerd journalist zou kunnen ontplooien.’ | |
[pagina 193]
| |
[pagina 194]
| |
[pagina 195]
| |
|