Grenzen aan de groei. Deel 2
(1974)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd50 gesprekken over het rapport van de Club van Rome
[pagina 62]
| |
Teng Hsiao-pingVice-premier Teng Hsiao-ping werd in 1904 in Kwangan in de provincie Sze-tsjwan in China geboren. Op zestienjarige leeftijd trad hij in de voetsporen van Chou En-lai en vertrok voor verdere studie naar Frankrijk. Hij leerde Chou in Parijs kennen. Hij keerde via Moskou naar zijn land terug en sloot zich aan bij de guerrillastrijdkrachten, die in 1939 in de provincie Kwangsi opereerden. In 1935 nam hij als politieke commissaris deet aan de legendarische voettocht van Mao Tse-tung in de richting van Noord-China. In 1956 vindt men Teng terug in Peking als secretaris-generaal van de partij en lid van het zes man tellende Centraal Comité. Dat zelfde jaar woonde hij samen met partijleider Mao het 20ste congres van de Sowjet-communistische partij in Moskou bij, alwaar Nikita S. Khrushchev de politiek van Stalin veroordeelde. Tijdens de Culturele Revolutie werd Teng een geliefkoosd doelwit van de Rode Garde. Hij werd bespot als liefhebber van bridge en hij zou reizen maken in particulier gereserveerde wagons. Hij werd verder bekritiseerd omdat hij tiit dure restaurants in Peking hors d'oeuvres thuis zou hebben laten bezorgen. In 1967 zou hij hebben toegegeven contrarevolutionaire gedachten te hebben gehad. Plotseling verscheen Teng op 12 april 1973 weer in het openbaar in Peking tijdens een staatsbanket en éen jaar later arriveerde hij in New York om de hier volgende rede af te steken.Ga naar voetnoot1 Mijnheer de voorzitter, De speciale zitting van de algemene vergadering van de Verenigde Naties over de problemen van grondstoffen en ontwikkeling, op voorstel van president Houari Boumedienne van de Revolutionaire Raad van de Democratische Volksrepubliek Algerije en gesteund door de grote meerderheid van de landen van de wereld, is op succesvolle wijze bijeengeroepen. Dit is voor het eerst in de negenentwintig jaar sinds de oprichting van de Verenigde Naties dat er een zitting gehouden werd speciaal om de belangrijke kwestie te bespreken van verzet tegen imperialistische uitbuiting en plundering en van het tot stand brengen van een verandering in de internationale economische betrekkingen. Hieruit blijkt dat er diepgaande veranderingen hebben plaatsgevonden in de internationale situatie. De Chinese regering spreekt haar hartelijke gelukwensen uit ter | |
[pagina 63]
| |
gelegenheid van de bijeenroeping van deze zitting en spreekt de hoop uit dat deze een positieve bijdrage zal leveren tot het versterken van de eenheid van de ontwikkelingslanden, het waarborgen van hun nationale economische rechten en belangen en tot het bevorderen van de strijd van alle volkeren tegen het imperialisme en vooral het hegemonisme. Op dit ogenblik is de internationale situatie zeer gunstig voor de ontwikkelingslanden en de volkeren van de wereld. De oude orde, gebaseerd op kolonialisme, imperialisme en hegemonisme wordt steeds verder ondermijnd; zij schudt op haar grondvesten. De internationale betrekkingen zijn drastisch aan het veranderen. De gehele wereld bevindt zich in beroering en onrust. De situatie is er een van ‘grote wanorde onder de hemel’, zoals wij Chinezen zeggen. Deze ‘wanorde’ is een manifestatie van het feit, dat alle fundamentele tegenstellingen in de wereld van vandaag zich toespitsen. Hierdoor worden de desintegratie en het verval van de decadente reactionaire krachten versneld en het ontwaken en de groei van de nieuw naar voren komende krachten onder de volkeren gestimuleerd. In deze situatie van ‘grote wanorde onder de hemel’ zijn alle politieke krachten in de wereld op drastische wijze verdeeld en hergegroepeerd door langdurige krachtmetingen en strijd. Een groot aantal Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen hebben de een na de ander de onafhankelijkheid verworven en zij spelen een steeds grotere rol in internationale aangelegenheden. Als gevolg van het feit dat het sociale imperialisme de kop opstak bestaat het socialistische kamp dat een tijd bestond na de Tweede Wereldoorlog niet langer. Ten gevolge van de wet van de onevenwichtige ontwikkeling van het kapitalisme valt het westerse imperialistische blok ook uiteen. Uitgaande van de veranderingen in de internationale betrekkingen bestaat de wereld op het ogenblik in feite uit drie delen, of drie werelden, die zowel onderling verbonden zijn als in tegenstelling tot elkaar staan. De Verenigde Staten en de Sowjet-Unie vormen de Eerste Wereld, de ontwikkelingslanden in Azië, Afrika, Latijns-Amerika en andere gebieden vormen de Derde Wereld. De ontwikkelde landen tussen deze beide vormen de Tweede Wereld. De twee supermogendheden, de Verenigde Staten en de Sowjet-Unie streven tevergeefs naar de wereldhegemonie. Elk van hen tracht op zijn eigen wijze de ontwikkelingslanden van Azië, Afrika en Latijns-Amerika onder zijn heerschappij te brengen en zij trachten tegelijkertijd de ontwikkelde landen te tiranniseren, die in kracht niet hun gelijke zijn. De twee supermogendheden zijn de grootste internationale uitbuiters en onderdrukkers van vandaag. Zij zijn de bron voor een nieuwe wereldoorlog. Allebei bezitten zij grote aantallen kernwapens. Zij houden een hevige bewapeningswedloop, stationeren massale strijdkrachten in het buitenland en richten overal militaire bases op, waarbij zij de onafhankelijkheid en veiligheid van alle naties bedreigen. Allebei gaan zij voort andere landen te onderwerpen aan hun overheersing, subversieve activiteiten, inmenging of agressie. Zij buiten beide andere landen economisch uit, plunderen hun rijkdommen en maken zich meester van hun natuurlijke hulpbronnen. De ene supermogendheid die pronkt met | |
[pagina 64]
| |
het etiket socialisme heeft een bijzonder kwaadaardige wijze van tiranniseren van anderen. Zij heeft haar strijdkrachten gestuurd om haar ‘bondgenoot’ Tsjechoslowakije te bezetten en aangezet tot de oorlog om Pakistan te verbrokkelen. Zij houdt zich niet aan haar woord en is verraderlijk; zij is zelfzuchtig en kent geen scrupules. De kwestie van de ontwikkelde landen die zich tussen de supermogendheden en de ontwikkelingslanden bevinden is gecompliceerd. Sommige onder hen onderhouden nog kolonialistische betrekkingen van de een of andere aard met landen van de Derde Wereld en een land als Portugal zet zelfs zijn barbaarse koloniale overheersing voort. Er moet een eind gemaakt worden aan deze stand van zaken. Tegelijkertijd worden al deze ontwikkelde landen in verschillende mate overheerst, bedreigd of getiranniseerd door de ene supermogendheid of de andere. Sommige van hen zijn in feite door een supermogendheid teruggebracht tot een afhankelijke positie, onder het voorwendsel dat zij tot haar zogenaamde ‘familie’ behoren. Al deze landen hebben in verschillende mate de behoefte de knechting en overheersing door de supermogendheden af te werpen en hun nationale onafhankelijkheid en de onschendbaarheid van hun soevereiniteit te waarborgen. De talrijke ontwikkelingslanden hebben lang geleden onder kolonialistische en imperialistische onderdrukking en uitbuiting. Zij hebben politieke onafhankelijkheid verworven; toch zien zij zich allen voor de historische taak gesteld met de overblijfselen van het kolonialisme af te rekenen, de nationale economie te ontwikkelen en de nationale onafhankelijkheid te consolideren. Deze landen omvatten een uitgestrekt grondgebied, hebben een uitgebreide bevolking en zijn rijk aan natuurlijke hulpbronnen. Daar zij onder zeer zware onderdrukking geleden hebben koesteren zij een zeer sterk verlangen om zich te verzetten tegen onderdrukking en streven zij naar bevrijding en ontwikkeling. In de strijd om nationale bevrijding en onafhankelijkheid hebben zij een enorme macht getoond en voortdurend schitterende overwinningen behaald. Zij vormen een revolutionaire beweegkracht die het wiel van de wereldgeschiedenis voortbeweegt en zij zijn de voornaamste kracht in de strijd tegen kolonialisme, imperialisme en vooral tegen de supermogendheden. Aangezien de twee supermogendheden streven naar wereldhegemonie bestaat er tussen hen een tegenstelling die niet bij te leggen valt; de een overweldigt de ander of wordt overweldigd. Hun compromis en geheime verstandhouding kan slechts gedeeltelijk, tijdelijk en betrekkelijk zijn, terwijl hun naijver alomvattend, permanent en absoluut is. Uiteindelijk zijn de zogenaamde ‘evenwichtige vermindering van strijdkrachten’ en de ‘beperking van de strategische bewapening’ slechts holle frasen, want in feite is er geen ‘evenwicht’, noch kan er ook maar sprake zijn van ‘beperking’. Zij kunnen bepaalde overeenkomsten tot stand brengen, maar hun overeenkomsten zijn slechts schijn en bedrog. Au fond streven zij naar uitgebreidere en heftigere naijver. De naijver tussen de supermogendheden strekt zich uit over de gehele aarde. In strategisch opzicht ligt Europa in het brandpunt van hun naijver, waar zij zich | |
[pagina 65]
| |
voortdurend in gespannen confrontatie bevinden. Zij intensiveren hun rivaliteit in het Midden-Oosten, de Middellandse Zee, de Perzische Golf, de Indische Oceaan en de Stille Oceaan. Zij spreken dagelijks over ontwapening maar zijn in feite betrokken in een bewapeningstoename. Dagelijks spreken zij over ‘ontspanning’ maar zij creëren in feite spanning. Waar zij met elkaar wedijveren, ontstaat beroering. Zolang er imperialisme en sociaal imperialisme bestaat zal er zeker geen rust in de wereld zijn, noch zal er ‘blijvende vrede’ bestaan. Zij zullen óf elkaar bestrijden, óf de volkeren zullen revolutie maken. Het is zoals voorzitter Mao Tse-tung heeft gezegd: ‘Het gevaar van een nieuwe wereldoorlog bestaat nog steeds, en de volkeren van alle landen moeten er zich op voorbereiden. Maar revolutie is de voornaamste trend in de wereld van vandaag.’ De twee supermogendheden hebben hun eigen antithese geschapen. Door hun wijze van handelen, waarbij de groten de kleinen tiranniseren, de sterken heersen over de zwakken en de rijken de armen onderdrukken hebben zij krachtig verzet opgewekt in de Derde Wereld en bij de volkeren van de gehele wereld. De volkeren van Azië, Afrika en Latijns-Amerika hebben nieuwe overwinningen behaald in hun strijd tegen kolonialisme, imperialisme en vooral tegen hegemonisme. De volkeren van Indo-China rukken voortdurend op in hun strijd tegen de imperialistische agressie van de Verenigde Staten en voor de nationale bevrijding. In de vierde oorlog in het Midden-Oosten hebben de volkeren van de Arabische landen en Palestina de overheersing door de twee super-mogendheden en de status van ‘geen oorlog, geen vrede’ doorbroken en een geweldige overwinning behaald op de Israëlische agressors. De strijd van de volkeren van Afrika tegen imperialisme, kolonialisme en rassen-discriminatie ontwikkelt zich in de diepte. De Republiek Guinee-Bissau werd op roemvolle wijze geboren te midden van de vlammen van gewapende strijd. De gewapende strijd en de massabewegingen, uitgevoerd door de volkeren van Mozambique, Angola, Zimbabwe, Namibië en Azania tegen de Portugese koloniale heerschappij en het blanke racisme in Zuid-Afrika en Zuid-Rhodesië boeken krachtige vooruitgang. De strijd ter verdediging van de zeerechten, begonnen door de Latijns-Amerikaanse landen hebben zich ontwikkeld tot een wereldomvattende strijd tegen de hegemonie op de zeeën van de twee supermogendheden. De 10de vergadering van staats- en regeringshoofden van de Organisatie voor Afrikaanse eenheid, de 4de topconferentie van niet-gebonden landen, de Arabische topconferentie en de Islamitische topconferentie spraken achtereenvolgens een strenge veroordeling uit van imperialisme, kolonialisme, neokolonialisme, hegemonisme, zionisme en racisme. Zij gaven zo blijk van de krachtige wil en de vastberadenheid van de ontwikkelingslanden, hun eenheid te versterken en elkaar te steunen in hun gemeenschappelijke strijd tegen de gehate vijanden. De strijd van de landen en volkeren van Azië, Afrika en Latijns-Amerika die golf na golf oprukt heeft de fundamentele zwakte onthuld van het imperialisme en vooral van de supermogendheden, die naar buiten sterk zijn maar van binnen zwak. Hun strijd heeft hevige klappen toegebracht aan de | |
[pagina 66]
| |
wilde ambities van de supermogendheden, die de wereld willen overheersen. Het hegemonisme en de machtspolitiek van de twee supermogendheden hebben het heftige misnoegen gewekt van de ontwikkelde landen van de Tweede Wereld. Van dag tot dag neemt de strijd van deze landen tegen de overheersing door de supermogendheden, inmenging, intimidatie, uitbuiting en het afschuiven van economische crises toe. Hun strijd heeft eveneens een belangwekkende uitwerking op de ontwikkeling van de internationale situatie. Talloze feiten tonen aan dat alle opvattingen, die getuigden van overschatting van de kracht van de twee hegemonistische mogendheden en van onderschatting van de kracht van de volkeren, ongegrond zijn. Het zijn niet de een of twee supermachten die krachtig zijn; werkelijk krachtig zijn de Derde Wereld en de volkeren van alle landen die zich verenigen en die de durf hebben te vechten, de durf te overwinnen. Aangezien talrijke landen en volkeren van de Derde Wereld in staat waren door langdurige strijd politieke onafhankelijkheid te verwerven, zullen zij zeker ook in staat zijn op deze basis door aanhoudende strijd een diepgaande verandering tot stand te brengen in de internationale economische betrekkingen die gebaseerd zijn op ongelijkheid, overheersing en uitbuiting. Op deze wijze kunnen zij de essentiële voorwaarden scheppen voor de onafhankelijke ontwikkeling van hun nationale economie door hun eenheid te versterken en zich te verbinden met andere landen die onderworpen zijn aan de tirannie van de supermogendheden alsmede met de volkeren van de gehele wereld, met inbegrip van de volkeren van de Verenigde Staten en de Sowjet-Unie.
Mijnheer de voorzitter, De essentie van de problemen van grondstoffen en ontwikkeling is de strijd van de ontwikkelingslanden om hun staatssoevereiniteit te verdedigen, hun nationale economie te ontwikkelen en de plundering en overheersing door het imperialisme, vooral door de supermogendheden, te bestrijden. Dit is een zeer belangrijk aspect van de huidige strijd van de landen en volkeren van de Derde Wereld tegen kolonialisme, imperialisme en hegemonisme. Zoals wij allen weten hebben het kolonialisme en imperialisme in de afgelopen paar eeuwen de volkeren van Azië, Afrika en Latijns-Amerika op niets ontziende wijze geknecht en geplunderd. Zij buitten de goedkope arbeidskracht van de plaatselijke bevolking en hun rijke natuurlijke hulpbronnen uit, legden een eenzijdige economie op, gebaseerd op een enkel produkt, dwongen enorme winsten af door zich meester te maken van de goedkope landbouw- en de minerale produkten, brachten hun industriegoederen op de markt, wurgden de nationale industrie en voerden de ruil van ongelijke waarden door. De rijkdom van de ontwikkelde landen en de armoede van de ontwikkelingslanden zijn het resultaat van de kolonialistische en imperialistische politiek van plundering. In veel Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen die | |
[pagina 67]
| |
politieke onafhankelijlkheid verworven hebben worden de economische levensaderen nog steeds in verschillende mate beheerst door het kolonialisme en imperialisme, en de oude economische structuur is er niet wezenlijk veranderd. De imperialisten, vooral de supermogendheden, passen neokolonialistische methoden toe om de uitbuiting en plundering van de ontwikkelingslanden voort te zetten en te intensiveren. Zij exporteren kapitaal naar de ontwikkelingslanden en bouwen daar een ‘staat in de staat’ met behulp van internationale monopolieorganisaties als de ‘transnationale maatschappijen’ om economische plundering en politieke inmenging uit te voeren. Gebruik makend van hun monopoliepositie op de internationale markten behalen zij fabelachtige winsten, door de exportprijzen van hun eigen produkten te verhogen en lagere prijzen voor de grondstoffen van de ontwikkelingslanden af te dwingen. Bovendien, nu de politieke en economische crises van het kapitalisme ernstiger vormen aannemen en hun onderlinge concurrentie zich toespitst, intensiveren zij de plundering van de ontwikkelingslanden verder door op hun schouders de economische en monetaire crises af te schuiven. Er moet op gewezen worden dat de supermogendheid die zichzelf een socialistisch land noemt, geenszins minder bedreven is in de neokolonialistische economische plundering. Onder de naam van zogenaamde ‘economische samenwerking’ en ‘internationale verdeling van de arbeid’ maakt zij gebruik van eigenmachtige maatregelen om superwinsten af te dwingen bij haar ‘familie’. Bij het profiteren ten koste van anderen is zij zo ver gegaan als men zelden heeft meegemaakt, zelfs in het geval van andere imperialistische landen. De ‘gezamenlijke ondernemingen’ die zij in sommige landen uitvoert onder de naam ‘hulp’ en ‘steun’ zijn in wezen kopieën van transnationale maatschappijen. Gewoonlijk vraagt zij een hoge prijs voor verouderde apparatuur en voor tweederangs wapens, die zij dan milt voor strategische grondstoffen en landbouwprodukten van de ontwikkelingslanden. Door op grote schaal wapens en munitie te verkopen is zij een internationale handelaar in de dood geworden. Zij maakt vaak gebruik van de moeilijkheden van anderen om op terugbetaling van schulden aan te dringen. In de recente oorlog in het Midden-Oosten kocht zij Arabische olie tegen een lage prijs met de grote hoeveelheid buitenlandse valuta die zij had verdiend door de handel in munitie, en daarna verkocht zij de olie voor een hoge prijs, waar-door zij in een oogwenk schrikbarende winsten maakte. Bovendien predikt zij de theorie van de ‘beperkte soevereiniteit’, beweert dat de hulpbronnen van de ontwikkelingslanden internationaal eigendom zijn en beweert zelfs dat ‘de soevereiniteit over de natuurlijke hulpbronnen in belangrijke mate afhangt van het feit, in hoeverre de industrie van de ontwikkelingslanden in staat is deze hulpbronnen te gebruiken’. Dit zijn door en door imperialistische drogredenen. Zij zijn zelfs nog minder verborgen dan de zogenaamde ‘onderlinge afhankelijkheid’, zoals die wordt aangeprezen door de andere supermogendheid, welke in feite een instandhouding betekent van de relatie, waarbij de ene partij de andere uitbuit. Een socialistisch land dat zijn naam trouw is dient het principe | |
[pagina 68]
| |
van internationalisme te volgen, oprecht steun en hulp te verlenen aan onderdrukte landen en naties en hen te helpen bij de ontwikkeling van hun nationale economie. Maar deze supermogendheid doet precies het tegenovergestelde. Dit is nog een bewijs dat zij socialisme in woorden belijdt en imperialisme in daden bedrijft. Plundering en uitbuiting door kolonialisme, imperialisme en vooral door de supermogendheden maken de arme landen armer en de rijke landen rijker, waardoor de kloof tussen beide groepen nog breder wordt. Imperialisme vormt de grootste hindernis voor de bevrijding van de ontwikkelingslanden en voor hun vooruitgang. De ontwikkelingslanden hebben volledig het recht een eind te maken aan het economische monopolie en de economische plundering door het imperialisme, deze hindernissen weg te vagen en alle noodzakelijke maatregelen te nemen om hun economische hulpbronnen en andere rechten en belangen te beschermen. De handelingen van het imperialisme en vooral van de supermogendheden kunnen in geen enkel opzicht een belemmering vormen voor de triomfantelijke opmars van de ontwikkelingslanden langs de weg van economische vrijwording. In de recente oorlog in het Midden-Oosten gebruikten de Arabische landen, die tot een geheel verenigd waren, de olie als een wapen waarmee zij een gevoelige klap toebrachten aan het zionisme en aan degenen die het steunden. Zij handelden juist en terecht. Dit was een baanbrekende actie, ondernomen door de ontwikkelingslanden in hun strijd tegen het imperialisme. Deze versterkte in hoge mate de strijdlust van de volkeren van de Derde Wereld en verminderde de arrogantie van het imperialisme. Zij doorbrak de internationale economische monopoliepositie die lang gehandhaafd werd door het imperialisme en bewees ten voile de macht van een verenigde strijd, gevoerd door de ontwikkelingslanden. Als imperialistische monopolies samen kunnen spannen om naar willekeur de markten te manipuleren, tot groot nadeel van de vitale belangen van de ontwikkelingslanden, waarom kunnen de ontwikkelingslanden zich dan niet verenigen om het imperialistische monopolie te breken en hun eigen economische rechten en belangen te verdedigen? De oliestrijd heeft het gezichtsveld van de volkeren verruimd. Wat in de oliestrijd gebeurde moet en kan gedaan worden met andere grondstoffen. Verder moet erop gewezen worden dat de betekenis van de strijd van de ontwikkelingslanden ter verdediging van hun natuurlijke hulpbronnen geenszins beperkt blijft tot het economische vlak. Om verder te kunnen bewapenen, oorlogsvoorbereidingen te treffen en te wedijveren om de wereldhegemonie moeten de supermogendheden wel op hebzuchtige wijze de hulpbronnen van de Derde Wereld plunderen. Het is essentieel voor de ontwikkelingslanden, dat zij hun eigen hulpbronnen beheren en beschermen, niet alleen voor de consolidatie van hun politieke onafhankelijkheid en de ontwikkeling van hun nationale economie maar ook om de bewapeningstoename en oorlogsvoorbereidingen van de supermogendheden te bestrijden en te verhinderen dat de supermogendheden agressieoorlogen beginnen. | |
[pagina 69]
| |
Mijnheer de voorzitter, Wij zijn van oordeel dat het waarborgen van de politieke onafhankelijkheid een eerste vereiste is voor een land van de Derde Wereld om zijn economie te kunnen ontwikkelen. Als de bevolking van een land politieke onafhankelijkheid heeft verworven, heeft zij pas de eerste stap gezet, en zij moet voortgaan deze onafhankelijkheid te consolideren, want er zijn nog steeds overblijfselen van het kolonialisme in eigen land en nog steeds bestaat het gevaar van subversieve acties en agressie door imperialisme en hegemonisme. De consolidatie van politieke onafhankelijkheid is noodzakelijkerwijs een proces van herhaalde strijd. In laatste instantie zijn politieke onafhankelijkheid en economische onafhankelijkheid onscheidbaar. Zonder politieke onafhankelijkheid is het onmogelijk economische onafhankelijkheid te verkrijgen; zonder economische onafhankelijkheid is de onafhankelijkheid van een land onvolledig en onzeker. De ontwikkelingslanden hebben grote mogelijkheden om hun economie op onafhankelijke wijze te ontwikkelen. Zolang een land zich aanhoudende inspanningen getroost in het licht van zijn eigen specifieke kenmerken en voorwaarden en het voortgaat langs de weg van onafhankelijkheid en het steunen op eigen krachten, is het zeer goed mogelijk dat het geleidelijk een hoog ontwikkelingsniveau bereikt, dat nog nooit door vorige generaties bereikt werd bij de modernisering van de industrie en de landbouw. De ideeën van pessimisme en hulpeloosheid die verspreid worden door het imperialisme in verband met de ontwikkeling/van de ontwikkelingslanden zijn allemaal ongegrond en worden met bijbedoelingen verspreid. Met net steunen op eigen krachten bedoelen wij dat een land voornamelijk moet steunen op de kracht en de wijsheid van de eigen bevolking, de eigen economische levensaderen moet beheren, volledig gebruik moet maken van de eigen hulpbronnen, zijn uiterste best moet doen om de voedselproduktie op te voeren en de nationale economie stap voor stap op geplande wijze te ontwikkelen. De politiek van onafhankelijkheid en het steunen op eigen krachten betekent geenszins dat deze losgekoppeld moet zijn van de feitelijke voorwaarden van een land. In plaats daarvan is het noodzakelijk dat er onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende omstandigheden en dat ieder land zijn eigen wijze moet uitwerken, waarop het dit steunen op eigen krachten toepast, in het licht van de specifieke omstandigheden. In het huidige stadium moet een ontwikkelingsland dat zijn nationale economie wil ontwikkelen in de eerste plaats zijn natuurlijke hulpbronnen in eigen hand houden, en geleidelijk de beheersing door buitenlands kapitaal afschudden. In veel ontwikkelingslanden maakt de produktie van grondstoffen een aanzienlijk deel uit van de nationale economie. Als zij de produktie, het gebruik, verkoop, opslag en het transport van grondstoffen in eigen hand kunnen nemen en ze tegen redelijke prijzen kunnen verkopen op basis van gelijke handelsbetrekkingen in ruil voor een grotere hoeveelheid goederen, noodzakelijk voor de groei van hun industriële en agratische produktie, dan zullen zij in staat zijn stap voor stap de moeilijk- | |
[pagina 70]
| |
heden op te lossen waarmee zij geconfronteerd worden, en de weg effenen Iangs welke zij zich spoedig kunnen vrijmaken van armoede en achtergebleven ontwikk-eling. Met steunen op eigen krachten wordt geenszins bedoeld dat men ‘zichzelf afzondert’ en alle buitenlandse hulp afwijst. Wij hebben het altijd voordelig en noodzakelijk geacht voor de ontwikkeling van de nationale economie, dat er tussen landen uitwisseling plaatsvindt op economisch en technisch gebied, op basis van respect voor de staatssoevereiniteit, gelijkheid en wederzijds voordeel, en dat er benodigde goederen geruild worden om elkaars tekorten aan te vullen. Op dit punt willen wij de nadruk vestigen op het speciale belang van economische samenwerking tussen de ontwikkelingslanden. De landen van de Derde Wereld deelden in het verleden een zelfde lot en zien zich nu geplaatst tegenover de gemeenschappelijke taak van verzet tegen kolonialisme, neokolonialisme en hegemonisme van de grote mogendheden, ontwikkeling van de nationale economie en de opbouw van de respectievelijke landen. Er is alle reden voor ons om ons nauwer aaneen te sluiten en er is geen reden om ons van elkaar te vervreemden. De imperialisten en vooral de supermogendheden maken gebruik van tijdelijke meningsverschillen onder ons ontwikkelingslanden, om tweedracht te zaaien en de eenheid te verstoren, om hun manipulaties, overheersing en plundering te kunnen voortzetten. Wij moeten volledig waakzaam blijven. Meningsverschillen tussen ons ontwikkelingslanden kunnen zeer goed bijgelegd worden en moeten ook bijgelegd worden, door overleg door de betrokken partijen. Wij zijn verheugd dat met betrekking tot de oliekwestie de betrokken ontwikkelingslanden actieve pogingen doen en naar geschikte wegen zoeken om een redelijke oplossing te vinden. Wij, de ontwikkelingslanden, moeten elkaar niet alleen in politiek opzicht steunen maar elkaar ook op economisch gebied helpen. Onze samenwerking is er een, gebaseerd op werkelijke gelijkheid, en biedt ruime perspectieven.
Mijnheer de voorzitter, De landen van de Derde Wereld eisen met kracht dat de huidige extreem ongelijke internationale economische betrekkingen veranderd worden en zij hebben vele redelijke voorstellen tot een hervorming gedaan. De Chinese regering en het Chinese volk onderschrijven deze van harte en steunen met kracht alle rechtvaardige voorstellen die door de landen van de Derde Wereld ingediend werden. Wij zijn van oordeel dat zowel bij politieke als economische betrekkingen de landen nit moeten gaan van de vijf principes van wederzijds respect voor de soevereiniteit en territoriale onschendbaarheid, wederzijdse non-agressie, niet-inmenging in elkaars binnenlandse aangelegenheden, gelijkheid en wederzijds voordeel, alsmede vreedzame coëxistentie. Wij verzetten ons ertegen, dat enig land in enig deel van de wereld de hegemonie en invloedssferen in het leven roept, wat een schending | |
[pagina 71]
| |
van deze principes inhoudt. Wij zijn van oordeel dat de aangelegenheden van ieder land door het eigen volk geregeld moeten worden. De volkeren van de ontwikkelingslanden hebben het recht hun eigen sociale en economische systeem te kiezen en erover te beslissen. Wij steunen de blijvende soevereiniteit van de ontwikkelingslanden over hun eigen natuurlijke hulpbronnen alsmede het gebruik dat zij ervan maken. Wij steunen de acties van de ontwikkelingslanden om al het buitenlandse kapitaal, en vooral de transnationale maatschappijen onder hun beheer en bestuur te brengen, tot en met nationalisatie. Wij steunen de positie van de ontwikkelingslanden voor de ontwikkeling van hun nationale economie via ‘het steunen op eigen krachten, in individuele en collectieve zin’. Wij zijn van oordeel dat alle landen, groot of klein, rijk of arm, gelijk moeten zijn en dat internationale economische aangelegenheden gezamenlijk beheerd dienen te worden door alle landen van de wereld, in plaats van dat zij worden gemonopoliseerd door een of twee supermogendheden. Wij steunen het volledige recht van de ontwikkelingslanden, waar de grote meerderheid van de wereldbevolking woont, deel te hebben aan alle besluitvorming over internationale handel, monetaire zaken, scheepvaart en andere aangelegenheden. Wij zijn van oordeel dat de internationale handel gebaseeerd moet zijn op de principes van gelijkheid, wederzijds voordeel en de ruil van benodigde goederen. Wij steunen de dringende eis van de ontwikkelingslanden tot verbetering van de handelsvoorwaarden voor hun grondstoffen, primaire produkten, halffabrikaten en fabrikaten tot het uitbreiden van hun markt en tot het vaststellen van billijke en gunstige prijzen. Wij steunen de ontwikkelingslanden bij het oprichten van verscheidene organisaties van grondstof exporterende landen voor een verenigde strijd tegen kolonialisme, imperialisme en hegemonisme. Wij zijn van oordeel dat economische hulp aan de ontwikkelingslanden de soevereiniteit van de ontvangende landen strikt moet respecteren en niet vergezeld moet gaan van enigerlei politieke of militaire voorwaarden en het afdwingen van speciale privileges of buitensporige winsten. Leningen aan de ontwikkelingslanden moeten renteloos zijn of een lage rente hebben, en uitgestelde terugbetaling van kapitaal en rente of zelfs reductie en kwijtschelding van schulden in geval van noodzaak moeten toegestaan zijn. Wij verzetten ons tegen de uitbuiting van de ontwikkelingslanden door woekerrente of chantage onder het mom van hulp. Wij zijn van oordeel dat technologie die aan de ontwikkelingslanden wordt overgedragen praktisch, efficiënt, economisch en handig in het gebruik dient te zijn. De deskundigen en het overige personeel dat naar de ontvangende landen wordt gezonden hebben de verplichting op nauwgezette wijze de technische kennis over te dragen aan de bevolking in die landen en de wetten en nationale gebruiken van de betrokken landen te respecteren. Zij moeten geen speciale eisen stellen of om speciale voorzieningen voor hun eigen gerief vragen, laat staan dat zij zich met illegale activiteiten bezig zouden houden. | |
[pagina 72]
| |
Mijnheer de voorzitter, China is een socialistisch land en tevens een ontwikkelingsland; China behoort tot de Derde Wereld. De Chinese regering en het Chinese volk volgen steeds voorzitter Mao's leerstellingen en steunen op krachtige wijze alle onderdrukte volkeren en onderdrukte naties in hun strijd ter verwerving of verdediging van de nationale onafhankelijkheid, ter ontwikkeling van de nationale economie en tot verzet tegen kolonialisme, imperialisme en hegemonisme. Dit is onze dure internationalistische plicht. China is geen supermogendheid en zal er nooit naar streven er een te worden. Wat is een supermogendheid? Een supermogendheid is een imperialistisch land dat overal andere landen onderwerpt aan haar agressie, inmenging, overheersing, subversieve activiteiten of plundering en dat streeft naar de wereldhegemonie. Als het tot het herstel van het kapitalisme komt in een groot socialistisch land, dan zal dit onvermijdelijk een supermogendheid worden. De Grote Proletarische Culturele Revolutie die in de afgelopen jaren in China plaatsvond en de campagne tot het bekritiseren van Lin Piao en Confucius die nu in heel China plaatsvindt zijn er beide op gericht, de restauratie van het kapitalisme te voorkomen en te verzekeren dat het socialistisch e China nooit van kleur zal veranderen en altijd de onderdrukte volkeren en onderdrukte naties bij zal staan. Als China op een dag van kleur zou veranderen en een supermogendheid zou worden, als het ook als een tiran zou optreden in de wereld en overal anderen zou onderwerpen aan tirannisering, agressie en uitbuiting, dan zouden de volkeren van de wereld het identificeren als sociaal imperialisme, het ontmaskeren, zich ertegen verzetten en samenwerken met het Chinese volk om het omver te werpen.
Mijnheer de voorzitter, De geschiedenis ontwikkelt zich in strijd en de wereld schrijdt voort te midden van beroering. De imperialisten en vooral de supermogendheden worden overstelpt met moeilijkheden en bewegen zich in dalende lijn. Landen willen onafhankelijkheid, naties willen bevrijding en de volkeren willen revolutie; dit is de onweerstaanbare trend van de geschiedenis. Wij zijn ervan overtuigd dat zolang de landen en volkeren van de Derde Wereld hun eenheid versterken, zich verbinden met alle krachten die verbonden kunnen worden en volharden in een langdurige strijd, dat zij dan zeker voortdurend nieuwe overwinnigen zullen behalen. |
|