Grenzen aan de groei. Deel 1
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd75 gesprekken over het rapport van de Club van Rome
[pagina 274]
| |
Rt.Revd. Hugh S. MontefioreRt. Revd. Hugh S. Montefiore is Bisschop van Kingston in Londen. Hij werd eveneens te Londen geboren (1920). Hij studeerde aan St. John's College in Oxford en Westcott House in Cambridge. Van 1954 tot 1963 was hij rector van Gonville en Caius College in Cambridge. In 1970 werd hij tot bisschop van Kingston-on-Thames benoemd. In 1971 hebt u in een lezing in het Rutherford-programma gesproken over ‘De mens die de grenzen van de wereld nadert’. Dat is precies waar het Rapport van de Club van Rome ons voor waarschuwt. Ja, de mens nadert de grenzen van de wereld. Hij nádert deze alleen nog maar. Hij heeft ze nog niet helemaal bereikt, Maar als de mens doorgaat met het verbruik van grondstoffen, en dus in eenzelfde tempo afval produceert, water en lucht vervuilt en biologisch evenwicht verstoort, zal hij die grenzen zeer snel bereikt hebben. Ik hoop dat het niet zal gebeuren.
In zijn encycliek Humanae Vitae heeft paus Paulus de geboortenbeperking veroordeeld. U hebt dit, ecologisch gezien, het meest rampzalige christelijke document van deze eeuw genoemd. Ja, het is ecologisch rampzalig omdat het de aanhangers van de grootste christelijke Kerk, die miljoenen en miljoenen volgelingen heeft, belet heeft om met een rein geweten en in goed vertrouwen voorbehoedmiddelen te gebruiken. Daar heeft de paus beperkingen aan gesteld, terwijl de Kerk volgens mij juist de weg zou moeten wijzen naar een juist bestuur over de mensheid, evenzeer als naar een juist beheer van de natuurlijke hulpbronnen. Dit stuk is in zoverre rampzalig dat het deze problemen de rug toekeert.
Teilhard de ChardinGa naar eind1 was van mening dat de mensheid niet langer zonder de wetenschap zou kunnen bestaan, maar dat op zijn beurt de wetenschap behoefte had aan religie om er zin aan te geven. We moeten ons afvragen wat wetenschap is. Wetenschap is gewoon kennis van de natuurlijke wereld, van de natuur en de wijze waarop zij functioneert. Zo bezien is wetenschap helemaal geen gedragscode. Zij vertelt ons alleen maar hoe de natuurlijke wereld werkt. In elk geval bevat zij toch bepaalde veronderstellingen over de manier waarop de wereld werkt, die gebaseerd zijn op empirische waarneming. Deze veronderstellingen kunnen natuurlijk goed of fout zijn. Maar dat heeft niets te maken met een bepaalde gedragscode. Er bestaat misschien wel een bepaalde vorm van religie die ‘wetenschappelijk humanisme’ heet, Maar dat is geen wetenschap. Dat is alleen maar een reeks waardeoordelen, gebaseerd op wat de mensen denken dat waardevol voor hen is of in overeenstemming met hun kennis van de wetenschap. Ik denk dat het een soort geseculariseerde religie zal zijn. De mens kan | |
[pagina 275]
| |
niet leven zonder een of andere vorm van geloven, omdat hij idealen nodig heeft die hem moeten inspireren, en waardevolle doelen om naar te streven. Zelf geloof ik dat een transcendentale religie noodzakelijk is, niet alleen omdat die de waarheid is maar ook omdat zij tegemoetkomt aan de diepste behoeften van de menselijke geest.
In uw geschriften hebt u gesteld dat er op een dag een einde zal komen aan de wereld, maar u hebt tegelijkertijd gesproken van een plicht tegenover onze nakomelingen. Dat ouders voor hun kinderen het beste wensen is een heel natuurlijk instinct. De zorg voor onze nakomelingen werd ons in de loop van de evolutie ingeplant, dus zijn wij allemaal heel bezorgd over het welzijn van onze kinderen. Ik vind dat het onze plicht tegenover de na ons komende generaties is, alle mogelijkheden voor hen open te houden en hun de keuze te laten over de manier waarop zij zouden willen leven en de manier waarop zij de wereld willen behandelen. Wij moeten en mogen de aarde niet zodanig misbruiken dat het natuurlijke evenwicht voorgoed verstoord zal zijn.
Maar de mate van laissez-passez die het privé-kapitaal nu is toegestaan, zal aanzienlijk moeten worden beperkt. Wie moet dat doen? Een wereldregering? Ik moet zeggen dat deze vraag niet alleen betrekking heeft op privékapitaal maar ook op de overheidsbedrijven en regeringsinstellingen, die de hulpbronnen van deze aarde net zo goed kunnen misbruiken als particulieren. Ook hun zal beperkingen moeten worden opgelegd, allereerst door nationale regeringen. Dat kan alleen maar gebeuren met toestemming van het volk. Vandaar dat de instelling van de gewone man van het grootste belang is. Wij zouden ook moeten streven naar internationale overeenkomsten, vooral omdat de multinationale onderneming op dit vlak zoveel macht bezit. Multinationale ondernemingen kunnen alleen maar door internationale overeenkomsten aan banden worden gelegd.
Bij verschillende gelegenheden hebt u Maurice StrongGa naar eind2 geciteerd, maar hij gelooft voorlopig nog niet in een verenigde wereldregering. Ik heb niet gezegd ‘door een wereldregering’. Ik heb gezegd ‘door internationale overeenkomsten’. Dat is iets heel anders. Zelf geloof ik dat de wereld van morgen, wil de beschaving zoals wij die kennen blijven bestaan, veel meer in kleine regio's zou moeten worden verdeeld. Mensen moeten zich kunnen identificeren met steden, met buurten, met sociale eenheden, met streken, willen zij tenminste het gevoel hebben dat zij ergens bijhoren en dus met verantwoordelijkheidsgevoel kunnen handelen. Als men nergens bijhoort, kan men ook geen verantwoordelijkheid voelen. Maar het feit dat wij behoefte krijgen aan kleinere regio's betekent ook dat er meer internationale samenwerking moet komen. Internationale samenwerking is niet hetzelfde als een wereldregering. Het wil zeggen dat landen het eens zijn over bepaalde tactieken, niet dat | |
[pagina 276]
| |
zij een wereldregering kiezen die hun zal vertellen hoe zij het moeten doen.
Maar wie waarborgt de naleving van de overeenkomsten? Dat weet ik niet. Ik heb er nog niet voldoende over nagedacht. Ik neem aan dat er sancties zullen komen. En ik denk dat niemand dit soort regelingen met militaire middelen zal willen afdwingen, ook niet als je besluit een politiemacht van de Verenigde Naties in te stellen. Men moet regelingen treffen middels internationale overeenkomsten, en die landen die de overeenkomst schenden uitsluiten.
Maar hoe een wereldbevolking in toom te houden zonder een wereldorganisatie? Toch totalitarisme? Ik kan u vertellen dat er vanmiddagGa naar eind3, op deze zelfde middag, hier in Londen door eenennegentig landen een overeenkomst wordt gesloten over het in zee gooien van giftige afvalstoffen. Als men dit kan bereiken, kan men dit ook tot andere gebieden uitbreiden.
Ja, zoals de wereld ook door middel van de Verenigde Naties besloot dat de Derde Wereld geholpen diende te worden. Maar wat gebeurde er tijdens Unctad iii in Santiago in Chili? U weet dat nog steeds niet éen welvaartsstaat meer dan éen procent van zijn nationale groei aan rechtstreekse hulp heeft besteed. Ja, dat weet ik. Maar het is wel van belang er de nadruk op te leggen dat het middel niet erger moet zijn dan de kwaal. Het zou relatief gemakkelijk zijn om de milieuproblemen op te lossen door een regering die hetzij autoritair is, hetzij fascistisch of socialistisch is, maar dat middel zou even erg zijn als de kwaal. De enige mogelijke oplossing die ik zie is, dat het grootste deel van de mensheid, of in elk geval van de regeringen, instemt met het principe van internationale samenwerking. Ik geloof niet dat dát onmogelijk is. Toen is zes, zeven jaar geleden voor het eerst over het milieu begon te schrijven, dachten de mensen dat ik gek was. Nou, dat ben ik misschien ook wel, maar niet in dit opzicht. Als ik kijk naar de manier waarop de kennis zich heeft verspreid, houdingen zijn veranderd, actie wordt ondernomen, zoals wij op de wereld-milieuconferentie in Stockholm hebben kunnen waarnemen, dan zie ik dat niet als een onmogelijkheid. Wat dat betreft ben ik geen onheilsprofeet.
Sir Julian HuxleyGa naar eind4 heeft mij verteld dat er weer vissen zouden zwemmen in de Theems. Het Engelse kabinet heeft nu ook een minister van Milieuzaken. Is dit niet het toppunt van algemene beduvelarij? Ik word onderhand doodmisselijk van de Theems. Altijd als er sprake is van nationale vervuiling, krijgen wij weer te horen dat er bij Londen Bridge nog nooit zoveel vis in de Theems is gevangen als juist nu. In County Hall stopt men ze zelfs in een aquarium, alsof dat de oplossing is van onze milieuproblemen. Natuurlijk is het leven in Londen wat de milieuvervuiling betreft er op sommige punten geweldig op vooruit gegaan. Kijkt u maar naar buiten. Men ziet een prachtige, heldere no- | |
[pagina 277]
| |
vemberdag, terwijl er vijfentwintig jaar geleden waarschijnlijk een soort rijstebrijmist had gehangen. Nogmaals, de Theems is schoner, ja. Er is iets gedaan, maar dat verandert niets aan het feit dat er veel meer zou gedaan moeten worden dan het ingebruiknemen van rookloze brandstof of het vier tot zes keer gebruiken van ons drinkwater. En wat het ministerie van Milieuzaken betreft, dat is gewoon een samenvoeging van drie grote ministeries. Zelf geloof ik niet dat dit ministerie al begonnen is de serieuze problemen aan te pakken. Zoals een nationaal transportbeleid of het vraagstuk van een selectieve toename van de groei, in plaats van een algemene groei van vijf percent, aan te moedigen. Zo'n ministerie voor Milieuzaken kan een steun zijn, maar ik geloof niet dat het al begonnen is de fatale problemen, die dringend op een oplossing wachten, aan te pakken.
Over jeugd gesproken. U schreef dat de zelfmoordcijfers bij jongeren omhooggaan. Eigenlijk is de jeugd in dit soort zaken onze enige hoop. Ten eerste omdat zij binnenkort het bestuur van de wereld in handen zal hebben. Ten tweede omdat zij over 't algemeen meer dan genoeg heeft van de consumptieve maatschappij. Het is allemaal zo materialistisch, zo geconcentreerd op de rat-raceGa naar eind5, dat velen van hen er gewoon uitstappen. Er zijn heel veel jongeren die deze toestand niet kunnen aanvaarden. Het aantal zelfmoordpogingen is inderdaad omhooggegaan. Er is een alarmerende stijging van het druggebruik en het alcoholisme te constateren. Dat is allemaal helaas een onderdeel van de desintegratie van onze cultuur. Dat is een ingewikkelde materie, maar éen van de oorzaken is de toenemende verstedelijking en het materialistische aspect van onze cultuur. Dus zijn er de drop-outs. Maar het grootste deel van de jeugd doet daar niet aan mee en daarin ligt onze hoop voor de toekomst. Want er zijn nog heel veel jongeren die vastbesloten zijn dat wij niet moeten doorgaan met deze welvaartsstaat waarin iedereen er alléen maar voor vecht het net even beter te hebben dan zijn naaste buur. Ik heb negentien jaar tussen jonge mensen gewerkt en volgens mij zijn zij veel eerlijker en eerder bereid de problemen onder ogen te zien dan in mijn tijd. Wat ik tragisch vind is dat het de officiële kerk in hun ogen aan geloofwaardigheid ontbreekt. Want terwijl zij aan de ene kant heel zeker weten dat het zo niet kan doorgaan, hebben zij anderzijds geen echte wereldvisie, geen glanzend ideaal waarvoor zij kunnen werken, geen inspiratie uit een Koninkrijk Gods, aan de opbouw waarvan zij zouden kunnen meehelpen. Vandaar dat men zo vaak een negatieve houding tegenover de autoriteiten tegenkomt en een neiging tot anarchie in de zuivere betekenis van het woord. Het ontbreekt de jeugd niet alléen aan deze visie maar ook aan de zelfdiscipline, die nodig zal zijn om een betere wereld te kunnen bouwen. Het juiste gebruik van onze natuurlijke hulpbronnen zal veel zelfdiscipline vergen. De term ‘permissive society’ wordt gewoonlijk in verband gebracht met sex, maar is wat het milieu betreft geen positieve factor, omdat deze tolerante houding zich in alle facetten van het leven voortzet. | |
[pagina 278]
| |
Denkt u dat het Rapport ertoe heeft bijgedragen de ogen van de mensen voor deze problemen te openen? Ik denk dat het veel goed en ook veel kwaad heeft gedaan. Ik denk dat het veel goed heeft gedaan omdat het al deze vragen heeft opgeroepen en veel publiciteit heeft gekregen. Ik denk dat het veel kwaad heeft gedaan omdat het model dat voor de computer werd gebruikt niet half gevoelig en gedetailleerd genoeg was om het juiste antwoord te geven. Met deze enorme bevolkingstoename bijvoorbeeld krijgt men op den duur iets dat de ‘demografische overgang’ wordt genoemd, zodat de bevolking niet op dezelfde manier blijft toenemen. Als het om natuurlijke hulpbronnen gaat, krijgt men, als er een tekort komt, een zekere negatieve feedback. Men gaat andere dingen gebruiken. Er zijn volgens mij veel meer mogelijkheden en moeilijkheden dan in het model zijn aangegeven. Wat computers betreft ben ik niet deskundig, maar om geloofwaardig te kunnen zijn moet het model op een veel en veel hoger plan worden gebracht. Deze kritiek is slechts een eerste indruk.
Het team van het m.i.t. geeft deze kritiek onmiddellijk toe. Het was dan ook een eerste stap. Ja, maar het is inderdaad alleen maar een eerste stap omdat het uiteindelijk, door deze hele materie heen, om onze houding, onze motieven en onze verwachtingen gaat die aan de meest fundamentele problemen ten grondslag liggen. Om de mensheid te vertellen wat er gaat gebeuren als zij op deze ruïneuze wijze doorgaat, komt erop neer een voorspelling van het ongeziene en onbekende te geven, die zij waarschijnlijk niet zal geloven. Wat de mensheid nodig heeft is een verandering van mentale instelling.
Hoe moet men die helpen tot stand te brengen? Naar mijn oordeel zal zo'n fundamentele verandering in diepgewortelde opvattingen alleen kunnen worden bewerkstelligd door zoiets als een - ik druk mij voorzichtig uit - godsdienstige bekering, een gevoel van directe verantwoordelijkheid. En ook door een duidelijker besef omtrent de werkelijke vindplaatsen van geluk en vreugde: niet in materiële zaken maar in mensen. |
|