Grenzen aan de groei. Deel 1
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd75 gesprekken over het rapport van de Club van Rome
[pagina 148]
| |
Edmund CarpenterNa talrijke verzoeken om een volledig curriculum en tenslotte een telegram van Bruna kwam van de zijde van de Amerikaanse hoogleraar Carpenter het volgende antwoord: ‘Edmund Carpenter, professor in de antropologie aan de New School for Social Research (in New York City), heeft onderzoekingen heeft verricht in het Noordpool-gebied, Borneo (nu dus Kalimantan), Siberië en Nieuw-Guinea (Irian Barat.) Zijn twee jongste boekwerken zijn Eskimo Realities en Oh, What a Blow that Phantom gave me! Gelooft u dat het Rapport van de Club van Rome, en de bezorgdheid over de ecologie, het bevolkingsvraagstuk en de milieuverontreiniging wijzen op een nieuw besef dat de mens kan leiden naar wat volgens professor Skinner haar voornaamste doel is: het voortbestaan? Ik voor mij geloof dat wij nauwkeurig moeten inzien wat zich op het ogenblik afspeelt, voordat wij er ook maar aan kunnen denken op dergelijke vragen in te gaan. Zij zijn maar al te vaak beantwoord zonder dat men de huidige problemen en processen serieus onderzocht had. Wat de antropologie betreft: de rapporten die op het ogenblik gepubliceerd worden behoren tot een Alice in Wonderland-wereld. Zij vertonen geen enkele overeenkomst met wat er in werkelijkheid plaatsvindt. Ik heb onderzoek verricht naar de rol van de media, eerst in onze eigen cultuur, en daarna in culturen waarin de elektronische media voor het eerst worden ingevoerd. Wij zijn daarbij tot de conclusie gekomen dat, als je een cultuur wilt vernietigen, er geen machtiger wapens zijn dan elektronische media. Zij zijn dodelijker dan difterie, goedkoper en aanzienlijk effectiever dan geweren. Met elektronische media kan men een cultuur binnen een mum van tijd uitwissen. En dat is nu precies wat er op het ogenblik gebeurt. De ironie van het geval is dat deze media zich nu ook tegen onszelf richten en onze eigen cultuur en alles wat de Westerse beschaving vertegenwoordigt eveneens uitwissen. Elektronische media vernietigen de cultuur. Zij vervangen de culturele omgeving door een mediale omgeving. Er zijn geen kapitein Cooks meer die van de ene cultuur in de andere kunnen stappen. Tegenwoordig stappen wij van het ene medium in het andere. Een eenvoudig voorbeeld: ik heb leden van primitieve culturen vaak camera's in handen gegeven en ze geleerd hoe zij moesten filmen.
In Nieuw-Guinea? In Nieuw-Guinea, bij de Eskimo's en in andere streken. Het leidde altijd tot hetzelfde resultaat. In het begin hoopte ik dat hun manier van filmen een afspiegeling zou vormen van hun cultuur, hun percepties en hun waarden. Maar een dergelijk geval deed zich nooit voor. Integendeel, het resultaat was: films. De reden daarvoor is dat culturen door media worden opgeslokt. De Papoea of de Eskimo liet zijn eigen cultuur volledig achter zich en stapte de wereld van de camera binnen. De films die hij maakte waren niet van onze films te onderscheiden. Als men Indianen-reservaten in de Verenigde Staten bezoekt, hoort | |
[pagina 149]
| |
men vaak: de makelaars stalen ons land, de handelaars pakten ons bont af, en nu zijn de missionarissen op onze zielen uit. Dan beginnen zij te lachen. Daarmee willen zij zeggen dat zij hun land en hun bont kwijtraakten, maar hun zielen zullen behouden. Dat hoorde ik een Indiaan eens over de televisie zeggen. De missionarissen hadden zijn ziel niet gestolen, maar de televisie was er wel in geslaagd, en op een manier waarover geen enkele missionaris ooit had durven dromen. Zijn geest werd nu door de televisie beheerst. Die gaf hem identiteit en die ontzegde hem identiteit. Cultuur wordt automatisch het slachtoffer van de media. De media vormen nieuwe omgevingen en in de loop van éen enkele dag stappen wij er een groot aantal van in en uit. Voor cultuur is geen plaats. Op het ogenblik is cultuur alleen nog maar een door antropologen en anderen in stand gehouden mythe, iets uit het verleden. Waar vind je nog cultuur?
Wat is het belang van het verliezen van cultuur? In mijn ogen kan je van cultuur spreken waar de geest vlees is geworden. Elektronische media zijn alleen maar geest, niets dan geest.
Hoe essentieel is cultuur voor het leven van een mens, voor zijn creatieve mogelijkheden, voor de opbouw van zijn leven? Ik weet het niet. Ik weet alleen dat er overal in Amerika een honger naar cultuur schijnt te zijn, nu deze verdwijnt. Wij beseffen plotseling wat wij verloren hebben. De elektronische media hebben engelen van ons gemaakt, niet engelen in de zin dat wij vleugels hebben of dat wij goed zijn, maar in de zin dat onze geest zich van ons vlees heeft losgemaakt en op elk moment overal heen kan worden gevoerd. Zodra je de telefoon opneemt, ben je in de geest overal, en in de ruimte nergens. Nixon is op televisie overal tegelijk. Dat is Augustinus' definitie van God: ‘een wezen wiens grenzen nergens zijn, wiens middelpunt overal is’. Zuivere geest heeft op het ogenblik voorrang boven geest in den vleze. Als je in de rij staat om door een ambtenaar te worden geholpen, en de telefoon gaat, neemt hij de telefoon op. Wij aanvaarden dat. Niemand protesteert ertegen. Wij erkennen dat de zuivere geest in de eerste plaats komt. Maar het gevaar schuilt hierin dat mensen, die zuiver geest worden en een medium binnenstappen, dat alleen zonder hun lichaam kunnen doen. Zij stappen als zuiver vergankelijke elementen naar binnen. Amerikaanse jongeren die dit aanvoelen, komen daarvan terug en proberen hun lichaam opnieuw te ontdekken. Zij drinken wijn, eten graag zwaar en gekruid voedsel. Zij hebben belangstelling voor het land. Zij lopen blootsvoets. Zij proberen de geest weer in het vlees te brengen. Maar in de media is geen plaats voor vlees.
De radio vestigde Hitler's macht. Wat brengen wij op het ogenblik voort, nu wij televisie op wereldomvattende schaal hebben? De radio onder Hitler was nog maar het begin van wat er sindsdien is gebeurd. Drugs als middel om te trippen zinkt volledig in het niet bij | |
[pagina 150]
| |
de televisie, en die vorm van trippen is voor vele mensen van essentieel belang. Zij beschouwen de buitenwereld als een verward en onordelijk iets, dat in geen enkel opzicht loont en stappen daarom maar de media binnen, om erin te leven. Voor hen is dat de primaire vorm van werkelijkheid. Ik heb een paar eenvoudige proeven met studenten gedaan. Ik nam de film Patton en vertoonde die voor een klas -
Generaal Patton?Ga naar eind1 De film over generaal Patton. Daarna liet ik hen twee boeken lezen; het boek van A.J. Liebling dat erg ongunstig over Patton oordeelt en aantoont dat hij geëerd werd voor gevechten die hij nooit geleverd had, en een boek over Patton's tegenstander, veldmaarschalk Rommel, een gematigd man die hart had voor het welzijn van zijn troepen, een antinazi, die stierf omdat hij Hitler had proberen te doden. Het fascinerende was nu dat de studenten zowel van de film als van de boeken genoten, en dat geen van hen de vraag naar de historische betrouwbaarheid ervan opwierp. Niemand vroeg: welke versie is nu de juiste? Daarna nam ik die oude film van Charles Laughton, Muiterij op de Bounty. Als jongen was ik gek op die film. Ik vertoonde hem voor de klas, en liet hen daarna een verslag lezen over de muiters, die moordenaars, verkrachters en dronkelappen waren. Van de vijftien muiters bleef er maar éen in leven. Zij slachtten elkaar af. Daarna liet ik hen een door kapitein Bligh geschreven verslag over het bestuur van Australië lezen, waaruit bleek dat hij niet alleen een kundig bestuurder maar ook een van de eerste voorstanders van een menswaardige behandeling van zeelui was. De studenten genoten van de film en de verslagen, en voelden geen enkele behoefte om zich af te vragen welke versie nu de juiste was. De jongeren hebben zich afgewend van de werkelijkheid om zich heen, van begrippen als historische waarheid of materiële realiteit. Hun ouders hadden belangstelling voor concrete dingen. Zij wilden filmsterren zien. Zij wilden Joan Crawford in levenden lijve zien. Zij wilden schrijvers uit hun eigen werk horen voorlezen. Zij wilden de concrete werkelijkheid zien. Zij wilden een beeld terugbrengen tot iets dat betast, gezien, waargenomen kon worden. Als zij een reproduktie van de Mona Lisa zagen, gingen zij naar het Louvre om het origineel te bekijken. Zij wilden de Eiffeltoren zien, precies zoals zij hem op een foto hadden gezien. De jongeren van tegenwoordig niet meer. Zij hebben geen enkele belangstelling in die richting. Ik geloof dat dit een van de monumentaalste veranderingen in de wereldgeschiedenis is. De mensen hebben afstand gedaan van dit primaire kenmerk van de Westerse beschaving waarin elke ervaring, elke waarheid, synchroon liep met een zichtbaar, waarneembaar universum. De jongeren kan dat niets schelen. Zij aanvaarden vele universa, vele werkelijkheden. In hun ogen vormt de televisie geen afspiegeling van de buitenwereld. Zij verwachten dat helemaal niet. Zij zijn in geen enkel opzicht verontrust dat onze nieuwsuitzendingen in geen enkel verband staan met de werkelijke gebeurtenissen. Zij stellen wat dat betreft ook | |
[pagina 151]
| |
geen enkele eis. Zij voelen geen enkele aandrang om de werkelijke feiten te weten te komen.
Wat zou dat voor invloed kunnen hebben? Van welke verschuiving, door het verdovend medium televisie veroorzaakt, zijn wij hier getuige? Op het ogenblikGa naar eind2 maken wij ons in de Verenigde Staten op voor presidentsverkiezingen, die een duidelijke confrontatie tussen de gedrukte werkelijkheid en de televisierealiteit vormen. De Democratische kandidaat McGovern zegt: de steden verkeren in een ellendige toestand, de economie loopt terug, er sterven mensen. Hij spreekt over een materiële, historische werkelijkheid, maar niemand luistert naar hem. De Republikeinse kandidaat Nixon geeft een schitterende televisievoorstelling van iets dat alleen maar op de televisie bestaat.
Niemand vraagt naar de werkelijke feiten? Niemand. McGovern wordt uitgelachen omdat hij een slechte televisievoorstelling geeft. Wat een afschuwelijke situatie! Kijk eens naar de werkelijkheid. Kijk eens naar onze steden. Mag ik eens vragen of u ooit ergens ter wereld een stad heeft gezien waar zoveel schizofrenen rondlopen als hier? Niet Calcutta, niet Bangkok, niet Rio, maar New York. Wij zitten op het ogenblik op de zestiende verdieping, maar het geluidsniveau is zo hoog dat men met moeite een bandopname kan maken. Dat is de realiteit. Het geluidsniveau in New York heeft het punt bereikt waarop mensen gek worden. Als je vijf straten ver loopt zie je mensen die gek zijn en naar auto's schreeuwen of in de vuilnisbakken, of in de rioolputten naar beneden roepen, of die in zichzelf praten. Ik heb nog nooit eerder een cultuur gezien, waarin de omgeving de mensen gek maakt. Freud maakte zich zorgen over de gevaren die uit de onderlinge verhoudingen tussen de mensen voortvloeien. Niemand heeft er ooit voor gewaarschuwd dat het geluidsniveau een punt zou kunnen bereiken waarop men niet meer tot denken in staat is. Nixon houdt zich uiteraard niet met dergelijke kwesties bezig. Hij spreekt uitsluitend over een Alice in Wonderland-wereld, tot groot genoegen van het hele land. McGovern is een geletterde man uit de provincie, in wezen een negentiende-eeuwer, en denkt dat hij de mensen alleen maar hoeft te vertellen dat zij ziek en hongerig zijn en geholpen kunnen worden.
Kent u professor Skinner's theorie dat men de omgeving dient te veranderen om het leven anders, leefbaarder voor het individu te maken? PavlovGa naar eind3 ontdekte dat hij alleen maar iets met honden kon bereiken wanneer hij hun hele omgeving onder controle had. Was dat eenmaal het geval, dan leidde de futielste wijziging in de omgeving tot veranderingen in het gedrag van de honden, een ontdekking die niet onopgemerkt aan de marxisten is voorbijgegaan. Pavlov stond bij hen in enorm hoog aanzien, omdat hij hen leerde hoe men mensen door een volledige beheersing van de omgeving onder controle kon krijgen. Maar zodra mensen over het beheersen van de omgeving beginnen te praten, laten zij deze omgeving achter zich, | |
[pagina 152]
| |
en stappen een andere omgeving binnen, de omgeving van de media. Ik kan u in deze stad een paar uiterst opmerkelijke dingen laten zien. Er lopen mensen op straat met een knopje in hun oor die ondertussen naar een transistorradio luisteren. Ik ken iemand die een elektronische uitrusting draagt als hij met zijn dochter gaat wandelen, zodat zij beiden in een radiosysteem verbonden zijn en via een microfoon met elkaar kunnen spreken. Deze man heeft via de telefoon en radio een psychoanalytische behandeling ondergaan.
Waar zal de macht van de media ons heen voeren? Antropologen hebben zich nooit in media verdiept.
Maar u heeft studies verricht? Ja, maar die studies kunnen in de ogen van de cultureel-antropologen volstrekt geen genade vinden. Media bestaan voor hen niet. Maar zij zien er niets verontrustends in om een cultuur in een boek vast te leggen. In Nieuw-Guinea kwamen wij een dorp binnen waarvan de bewoners al wisten wat camera's waren. Zij hadden overheidsfilms gezien, en waren zeer geïnteresseerd. Toen wij aankwamen stonden zij op het punt om een paar jongens in te wijden volgens een zeer heilige ceremonie waarbij het vrouwen op straffe des doods verboden was aanwezig te zijn. Zij wierpen een groot ceremonieel bouwwerk op van een meter of zes hoog, om te voorkomen dat niet-ingewijden naar binnen zouden kijken. Vlak voor het begin van de ceremonie - ik durfde niet te vragen of wij mochten filmen - kwamen zij naar ons toe, en vroegen of wij opnamen wilden maken. Wij antwoordden dat wij dat erg graag zouden willen doen. Toen wezen zij op een vrouw in ons gezelschap en vroegen of zij ook een camera kon bedienen. Ik zei dat zij nog beter was dan de twee andere cameramannen die wij bij ons hadden. Daarop kwamen de oudsten bijeen en zeiden dat onze vrouwelijke cineaste ook moest filmen. Zij nodigden haar niet alleen uit, maar zij zetten de ceremonie zelfs stil zodat zij een nieuwe film in kon zetten, of een betere camerapositie in kon nemen. Zij hielpen haar op alle mogelijke manieren. Na afloop vroeg men of wij de geluidsband terug wilden spoelen zodat men kon horen wat wij hadden opgenomen. Daarna lieten zij ons beloven dat wij naar het dorp zouden terugkeren, om de film te vertonen. Zij namen zich voor om een tweede heiligdom op te richten waarin de film kon worden afgedraaid. Zij zeiden dat er geen onvrijwillige inwijdingen meer zouden plaats vinden. Zij boden ons zelfs het heiligste wat zij bezaten te koop aan, hun watertrommels. Zij zeiden dat het met het opnemen van onze film nu ook niet meer nodig zou zijn om jongens in te wijden. De media hadden de macht overgenomen. Een jaar of wat geleden werd ik door een Canadese universiteit uitgenodigd om deel te nemen aan een openbare werkgroep over het leven van de Eskimo's. Onder de deelnemers waren ook een aantal Eskimo's. Ik sprak over wat ik van de Eskimo-cultuur wist, over mijn liefde ervoor, en over de ervaringen die ik in het verleden met Eskimo's had | |
[pagina 153]
| |
gehad. Een paar jonge Eskimo's onder het gehoor waren woedend. Zij zeiden dat ik loog. Daarna begonnen zij mij te vertellen over de Eskimo-cultuur zoals zij die via de media kenden. Zij hadden er geen directe ervaringen mee, alléen maar via de media. Zij kenden hun eigen kunst slechts uit films en boeken, uit propaganda van de regering, uit de wereld van Walt Disney. Tenslotte zei een van hen: ‘U hoeft ons niet te vertellen wie of wat wij zijn. Dat zijn toch alleen maar de gebruikelijke blanke leugens. Wij weten wel wie wij zijn.’ De opstandige Amerikaanse Indiaan van tegenwoordig weet niets van zijn eigen erfdeel. Het enige wat hij kent is het beeld dat de media van hem hebben geschapen. Hij handelt ernaar en hij wordt geëxploiteerd op een manier waarbij de uitbuiting van zijn ouders nog verbleekt.
En Amerikaanse negers? Het enige dat zij van hun eigen verleden kennen zijn de aspecten die met hun uitbuiting hebben te maken. Als zij in aanraking komen met de mooiste kunst- en muziekuitingen van hun voorouders, herkennen zij die niet eens. Zelfs hun eigen helden kennen zij niet. Vraag negerstudenten maar eens wie Paul Robeson was. Zij weten het geen van allen. Het enige wat zij kennen is de identiteit die zij via de televisie hebben leren kennen. Daar geloven zij in. Zó zijn zij dan ook.
Hoe zou u de totale invloed, die de elektronische media op het voortbestaan van de wereld hebben, willen samenvatten? Wat voor invloed zal de televisie in, laten wij zeggen, de komende dertig jaar hebben, wanneer het onderwijs in Indiase dorpen gegeven zal worden via satellieten, die in de Verenigde Staten of elders geprogrammeerd zijn? Ik maak mij meer zorgen over de media zelf, dan over de inhoud ervan. Het werkelijk belangrijke effect van de televisie is volgens mij, dat de geest van het vlees wordt gescheiden, op een manier waarop de drukkunst dat nooit heeft gedaan. Ik geloof dat er bepaalde zeer principiële redenen zijn waarom men met boeken altijd een drang voelt om op het vlees, het materiële terug te grijpen, ook al heeft men daar ook met een van het vlees losgemaakt beeld te maken. Een dergelijke drang heeft men niet met televisie of andere elektronische media. Wij zijn op het ogenblik getuige van deze overgang, waarbij het meest wezenlijke element van de Westerse beschaving wordt opgegeven. De synchronisering van alle zintuigen en de synchronisering van alle ervaringen vormden een dynamische eenheid waarbij alles op éen enkel streven, éen enkel doel was gericht. Dit maakte het mogelijk om grote aantallen mensen te organiseren. Je kon dingen in massa produceren, lopende banden instellen, legers en bureaucratieën samenstellen. Dat was mogelijk in een samenleving waarin de mensen lazen en schreven, omdat op die wijze een type mens ontstond dat zijn zintuigen en zijn geest op een zeer beperkte, gesynchroniseerde en gerichte manier gebruikte. |