Het dagboek als Camera Obscura
(1988)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |
Voor mijn ouders | |
[pagina 5]
| |
InleidingMensen kunnen veel. Wetenschappelijke en technische kennis zijn tot fantastische hoogten gestegen. Babies komen in buizen tot leven. Vitale organen worden als autoonderdelen vervangen. Anti-stoffen worden gekweekt om microben te bestrijden. Laboranten experimenteren met erfelijke organen. Men sleutelt aan planten. Dieren worden steeds meer tot gebruiksvoorwerpen verlaagd. De beschermende ozon-laag wordt geruïneerd. Pool-ijs smelt vroegtijdig. Zure regen vernielt de bossen. Onbezonnen vandalen kappen de voor het leefmilieu noodzakelijke tropische regenwouden. Oceanen fungeren als mestvaalt. Zelfs binnenzeeën worden tot dump-plaatsen van nucléaire afval gedegradeerd. Vergiftig kwik verschijnt in oesters en mosselen. De ‘fall-out’ van Chernobyl maakte het afslachten van rendieren in Lapland en schapen in Wales noodzakelijk. Radio-actieve spinazie werd massaal vernietigd. Sri Lanka retourneerde Europese melkpoeder. Vrijwel ongemerkt raken we met zijn allen steeds gestoorder en verkeren hierdoor in steeds groter gevaar. De sleutel tot het voorkomen van een fatale ondergang ligt in ons hoofd, nergens anders. Ontwerpen voor bemande raketvluchten naar Mars prijken op de tekentafels van de hemel-ingenieurs, terwijl wetenschappelijk onderzoek naar de ruimte onder onze schedel nauwelijks aandacht krijgt. Reeds jaren geleden waarschuwde de psychiater C.G. Jung, dat het technisch kunnen de mensheid steeds meer in een worggreep kreeg en we daar bezig waren onze ziel (psyche) voor altijd te verliezen. De rage rond de electronica dreigt het brein nog meer naar de achtergrond te schuiven. Zelfs de meest eenvoudige hersenfunctie's als het maken van berekeningen worden door ‘idiots savants’ overgenomen. Robert Yastrow, directeur van NASA's | |
[pagina 6]
| |
Goddard Space Institute zei me te verwachten, dat computers in de toekomst meer zouden kunnen en slimmer zouden zijn dan mensen. ‘Mind’-wetenschappen zijn vooralsnog lichtjaren achter op militaire en industriële research. Terwijl juist onderzoek naar het mentaal functioneren van mensen nooit eerder van zulk een vitaal levensbelang geweest is als nu we schijnbaar alles kunnen. Een dagboek beschrijft de belevingswereld van één ziel. Men vindt er de meest accurate weergave van wat een individu beweegt in terug. Uit persoonlijke notitie's kunnen we lering trekken ten aanzien van het verbeteren van het management van ons brein en ons leven. Hoe nauwkeuriger we ons herinneren, hoe effectiever we voor de toekomst kunnen plannen. Een psycho-biografie kàn een methode aanreiken, die ons denken een meer realistische structuur geeft. Aan de hand van meer waarheid omtrent het verleden wordt de werkelijkheid beter hanteerbaar, zodat onze belevingswereld zich niet voortdurend verliest in fantasie en onwerkelijkheid. Maar al te dikwijls wordt er een wereld geprojecteerd, die er nooit is geweest en nooit zal zijn. Aan de lopende band worden waanbeelden geconstrueerd, waardoor dikwijls een leven lang wordt gedacht en gehandeld aan de hand van onware en gefantaseerde uitgangspunten. We kunnen van onze aantekeningen leren waarheid en realiteit als pragmatische opties aan ons denken toe te voegen. Want hoe dikwijls drukt niet de overbagage van een verward en tumultueus verleden loodzwaar op de ‘mind’, die het heden moet verwerken? Hoe dikwijls wordt besluitvorming door onware en getroubleerde herinneringen verward en vertekend? Een dagboek functioneert hogermate corrigerend en zal de op hol geslagen verbeelding tot de werkelijkheid kunnen terugroepen. Deze zomer en in het najaar op reis in Suriname, Frans-Guyana en Zuid-Afrika heb ik het nut van het trouw bijhouden van een levens-cahier proberen te analyseren. Ik weet uit ervaring dat dagelijkse notities een onmisbare bijdrage vormen bij het onderzoek naar meer waarheid en werkelijkheid bij het hanteren van de ‘eigen-Ik.’ Amnesia schijnt ons lot te zijn. Of, zoals Santayana het eens formuleerde, ‘By not remembering the past, we are condemned to | |
[pagina 7]
| |
repeat it.’ Tot en met 1987 heb ik zestien jaar naar Moskou op en neer gereisd en meende enige passages aan het Gorbachevisme, dat de wereld, en haar ‘minds’, in de greep schijnt te houden, te moeten wijden. Het Marxisme-Leninisme sluipt op de tenen naar een werkzame economie, of, zoals de London ‘Economist’ het uitdrukte, de privatisering van Marx is begonnen. Hoe schakelt men over van primitief Stalinisme op een ‘flirtation’ met kapitalisme? Nà al het spectaculair rampzalige advies, dat de afgelopen zeventig jaar vanuit het Kremlin naar Azië, Afrika en Latijns-Amerika is uitgewaaierd is thans dan de man van ‘aggiornamento’ in Moskou opgestaan, die de ‘nieuwe Marxistische mens’ - welke net zomin als de nieuwe ‘communistische mind’ ooit tot stand is gekomen - weer zou moeten proberen te ontmantelen. In psycho-historische termen vertegenwoordigt Mikhail Gorbachev de nieuwste Sovjet ‘groeps-fantasie’. Naar hem wordt uit gezien, in het duel met Washington, het Pentagon, de C.I.A. en Wall Street, om de gedegenereerde Marxistisch-Leninistische revolutie middels een nieuwe revolutie te sauveren. ‘The group-trance,’ schreef de psychohistoricus Lloyd de Mause eens, ‘contains all primary process attributes of individual delusional thinking, using many mechanisms of what the Melanie Kleinianschool calls the paranoid-schizoid position, but with the illogical thinking confirmed even further by group consensus.’ Lloyd, sedert jaren een persoonlijk vriend, van wie ik veel leerde in deze sector, besloot met: ‘This is why group craziness is so much more powerful - and less studied - than individual craziness.’ Sea Point, Kaapstad, December 1987. | |
[pagina 9]
| |
‘C'était son âme que j'aimais: et, cette âme, je n'y croyais pas. ‘Je ne crois pas à l'âme séparée du corps. Je crois que, corps et l'âme, c'est même chose, et que, lorsque la vie du corps n'est plus là, c'en est fait des duex à la fois... Je crois à leur inévitable dépendence. Alors je peux bien dire que l'âme seule m'importe: mais elle ne peut se produire et se manifester, que par le corps. Et c'est par celui-ci, en dépit de tout mysticisme, que devient possible toute manifestation de l'amour.’Ga naar voetnoot1. |
|