niet te spreken - nooit mogelijk zijn geweest. Hetzelfde geldt voor Oost-Timor. Reeds in 1991 liet Suharto duizenden mensen op Timor een kopje kleiner maken, welke vertoning in 1999 via zogenaamde ‘milities’ werd herhaald.
In 1992 beëindigde het Amerikaanse Congres na het bloedbad in Dili tactische militaire oefeningen met de Indonesiche strijdkrachten. Maar mensen zijn kort van memorie. Spoedig werden de contacten tussen het Pentagon en Jakarta hervat en sedertdien, zo meldden Dana Priest en Bradley Graham in de Washington Post van 15 september 1999, werden 41 gezamenlijke militaire manoeuvres gehouden tussen Amerikaanse en Indonesische elite-troepen. Indonesische speciale troepen, Kopassus, werden geoefend op internal defense, waarbij de Amerikanen leerden hoe Indonesische scherpschutters behoren te opereren, hoe man-tegen-mangevechten worden gevoerd, hoe je mortieren hanteert bij guerrillaoorlogvoering, hoe je mensen ontvoert verdacht van ondermijnende activiteiten, of hoe je martelt om informatie in te winnen. De Washington Post wees erop, dat elite eenheden van Kopassus zich in mei 1998 op Oost-Timor opnieuw begonnen te roeren. Waar Pentagon-bemoeienissen in Indonesië ophouden en cia-activiteiten beginnen, is een moeilijk vast te stellen scheidslijn. Wat evenwel vaststaat is dat generaal Shelton op 9 september 1999 zijn vriend Wiranto ‘a very blunt message’ doortelefoneerde, namelijk dat het gedonder op Oost-Timor ogenblikkelijk diende te worden beëindigd. President B.J. Habibie maakte twee dagen later bekend dat een un-Peacekeeping Force naar Dili mocht vertrekken. In Den Haag fantaseerde minister Jozias van Aartsen dat ambassadeur Peter van Walsum, de maand september 1999 voorzitter van de Veiligheidsraad in New York, deze doorbraak zou hebben bewerkstelligd.
Dus terwijl Washington en Bill Clinton van de daken schreeuwen dat zij voor 's werelds voornaamste voorvechters voor mensenrechten van armen, vervolgden en verjaagden zijn, zijn het diezelfde Amerikanen die Indonesiche officieren en elite-troepen eerst opleiden tot terroristen en geslepen massamoordenaars. En vervolgens, wanneer deze heren keurig de lesjes opzeggen die ze van de Amerikanen hebben geleerd, moord en brand schreeuwen over Indonesische oorlogsmisdadigers die per enkele reis naar het Internationale Gerechtshof in Den Haag zouden moeten worden voorgeleid. Waarom komt niemand eens op de lumineuze gedachte hen, die het terrorisme sinds jaar en dag vanuit Washington naar onschuldige gebieden in de wereld als Indonesië hebben uitgedragen, voor altijd in de Scheveningse strafgevangenis achter slot en grendel op te bergen?
De complexiteit van Indonesië, vierde grootste land ter wereld, een land in opbouw, waar interne krachten met elkaar overhoop liggen, waar van buiten af malicieuze inlichtingendiensten van vreemde mogendheden in troebel water vissen, blijft permanent door de geavanceerde