KU-177 (22 juni 1923)
Houtigehage (Fr.)
plaggenhut van H.v.d. Meer
(geen lijntekening aanwezig)
Een dag na de hiervoor besproken opmeting kwam Uilkema opnieuw in Houtigehage terug om nog een plaggenhut te documenteren. Deze was iets groter dan het vorige exemplaar maar had in opzet dezelfde constructie, zonder gebinten. De kap bestond net bij de vorige hut uit door haanhouten verbonden sporenparen met een extra verbindingsbalk waarop de zoldering lag. De plaggenwanden waren in dit geval echter wel versterkt door middel van muurpaaltjes, die tevens de muurplaten droegen waarop de kap rustte. Toch had ook de aanwezigheid van deze muurpaaltjes uiteindelijk niet kunnen voorkomen dat het gehele gebouw na enige jaren danig was gaan verzakken, waarbij het dak begon in te zakken en de muren steeds verder naar buiten gingen wijken. Om dit proces te stoppen had men de in de dwarsdoorsnede aangegeven tussenstijl toegevoegd, die, naar Uilkema benadrukte, dus niet tot de oorspronkelijke constructie behoorde. Toen het verzakken, zoals te verwachten was, desondanks verder doorging was de ondersteunde nokbalk steeds verder onder druk komen te staan en uiteindelijk in het midden gebroken. In een klein schetsje onder de dwarsdoorsnede gaf Uilkema de toestand weer zoals hij die had aangetroffen. Zoals bij één van de vorige documentaties stond genoteerd kon een dergelijke plaggenhut door een groep van tien mannen in een halve dag worden gebouwd.
De plattegrond laat zien dat de ruimte hier verder was onderverdeeld dan bij de vorige hut. Achter de entree in de zijgevel was een soort portaaltje afgescheiden, met aan de ene kant de voorkamer, die hier in verhouding vrij klein was, en aan de andere kant het ‘achterhuis’. In dit gedeelte waren drie bedsteden afgetimmerd, wat wijst op een groot gezin (drie of meer kinderen in één bedstede was heel gewoon). Onder één van de slaapplaatsen bevond zich een keldertje, zoals ook te zien is op het kleine doorsnedeschetsje onder de plattegrond. Uilkema noteerde dat deze ruimte ongeventileerd was; het zal hier vermoedelijk zijn gegaan om een bergplaats voor aardappelen. Naast de hut stond, zoals op de foto links van de achtergevel nog juist te zien is, een schuurtje met wanden van riet of stro. Om onbekende redenen werd deze opmeting nooit verder uitgewerkt.