KU-1 (1916/1918)
Mandjeswaard, Kampereiland (Ov.)
boerderij van J. de Groot
1:400
Uilkema's lijntekening van dit boerderijcomplex kwam tot stand op basis van bestaande tekeningen: een bouwkundige tekening uit 1918 en een situatieschets uit 1916. Hij trok de gekregen plattegrond echter niet zo maar over; deze was niet op schaal getekend en werd door hem daarom op basis van de bijgeschreven maten verbeterd. Zeker is, dat Uilkema hier ook nog zelf een kijkje is gaan nemen; bij deze gelegenheid maakte hij enkele foto's van het complex.
De plattegrond laat zien dat het hier om een overwegend veeteeltbedrijf moet zijn gegaan. In het voorhuis bevond zich een grote melkkelder, de stal bood plaats aan een omvangrijke veestapel en er waren drie grote hooibergen om al het hooi te kunnen bergen dat men gedurende de staltijd nodig had. De ronde vorm in het achterhuis duidt op de aanwezigheid van een karnmolen met een bestraat karnpad; voor het karnen van de grote hoeveelheden melk werd gebruik gemaakt van paardekracht. Om hygiënische redenen stond de karnton meestal in een andere ruimte. In de stal stonden de koeien met de koppen naar de brede middengang, van waaraf werd gevoerd. Op de doorsnedetekening is te zien dat zich aan beide zijden langs de stal een voergoot bevond. De veestallen waren van het grupstaltype, met een diepe mestgoot achter het vee. De stallen aan de rechterzijde van het gangpad hadden bovendien een mestgang achter de grup, waarlangs de mest met een kruiwagen kon worden afgevoerd. Aan de linkerkant ontbrak een kruigang; daar bevonden zich mestdeurtjes in de zijgevel waardoor de mest rechtstreeks naar buiten kon worden geschept, in de grote mestvaalt naast de stal. Het woonhuis had uit een grote woonkamer met de stookplaats midden tegen de voorgevel; aan weerszijden van deze kamer lagen slaap- en bergruimten en een gang. In het ‘middenhuis’ tussen stal- en woonruimte vond men een tweede stookplaats. Hier werden allerlei huishoudelijke werkzaamheden verricht, evenals een deel van de zuivelbereiding. Vaak diende een dergelijke ruimte, zeker in de zomer, ook voor het dagelijkse wonen. De aanwezigheid van een scheidingswand tussen middenhuis en stal duidt er op dat het hier om een modernere versie van de traditionele Kampereiland-boerderij ging; bij de oudere boerderijen in dit gebied stonden beide ruimten vaak nog in open verbinding.