Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 1

[p. 667]

Literatuur

Literatuur door K. Uilkema

-	De greidboerderij in Friesland. In: Orgaan van de Nederlandsche Vereeniging van Land- en Tuinbouwonderwijzers; nr. 52, 25-6-1915.
-	De greidboerderij in Friesland. In: Centraalblad der bouwbedrijven voor Nederland en koloniën; jrg. 7, nr. 9, 28-8-1915; nr. 10, 4-9-1915; nr. 12, 18-9-1915; nr. 23, 4-12-1915; nr. 25, 18-12-1915; nr. 28, 8-1-1916; nr. 30, 22-1-1916; en nr. 33, 12-2-1916.
-	De methode van onderzoek bij het boerenhuis in Nederland. In: Mensch en maatschappij; 5 (1929) p. 269-271.
-	Het Friesche boerenhuis: onderzoek naar het ontstaan van het tegenwoordige boerenhuis in Friesland. - Leeuwarden 1916. - 2 dl.
-	Een en ander over het boerenhuis in Nederland: verslag van lezing gehouden te Leiden, 2-2-1923. In: Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde; (1922-1923) p. 38-41.
-	Het ontstaan der huistypen in Nederland: I: Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland. - Gestencilde uitgave. - Leeuwarden 1933. - Voorwoord 2-6-1934.
-	Werkverslagen aan de Boerenhuiscommissie. In: Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde; (1920-1921) p. 45-48; (1921-1922) p. 74-76; (1922-1923) p. 62; en (1925-1926) p. 57-60.

Literatuur betreffende Uilkema

BLOM, D. van, Onderzoek naar het boerenhuis in Nederland. In: Cultura; 33 (1921) p. 241.

Eindverslag der Commissie tot Onderzoek naar het Boerenhuis in Nederland, 15-4-1934, Bijlage VIII bij: Handelingen der Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde; (1933-1934).

MOLEN, S.J. van der, - Klaas Uilkema (Grouw, 2 october 1873 - Groningen 3 februari 1944). In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden; (1948) p. 139-145. - Uilkema syn libbenswurk leit forsille: dit is ek Fryske tragyk. In: Frysk en fry; 22-7-1949. - Aandacht voor het Friese boerenhuis: de geschiedenis van het onderzoek. In: De vrije Fries; 62 (1982) p. 81-101, vooral: p. 89-93. - Klaas Uilkema en syn mislearre stúdzje oer boerepleatsen. In: Frysk en fry; 2-12-1980. - Het boerderij-onderzoek van Klaas Uilkema. In: Leeuwarder courant; 28-8-1987.

STRIKWERDA, R., Klaas Uilkema, een pionier. In: De Friese veefokkerij; (1980) p. 192-195.

VOSKUIL, J.J., Brandts Buys en de schim van Uilkema. In: Volkskundig bulletin; 2 (1975) 2, p. 20.

Overige aangehaalde literatuur

ALLERSHOF, E., Landhuishoudkundige beschrijving der kantons Bergum en Beetsterzwaag in de provincie Friesland. - Haarlem 1881.

BAARS, C., De geschiedenis van de landbouw in de Beijerlanden. - Wageningen 1973.

BANNENBERG, G.J.P., Een onderzoek betreffende de boerderijbouw in Noord-Brabant. In: Brabants heem; 12 (1960) p. 31-39.

Das Bauernhaus im deutschen Reiche und in seinen Grenzgebieten, hrsg. vom Verbande deutscher Architekten- und Ingenieure-Vereine. - Dresden 1906. - 2 dl.

BEDAL, K., Historische Hausforschung. - Münster 1978.

[p. 668]

BEELEN, J.A. van, Brabant op zoek naar boerderij voor het Openluchtmuseum. In: Brabants heem; 6 (1954) p. 26-30.

De benaming van houtverbindingen en constructieve houten elementen bij oude boerderijen: een poging tot systematisering. - Arnhem 1973.

BERENDS, G., - Een merkwaardige Friese boerderij bij Lekkum. - Arnhem 1978. - Gebinten en kapgebinten, dragers van het dak van oude boerderijen, schuren en vakwerkhuizen. In: Jaarverslag SHBO 1989. - Arnhem 1990, p. 21-43.

BERGMANS-BEINS, J.H., Oude boerenhuizen in Drenthe. In: Onze aarde; 4 (1931) p. 110-112.

BERNET KEMPERS, A.J., Vijftig jaar Nederlands Openluchtmuseum. - Arnhem 1962.

BLINK, H., Geschiedenis van den boerenstand en den landbouw in Nederland. - Groningen 1902-1904. - 2 dl.

BLOM, D. van, It riedling fen it Amelân. In: It Harmen-Sytstra-boek. - Sneek 1918, p. 73-78.

BOER, T.J. de, - De Friesche kleiboer, een historische schets. - Overdruk uit: Tweemaandelijksch tijdschrift; 4 (1897-1898). - Amsterdam 1898. - Artikel zonder titel, onder vermelding auteursnaam ‘B.’ In: Hepkema's nieuw advertentieblad; 22-7-1897. Boerderijtypen in Nederland. -'s-Gravenhage ca. 1970. - Uitgave Kon. Ned. Zuivelbond.

BOERENDONK, M.J., Historische studie over den Zeeuwschen landbouw. - Den Haag 1935.

BOSCHMA, N. en H. van KOOLBERGEN, Stolp of salon? De ontwikkeling van het huis met aangebouwd ‘vierkant’ in Broek in Waterland gedurende de 17e en 18e eeuw. - Arnhem 1985.

BOUMA, S.J., Bescherming van de oude landelijke bouwkunst. In: Neerlands volksleven; 10 (1960) 1, p. 5-10.

BOUMAN, J., De Noord-Hollandsche boer en zijn stolp van vroegeren tijd. In: De Boeren-goudmijn; 6 (1860) p. 231-244.

BOUWMEESTER, W.L., De ontwikkeling van Nederlands landschappen. - Den Haag 1911.

BRANDTS BUYS, L., - De boerderijbouw in Zuid-Holland. In: Bulletin Nederlandsche Oudheidkundige Bond; (1941) p. 80-88. - Aantekeningen bij hoofdstuk 21-27 van K. Uilkema: ‘Het ontstaan der huistypen in Nederland’, 1933. - 1941-1978 (niet gepubliceerd, archief SHBO). - De landelijke bouwkunst in Hollands Noorderkwartier. - Arnhem 1974. - Enige aantekeningen bij: K. Uilkema, Notities betreffende het boerenhuis ‘Groningen’. - Zuidhorn, juli 1980 (niet gepubliceerd, archief SHBO).

BROUNS, R. en F. RUITER, Boerderijen langs de Giessen: de ontwikkeling van boerderijen in de Alblasserwaard. - Delft 1986.

BRUNSKILL, R.W., - Vernacular architecture of the Lake Counties. - London 1974. - Illustrated handbook of vernacular architecture. - London 1978.

BUITENRUST HETTEMA, F., Ons Nederland: z'n zeden en gewoonten. In: Zwolsche courant; 19-10-1898.

CANNEMAN, E.A., Oude boerderijen in Zuid-Holland. In: Leven & werken; 5 (1941) p. 216-224.

CLAERHOUT, J., Hoeventrant. In: Biekorf; 24 (1913) p. 310-314.

CUMMING, E., Architecture in Britain. In: E. Cumming en W. Kaplan, The Arts and Crafts Movement. - London 1991.

DAAN, J.C., - Het Wieringse boerenhuis. In: Speelwagen; 1 (1946) p. 334-338. - Wieringer land en leven in de taal. - Alphen a/d Rijn 1950.

DASBERG, L. en J.W.G. JANSING, Meer kennis meer kans: het Nederlands onderwijs 1843-1914. - Bussum 1978.

DIJKEMA, H., Proeve van eene geschiedenis der landhuishouding en beschaving in de provincie Groningen, van de vroegste sporen der geschiedenis tot op onzen tijd. - Groningen 1851.

EBBINGE WUBBEN, C.H., Mededeelingen over Staphorst en Rouveen: II: Het huis en wat er in is. In: Driemaandelijkse bladen; 5 (1906) p. 35-58.

[p. 669]

FOLKERS, J.U., Zur Entwicklungsgeschichte des friesischen Hausbaues. In: Niederdeutche Zeitschrift für Volkskunde; 8 (1930) p. 65-110; Nachttrag t.a.p. 9 (1931) p. 129-174.

FRANCQ van BERKHEY, J. le, Natuurlijke historie van Holland. - Vooral dl. IX: Het rundvee. - Leiden 1811.

FRANQUINET, E., Boerderijtypen in Limburg. - Maastricht 1931.

GALLÉE, J.H., - Moeurs et Coutumes. In: Les Pays-Bas, Publication offerte aux journalistes étrangers, le 6 Septembre 1898. - S.1. 1898. - Het boerenhuis in Nederland. In: Brochure bij tentoonstelling van hulpmiddelen bij het aardrijkskundig onderwijs. - Amsterdam 1902. - Over het boerenhuis in Nederland: rede uitgesproken bij de opening der algemeene vergadering van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen op 5-6-1907. - Overdruk. - Het boerenhuis in Nederland en zijn bewoners. - Utrecht 1907-1908. - 2 dl. Geschiedenis van Friesland / red. J.J. KALMA e.a. - Herdr. van de uitgave 1968. - Leeuwarden 1973.

GIFFEN, A.E. van., - Ein Beitrag zur Germanenfrage im mittel- und westeuropäischen Grenzgebiete. - Bremen 1934. - (Veröffentlichungen der Väterkunde; 2). - Der Warf in Ezinge, Provinz Groningen, Holland, und seine westgermanischen Häuser. In: Germania; 20 (1936) p. 40-47. - Das Bauernhaus der Vor- und Frühgeschichte Nordwest-Europas. In: Niederschrift des Arbeitskreises für deutsche Hausforschung; (1952) p. 27-33.

GOOSSENS, W., - Kort verslag van de opgraving eener Romeinsche villa te Vlengendaal, gem. Bocholtz, door het Geschied- en Oudheidkundig Genootschap in Limburg in 1911. In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg; 48 (1912) p. 426-429. - Het Romeinsche landhuis en de Zuidlimburgsche hoeve. In: Bijblad Nederlandsche Anthropologische Vereeniging; (1913) p. 5-7 - Die römische Villa bei Vlengendaal. In: Bijblad Nederlandsche Anthropologische Vereeniging; (1916) p. 19.

GOOSSENS, W., J.H. HOLWERDA en N.J. KROM, - Opgravingen bij het Ravenbosch bij Valkenburg. In: Oudheidkundige Mededelingen Rijksmuseum Leiden; 2 (1908) p. 25-44.

GOUDSWAARD, N.B., Agrarisch onderwijs in Nederland 1783-1983. - Culemborg 1986.

HALBERTSMA, J.H., Letterkundige Naoogst. - Deventer 1840, p. 168-169.

HALBERTSMA, H., Terpen tussen Vlie en Eems. - Groningen 1963.

HARMSEN, G., Blauwe en rode jeugd. - Nijmegen 1975.

HARTS, K., De Leeuwarder normaal- en kweekschool 1859-1934. - Overdruk uit Leeuwarder nieuwsblad. - Leeuwarden 1934.

HASSELT, R.J.G.M. van., De oude boerderijen in onze streek. In: Jaarboek Oudheidkundige Kring De Ghulden Roos, Roosendaal; (1941) p. 35-52.

HAVIK, P.W., Boerderijen in Groningen. - Utrecht 1988. - (Stad en lande historische reeks; 7)

HEKKER, R.C., - De Zuidlimburgse boerderij: een Frankisch hoevetype. In: De maasgouw; (1942) p. 49-62. - Een weinig bekende studie over de Zuidlimburgse boerderij. In: De maasgouw; (1942) p. 79-80. - De Noordhollandsche stelphoeve. In: Noorderland; 2 (1942-1943) p. 44-52. - De ontwikkeling van de Gooise hoeve. In: Oudheidkundig jaarboek; S. 4, jrg. 12 (1943) p. 47-58. - De Noordhollandsche stolphoeve. - Assen 1944. - Het verdwijnen van de Saksische bouwkunst in Brabant en Limburg. In: Het noorderland; 3 (1944) p. 118-130. - De ontwikkeling van het boerenhuis in Limburg. In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg; 78-82 (1942-1946) p. 25-83. - De ontwikkeling der Nederlandse boerderijtypen. In: Specie; (1946) nr. 12, p. 6-7; nr. 13, p. 6-7. - Het Oldambtster boer'nspul. In: Groningen; 30 (1948) p. 84-96.

[p. 670]

- Het boerenhuisonderzoek in Nederland en monumentenzorg. In: Bulletin Nederlanse Oudheidkundige Bond; S. 6, jrg. 1 (1948) p. 105-106. - De Saksische hoeve in Westerwolde. In: Driemaandelijks bladen; N.s. 3 (1951) p. 79-108; en N.s. 4 (1952) p. 5-9. - De Zeeuwse hofstede. - Middelburg 1951. - De studie van het boerenhuis. In: Neerlands volksleven; 3 (1953-1954) p. 5-8. - Het boerderijonderzoek in Noord- en Zuid-Nederland. In: Handelingen van het 21e Vlaamse filologencongres. - Leuven 1955, p. 275-283. - De voorgeschiedenis van de boerderij in Oost-Nederland. In: Driemaandelijkse bladen; N.s. 7 (1955) p. 81-97. - De ontwikkeling van de boerderijvormen in Nederland. In: Duizend jaar bouwen: deel 2. - Amsterdam 1957, p. 197-316. - Stand van het boerderijonderzoek in Nederland. In: Handelingen van het 24e Vlaamse filologencongres. - Leuven 1961, p. 415-420. - Boerderijtypen in Groningerland. In: Groningen; 12 (1970) p. 209-223. - De dorpen. In: Dorp en stad in Limburg. - Zutphen 1981, p. 11-35. - Voor-middeleeuwse houtconstructies. In: Jaarverslag SHBO 1983. - Arnhem 1984, p. 36-44. - De Schouwse stolp. - Arnhem 1985. - De boerderijtypen in Zuid-Holland. In: Holland, regionaal historisch tijdschrift; 18 (1986) p. 158-180. - De museumboerderij uit Geleen-Krawinkel. In: B&M: bijdragen en mededelingen Nederlands Openluchtmuseum; 51 (1988) 1, p. 32-41. - De boerderijtekeningen. In: R.C. Hekker en J.M.G. van der Poel, De Nederlandse boerderij in het begin der 19de eeuw. 2e herz. dr. - Arnhem 1989, p. 21-75.

HENNING, R., Das deutsche Haus in seiner historischen Entwicklung. - Strassburg 1882. - (Quellen und Forschungen zur Sprach- und Kulturgeschichte; 47)

HERWIG, R.H., Oude boerderijen in Drente. In: Het huis oud en nieuw; 15 (1917) p. 109-112; en p. 119-123.

HESLINGA, M.W., De Saksische boerderijtypen. - Utrecht 1950. - Scriptie.

HEUTER, P., Die ländliche Bauweise des 15. und 16. Jahrhunderts im Schelde-, Maas- und Rheingebiet nach Darstellungen der spätmittelalterlichen Malerei. - Siegburg 1961. - (Quellen und Studiën zur Volkskunde; 4). - 2 dl.

HEUVEL, H.W., Volksgeloof en volksleven. - Zutphen 1909.

HEYDEN, C.J. van der, Het oud-Brabantsche boerenhuis. In: Opgang; 12 (1932) p. 418-419.

HOENS, J.A., Romein en Frank in Limburg. In: Limburg's jaarboek; 22 (1916) p. 150-179; en p. 188-213.

HOLWERDA J.H., Het Romeinsche landhuis in Nederland. In: Elsevier's geïllustreerd maandschrift; dl. 34, jrg. 17 (1907) p. 14-26; en p. 98-109.

HYLKEMA, H.B., Historische schets van de Nederlandsche zuivelbereiding. - Leeuwarden 1922.

HOOFT, P.J. 't., Nederlandsche boerderijen. - Amsterdam 1941. - (Heemschut-serie; 9)

HOUTEN, H.J. van, Onze boerderijen. In: Heemschut; 15 (1938) p. 115-119.

HUIJTS, C.S.T.J., - De ontwikkeling van de Midden-Delflandse boerderij. - Delft 1985. - Scriptie. - Boerderijen in Zuid-Holland aan de hand van Jan Verheul Dzn. In: Boerderijen in Zuid-Holland: aquarellen van J. Verheul Dzn. - Arnhem 1989, p. 15-25.

HIJSZELER, C.C.W.J., Boerenvoortvaring in de Oude Landschap. - Assen 1940. - 2 dl.

IDENBURG, P.J., De Leidse Universiteit 1928-1946. - Leiden 1978.

JANS, J., - Oude en moderne boerderijenbouw in Oost-Overijssel. In: Bouwkundig weekblad architectura; 49 (1928) p. 9-13. - Landelijke bouwkunst in Overijssel. In: Overijssel. - Deventer 1931, p. 238-254. - Landelijke bouwkunst in Oost-Nederland. - Enschede 1967.

[p. 671]

JANSE, H., Boerderijonderzoek op Terschelling. In: Bouw; 16 (1961) p. 1178-1180.

JONG, S. de, Vijf Noordhollandse boerderijbestekken. - Arnhem 1985.

JUNGE, K., Das friesische Bauernhaus. - Oldenburg 1936.

KALF, J., De Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst in de provincie Noord-Brabant: de monumenten in de vm. Baronie van Breda. - Utrecht 1912.

KLOOT MEIJBURG, H. van der, - Boerenwoningen. In: Bouwkundig weekblad architectura; 26 (1906) 23, p. 313-315. - Bouwkunst in de stad en op het land. - Rotterdam 1917. - Tachtig schetsen van boerenhuizen in Nederland. - Rotterdam 1908. - Onze oude boerenhuizen: tachtig schetsen van boerenhuizen in Nederland. - Rotterdam 1912. - Onze oude boerenhuizen: negentig schetsen van boerenhuizen in Nederland. - 2e uitgebr. en herz. dr. - Rotterdam 1920. - 1e dr. 1912.

KOKKE, C.Th., Rapport documentatie landelijke bouwkunst, opgesteld in opdracht van het Rijksmuseum voor Volkskunde, het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem. - 1953.

KOLK, H.W. van der, Beschrijving van een vee-boereplaats in Vriesland, groot 68 pondematen, benevens eene afbeelding van woning, stalling en hooischuur. In: Magazijn van Vaderlandschen Landbouw; 3 (1807) p. 134-158.

KORF, J., Het voorspel van het opus magnum van Brandts Buys en andere beelden uit de prenatale jaren van SHBO. In: Jaarverslag SHBO 1984. - Arnhem 1985, p. 28-52.

KUIJSTEN, A.M., - De inrichting van de bedrijfsgebouwen voor akkerbouw en veeteelt in Nederland. - Den Haag 1919. - De Geldersche boerderij. In: Gelderland. - Arnhem 1926, p. 396-409.

KUILE, G.J. ter, - Het eerste boerenhuis voor het Nederlandsch Openlucht-Museum. In: Provinciale Overijsselsche courant; 11-3-1916. - Ons Saksisch boerenhuis. - Zwolle 1912. - Overdruk uit: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant; 14-9-1912.

LANDWEER, G.J., De boo-en te Schoonebeek en Zuid-Drentsche melkmeisjes. In: Nieuwe Drentsche volksalmanak; (1915) p. 137-156.

LASIUS, O., Das friesische Bauernhaus. - Strassburg 1885. - (Quellen und Forschungen zur Sprach- und Culturgeschichte; 55, 1)

LECLERQ, W.L., Limburg, land en menschen. - Amsterdam 1949.

LEUSEN, H.J. van en W. VROOM, Boerderijen in Nederland; red. Heidemij. - Amsterdam 1941.

LODDER, T., Boterbereiding en boerinnenverzet in Friesland, 1880-1910. In: Vrouwen van het land, anderhalve eeuw plattelandsvrouwen in Nederland. - Zutphen 1989, p. 45-65.

LOEY, A. van, Schönfelds historische grammatica van het Nederlands. - Zutphen 1970.

LORIE, J., Middelzee en Westergoo. In: Tijdschrift Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap; R. 2, jrg. 39 (1922) p. 419-477; en R. 2, jrg. 40 (1923) p. 51-54.

LUITJENS-DIJKVELD STOL, R.A., De oud-Groninger schuur. In: Groningse volksalmanak; (1970-1971) p. 61-98.

MEISCHKE, R., - Monumentenzorg 1911-1961. In: Strijd om schoonheid. -Amsterdam 1961, p. 42-73. - Beschouwingen over de Nederlandse monumentenzorg tussen 1918 en 1970. - Amersfoort 1988.

MEITZEN, A., Siedelung und Agrarwesen der Westgermanen und Ostgermanen, u.s.w. - Berlin 1895.

MOLEN, S.J. van der, - De laatste oud-Friesche greidboerderij verbrand. In: Nieuwsblad van Friesland; 18-7-1934. - Het Drentsche boerenhuis. In: Meppeler courant; 14-12-1934; 21-12-1934; 28-12-1934; en 4-1-1935. - Verschenen in 4 afleveringen. - Us âlde boerepleatsen. In: Sljucht en rjucht; 40 (1936) p. 339-342. - Hwet is in binhús? Bitizing fen bigripen. In: It heitelân; 18 (1936) p. 43-45.

[p. 672]

- Oanteikeningen oer it Fryske boerehûs. In: It heitelân; 19 (1937) p. 105-106; p. 144-146; p. 165-167; p. 186-188; p. 209-214; p. 235-238; p. 256-260; en p. 291-297. - Verschenen in 8 afleveringen. - Over de benamingen van eenige onderdeelen van het Friesche boerenhuis. In: Tijdschrift Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap; R. 2, jrg. 56 (1939) p. 626-637. - Het Drentsche boerenhuis. In: Het R.K. bouwblad; 11 (1940) p. 298-304. - Verwante greidboerderijen aan weerszijden der Zuiderzee, dl. I. In: Nieuwsblad van het noorden; 22-5-1939. - Ezinge: Saksische of Friesche huizen? Een vergelijkende studie. In: Tijdschrift Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap; R. 2, jrg. 57 (1940) p. 804-815. - De Schoonebeeker booën, hun dienst en hun bouw. In: Tijdschrift Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap; R. 2, jrg. 57 (1940) p. 1-12. - Het boerenhuis in Westerlauwersch Friesland. In: Hamer; 2 (1940) p. 7-9. - Het boerenhuis in Nederland. In: Volksche wacht; nov. 1941. - Later ook in: Volk van Nederland. - Amsterdam 1943, p. 81-115. - Het Friesche boerenhuis in twintig eeuwen. - Assen 1942. - Oude huizen in de Oude Landschap. In: De wandelaar; 16 (1948) p. 178-181. - Wat was de z.g. ‘Groninger schuur’? In: Maandblad Groningen, letterkundig tijdschrift; 30 (1948) p. 212-222. - Oud-Fries huis wortelt in de IJzertijd. In: Leeuwarder courant; 19-7-1969.

MULDER, J.A., Drie boerderijen te Oud Beets in Opsterland: de overgang van het gemengde bedrijf naar veeteelt op de Friese zandgrond. In: Jaarverslag SHBO 1988. - Arnhem 1989, p. 26-43.

NAARDING, J., De boo. In: Saxo-Frisia; 2 (1940) p. 65-71; en p. 86-91.

NISPEN tot SEVENAER, E. van, Woord vooraf bij: Boerenwoningen in Nederland uit de XVIIe en XVIIIe eeuw. - Voorwoord bij ongepubliceerd manuscript door H. Korringa (1948).

OCKERS, B., Komt maar kijken, en ziet wat wij niet hebben... In: B&M: bijdragen en mededelingen Nederlands Openluchtmuseum; 48 (1985) p. 11-20.

OFFRINGA, C., Van Gildestein naar Uithof: 150 jaar diergeneeskundig onderwijs in Utrecht: deel I: 's Rijks Veeartsenijschool 1821-1918. - Utrecht 1971.

OLST, E.L. van, - Rijsen Ooijen, een historische boerderij in de Tielerwaard. In: Jaarverslag SHBO 1987. - Arnhem 1988, p. 28-53. - De boerderijen in de provincie Noord-Holland. In: Landelijke bouwkunst Noord-Holland: documentatiemap SHBO. - Arnhem 1989, bl. 3-6. - De boerderijontwikkeling in Noord-Brabant. In: Landelijke bouwkunst Noord-Brabant: documentatiemap SHBO. - Arnhem 1988, bl. 3-4 Ons eigen land. - 's-Gravenhage 1910. - Uitgave b.g.v. het 25-jarig jubileum van de A.N.W.B. Ontwerpen voor bouwhoeven. In: Bouwkundige bijdragen, dl. VIII, 5e stuk. - Amsterdam 1853.

PETERS, C.H., - Overzicht der boerenplaatsenbouw in Nederland. - Sneek 1875. - Oud-Groningerland. In: Bouwkunst; 3 (1911) p. 125-210; 4 (1912) p. 53-146. - Beschrijving van oud-Groningerland. In: Bulletin Nederlandsche Oudheidkundige Bond; S. 2, jrg. 10 (1917) p. 139-195.

POEL, J.M.G. van der, - Heren en boeren: een studie over de Commissiën van Landbouw (1805-1851). - Wageningen 1949. - Het boerenhuisonderzoek in Nederland. In: Brabants heem; 14 (1962) 4, p. 92-98. - Het landbouwonderwijs in Nederland tot 1918. - Wageningen 1976. - Het Noordhollandse weidebedrijf in de 19de eeuw. In: Holland, regionaal historisch tijdschrift; 18 (1986) p. 148-157.

[p. 673]

- Het Kabinet van Landbouw. In: R.C. Hekker en J.M.G. van der Poel, De Nederlandse boerderij in het begin van de 19de eeuw. - 2e herz. dr. - Arnhem 1989, p. 1-20.

POSTMA, O., - In pear opmerkingen... In: Swanneblommen; (1919) p. 69-71. - De Fryske boerkerij om 1600 hinne: verslag van lezing gehouden te Leeuwarden in augustus 1928. In: It heitelân; 11 (1929) p. 137-167. - Alde Fryske lânboutastânnen. In: It heitelân; 17 (1935) p. 269-274. - Binhús en bûthús. In: It heitelân; 19 (1937) p. 238-239.

PROOIJE, L.A., De vakleu en et vak: boerderijen in Oost-Gelderland vanaf de eeuwwisseling tot ca. 1940: vaktermen en werkwijze. - Arnhem 1984.

RATSMA, P., Jan Verheul Dzn., Strijder voor behoud van stad en landschap. In: Boerderijen in Zuid-Holland: aquarellen van J. Verheul Dzn. - Arnhem 1989, p. 7-14.

RHAMM, K., Dorf und Bauernhof im altdeutschen Lande, wie sie waren und wie sie sein werden. - Leipzig 1890.

RUTTEN, F., Vakwerkbouw in Limburg. In: De wandelaar; 1 (1929) p. 114-118.

SCHRIJNEN, J., Nederlandsche volkskunde. - Zutphen 1915.

SINIA, J.G., Een merkwaardige hoeve in de Baronie van Breda. In: Het huis oud en nieuw; 10 (1912) p. 373-379.

SJÖLIN, B., Einführung in das Friesische. - Stuttgart 1969.

SLICHER van BATH, B., Mensch en land in de middeleeuwen. - Assen 1944. - (Van Gorcum's historische bibliotheek; 28). - 2 dl.

SMITS, G., Boerderijbouw. In: Bouwwereld; 6-6-1917.

SPAHR van der HOEK, J.J., Geschiedenis van de Friese landbouw. - Drachten 1952.

TIESING, H., - De boerendeel in het oud-Saksisch woonhuis. In: Nieuwe Drentsche volksalmanak; 39 (1921) p. 37-48. - Uit en over de Drentsche dorpen. In: Vragen van de dag; 21 (1906) p. 534-547.

TIJN, Th. van, - Het sociale leven in Nederland: het algemene karakter van het tijdvak 1875-1895. In: Algemene geschiedenis der Nederlanden. - Haarlem 1978, dl. 13, p. 77-89. - Het sociale leven in Nederland: het algemene karakter van het tijdvak 1895-1914. In: Algemene geschiedenis der Nederlanden. - Haarlem 1978, dl. 13, p. 306-313.

TREFOIS, C.V., - De plattegrondsvormen van z.g. ‘frankische’ boerderijtypen en hun geographische verspreiding in ons land: bijdrage tot de studie van den Vlaamschen huizen- en hoevenbouw: deel I. - Aalst (België) 1933. - De ontwikkelingsgeschiedenis van het noord-Nederlandsche en Vlaamsche boerenhuis. In: Verslag van den zevenden ontwikkelingsdag 2 mei 1936 van de Zeeuwsche Landbouwmij. - Middelburg 1936, p. 34-47. - De bouw der boerenhoeven in de Zuidelijke Nederlanden. - Antwerpen 1941. - Van komwoning tot Vlaamsche boerderij. - Amsterdam 1942.

UTRECHT DRESSELHUIS, J. Ab., De provincie Zeeland in hare aloude gesteldheid en geregelde vorming beschouwd. - Middelburg 1836.

VEGT, M. van der, Oude gebouwen op het eiland Texel. In: Het huis oud en nieuw; 7 (1909) p. 161-174.

VEN, D.J. van der, - Neerlands volksleven. - Zaltbommel 1920. - Het Nederlandsche boerenhuis. In: Haagsch maandblad; 2 (1925) 4, p. 357-365.

VERHAGEN, P., De stem van het water. - Molenaarsgraaf 1987.

VERHEUL Dzn., J., - Oude boerenhofsteden in Zuid-Holland. - Rotterdam 1930.

[p. 674]

- Oude boerderijen aan den Dordtsche straatweg in de gemeente Rotterdam. In: Rotterdams jaarboekje; R. 3, jrg. 10 (1932) p. 61-71.

VOSKUIL, J.J., - Van vlechtwerk tot baksteen. - Arnhem 1979. - Tussen Twisk en Matenesse: faseverschillen in de verstening van de huizen op het platteland van Holland in de 16e eeuw. In: Volkskundig bulletin; 8 (1982) p. 1-46.

VRIES, D.J. de, Middeleeuwse boerderijplattegronden en de oudste bekende kapconstructies: vraagtekens bij het onderzoek naar vroege draagconstructies. In: Jaarverslag SHBO 1983. - Arnhem 1984, p. 45-61.

VRIES, H. de, Landbouw en bevolking tijdens de agrarische depressie in Friesland 1878-1895. - Wageningen 1971.

VROOM, W., De Geldersche boerderij. In: Bouw; 1 (1946) p. 696-701.

WARDENBERG, B.D.G., Verhandeling over de ontginning der woeste zand- en veengronden. - Groningen 1829.

WATERBOLK, E.H., Wat men onder ‘Fries’ verstond. In: Filologica Frisica: Lezingen en debatten fan it 3de Fryske Filologekongres, augustus 1962. - Groningen 1963, p. 11-22.

WIERSMA, J.P., Erf en wereld. - Drachten 1959.

WINKLER, J., Land, volk en taal in West-Vlaanderen. In: Oud-Nederland. - Den Haag 1888, p. 107-163.

WITTEVEEN, A., It Fryske boerehûs nei 1500 yn Westerlauwersk Fryslân. In: It heitelân; 9 (1927) p. 259-268.

WUBBELS B.F., Het onvoltooide verleden van de Zuidlimburgsche boerderij in het Nederlands Openluchtmuseum. In: B&M: bijdragen en mededelingen Nederlands Openluchtmuseum; 49 (1986) p. 54-63.

ZANDEN, J.L. van, De economische ontwikkeling van de Nederlandse landbouw in de 19e eeuw, 1800-1914. - Wageningen 1985. - (A.A.G. bijdragen; 25)