tans voor een openbare verklaring. Wenscht de Heer ook dat ik om de waarheid ergernis geve aan mijn zusters? En dan het practisch besluit. Paul, om deze boodschap die ik niet weigeren kan, lijd ik reeds dagen en nachten. Moeder Overste bemerkt mijn uitwendige ongesteldheid en ook de andere zusters zijn bezorgd. Hoe vreeselijk als die straks mijn uitkomst zullen weten. Ach, Paul, die ergernis het ergste. En verder, wat zal ik straks in de wereld doen nu ik je nader kom en toch een bruid Christi blijf? Paul, oremus pro invicem!’
Zuster Angelina.
In nieuwe gemoedsverbijstering staarde Paul strak op het briefje en geraakte meer en meer bedroefd om de scherpe geesteshouding van deze vrouw; met een zucht borg hij de brief in zijn portefeuille en luisterde toen aandachtig naar een groote kerkklok die, achter de daken der huizen, uit den mist begon te luiden, dof en diep als uit een gesloten kelder waar God met zich-zelf alleen was.