zichtbaarheid was bijna identiek. Maar de kerk rechts kwam in verwonderde contemplatie. Paul ondervond het: serafieke aanvechting onmiddellijk uit de kerk. Een venster viel open: hij zag de koperen punten van de kaarsen; verder het soepel en warm beeld van Onze-lieve-Vrouw. Paul sprak tot haar; ‘Ave Maria’. Hij sprak zeer bewust als goed katholiek, bewuster nog want het hoofd der Heilige Maagd had de richting der Heilige Linie; Paul sprak nog tot haar: ‘Ave Maria!’ God en hij: beiden wisten dat zijn offer reeds gebracht was: het sacrificie van zijn natuurlijk instinct aan elke bovennatuurlijke wet; niet het offer der passie zelf. Paul walgde van zelf-verminking der ziel; zijn passie werd veredelde soort en buiten de zinnen; Beatrice onduldbaar: zij was hem Latijnsch-nationalistisch; Laura nog meer onduldbaar, want heidensch. Maria, de Heilige, Maria alleen.
Paul bad zijn Rozenkrans; de blonde vlechten van Onze-lieve-Vrouw werden duidelijker in hem; de mantel vergeet-mij-niet-blauw; ook aan de horizont der stad werd de aanwezigheid der zon veel precieser;