Stoute kinderen voor zoete kinderen(1860)–J. Norweb– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] Piet de huilebalk. Ziet nu dien stouten Piet eens aan! Die grompot is pas opgestaan, Of hij staat reeds te huilen, Te kniezen en te pruilen! Zoo gaat het voort den heelen dag! Nooit trekt zijn mond zich tot een' lach. - Zijn oogen zien als vuur zoo rood! Foei! huilebalk! nooit wordt je groot. - Waar hij ook staat, Of waar hij gaat, 't Is of die Piet Den vloer begiet; Een kniesoor is hij, anders niet Die stoute kruidje-roer-me-niet! Maar ziet, eens komt zijn vader t'huis, Hij draagt een pakje onder 't buis, En zegt: ‘kom Piet, kom jij eens hier; Je hebt in 't huilen zoo'n pleizier, Ik heb u dus eens goed bedacht, En een prezentje meê gebragt. - Zie hier een breedgeranden hoed, Zoo zwart als roet, [pagina 7] [p. 7] Net als de huilebalken dragen; En hier een mantel ruim en wijd, Om elken keer wanneer gîj schreit Of knorrig zijt te dragen.’ - [pagina 10] [p. 10] Piet wil terstond aan 't huilen gaan; Maar vader trekt hem 't pakjen aan; En zet den kleinen serviteur, Zóó aangekleed voor d' open deur! - Door al de jongens uit de buurt Wordt 't huilebalkje aangegluurd! Zij schreeuwen tot zijn groot verdriet: ‘O! huilebalk! O! zwarte Piet!’ Piet kreeg berouw en werd confuus; Hij vroeg zijn' vader gaauw excuus. - En sedert is hij braaf en zoet Uit vrees voor mantel, bef en hoed! Vorige Volgende