Stoute kinderen voor zoete kinderen(1860)–J. Norweb– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Geschiedenis van Jantje Pulkneus. Jantje telde zeven jaren, Hij was vlug en welgebouwd, Frisch van kleur en bruin van haren, Zoo als gij hem hier aanschouwt, Maar, als hem zijn neusje jeukte, Stak hij altijd naar zijn' zin Daar zijn kleinen vinger in. - Dikwijls zei hem dan zijn moeder, Of de meid, of wie het zag: ‘Jantje, houd toch op met pulken! Foei! je weet dat dit niet mag! - Je neusje wordt zoo rood en dik, Dat ik gedurig er van schrik; Geloof me, eens valt tot je straf Je heele neus er nog eens af.’ Dat hoorde hij wel honderd keer; Maar Jantje pulkte telkens weêr. - En 't neusje zwol, Zoo dik en bol, [pagina 3] [p. 3] En werd zoo rood,..... Net als een kroot! Toch pulkte Jantje meer en meer En heel zijn neus werd ééne zweer Maar ééns, verbeeld u nu zijn schrik, Eens, op een droevig oogenblik Dat hij alweêr te pulken stond,... Viel ... ‘bons!’ zijn neusjen op den grond! Toen hielp geen kermen en geen huilen; Daar stond hij zonder neus te pruilen; En 'k zeg het u met grooten spijt: Jan is en blijft zijn neusje kwijt! - Geen zakdoek kan hij ooit gebruiken, Geen enkle bloem kan hij meer ruiken! En, ieder die den jongen ziet, Zegt: ‘Waarom liet ge 't pulken niet?’ Vorige Volgende