oog hield. Niet te dicht eronder; er konden onderzeese rotsen zijn. Maar ook niet het gezichtsverband verliezen.
Vaag tekende een berg, hoog uitrijzend boven de kustlijn, zich tegen de grijze nachtlucht af.
Was dat...? Het kon niet, meende Zarco. Toen Pero en hij hun laatste bestek opmaakten, dat was gisteravond, hadden zij gezegd: Nog twee, drie dagen. En het kon óók niet omdat er een licht windje woei en de zee kalm was. Het was onmogelijk dat die berg de Kaap der Stormen was. Op ruime afstand gleden ze aan de rots voorbij...
‘Houd je roer recht!’ vermaande Zarco de roerganger.
‘Ik houd het midscheeps, stuurman,’ antwoordde die.
Zarco keek op het kompas. Het was zo, ze voeren zuiver west. Die koers had hij van Fero de Alquemer overgenomen. En toch week de kust af. ‘Geef een beetje stuurboord, roerganger.’
Meteen tuurde Zarco achteruit. In het oosten daagde het eerste licht; de zee kreeg glans. De rots die zij gepasseerd waren stond zwart en scherp getekend tegen een opalen lucht. En nu herkende Zarco hem. Zó had hij de rots gezien tien jaar geleden, toen ze na dat uur van helse angst en nood de dood ontkomen waren. Dit was de Kaap!
Hij wekte Vasco da Gama en Pero de Alquemer. ‘We zijn de Kaap voorbij!’ Toen de admiraal en de opperstuurman op de kampanje kwamen waren al de bootsgezellen al aan dek, door de uitkijken gepord en meteen hun kooien uitgesprongen. Ze staarden allemaal verbijsterd naar de rots; ze konden het niet geloven. Maar de zon was laaiend uit zee opgedoken en de kaap stond nu haarscherp getekend tegen een vurige ochtendhemel. Allen die met Bartholomeüs Dias waren meegeweest herkenden hem: het wàs de Kaap!
Thans was het echter niet de Kaap der Stormen. De zee was kalm, een zuidenwind stuwde hen voorspoedig voort naar het vaderland. Het was nu werkelijk Kaap de Goede Hoop.
Ze deden nog vijf maanden over de thuisreis. Wijd uit te zwerven over het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan was op de thuisreis niet nodig. Dezelfde noordelijke zwenking in de westenwinddrift die hen op de uitreis bij de Oranjerivier had gebracht, terwijl zij hoopten Kaap de Goede Hoop voorbij te zijn, voerde hen thans naar het noorden. Het ging weer stap voor stap. Evenals in Oost-Afrika liet Vasco da Gama ook langs de westkust herhaaldelijk land aandoen om verse victualiën in te slaan. Tot elke prijs wilde hij een nieuwe uitbarsting van scheurbuik