Romboud, of De getemde snorker(ca. 1715)–Jan Noozeman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Twaalfde toneel. Frank. HIer leyt een drommels huis, die ziet hier donker nit; Het is een bullebak, een krygsman in zyn huit. Hoe zal ik nog op 't best, dit vuile varken wassen; Dit moet gemiddelt zyn, hier dien ik op te passen, Daar moet een smeering af, zo ik de vrede maak; 't Zal wel te doen staan; nou, hier niet lang morgen spraak, 'k Moet Romboud datelyk gaan, een loutere vrees aan jagen, En dan van dezen Uil, hem maken weer ontslagen; 't Is volk van eender aart, twee Snoevers zonder hert. Hy klopt. Romboud, van binnen. Wie klopt daar? Frank. Ik, doe op. Vorige Volgende