en in het land voorlopig laat rotten, zoals zij dat noemen. Maar het is geen rotten, het is gisten.
Met geen mogelijkheid is de uitkomst te schatten, maar het kan nooit meer worden zoals het was. De contacten tussen de landen, en nu voor het eerst hier in Frankrijk, tussen de klassen zijn legio. Het feit dat de Gaulle de situatie in de hand heeft, betekent niets meer. Het is al even weinig waard als de harde hand in Polen of de stilte in Rusland. Men is zich ervan bewust dat het, al met al, een minderheid is die aan het werk is. Maar dat is altijd zo geweest. Alleen, die minderheid is effectief, gearticuleerd, het zijn ijveraars en de ideeën, die zij aan de meerderheid doorgeven, zijn niet van lucht en worden gehoord. Als er iets in Parijs bewezen is, is het dat wel.
En veel mensen zijn door veel manden gevallen, niet in de laatste plaats de communistische partij, die definitief gekozen heeft voor het systeem, waarin zij eenzelfde soort macht zou kunnen uitoefenen als een gaullisme, om het eerste maar op te noemen. ‘Denk aan Kronstadt’ stond ergens op een muur en dat is een hardhandige waarschuwing. Niet alleen hebben veel communisten niet willen erkennen, dat ze het elan van de studenten gebruikt hebben om het bij het eerste stormteken te ontkennen en het op een akkoord te gooien, waar ze zonder de studentenactie niet eens over hadden mogen praten en dat door hun eigen leden smadelijk geweigerd werd, maar ze hebben zich ook niet gerealiseerd dat ze dat op een groot en open toneel gedaan hebben, waarop ze voor iedereen, ook hun vroegere volgelingen, zichtbaar waren en de maskers op hadden van het systeem, waar nu juist alles tegen begonnen was.
Het failliet van een gaullisme is niet tragisch, het is logisch. De klok slaat, de zandloper valt om, gisteren is voorbij. Zoiets gebeurt morgen of volgend jaar zelfs in Nederland. Maar dat de Gaulles tegenstanders niet beseffen, dat ze alleen maar profiteurs geweest zijn van een door anderen vervaardigde stormvlaag, juist dát zal ze morgen en op precies dezelfde manier tegenover die ‘anderen’ stellen en tegen die tijd zijn het er meer. Goed, ik trek eruit, terug naar de parkachtige rust van de Lage Landen, waar een mens door dijken beschermd tot aan zijn 91ste van de eeuwige rust mag genieten, waar nog studenten zijn die in jacquet lopen en ‘beste kerel’ tegen elkaar zeggen.
Maar dat de Provo's begónnen zijn, is niemand hier vergeten en gisteren kreeg ik een verslag, op groen