De 'Poeticsche werken'
(1975)–Jan van der Noot– Auteursrechtelijk beschermdVerklarende aantekeningenD. Michael...(sprekende regel op f 1r): kerkelijke approbatie door Michaël Hetsroy. Hoogstwaarschijnlijk is tegelijk met dit titelblad de resterende produktie van s'Conincx aan de censor aangeboden, zodat het volstond de kerkelijke goedkeuring enkel op de titelbladzijde aan te brengen. De sprekende regel onderaan f 2v is, zoals bij het onmiddellijk voorgaande titelvel 1591, overgenomen van titelvel 1589-1590, maar ditmaal van f 1r-v. Michael Hetsroy Breugel (oBrussel †Antwerpen 18 dec. 1593) Zoon van Thielman Hetsroey en van Aleydis a Bruegel. In aug. 1557 wordt hij ingeschreven als student aan de Leuvense universiteit onder de ‘Pauperes Standonici’; Hetsroy behaalt er de graad van licentiaat in de theologie en wordt naderhand zelf regent van het Standonckcollege. Op 3 nov. 1569 is hij pastoor te Kampen. Na de inneming van deze stad in 1572 door graaf Willem van den Berg wijkt Hetsroy uit naar 's-Hertogenbosch. Op 27 feb. 1573 benoemt Sonnius hem tot kanunnik te Antwerpen. Hij resideert er in 1575 en wordt subplebaan. Tijdens het calvinistisch bewind blijft Hetsroy te Antwerpen tot einde 1583; daartoe heeft hij op 25 juli 1579 een eed afgelegd om te mogen prediken. In 1581 heet hij vice-decanus. In 1589 wordt hij gesignaleerd als censor librorum en in 1590 als scholaster. Bij Torrentius heet hij ‘vir optimus et santissimus’. Lit.: Grafschriften, IV, 315; Plantin, Corr., IX, 523; Prims, VIII, 3de boek, 47; Schillings, 553; Torrentius, I, 488; III, 529, 533. |
|