De 'Poeticsche werken'
(1975)–Jan van der Noot– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PW gedrukt door Gillis van den Rade 1580-1585Situering en behandelingHet ontstaan van de oudste vellen die wij thans tot de PW rekenen mag niet losgedacht worden van Jan van der Noots overig oeuvre, dat door Gillis van den Rade in dezelfde periode gedrukt is. De overeenkomst inzake formaat der blz. (290 bij 190 mm), lay-out, zetspiegel en watermerken tussen de vellen matthias en croy enerzijds, CB/Abr en LvB anderzijds, kan bezwaarlijk als een toeval worden afgedaanGa naar voetnoot1. In feite zijn deze oudste vellen der PW oorspronkelijk niet als afzonderlijke publikatie bedoeld, maar wel als liminaria in exemplaren van CB/Abr of LvB. Als noodzakelijk bewijs voor deze wel zeer geconditioneerde bestaansreden der PW kunnen verscheidene feiten gelden. Naast de reeds vermelde stoffelijke overeenkomsten dienen hier ook reeds Van der Noots antecedenten op dit gebied aangestipt te worden, die pas later uitvoeriger ter sprake komenGa naar voetnoot2. Parallel met deze gevallen heeft matthias dienst gedaan als opdrachtgedicht in exemplaren van CB/AbrGa naar voetnoot3 en in LvBGa naar voetnoot4. Een dergelijk gebruik is ons weliswaar niet overgeleverd voor croy, maar wel weten wij dat - helaas niet nader genoemde - werken van Jan van der Noot in de bibliotheek van Charles de Croy voorhanden warenGa naar voetnoot5. Deze oudste functie der eerste PW blijft ons nog steeds overgeleverd dank zij een a.h.w. codicologische samenhang: niet minder dan vijftien stuks op een totaal van tweeëntwintig bewaarde bundels PW uit de periode 1580-1585 maken deel uit van een convoluut, bevattende naast de PW ook nog het CB/Abr en/of de LvBGa naar voetnoot6. Bij Gillis van den Rade zijn in de periode 1580-1585 achtentwintig vellen PW gedrukt. De chronologische volgorde, waarin zij hierna beschreven worden, danken wij aan de samenhang der watermerken en aan de samenstelling van elke bundel PW afzonderlijk. De mogelijkheid tot ordening aan de hand van de watermerken is vrij duidelijk. Gesteld een watermerk (a), waarvan wij reeds vooraf weten dat dit als vroegste watermerk gebruikt wordt, komt voor als enig filigram in vel x. Daarnaast kennen wij een vel y met als watermerken (a + b), en ten slotte stoten wij op een vel z met als exclusief watermerk (b). De vraag naar de volgorde van de drie vellen wordt in dit geval zeer eenvoudig: x, y en z zijn in deze volgorde gedrukt, ter wille van de logische overgang van het als vroegste erkende watermerk (a) naar het latere (b) via een normaal overgangsstadium, waarin beide voorkomen (a + b)Ga naar voetnoot7. Er is een poging ondernomen om bevestiging van deze samenhang, evenals een chronologisch houvast te bereiken aan de hand van Gillis van den Rades overige produktie, en wel op basis van de volgende redenering: de opeenvolging der vellen, gesteund op de rangschikking der watermerken, levert ons als resultaat enkel de relatieve chronologie der PW, los van enig jaartal, aangezien slechts de titelvellen gedateerd zijn. Daarom kan enkel een situering van de watermerken der PW te midden van andere filigrammen in papier, door dezelfde drukker op secuur dateerbare tijdstippen gebruikt, ons een veilige datering schenken. Trouwens, wanneer de oudste vellen PW in verband gebracht worden met CB/Abr en LvB, dan kan dit hoofdzakelijk geschieden op basis van de overeenkomst inzake watermerken. Daarom zijn Van den Rades drukken, thans bewaard in de Brusselse Koninklijke Bibliotheek en de Gentse universiteitsbibliotheek, aan de hand van BT nagezien m.b.t. de filigrammen, doch met negatief resultaatGa naar voetnoot8. Is dit onderzoek, mede door het gering aantal geraadpleegde exemplaren, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in se onbevredigd verlopen, dan versterkt deze uitkomst toch wel indirect de samenhang van de PW op basis van de watermerken: wanneer in Van den Rades overige produktie van een bepaald jaar de filigrammen van de PW uit dezelfde periode niet aangetroffen worden, dan bekrachtigt deze breuk met het omliggende drukwerk de interne samenhang der PW, gezien de continuïteit van een zelfde watermerk of van een zelfde combinatie ervan in Van der Noots werk en nergens elders. Deze uiteenzetting tot nu toe beoogt anderzijds niet aan de watermerken een monopolie betreffende bibliografische bewijsvoering toe te kennen. Even belangrijk is het samenspel van de geleidelijke aangroei der PW en de wisselende, zowel toe- als afnemende omvang der bewaarde bundels. De overeenkomst tussen deze twee ogenschijnlijk onafhankelijke processen bezit even grote materiële bewijskracht als de studie der watermerken. De uiteenzetting van deze verhouding behoort echter tot het hoofdstuk, gewijd aan de bundeling. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[1580]Matthias [1]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudSERENISSo ATQVE ILLVSTRISSo ❘ PRINCIPI D.D. MATTHIAE ARCHIDVCI ❘ AVSTRIAE, DVCI BVRGVNDIAE, &c. TOTIVS BELGIAE ❘ GVBERNATORI DIGNISSIMO, DOMINO ❘ ATQVE HEROI CLEMENTISSo. (S4 IT leuidense licet Princeps clarissime munus) (1-45). (Cum primùm agresti loquerentur voce Latini) (46-83). Tuae Sertis. ❘ hum. cliens ❘ Ioh. Vander Noot. (84-86). (En heb' coomende al=hier dees Poësien veerdigh) (238-267). Vvver vorstelycker ghenaden, ❘ Onderdanighe Dienaer ❘ IAN VANDER NOOT. (268-270). AV TRESILLVSTRE PRINCE ❘ DON MATTHIAS ARCHIDVCQ D'AV- ❘ STRICE, DVCQ DE BOVRGOINGNE &c. ❘ GOVVERNEVR ET CAPITAINE GENERAL ❘ DES PAYS BAS. ❘ ODE. (P2Rince de grand valeur, n'eusses tu autre grace,) (271-308). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
Bloemletter: S 16,8 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8721 in AKAW G322 f 12, AUB 2842B28 f 6, ASB C92022 f 7, ASB C91675 f 45, BKB II618381 f 8, GUB G11737 f 6, UUB 211B223 f 8, UUB 211B221 CB/Abr, f A2χ1, GUB G117361 Lvb, f E1χ4, GRUB EEe403 f 9 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 9 en 12 met Bi(b), AUB 2842B28 f 6 en 9 met Bi(b), AUB 976A2 f 18 en 21 met Bi(b), ASB C92022 f 4 en 7 met Bi(b), ASB C91675 f 45 en 48 met Bi(b), BKB II618381 f 5 en 8 met Bi(b), GUB G11737 f 3 en 6 met Bi(b), GRUB EEe403 f 9 en 10 met Bi(b), BM 11555.g.25 (3) f 5 en 8 met Bi(b), BN Rés. Yi.4 f 9 en 12 met Bi(a), BN Rés.Yi.4 f 13 en 16 met Bi(b), OBL N296(1)f 5 en 8 met Bi(b), UUB 211B223 f 5 en 8 met Bi(b), UUB 211 B221 CB/Abr, f A2χ1 en A2χ4 met Bi(b), KKB 18-177 CB/Abr, f A2χ1 en A2χ4 met Bi(b), WNB *35.0.61 CB/Abr, f A2χ1 en A2χ4 met Bi(b), BM 11555.g.26 (2) CB/Abr, f A4χ1 en A4χ4 met Bi(b), GUB G117361 LvB, fE1χ1 en fE1χ4 met Bi(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenAls uiteindelijke Verdeling is de versie gekozen, ontstaan na de overgang van Bi(a) naar (b). Deze wijziging is zeer vlug geschied, aangezien slechts één exemplaar, thans bewaard in de Parijse BN, de vroegste schikking bezit. In GRUB EEe403 is de zetfout in r. 69 ‘landis’ gecorrigeerd door het interlineair toevoegen van een u. Enkel het watermerk in AKAW, ASB C92022, BKB II618381, UUB 211B221, GRUB en GUB G11736 beantwoordt volledig aan het archetype van Briquet 8721; de resterende exemplaren missen de vierbladige bekroning. GRUB EEe403 is verkeerd ingebonden, vermoedelijk te wijten aan het ontbreken van signaturen. De zetspiegel van Bu(f 1r: 219,5 mm; f 2v: 220,5 mm) heeft vrijwel dezelfde hoogte als CB/Abr f A2v (220 mm) en f A3r (221 mm), waartussen de vellen matthias geschoten zijn in KKB, UUB, BM 11555.g.26 (2) en WNB. Deze positie is dan ook vermoedelijk oorspronkelijk bedoeld. Het vignet op f 2r in Bi(b) bestaat uit twaalf blokjes, te herleiden tot twee types, die beide voorkomen in Type specimen facsimiles. Reproductions of fifteen type specimen sheets issued between the sixteenth and eighteénth centuries...General editor John Dreyfus. With an introductory essay by Stanley Morison, London, 1963, pl. 2 ‘Konrad Berner, Frankfurt 1592’. Deze bloemen zijn eveneens in het bezit van andere drukkers, zo van Daniël Vervliet (zie blz. 75) en van Gillis Rooman te Haarlem (zie H.J. Laceulle-Van de Kerk, De Haarlemse drukkers en boekverkopers van 1540 tot 1600, 's-Gravenhage, 1951, 399, nrs. 76-84). In OBL is op de rechter benedenhoek van f 1r een oude, geschreven binderssignatuur B nog slechts gedeeltelijk zichtbaar (afgesneden). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Matthias [2]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudAENDEN DOORLVCHTIGEN VORST, ❘ Don Matthias, Eerdts-Hertoge van Oostenrijck, ❘ Hertoghe van Bourgoignen & c. Gouuerneur ende Capiteyn ❘ Generael vande Nederlanden. ❘ ODE. (I2Ck wil ter eeren Godts mijn dicht en werck beginnen,) (84-120). (Soo ick my onlanghs vandt in den Somer veurleden) (121-158). (Die sulx ver=dinen wel, om daer deur te verdrijuen) (159-196). (Als ick mijn ghiften daer (ô ghenadighste Heere) ) (197-234). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8721 in AKAW G322 f 11, AUB 2842B28 f 7, ASB C92022 f 5, ASB C91675 f 47, BKB II618381 f 7, GUB G11737 f 4, UUB 211B223 f 7, UUB 211B221 CB/Abr, f A2χ2, GUB G117361 LvB, f E1χ2, GRUB EEe403 f 11 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 10 en 11, AUB 2842B28 f 7 en 8, AUB 976A2 f 19 en 20, ASB C92022 f 5 en 6, ASB C91675 f 46 en 47, BKB II618381 f 6 en 7, GUB G11737 f 4 en 5, GRUB EEe403 f 11 en 12, BM 11555.g.25(3) f 6 en 7, BN Rés.Yi.4 f 10 en 11, BN Rés.Yi.4 f 14 en 15, OBL N296(1) f 6 en 7, UUB 211B223 f 6 en 7, UUB 211B221 CB/Abr, fA2χ2 en A2χ3, KKB 18-177 CB/Abr, f A2χ2 en A2 χ3, WNB *35.0.61 CB/Abr, fA2χ2 enA2χ3, BM 11555.g.26(2) CB/Abr, fA4χ2 enA4χ3, GUB G117361 LvB, f E1χ2 enE1χ3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe cijfers van de verdeling sluiten aan bij de telling in matthias [1] na de overgang aldaar van Bi(a) naar (b).
Briquet 8721 volledig (met bekroning) in ASB C92022, ASB C91675, BKB II618381, UUB. In OBL is op de rechter benedenhoek van f 1r een oude, geschreven binderssignatuur B2 zichtbaar (iets afgesneden). In GRUB is matthias [2] verkeerdelijk ingebonden na matthias [1], in plaats van in dit vel gevouwen te worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CroyVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudA TRES-ILLVSTRE PRINCE, ❘ SEIGNEVR CHARLES DE CROY, ❘ PRINCE DE CHIMAY, BARON DE ROTSE- ❘ laer, seignevr de qvievrain. & c. ❘ Chef & Capitaine d'vne compaignie ❘ de cinquante hommes d'armes. ❘ ODE. (C2E m'est peine, à vray dire,) (1-112). A TRESILLVSTRE PRINCE, Sr. ❘ Philippe d'Egmont, Prince de Gaure, Comte ❘ d'Egmont, Baron de Fienes, D'Aussi le Chasteau, ❘ & de Gaesbecq, Sr. d'Armentieres, de la Hamedde, ❘ & c. Chef & Capitaine de cinquante hommes ❘ d'armes, & d'vn regiment de gens de pied. ❘ ODE. (L2Ode que iadis resonnoit) (113-151). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8721 in AKAW G322 f 14, AUB 2842B28 f 17, MPM R46.3 f 13, ASB C91675 f 23, BKB VH242671 f 15, BKB II618381 f 9, GUB G11737 f 8, UUB 211B223 f 26 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 14 en 15 met Bi(b), AUB 2842B28 f 17 en 18 met Bi(b), MPM R46.3 f 12 en 13 met Bi(b), ASB C91675 f 22 en 23 met Bi(b), BKB VH242671 f 15 en 16 met Bi(a), BKB II618381 f 9 en 10 met Bi(b), GUB G11737 f 7 en 8 met Bi(b), BN Rés.Yi.4 f 25 en 26 met Bi(a), UUB 211B223 f 26 en 27 met Bi(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenTwee gevallen van oude correctie in ASB C91675:
Briquet 8721 enkel volledig in UUB en BKB II618381. In BKB VH242671 f 16 komt een mogelijk contresigne voor. In AUB 2842B28 en BKB II618381 zijn in de buitenvorm de titels der twee oden, in casu r. 1-6 en r. 113-118 en bloc opgeschoven tegenover de rest van het zetsel. Daardoor ligt op f 1r het begin van elk vers niet meer loodrecht onder de beginletter van r. 1, maar van r. 6. Op f 2v treedt dientengevolge een spiegeleffect op: daar ligt de tekst der ode niet meer gericht op r. 118, maar op r. 113. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samenhang Matthias-CroyDe verbindingsschakel tussen deze vellen is het watermerk Briquet 8721, dat in de overige PW niet verder opduikt, maar wel teruggevonden wordt in CB/Abr en LvB, zo in
Ditzelfde argument, samen met de inlassing van matthias in exemplaren van CB/Abr en LvB evenals de overeenkomstige zetspiegel in de aldus verkregen opening verbinden deze oudste PW met de onmiddellijk voorafgaande werken van Jan van der Noot. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[1580-1581]Titelvel 1580-1581Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudVERSCHEYDEN ❘ POETICSCHE ❘ VVERKEN ❘ Van I. IAN VANDER NOOT, ❘ PATRI. VAN ANTWERPEN. ❘ DIVERS ❘ OEVVRES ❘ POETIQVES ❘ Du Sr. I. VANDER NOOT, ❘ PATRICE D'ANVERS. ❘ EN ANVERS ❘ De l'Imprimerie de Giles vanden Rade. ❘ [korte lijn] L'AN M. CCCCC. LXXX. (1-13). [houtsnede binnen kader van dubbele lijnen, binnen kader van enkele brede lijnen; zie Aantekeningen] TEMPERA TE TEMPORI. (14). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVroegere variant van Briquet 14048-14050 in AUB 2842B28 f 2, ASB C92022 f 1, BKB VH242671 f 1, BKB II618381 f I, GUB G82741 f 4, GUB G11737 f 2, GRUB EEe403 f 4, GUB G117362-3 f 1, UUB 211B223 f 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAUB 2842B28 f 2 en 5 met Bu(b), ASB C92022 f 1 met Bu(b), BKB VH242671 f 1 en 4 met Bu(b), BKB II618381 f 2 en 1 met Bu(b), GUB G82741 f 1 en 4 met Bu(a), GUB G117362-3 f 1 en 4 met Bu(b), GUB G11737 f 1 en 2 met Bu(b), GRUB EEe403 f 1 en 4 met Bu(b), KKB 18-177 f 1 en CB/Abr, π met Bu(a), BM 11555.g.26(3) f 1 met Bu(a), BM 11555.g.25(3) f 1 en 4 met Bu(b), OBL N296(1) f 1 en 4 met Bu(b), BN Rés. Yi. 4 f 1 en 4 met Bu(b), UUB 211B223 f 1 en 4 met Bu(b), WNB *35.0.61 f 1 en 4 met Bu(a) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe opmaak van dit titelvel in Franse stijl is duidelijk geïnspireerd door Van der Noots overige werken, gedrukt door Van den Rade in dezelfde periode, in casu CB/Abr en LvB. Vooral de overeenkomst met het laatstgenoemde werk is opvallend: niet enkel de schikking van de eigenlijke titelpagina, maar ook de hele mise en page van het eerste vel van LvB is getrouw nagevolgd, met gebruikmaking van hetzelfde portret en inachtneming van de blanco binnenvorm. Deze verregaande overeenstemming is geboden, omdat de drie titels aanvankelijk dikwijls intentioneel in één band verzameld voorkomen. Het binnenste kader (213 bij 140 mm), bestaande uit dubbele lijnen rond de houtsnede, is eveneens hetzelfde als in LvB; alleen is deze lijst anders opgebouwd, en wel zo dat de open hoek, in LvB gelegen in de rechter bovenhoek, zich thans bevindt in de linker benedenhoek. De buitenste omlijsting | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(223 bij 150 mm) ontbreekt daarentegen in LvB. Beide kaders zijn in hout gesneden en bestaan uit vier aparte stukken. De houtsnede zelf (132 bij 97 mm), een portret van de dichter, vindt men beschreven in LvB, XXV, waarbij ik volsta met een enkele aanvulling: de betekenis van de hiërogliefen op het medaillon, dat de dichter rond de hals draagt, kan men achterhalen bij vergelijking van deze houtsnede met de zeer fraaie gravure door Isaac DucheminGa naar voetnoot1. Achtereenvolgens onderscheiden wij daar: een cirkel, een krab die een libel vastklemt, een slak, een zwaluw, een arend, een hert, een uil en twee gekruiste palmtakken in een lauwerkrans. Dezelfde allegorische elementen, maar nog verrijkt met twee aanvullende hiërogliefen, komen voor op een zijaanzicht van de obelisk in weerdt 1590. Ik interpreteer de rebus als volgt: semper (cirkel) festinans tarde (krab met libel), temperans te tempori (huisjesslak), aequalitate (zwaluw) videndo (arend) audiendo (hert) et tacendo (uil) [pervenis ad] virtutem (palmen); zie Tervarent, 215. Het portret is ongesigneerd, maar volgens prof. HellingaGa naar voetnoot2 is de ontwerper ervan Pieter Huys. Mogen wij als uitvoerende xylograaf reeds Antoon van Leest veronderstellen? De samenwerking tussen Huys als tekenaar en Van Leest als houtsnijder wordt als zeker beschouwd voor het illustratiemateriaal van de PW 1584. De houtsnede verschuift soms lichtjes tegenover het omsluitende binnenste kader. Normaal bedraagt de afstand tussen deze twee elementen links van het portret 21 mm en rechts 17 mm. In GUB G82741 en GRUB EEe403 wordt dit respectievelijk 25 mm rechts en 13 mm links. Voor het zetten van titelpagina's met als enig verschil tussen staat (a) en (b) het vervangen van de datum - zoals hier ook het geval is - zie Johnson, 26, 40-41. De essentiële elementen van het watermerk zijn een hart en een ruit, verbonden door een verticale lijn van 5 mm lengte. Uit het hart rijst een vijfbladige stengel en aan de ruit is een cirkeltje opgehangen. De ganse tekening is 45 mm hoog en vergezeld van de initialen F en L, respectievelijk links en rechts van de figuur geplaatst. Dit vel is wel eens anders gevouwen dan normaal: in KKB heeft men alle portretten van plaats verwisseld: de gravure van CB/Abr staat in LvB, de houtsnede van LvB in PW, en het portret der PW voor CB/Abr. In GUB G117362-3 zijn de twee helften van het vel doorgescheurd, en is f 2 omgekeerd ingeplakt, zodat het portret op de oorspronkelijke f 2v thans terecht gekomen is op f 2r. In ASB C92022 en BM 11555.g.26(3) is f 2 uitgescheurd. Het portret en de omgevende kaders zijn gekleurd in AUB 2842B28. In OBL is in r. 13 de datum geactualiseerd tot M.CCCCC. LXXXIII. (correctie met de pen). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorwerk 1580-1581Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudDe Poët tot den Leser. ❘ ELEGIE. (L2Eser, ghelijckmen siet (vlieghende al om') de bien) (1-45). Le Poëte au Lecteur beneuole, & aux enuieux. (Vous cueillerez plaisir, & erudition,) (46-56). De Poët tot den gunstighen, ende ❘ afgunstighen Leser. (V sal dinen dit boeck tot stightingh, med verblyden,) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(57-68). Meester Clement Vidtsendonck. Tot den Poët. ❘ SONET. (Gheluckigh sijn sy vry, en saligh daer beneuen,) (69-86). E.D.VV. Au S.I. Vander Noot. ❘ SONNET. (Bien-heureux est celui, qui de semence bonne) (87-102). Pax Pia Probis. (102). IAN MAES. ❘ SONET. (Hoe Gheluckigh sijt ghy ô Braband, in dees tyden,) (103-118). Nil virtvte privs. (119). OP D'EFFIGIE DES AVTEVRS. (D2' Ooghen, d'ooren, den mond, t'haer, wanghen en den baerdt,) (120-128). IAN MAES SVS L'EFFIGIE DV POETE. (I2cy se voicy bien paind & en bronze engraué) (129-137). OP DE WAPEN VAN T'HYVS VANDER NOOT. (C2ARLE (diemen oock naemdt med den toenaem (de Grote) (138-146). IAN MAES SVR LES ARMOIRIES DE L'AVTEVR. (L2Ors que Charles le Grand les Marans vint donter) (147-155). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Signaturenf 1r A2 f 2r A3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVroegere variant van Briquet 14048-14050 in AUB 2842B28 f 4, AUB 976A2 f 3, MPM R46.3 f 4, ASB C92022 f 3, ASB C91675 f 3, BKB VH242671 f 3, BKB II618381 f 3, GUB G82741 f 2, GUB G117362-3 f 3, UUB 211B223 f 2, GRUB EEe403 f 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 7 en 8 met Bi(b), AUB 2842B28 f 3 en 4 met Bi(b), AUB 976A2 f 2 en 3 met Bi(b), MPM R46.3 f 5 en 4 met Bi(a), ASB C92022 f 2 en 3 met Bi(b), ASB C91675 f 2 en 3 met Bi(b), BKB VH242671 f 2 en 3 met Bi(b), BKB II 618381 f 3 en 4 met Bi(b), GUB G82741 f 2 en 3 met Bi(b), GUB G117362-3 f 2 en 3 met Bi(b), GRUB EEe403 f 2 en 3 met Bi(b), KKB 18-177 f 3 en 4 met Bi(b), BM 11555.g.26(3) f 2 en 3 met Bi(b), BM 11555.g.25(3) f 2 en 3 met Bi(b), OBL N296(1) f 2 en 3 met Bi(b), BN Rés.Yi.4 f 2 en 3 met Bi(b), UUB 211B223 f 2 en 3 met Bi(b), WNB *35.0.61 f 2 en 3 met Bi(b), WHAB 23.1 Poet.2o(1) f 2 en 3 met Bi(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenBij de verdeling is r. 37 meegeteld, en niet, als normale sprekende hoofdregel, buiten de optelling gelaten, omdat deze regel niet buiten de zetspiegel van de eigenlijke tekst staat; beide pagina's van de binnenvorm zijn met inbegrip van r. 37 precies even hoog (214 mm). In r. 122 is wel in AUB 2842B28 met de pen gewijzigd tot wet, een duidelijke verwijzing naar het volgend gekleurd portret (zie titelvel 1580-1581) waarop 's dichters lokken blond geverfd zijn. Naast r. 139 is in BKB VH242671 en UUB in margine genoteerd ‘Ao 755’ De volgorde van Bi(a) en (b) wordt bevestigd door de lotgevallen van de motto's in r. 85-86, 102, 119. In (a) blijken zij onafhankelijk van elkaar gezet, maar in (b) zijn zij verschoven naar de rechter | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rand van de zetspiegel, zodat de drie motto's loodrecht onder elkaar eindigen, met als richtsnoer het punt op het einde van r. 102. De signaturen wijzen er op, dat dit vel bedoeld was om in het titelvel 1580-1581 gevouwen te worden. Ook LvB begint met een dergelijke katern, bestaande uit het titelvel en daarin geplooid een opdracht aan de Staten van Brabant. In r. 139 med is de achteruitgang van de e vrij nauwkeurig te volgen. In AKAW en OBL is deze letter nog het best leesbaar. Zij is minder duidelijk, maar nog heel in UUB, WNB, AUB 976A2, GUB G117362-3, en is slechts onvolledig zichtbaar in MPM, AUB 2842B28, GUB G82741, GRUB, BM 11555.g.25(3), BN, WHAB. De afdruk wordt nog meer gereduceerd in ASB C91675, KKB, en verdwijnt in BM 11555.g.26(3). Voor het watermerk zie men titelvel 1580-1581. In AKAW is geen filigram waargenomen, maar de afstand tussen de bruglijnen is dezelfde als in de overige exemplaren. De oorspronkelijke plaats van het voorwerk, zoals aangeduid door de signaturen, is in bijna alle exemplaren geëerbiedigd. Enkel in MPM heeft de binder, misleid juist door deze signaturen, het voorwerk tot de apologie gerekend, doordat in deze laatste groep folio's in vieren eveneens de signatuur A voorkomt. Als resultaat van deze verwarring ontstaat er een foutieve opeenvolging: A (apologie A), A2 (apologie A2-A3), A3 (voorwerk), A2 (voorwerk), A3 (apologie A2-A3). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Liefvelt [1]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudAEN DEN EERVVEERDI- ❘ GHEN, VVIISEN ENDE SEER VEVRSI- ❘ NIGHEN HEERE, MYN Hr. DIEDERICH ❘ van liefvelt, Riddere, Cancellier ❘ van Braband, Heer van Hammen & c. ❘ ELEGIE. (A2L weet ick veurslaeghs wel datmen (ter goeder trouwen) ) (1-36) (En soo hy Heerlijck is, gheleerdt en goedertiren,) (37-74). Aen den Edelen, Vvysen, ende seer Veursinighen Heere, ❘ Mijn Heere Arnault Sasbaut Riddere, President van- ❘ den Secreten Raedt van syne Maiesteyt. (D2E veursightigheyt Godts, deur den Ardt, dats Nature,) (212-250). Aen den Edelen, Vvysen, ende seer veursinighen Heere, ❘ Hr. Nicolaes Micault, Ridder, Heere van Indevelde, ❘ Raeds-Heere inden Secreten Raedt. ❘ SONET. (A2Ristotilems sin weet' ick oprecht te wesen) (251-268). Aenden Edelen, ende seer veursinighen Heere, Hr. Charles de ❘ Rijm, Ridder, Heer van Bellem, Raets-Heere inden ❘ Secreten Raedt. ❘ SONET. (D2E gheleerdtheydt (de rym) het studeren en d'lesen) (269-286). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVroegere variant van Briquet 14048-14050 in AKAW G322 f 30, AUB 2842B28 f 24, ASB C 91675 f 41, BKB VH242671 f 7, BKB II618381 f 19, GUB G82741 f 5, GUB G117362-3 f 9, UUB 211B223 f 17, GRUB EEe403 f 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 27 en 30 met Bi(a), AUB 2842B28 f 24 en 27 met Bi(a), ASB C91675 f 41 en 44 met Bi(a), BKB VH242671 f 7 en 10 met Bi(a), BKB II618381 f 16 en 19 met Bi(a), GUB G82741 f 5 en 8 met Bi(a), GUB G117362-3 f 6 en 9 met Bi(a), GRUB EEe403 f 5 en 6 met Bi(a), KKB 18-177 f 6 en 5 met Bi(a), BM 11555.g.26(3) f 4 en 7 met Bi(a), BM 11555.g.25(3) f 9 en 12 met Bi(a), OBL N296(1) f 9 en 12 met Bi(a), BN Rés.Yi.4 f 21 met Bi(a), UUB 211B223 f 14 en 17 met Bi(a), WNB *35.0.61 f 5 en 8 met Bi(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe volgorde van Bi(a) en (b) is vastgelegd aan de hand van de grotere slijtage van sommige letters in (b) tegenover (a), zo in r. 44 ‘kendt’ en in r. 51 ‘Vrindt.’ Hetzelfde argument is eveneens omgekeerd toepasselijk: letters, reeds beschadigd in (a), zijn niet meer heel in (b), zo in r. 48 ‘gheleerdt’, r. 51 ‘desen’ en r. 67 ‘ghesonden’. In r. 33 gheschickt laat de slijtage van de e ons toe de exemplaren van de buitenvorm in een bepaalde volgorde te rangschikken. De meest volledige afdruk vinden wij in ASB, KKB en UUB. In AUB is de lus van de e reeds vervormd. De zichtbaarheid van de letter neemt af in BM 11555.g.25(3), BM 11555.g.26(3) en AKAW. In GRUB en OBL blijft slechts een spoor achter, en in GUB G82741 en WNB is elke afdruk verdwenen. Een zelfde ordening voor de exemplaren van Bi(a) is uitgevoerd aan de hand van de H in r. 213 ‘Heere’. Deze kapitaal is nog het meest heel in ASB, GRUB, OBL en UUB. De rechterschacht blijkt onderaan beschadigd in AUB, GUB G82741, GUB G117362-3, KKB en BN. De slijtage schrijdt voort in BM 11555.g.25(3) en AKAW, en is het ergst in BM 11555.g.26(3). In KKB is in r. 213 ‘Arnault Sasbaut’ met de pen verbeterd tot ‘Arnoult Sasbout’. In dit zelfde exemplaar is liefvelt [1] anders gevouwen, zodat het oorspronkelijke f 2r thans dienst doet als f 1r. De motivering van deze handelwijze vindt men op blz. 178. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Liefvelt [2]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud(Pindarum om zijn deughdt, deur afgunst gingh verachten.) (75-112). AENDE EDELE HOOGH- ❘ GHELEERDE, VVIISE ENDE SEER ❘ VEVRSINIGHE HEEREN, ❘ Mijn Heere ende Meester VVillem vander Noot, Vice ❘ Cancellir van Braband. ❘ Mijn Heer ende Meester Peeter vander Noot, Sone van Heer ❘ Ieronimus vander Noot, vvylen Cancellir van Braband. ❘ Mijn Heer ende Meester Augustijn vander Borcht, ❘ Mijn Heer en̅ Meester Ian Baptista Masius Aduocaet Fiscael. ❘ Mijn Heer ende Meester Ian Asselliers. ❘ Mijn Heer ende Meester Charles Bourgois, ende voordt ❘ aen het gantsche Collegium der Raedts'Heeren der Can- ❘ celleryen van Braband. ❘ ELEGIE. (M2Oysen veur t'Hebreusch volck, gaf Abrams Godt, zijn wetten:) (113-144). (Makende dat te hants, de boose bouen schreuen) (145-176). Aen den Eerweerdighen wysen ende seer veursinighen Heere, ❘ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mijn H. Ian van Asselliers opperste Secretaris en ❘ Audiencir van sijn Magesteyt. ❘ SONET. (D2' Out spreeck' woordt Asselliers, dat ouer soo veel' Iaren) (177-194). Aen den seluen Heere, nopende syn Hiusvrouvve, ❘ Ioufvrou' Marie van Bourgonien. ❘ SONET. (M2Ijn hert wordt my vervuldt med Nepenthe, en med vreugden,) (195-211). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVroegere variant van Briquet 14048-14050 in AKAW G322 f 29, AUB 2842B28 f 26, ASB C91675 f 43, BKB VH242671 f 9, BKB II618381 f 18, GUB G82741 f 7, GUB G117362-3 f 7, UUB 211B223 f 15, GRUB EEe403 f 8. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 28 en 29 met Bu(d), AUB 2842B28 f 25 en 26 met Bu(a), ASB C91675 f 42 en 43 met Bu(d), BKB VH242671 f 8 en 9 met Bu(d), BKB II618381 f 17 en 18 met Bu(b), GUB G82741 f 6 en 7 met Bu(d), GUB G117362-3 f 7 en 8 met Bu(d), GRUB EEe403 f 7 en 8 met Bu(d), KKB 18-177 f 7 en 8 met Bu(b), BM 11555.g.26(3) f 5 en 6 met Bu(c), BM 11555.g.25(3) f 10 en 11 met Bu(d), OBL N296(1) f 10 en 11 met Bu(b), BN Rés.Yi.4 f 23 met Bu(c), UUB 211B223 f 15 en 16 met Bu(d), WNB *35.0.61 f 6 en 7 met Bu(d) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe auteurscorrectie in r. 105-108 heeft moeite gekost; het zetsel is zoveel mogelijk behouden, men zie slechts de a in r. 105 sal. In r. 107 mijn is de foutieve n in Bu(d) uitgebroken, maar de ij wordt niet vervangen door y, wat niet enkel een eleganter oplossing voor het woordeinde zou zijn, maar als zodanig in deze groep folio's in vieren elders steeds wordt toegepast. In r. 108 wordt vry vervangen door dan, een woord met welgeteld evenveel letters. De r in r. 186 Audiencier vertoont sporen van slijtage, die men ziet verergeren doorheen alle staten van de buitenvorm. Het exemplaar der Parijse BN is dan ook enkel in de groep met Bu(c) gerangschikt op basis van deze evidentie, aangezien de eerste helft van liefvelt [2] in dit bewuste geval ontbreekt. In OBL is op de rechter benedenhoek van f 1r de oude, geschreven binderssignatuur c2 zichtbaar. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samenhang titelvel 1580-1581-voorwerk 1580-1581-liefvelt [1]-liefvelt [2] Deze groep vormt een strikt afgescheiden geheel tegenover de rest der PW dank zij het watermerk. Dit filigram bezit hier eigenlijk een dubbele geldingskracht: het komt nergens voor in de PW, tenzij in de hier samengelezen vellen, en vervolgens treedt het hierbinnen exclusief op. Vooral dit laatste element valt niet te onderschatten: al deze vellen zijn in een relatief grote oplage binnen de PW bewaard, en wanneer hierin geen tweede watermerk aangetroffen wordt, dan duidt deze uniformiteit wel op een gelijktijdig ontstaan van deze verzameling. titelvel en voorwerk zijn daarenboven verbonden door de signaturen in voorwerk, die beantwoorden aan het klassieke patroon van een groep folio's in vieren. De samenhang tussen liefvelt [1] en [2] wordt gemanifesteerd door de tekst zelf, die van liefvelt [1] f 1v gewoon doorloopt op liefvelt [2] f 1r. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[1581-1582]Slotvel [1]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudSONET. (G2Heluckigh is de mensch die na den wil' des Heeren) (1-15). ODE. (A2Lmaghtigh Godt,) (16-36). GEBED VEVR DE MAELTIID. (A2Lmaghtigh Eeuwigh Godt! O Vader der ghenaden,) (37-49).GHEBED NA DE MAELTIID. (N2A dat ghy siele en lijf ghespijst hebt med verheughen,) (50-62). Autre priere a Dieu. ❘ SONNET. (S2Eigneur, puis qu'en toy git toute mon esperance,) (185-200). Le Poëte a son Liure. ❘ SONNET. (A2ssez plus dur qu'en fer qu'en bronze, ou qu'en pourfire) (201-216). [houtsnede; zie Aantekeningen; eronder, omzoomd door dubbele lijnen langs drie zijden, en bovenaan begrensd door de basis van de houtsnede] DEFICIET NVNQVAM GENEROSO IN PECTORE VIRTVS (217). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sprekende hoofdregelsf 1r: POETICSCHE WERKEN VAN I. VANDER NOOT. f 1v: POETICSCHE WERKEN VAN I. VANDER NOOT. f 2r: OEVVRES POETIQVES DE I. VANDER NOOT. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVerwant met Briquet 12879-12878: een kruik met twee oren; in AKAW G322 f 52, ASB C91675 f 9, BKB VH242671 f 22, BKB II618381 f 29, GUB G117362-3 f 13, GRUB EEe403 f 16 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 49 en 52 met Bu(b) en Bi(b), AUB 2842B28 f 28 en 31 met Bu(b) en Bi(b), AUB 976A2 f 38 en 41 met Bu(a) en Bi(b), ASB C91675 f 9 en 12 met Bu(b) en Bi(b), BKB VH242671 f 19 en 22 met Bu(a) en Bi(b), BKB II618381 f 29 en 32 met Bu(b) en Bi(b), GUB G82741 f 9 en 12 met Bu(a) en Bi(b), GUB G117362-3 f 10 en 13 met Bu(a) en Bi(b), GUB G11737 f 15 en 18 met Bu(b) en Bi(b), GRUB EEe403 f 13 en 16 met Bu(a) en Bi(b), KKB 18-177 f 9 en 12 met Bu(a) en Bi(a), BM 11555.g.26(3) f 8 en 11 met Bu(a) en Bi(a), BM 11555.g.25(3) f 13 en 16 met Bu(a) en Bi(b), OBL N296(1) f 19 en 22 met Bu(b) en Bi(b), BN Rés. Yi. 4 f 50 en 53 met Bu(a) en Bi(b), UUB 211B223 f 40 en 43 met Bu(a) en Bi(b), WNB *35.0.61 f 9 en 12 met Bu(a) en Bi(a) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe houtsnede (211 bij 143 mm), voorstellend de raadselobelisk, is reeds vroeger gebruikt voor CB/Abr en LvB; voor de betekenis der hiërogliefen en de identiteit van de houtsnijder zie men dan ook DBE, 227-231 en LvB, XXX-XXXI. Tervarent, 327-328 schijnt geen rekening te houden met Van der Noots eigen uitleg van deze tekens, wanneer hij 's dichters wijngaardslak beschouwt als het symbool van de luiheid, de slang gelijkstelt met ondankbaarheid, en de laatste rij hiërogliefen al te strikt volgens de gegevens van de Hypnerotomachia interpreteert. De wijziging in r. 15 bij de overgang van Bu(a) naar Bu(b) is een overduidelijke auteurscorrectie. Oorspronkelijk telde dit vers veertien lettergrepen in plaats van de dertien, die normaal zijn bij vrouwelijk rijm in een zesvoetig vers. Uit het aanzienlijk aantal bewaarde exemplaren van Bu(a) blijkt dat deze metrische fout pas vrij laat werd verbeterd. De sprekende hoofdregel in f 1v luidt weliswaar identiek als zijn voorganger in f 1r, maar is toch opnieuw gezet met behulp van ander lettermateriaal. De opeenvolging van Bu(a) en (b) wordt bevestigd door de toestand van bepaalde letters. Enkel in WNB en GRUB is in r. 8 alle de tweede l nog heel, d.i. in exemplaren met Bu(a). Het watermerk bestaat uit een kruik met twee oren, die bovenaan verbreden. Uit de hals van deze vaas rijst een bloem met stengel tussen twee bladeren. De tekening is 52 mm hoog. In BM 11555.g.26(3) is het staafje, voorstellende een dubbele lijn links naast r. 217, aanzienlijk gezakt. In AUB 2842B28 en AUB 976A2 is de houtsnede telkens zorgvuldig bijgekleurd. In OBL komt als oude, geschreven binderssignatuur F voor op de rechter benedenhoek van f 1r. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Slotvel [2]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudPRIERE DEVANT LE REPAS. (02 Dieu, Pere eternel, plein de grace & puissance,) (63-75). PRIERE APRES LE REPAS. (B2On dieu, nous te louons, qu'il t'a pleu nous repaistre,) (76-88). EEN MORGHEN GHEBEDT. ❘ SONET. (O2 Godt, die deur v macht, wijsheydt, deughdt en ghenade,) (89-104). AVONDT GHEBEDT. ❘ SONET. (L2Of, eere, prijs en danck, sy v God' t'allen tyden) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(105-120). PRIERE POVR DIRE AV MATIN. ❘ SONNET. (D2Ieu, qui par ton pouuoir, sapience, & bonté,) (121-136). PRIERE POVR DIRE AV SOIR. ❘ SONNET. (G2Loire, los, & honneur te soit, Dieu mon Seigneur,) (137-152). Ander ghebedt aen Godt. ❘ SONET. (O2P v betrou' ick Godt, ghy zijt mijn toeuerlaet,) (153-168). De Poëet aen synen Boeck. ❘ SONET. (V2Eel herder dan in stael, in koper oft pourphier,) (169-184). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sprekende hoofdregels$r: OEVVRES POETIQVES DE I. VANDER NOOT. $v: POETICSCHE WERKEN VAN I. VANDER NOOT. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVerwante vorm van Briquet 11374 in AKAW G322 f 51, AUB 2842B28 f 29, AUB 976A2 f 40, MPM R46.3 f 29, ASB C91675 f 10, BKB VH242671 f 20, BKB II618381 f 30, GUB G117362-3 f 12, GUB G11737 f 16 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 50 en 51 met Bu(a) en Bi(b), AUB 2842B28 f 29 en 30 met Bu(a) en Bi(b), AUB 976A2 f 39 en 40 met Bu(b) en Bi(b), MPM R46.3 f 28 en 29 met Bu(b) en Bi(b), ASB C91675 f 10 en 11 met Bu(b) en Bi(b), BKB VH242671 f 20 en 21 met Bu(b) en Bi(b), BKB II618381 f 30 en 31 met Bu(b) en Bi(b), GUB G82741 f 10 en 11 met Bu(b) en Bi(b), GUB G117362-3 f 11 en 12 met Bu(a) en Bi(a), GUB G11737 f 16 en 17 met Bu(a) en Bi(b), GRUB EEe403 f 14 en 15 met Bu(a) en Bi(b), KKB 18-177 f 10 en 11 met Bu(b) en Bi(b), BM 11555.g.26(3) f 9 en 10 met Bu(b) en Bi(b), BM 11555.g.25(3) f 14 en 15 met Bu(b) en Bi(b), OBL N296(1) f 20 en 21 met Bu(b) en Bi(b), BN Rés.Yi.4 f 51 en 52 met Bu(b) en Bi(b), UUB 211B223 f 41 en 42 met Bu(b) en Bi(b), WNB *35.0.61 f 10 en 11 met Bu(b) en Bi(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenOude correcties met de pen:
Bij de overgang van Bi(a) naar (b) is in r. 89 het lidwoord hoogstwaarschijnlijk weggelaten naar analogie van r. 105. Het watermerk stelt een hand voor, bekroond met een vijfpuntige ster. Op de handwortel staat het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
cijfer 3, en daaronder, in een band over de voorarm, bevinden zich de initialen L (of I?) en B. Het formaat van de tekening (hoogte: 83-85 mm) en de vorming van de duim maken een verwantschap met Briquet 11374 aannemelijk. De initialen LB en IB op de voorarm komen respectievelijk voor in Briquet 11358 en 11357. In OBL is door afbijtsel van het frisket op f 1r in de sprekende hoofdregel NOOT de T en in r. 77 ‘repaistre,’ ‘e,’ verdwenen. In r. 118 Om staat de O te laag in het exemplaar van Bi(a). Dit is verholpen in Bi(b). In OBL komt als oude, geschreven binderssignatuur F2 voor op de rechter benedenhoek van f 1r. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CraenmeesterVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudA MONSIEVR GHERARD DE CRAEN- ❘ meester. SONNET. ❘ (L2Es Muses & les Arts, & la vertu feconde,) (1-17). AVX GANTS PARFVMEZ DE Mr. PAV-❘ lo Bolognino entre autres gentilesses & belles sciences excellent ❘ maistre en l'art de composer des bons parfums. ❘ SONNET. (O2Beaux Gants perfumez! dont la suaue odeur) (18-35). A MONSIEVR VINCENT DE SMIDT. ❘ SONNET. (V2Incent de Smidt i'ay veu Vincent de Smidt ton pere,) (36-51). A MONSIEVR MELCHIOR DE SMIDT. ❘ SONNET. (D2E Smidt sage & humain, comme la souuenance) (52-67). AENDEN EERSAMEN, VVYSEN ENDE ❘ seer veursinighen Ioost de Smidt. ❘ SONET. (D2E Deught, hoe groot sy is, en can niet claer vvt-schynen) (68-84). AENDEN EERSAMEN, VVYSEN, EN- ❘ de seer voorsienighen Iaspar de Smidt. ❘ SONET. (G2Héliick de honden sot, die sonder reden leuen,) (85-101). AENDEN EERSAMEN, VVYSEN ENDE ❘ seer veursinighen Baltasar de Smidt, t'samen aen syn ❘ broeders veurschreuen, Namelyck Vincént, Ioost, ❘ Iaspar, ende Melchior de Smidt. ❘ SONET. (D2E Smidts, die medt den naē, maer niet in d'vverc, syt Smedē,) (102-120). AENDEN EERSAMEN, VVYSEN, EN- ❘ de seer voorsienighen Gheerardt de Craenmeester. ❘ SONET. (D2E beléefdtheydt, verseldt medt de Konsten ver-heuen,) (121-137). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVerwante vorm van Briquet 11374 in AKAW G322 f 18, AUB 2842B28 f 19, ASB C91675 f 24, BKB VH242671 f 18, BKB II618381 f 27, UUB 211B223 f 37 Variant van Briquet 7182 in MPM R46.3 f 30 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 18 en 19, AUB 2842B28 f 16 en 19, MPM R46.3 f 27 en 30, ASB C91675 f 21 en 24, BKB VH242671 f 17 en 18, BKB II618381 f 26 en 27, GUB G11737 f 9 en 10, OBL N296(1) f 15 en 18, BN Rés. Yi. 4 f 37 en 38, UUB 211B223 f 37 en 38 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aantekeningenr. 57 ‘d'honneste’ laat toe een zekere ordening in de exemplaren van de binnenvorm aan te brengen. In het merendeel der exemplaren is de apostrof goed zichtbaar, maar in BKB VH242671 is dit teken ver weggesleten, en in MPM is het totaal verdwenen. De verwante vorm van Briquet 11374 is dezelfde als in slotvel [2]; men zie dan ook de beschrijving aldaar. De variant van Briquet 7182 is identiek met het archetype, wat betreft het formaat van de lelie en de bovenste helft van het schild. De afstand tussen de bruglijnen verschilt echter (hier: 26,5 mm). In ASB is de pers verschoven op f 2v. In OBL komt als oude, geschreven binderssignatuur e voor op de rechter benedenhoek van f 1r. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samenhang Slotvel [1]-Slotvel [2]-Craenmeester.Het samengaan van slotvel [1] en [2] wordt enkel gestaafd door hun voorkomen als groep folio's in vieren. Eigenaardig genoeg ontbreekt tot nu toe elk stoffelijk bewijs van hun samenhang: het watermerk van slotvel [1] zondert alle exemplaren hiervan af als een homogene groep tegenover de rest der PW. Daartegenover bewijst de aanwezigheid van een zelfde filigram, exclusief in slotvel [2] en nog overheersend in craenmeester, de continuïteit in het ontstaan van deze twee vellen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[1582]CastroVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudA MON SEIGNEVR EDVARD DE CASTRO, ❘ Ambassadeur de Don Antonio, de Portugal. ❘ ELEGIE. (M2A Muse (mon Seigneur) est tousiours fauorable) (1-51). A TRESILLVSTRE PRINCE, PIERRE ❘ de Meldun, Prince D'espinoy, &c. Seneschal de ❘ Hainau. &c. ❘ ELEGIE. (P2Vis que Dieu & les cieux, o Prince tresillustre,) (52-83). A MADAME, MADAME PHILIPPE, ❘ Chrestienne, de Lalaing. Princesse d'Espinoy, ❘ Seneschalle de Hainau. &c. ❘ SONNET. (M2Adame, s' on pouuoit de vostre bon Lignage,) (84-101). AV Sr. ANTONIO SPINNOLA, ❘ Gentil-homme Geneuois. ❘ SONNET. (L2E dict de Ciceron ie trouue veritable) (102-118). AEN IONCVROV ENGELE GRANNON, ❘ Huysvrou van Sr. Antonio Spinnola. ❘ SONNET. (T2Sindts dat ick kennis creegh Ionc-Vrou' aen v gheslachte,) (119-135). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVariant van Briquet 14020 en 14018 in AKAW G322 f 21, AUB 2842B28 f 15, BKB VH242671 f 13, BKB II618381 f 13, GUB G11737 f 12, UUB 211B223 f 23 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 21 en 22, AUB 2842B28 f 10 en 15, BKB VH242671 f 12 en 13, BKB II618381 f 13 en 14, GUB G11737 f 12 en 13, OBL N296(1) f 16 en 17, BN Rés.Yi.4 f 33 en 34, UUB 211B223 f 23 en 24 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenHet watermerk is verwant met Briquet 14020 inzake afstand tussen de bruglijnen en patroon van de tekening, en met Briquet 14018 inzake afmetingen van alle onderdelen binnen deze figuur (totale hoogte: 50 mm). In OBL komt als oude, geschreven binderssignatuur e2 voor op de rechter benedenhoek van f 1r. Het exemplaar der AUB is verkeerd ingebonden: de opening van de binnenvorm duldt geen ingeschoten bladen, want de tekst loopt door van f 1v op f 2r. Desondanks heeft men in dit bewuste exemplaar een groep van twee folio's in vieren ingelast. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HofmansVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudAENDE EERSAME VVYSE ENDE SEER ❘ veursinighe Heeren, ende Ionghvrouvven, sonen ende dochterē ❘ des En. Gillis Hofmans. Namelyck Hendrick, Gillis, Arnout ende Ionghvrou Io- ❘ hanna Hofmās, daer moeder af vvas Ionghvrou Anna vā Achterhout, sijn t'vveed- ❘ de huisurouvve: ende ock noch aē Cornelis, Gillis, Ionghvrou Anna, Catari- ❘ ne, Margarite, Beatrice ende Marie Hofmans, daer moeder af is Iouffrou ❘ Margarite van Nispen derde Huisurouvve des vors. Gillis Hofmans. ❘ ELEGIE. (S2Oo ick nu hier dan daer, en op verscheyden tyden,) (1-80). AENDEN EERSAMEN VVYSEN ENDE ❘ seer veursinighen Antonio Ancelmo Schépen van Antvverpen, ❘ Behoudtsone van Gillis Hofmans, getrout hebbende siin ❘ oudtste dochtere, Ionghvrouvve Iohanna Hofmans ❘ bouen ghenoemdt. ❘ SONET. (D2E tydt, die snelder vlight, dan t'schip sniidt deur dé bàren,) (81-100). AENDEN EDELEN VVYSEN ENDE SEER ❘ veursinighen H. Ian Baptista Houwardt, Conseillier ende Meester ordinaires van- ❘ de Rekeninghe des Hertoghdoms van Brabandt. ❘ SONET. (H2Ouvvardt, Vitruuius, seyde in syne tyden,) (101-118). Aen dé Edele, vvyse, ende seer veursinighe Heeren: Heer Dirick ❘ vanden werue. Riddere, Oudt Borghmeester ende Tresorier van Antwerpen, President ❘ vande Rekeninghe van Brabant. Ioncheer Ian Baptista Houwardt. Ionker Fran- ❘ çois Absolons, ende Guillaume Cabo Conseilliers ende Meesters der veur- ❘ schreuen Rekeninghen van Brabant. ❘ ELEGIE. (A2Lsmen de saken recht, soot hoordt, vvildt ouer-legghen,) (119-158). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 14018 in BKB II618381 f 22 Verwante vorm van Briquet 7182 in BKB VH242671 f 14, AKAW G322 f 17, UUB 211B223 f 25 Briquet 7176 in GUB G11737 f 14 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 17 en 20, BKB VH242671 f 11 en 14, BKB II618381 f 21 en 22, GUB G11737 f 11 en 14, OBL N296(1) f 13 en 14, BN Rés.Yi.4 f 32 en 35, UUB 211B223 f 22 en 25 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe verwante vorm van Briquet 7182 komt overeen met het archetype inzake afstand tussen de bruglijnen en vorm van de kroon. De tekening van de figuur is hier echter groter (hoogte: 48 mm). GUB is als laatste der bewaard gebleven exemplaren van de binnenvorm gedrukt: in r. 53 ‘deur’ is de u enkel beschadigd in dit exemplaar, en niet in alle vorige, hoewel het hier duidelijk dezelfde individuele letter betreft. In OBL dragen de rectozijden oude, geschreven binderssignaturen, respectievelijk d en d2 op de rechter benedenhoek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
StevartVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudA MONr. STEVART. MON Sur: GVILLAVME ❘ Stevvart Colonnel d'un Regiment de dix. enseignes ❘ d'Escossois. ❘ ODE. ❘ 1. (C2Eulx qui de bonne audace) (1-58). IAN DE MAESS, FLAMMAND, ❘ Secretaire de Monseigneur le Colonnel Stewart. ❘ Au vertueux & Noble S. Ian vander Noot. ❘ ODE. ❘ 1. (L'estincellant Oeuil de ce monde) (59-125). D'Anuers le 10. de Iuin. 1579. ❘ De vos Vertus ❘ Tresaffectionné seruiteur Iean de ❘ Maess, Flamend. ❘ NIL VIRTVTE PRIVS. (126-130). RESPONSE DV POETE ❘ A Monsieur de Maess. ❘ SONNET. (P2Vis qu'il ta pleu de Maess, me faire tant d'honneur) (131-147). HYMNE DV LYERRE PAR ❘ Ian de Maess. Flammand. ❘ A MONSIEVR MONSr. VANDER NOOT. ❘ HYMNE. (O2Res que le Soleil le Verseur a laissé) (148-251). De Bruxelles le 12. de Feburier. 1580. ❘ NIL VIRTVTE PRIVS. (252-253). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVerwante vorm van Briquet 7182 in AUB 976A2 f 25, MPM R46.3 f 16, ASB C91675 f 28 Briquet 7176 in BKB II618381 f 28 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 35 en 36 met Bu(a) en Bi(a), AUB 2842B28 f 11 en 14 met Bu(b) en Bi(b), AUB 976A2 f 22 en 25 met Bu(b) en Bi(b), MPM R46.3 f 15 en 16 met Bu(b) en Bi(c), ASB C91675 f 25 en 28 met Bu(b) en Bi(c), BKB II618381 f 25 en 28 met Bu(b) en Bi(b), BN Rés.Yi.4 f 28 en 31 met Bu(b) en Bi(c), UUB 211B223 f 19 en 20 met Bu(b) en Bi(a) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenIn r. 64 L' estincellant staat de apostrof nog het hoogst in AKAW, het enige exemplaar van Bu(a). Dit afkappingsteken is reeds ietwat gezakt in AUB 2842B28, AUB 976A2 en UUB, maar nog niet zo sterk als in de resterende exemplaren van Bu(b), zodat wij de drie eerstgenoemde wel als eerstelingen van hun reeks mogen beschouwen. De verwante vorm van Briquet 7182 is niet dezelfde als deze, beschreven in craenmeester, maar stemt wel overeen met het filigram in hofmans. In AKAW en UUB is geen watermerk waargenomen, maar de afstand tussen de bruglijnen is dezelfde als die in MPM en AUB 976A2. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samenhang castro-hofmans-stevart.Uit de samenstelling der vroegste bundels PW blijkt dat stevart als laatste van deze groep ontstaan is. De volgorde van ontstaan van castro-hofmans en hun verband met stevart wordt exemplair aangetoond door het voorkomen der watermerken. castro bezit uitsluitend Briquet 14020-14018, dat nog eenmaal voorkomt in hofmans, waar toch reeds Briquet 7182 en 7176 overheersen. Dezelfde combinatie van deze laatste twee filigrammen, en geen andere, is zichtbaar in stevart. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[1583-1584]RoelandtsVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudAenden Eeren wysen ende seer veur-sinighen ❘ Meester Gabriel Roelandts. ❘ ELEGIE. (R2Oelands, het dorp van Brecht (daer de Noot gaet vermeeren) (1-74). AEN E. VVYSEN ENDE SEER VOORSINI- ❘ ghen Iacques Marchant Raets-heere inden Secreten Rade, Baeliu ❘ van Nieupoorte, Schepen vande Vrye &c. ❘ ELEGIE. (D2Eerghiricheydt (Marchant) medt de vvellust vol schanden,) (75-150). FINIS. (151). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Custoden
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenLatere ontwikkeling van Briquet 14047 in AKAW G322 f 13, AUB 2842B28 f 20, AUB 976A2 f 17, MPM R 46.3 f 9, ASB C91675 f 30, BKB VH242671 f 5, BKB II618381 f 15, UUB 211B223 f 12 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 16 en 13 met Bu(b) en Bi(c), AUB 2842B28 f 23 en 20 met Bu(b) en Bi(c), AUB 976A2 f 17 en 14 met Bu(a) en Bi(b), MPM R46.3 f 10 en 9 met Bu(b) en Bi(c), ASB C91675 f 31 en 30 met Bu(b) en Bi(c), BKB VH242671 f 5 en 6 met Bu(b) en Bi(c), BKB II618381 f 20 en 15 met Bu(b) en Bi(c), BN Rés.Yi.4 f 20 en 17 met Bu(a) en Bi(a), UUB 211B223 f 12 en 13 met Bu(b) en Bi(c) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe custoden staan enkel in de binnenvorm. Bij de overgang van Bu(a) naar Bu(b) is in r. 30 ‘D'Ackermans’ de kapotte m vervangen. In r. 75 ‘En.’ staat de n in Bi(b) lager dan in Bi(c). In deze laatste staat is de exponent dan ook naar boven opgeschoven. In r. 83 ‘Acherons’ is de h nog heel in Bi(a), later niet meer. Het watermerk heeft de factuur van Briquet 14047. De tekening is 29mm hoog, en vergezeld van de initialen F en I, respectievelijk links en rechts van de figuur geplaatst. Slechts in AKAW, UUB, BKB II618381 en VH242671 is dit filigram nog gaaf; in de andere gevallen rest enkel een meer of min onduidelijke afdruk. De oorspronkelijke binnenvorm fungeert als zodanig, d.i. met de twee foliobladzijden in een zelfde opening, nog slechts in BKB VH242671 en UUB. De overal elders opgetreden wijziging is uitgevoerd ter wille van niet-bibliografische motieven: het personage, dat op het oorspronkelijk f 2r gehuldigd werd, bleek bij nader toezien een belangrijker heer dan de aangesprokene op f 1r. Van der Noot heeft aan de hoogste in rang de voorrang gelaten door de binnenvorm naar buiten te keren, zodat het vroegere f 2r in het merendeel der exemplaren thans dienst doet als f 1r. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DiscovrsVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudDISCOVRS POETIQVE, A MESSIEVRS LES ❘ Seigneurs des Finances, ❘ à sçauoir, ❘ Iehan de Bourgongne S. de Fromont: & Guillame de Maulde S. de Manssart: Chiefs. ❘ André de Hessels Tresorier General. Iacques de Remgout, Enghelbert d'Oyembrugghe, ❘ Guillame de Rouck, & Lancelot Parasis, Commis. Michiel Euerwyn Receueur Gene- ❘ ral. Iehan Espallart & Michiel VVouters, Greffiers des dites Finances. (S2I vous voulés, Seigneurs, prester l'oreille) (1-151). FIN (152). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/PropriumNihil | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 11227 in AKAW G322 f 23, AUB 2842B28 f 22, ASB C91675 f 19, BKB II618381 f 12, UUB 211B223 f 9 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 23 en 24, AUB 2842B28 f 21 en 22, ASB C91675 f 18 en 19, BKB II618381 f 11 en 12, BN Rés.Yi.4 f 18 en 19, UUB 211B223 f 9 en 10 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenUUB is als laatste der bewaarde exemplaren van de buitenvorm gedrukt: enkel hier ontbreekt in r. 28 ‘mal-viuans’ het koppelteken en is de i in het tweede lid van deze samenstelling het minst duidelijk afgedrukt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GrammayVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudAENDEN Een. VVYSEN ENDE SEER ❘ veursinighen Cornelis Grammay. ❘ ELEGIE. (W2Y vvenschen hier altydt om salighe nieu Iàren,) (1-21). AEN DEN Een. VVYSEN ENDE VVEL ❘ Veursinighen Meester Peeter Coppenol. ❘ Sonet. (M2Eester Peeter, de deughdt der Beleefdtheyt, soo schoone) (22-38). AENDEN En. VVYSEN ENDE SEER VEVR- ❘ sinighen Ionker Dirick vander Beke Tresorier generael van der Oerloghen. ❘ ELEGIE. (D2IT vremdt nieu Iaer, doet my, uvver ghedenken,) (39-57). AENDEN Een. VVYSEN ENDE SEER VEVR- ❘ sinighen Heere myn H. Phlips vander Meeren. Heere van Sauenter. &c. ❘ SONET. (M2YN Heer van Sauenter, Soon van Phlips vander Méeren,) (58-74). AENDEN Een. VVYSEN ENDE SEER ❘ veursinighen Hendrick Vool. ❘ ELEGIE. (V2Eel Ouders vvel bedacht, ouer veel hondert Iaren,) (75-149). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Custos
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVariant van Briquet 7004 in BKB II618381 f 24, MPM R46.3 f 11 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 25 met Bu(b) en Bi(b), AUB 2842B28 f 12 met Bu(a) en Bi(a), AUB 976A2 f 15 en 16 met Bu(b) en Bi(b), MPM R46.3 f 8 en 11 met Bu(b) en Bi(b), ASB C91675 f 26 met Bu(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en Bi(b), BKB II618381 f 24 en 23 met Bu(a) en Bi(a), BN Rés.Yi.4 f 27 met Bu(b) en Bi(b), UUB 211B223 f 11 met Bu(b) en Bi(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenVerdeling en Inhoud zijn beide overeenkomstig hun ideële toestand beschreven. In werkelijkheid is de oorspronkelijk bedoelde p. 4 opgenomen in de binnenvorm als p. 3, en dientengevolge wordt de originele p. 3 onvermijdelijk p. 4. Eigenaardig genoeg is deze fout inzake overslaan niet verbeterd bij de overgang van (a) naar (b), en dit noch in binnen- noch in buitenvorm. In AUB 976A2 en in MPM hebben wij dit vel in zijn foutieve toestand bewaard. In BKB II618381 heeft men dit trachten te verhelpen door het vel middendoor te scheuren en het nu los hanteerbare f 2 correct in te binden, met de beginzijde van de tekst vooraan. De mutilatie verraadt zich echter door de plaats van het watermerk: enkel in dit exemplaar bevindt het filigram zich zo dicht bij de rug van het boek, waar dit watermerk elders dicht bij de buitenrand van het blad ligt. In alle overige exemplaren is f 2 weggescheurd. Tweemaal (in BN en UUB) heeft men zich met de correcte helft van grammay vergenoegd, maar overal elders heeft men de noodzaak gevoeld na deze definitieve maatregel toch een vel met twee folio's te moeten voorleggen. Hiervoor is een beroep gedaan op het onmiddellijk nadien gedrukte vel maes, waarvan telkens f 2 opgeofferd is. De resterende helften (steeds f 1) van respectievelijk grammay en maes zijn dan als nieuwe eenheid ingebonden in AKAW, AUB 2842B28 en ASB. In dit laatstgenoemde exemplaar kan men nog zeer goed vaststellen hoe de talons van beide bladen gevouwen zijn, en wel zo dat maes f 1 zó geplooid is, dat er een onglet ontstaat, waarin grammay f 1 - dat op dezelfde manier behandeld is - genaaid wordt. De twee aldus ontstane kimmen ziet men in ASB nog zeer duidelijk: de resterende talon van maes f 1 duikt op tussen stevart f 1 en grammay f 1; de onglet van grammay f 1 verschijnt noodgedwongen tussen grammay f 1 zelf en maes f 1. In AKAW is de talon van maes f 1 in die van grammay f 1 gevouwen, zodat beide zichtbaar zijn tussen maes f 1 en liefvelt [1] f 1. In UUB is de onglet van grammay f 1 rond roelandts geplooid en tegen f 2v van dit vel aangeplakt. In twee gevallen (AUB 2842B28 en ASB) is deze combinatie ingeschoten tussen de twee folio's van een normaal foliovel. Eenmaal (AKAW) komt het voor als afzonderlijke eenheid na discovrs en voor liefvelt. Bij de overgang van Bu(a) naar Bu(b) is in r. 23 Coppenol. gewoon uitgebroken, zonder de resterende drie woorden opnieuw te centreren. In r. 4 is de initiaal W van de reeks: 6,8 Granjon samengesteld uit VV, waarvoor het rechterbeen der eerste V afgevijld is. Het watermerk stemt overeen met Briquet 7004, maar het tweede blokje onder de voet ontbreekt hier (hoogte: 26 mm). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MaesVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud(IAN DE MAES AEN BELGICA,) (1-13). SONET. (V2Valrands, Trehou, Verdonck en Piuernage mede) (14-29). Aenden Een. vvysen, ende vvel-geleérden Mr. Ian van Ghées-dale. ❘ SONET. (M2Eester Ian, v goedt hert, en vroom, vred'samigh leuen) (30-45). Van den kunst-ryken, wysen ende veursinighe Mr. Gillis van Ellecom. ❘ SONET. (D2Esen nacht quam tot my, Melpomene, de schoone,) (46-62). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aen Mr. Steven Van VValcovrt. (N2A dat Godt heeft gheveughdt, dat ick in d'leuen,) (63-83). Mr. GABRIEL ROELANDTS AENDEN EDELEN ❘ wysen ende seer voirsinighen Heere, mijn H. Vander Noot. ❘ ELEGIE. (V2Oirmaels doen den tijt vvas gheleden, die met rechte) (84-118). PRAECLARO ET NOBILI VIRO D. IOHANN1 ❘ Vander Noot, Poëtae laureato. (N2Othaee idcirco es fama super aethera notus) (119-130). Vale Musarum delitiae. Raptim 15. Februarij 1581. ❘ Tuus Casp. Barlaeus non poëta sed poëtarum amator. (131-132). A MESSrs. 1AQVES SEBRECHT ❘ & Alexandre Boudesson Freres. ❘ SONNET. (B2Ouddessons vous voiants, auoir (à grande cure)) (133-149). AENDE E. VVYSE ENDE SEER ❘ veur-sinighe Iacob Sebrecht en Alexander ❘ Boudesson ghebroeders. ❘ SONET. (S2Oo d'Esmeraulden gruen medt de roode Rubynen,) (150-167). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVariant van Briquet 5039 met kenteken van Briquet 8868 in MPM R 46.3 f 31, ASB C91675 f 27, BKB I1618384-6 f 17, UUB 211B223 f 21 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 26 met Bu(a) en Bi(a), AUB 2842B28 f 13 met Bu(c) en Bi(b), MPM R46.3 f 26 en f 31 met Bu(c) en Bi(b), ASB C91675 f 27 met Bu(c) en Bi(b), BKB II618384-6 f 17 en 16 met Bu(b) en Bi(a), BN Rés.Yi.4 f 24 en 22 met Bu(b) en Bi(a), UUB 211B223 f 21 en 18 met Bu(b) en Bi(a) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe wijzigingen in de opeenvolgende staten van de buitenvorm hebben geen verband met een mogelijk streven naar correctheid van de tekst. Van der Noot heeft de volgorde van de namen der componisten in r. 15 verwisseld om tegemoet te komen aan de persoonlijke appreciatie van zijn publiek ten opzichte van deze kunstenaars. De volgorde van Bu(a), (b) en (c) is dan ook enkel gebaseerd op de slijtage van bepaalde letters (vgl. Hinman, I, 252 noot 1). In r. 157 ‘Oft’ is de f in Bu(a) nog normaal, in (b) lichter geïnkt, maar niet beschadigd, en in (c) boven de dwarsstreep verwrongen. In r. 158 ‘deughden’ is de h reeds beschadigd in UUB. De overgang van Bi(a) naar (b) wordt gekenmerkt door de verbetering van slechts één woord op f 2r. In de exemplaren waar enkel f 1 voorkomt, moet men alweer een beroep doen op de ontwikkeling van enkele individuele letters op f 1v. In r. 48 ‘Desen’ is de s in (a) nog heel, maar niet meer in (b). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eveneens in (a) staat in r. 84 ‘Mr.’ de r nog als exponent, waar deze letter in (b) reeds gezakt is. In het watermerk verschilt de afstand tussen de bruglijnen (hier: 25 mm) met het archetype in Briquet. Driemaal is f 2 weggescheurd, waarna het resterende f 1 samengevoegd is met grammay f 1. De reden voor deze mutilatie ligt wel niet in de inhoud van maes f 2, maar wel in het verkeerd overslaan van grammay. Voor de verdere verklaring zie men dan ook de Aantekeningen aldaar. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roelandts; Discovrs; Grammay; MaesBij deze vier vellen mogen wij niet spreken van enige samenhang, omdat elke aanwijzing in die richting ontbreekt: telkens komt slechts één watermerk voor in de exemplaren van een bepaald vel, zonder enig verband met de overige drie. De volgorde waarin deze vellen hier behandeld zijn, steunt dan ook enkel op hun eerste verschijnen in de bundels PW. roelandts komt als eerste van deze reeks ter sprake, omdat dit vel voorkomt in bundels, waarin wél vroeger gedrukte vellen, maar niet de resterende drie opgenomen zijn. De aldus afgeleide opeenvolging wordt bevestigd voor grammay-maes: als aanvulling van grammay f 1 wordt steeds een beroep gedaan op maes f 1, en nooit op een ander vel, waaruit blijkt dat zij wel ongeveer tegelijkertijd gedrukt zijn. En inderdaad duiken grammay en maes gelijktijdig op in een bundel PW, en dit pas na roelandts en discovrs. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[1584-1585]ScholiersVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudAENDEN E. VVYSEN ENDE SEER ❘ Veur-sinighen Peerter Scholiers. ❘ SONET. (P2Ithagoras die vverd' deur lust tot Deughdt en eere,) (1-17). AENDEN E. VVYSEN ENDE SEER ❘ veur-sinighen Dauid scholiers, oudt Aelmoesenier van Antwerpen. ❘ SONET. (S2Choliers die recht dé Deuchdt aen-hanghen, en heur leuē) (18-35). AENDEN E. VVYSEN ENDE SEER ❘ veur-sinighen Ian Scholiers. ❘ SONET. (A2Pollo Delien, Prince der Medecynen,) (36-52). AENDEN E. VVYSEN ENDE SEER ❘ veur-sinighen Ian Scholiers medt syn Broeders. ❘ SONNET. ❘ (G2Heluckigh moet-men v, achten, vrome Scholiren,) (53-69). AENDEN E. VVYSEN ENDE SEER ❘ Veur-sinighen VVillem vanden Kerchoue. ❘ SONET. (G2Helyck (sonder bedrogh, on-ergh, en sonder galle,) (70-87). AENDEN E. VVYSEN ENDE SEER ❘ veur-sinighen Aernout Vervoordt. ❘ SONNET. (T2E vvyl' dat On-gheval, Cranckheyt en Oudtheyt mede) (88-104). AENDEN E. VVYSEN ENDE SEER ❘ veur-sinighen M. Peeter Meule-mans. ❘ SONET. (D2E sotten heeten sot, die, die heur sotternyen) (105-123). AEN OLYMPIA. ❘ SONET. (V2 Nymphael vvesen reyn, en v sute bruyn ooghen) (124-139). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVerwante vorm van Briquet 8720-8721 in AKAW G322 f 46 en 47 (contresigne), AUB 976A2 f 35 en 36 (contresigne), MPM R46.3 f 33 en 34 (contresigne), ASB C91675 f 20 en 17 (contresigne), UUB 211B223 f 39 en 36 (contresigne) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 46 en 47 met Bu(b), AUB 976A2 f 35 en 36 met Bu(b), MPM R46.3 f 33 en 34 met Bu(a), ASB C91675 f 17 en 20 met Bu(b), BN Rés.Yi.4 f 36 en 39 met Bu(b), UUB 211B223 f 36 en 39 met Bu(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenIn AKAW staan oude correcties met de pen:
Bij de overgang van Bu(a) naar (b) is in r. 106 Meule-mans. gewoon uitgebroken, zonder de resterende tekst opnieuw te centreren. In r. 105 SEER is de druk van de R geveegd door verschuiven van de pers, en dit reeds in Bu(a). In alle latere exemplaren van de buitenvorm ziet men deze letter meer en meer stukgaan, met als eindresultaat de toestand in AUB en ASB. AUB is als laatste exemplaar van de binnenvorm ontstaan: alleen daar is in r. 36 VVYSEN de linker schacht van N geknakt. Het watermerk, een vorm tussen Briquet 8720 en 8721, stelt een P met dubbele voet en opvallend grote buik voor, bekroond met een vierbladige bloem. De ganse tekening is 57 mm hoog, en de afstand tussen de bruglijnen bedraagt 25 mm. Het contresigne is een monogram, bestaande uit een kruis, waaromheen een S zich slingert, dit alles gefundeerd op een M. Dit watermerk is eveneens aangetroffen in een exemplaar van CB/Abr, BKB II618383 f B2 en B3 (contresigne). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GambrinusVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudHymne van Gambrinus vinder van d'Mout ❘ te maken, en Bier te brouvven. ❘ Aen de vroome Heeren, Brouvvers ende Moutmakers van Antvverpen. (K2En vvil my op dit pas, niet çiren oft ver-schoonen) (1-162). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenVerwante vorm van Briquet 8720-8721 in BKB II618384-6 f 1 en 2 (contresigne), AUB 976A2 f 24 en 23 (contresigne) Briquet 8834 in MPM R46.3 f 14, ASB C91675 f 15, AKAW G322 f 32, UUB 211B223 f 29 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 32 en 33 met Bu(b), AUB 976A2 f 23 en 24 met Bu(c), MPM R46.3 f 14 en 17 met Bu(b), ASB C91675 f 14 en 15 met Bu(b), BKB II618384-6 f 1 en 2 met Bu(c), BN Rés.Yi.4 f 29 en 30 met Bu(c), UUB 211B223 f 28 en 29 met Bu(a) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenHet aantal regels druk blijft hetzelfde, zowel in Bu(a), (b) als (c): r. 122, die in Bu(a) als sprekende hoofdregel voorkomt, wordt meegeteld omdat hij niet buiten de zetspiegel van de eigenlijke tekst staat. In Bu(b) wordt deze regel verwijderd, maar tegelijkertijd wordt een nieuwe slotregel ingelast, zodat het eindresultaat bij optelling van het aantal regels op deze bladzijde hetzelfde blijft. Bij de overgang van Bu(b) naar (c) heeft men zich vergenoegd in r. 3 enkel de overtollig geachte woorden uit te breken (van Antvverpen.), zonder het resterende zetsel opnieuw te centreren. Het letterkorps romein 116 Tavernier + Garamond maakt voor de ij telkens gebruik van een onaangepaste j. In hetzelfde korps komen enkele cursieve letters voor, verdeeld als volgt:
Hierbij valt op:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het exemplaar van MPM is foutief ingebonden: gambrinus en stevart vormen er een groep folio's in vieren, waarbij stevart in gambrinus gevouwen wordt, zodat de tekst op het einde van gambrinus f 1v abrupt afgebroken wordt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DennetieresVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudS. PIERRE DENNETIERES, GENTILHOMME ❘ Tournisien, à Monsieur Mons. Vander Noot. ❘ SONNET. (M2Onsieur, quand i' apperçoi tant d' esprits en la France) (1-17). De Londres le 6. de May 1567. (18). RESPONSE DE L'AVTEVR, AV PRECEDENT. ❘ SONNET. (L2E Roy François premier a amené en France) (19-34). LOVYS POPPARD PRIEVR DE SORDE AV ❘ Seigneur Vander Noot, Gentil-homme & Patrice d'Anuers. ❘ SONNET. (Q2VI au Printemps a veu l' industrie & labeur) (35-51). A. Prouuin le 10. de May. l'An 1578. (52). NICOLAVS DE MEYERE ANTVERPIENSIS IN ❘ Coronam Mirteam Diuini Vatis. D.I. Vander Noot. (A2Lma Venus rursus cingebat tempora Myrto,) (53-78). Είς σχήματα ποίητιϰα συλλέϰθεντα ἄπο Ιωανν. τοῦ φανδερ· Νῶτ ἑξαστιχον,.❘ Ουίνανδου Καθαρίνου του Παλαιοπολιτου. (E2 ϒγενιϰόν δέδοται τοδἒ οὶ Νωθαῖε τροπαῖον) (79-92). E GRAECO VERSVM A IACOBO ROLANDIO F. (Q2Vod celebre exstruitur tibi iam NΩTAEE tropaeum,) (93-105). LE POETE A SA DAME OLYMPIA. ❘ SONNET. (E2N admirant vostre sainte beauté) (106-121). IEAN DE MAES FLAMMAND AV DIVIN POETE, ❘ le vertueux Seigneur Iean vander Noot. ❘ SONNET. (L2E felon veult chanter les Martiaux orages,) (122-138). De Lire le 20. d'Auril. l'An 1578. Nil virtute Prius. (139). Godfrid Wyherten zu den Gottlychen/ claer ❘ Erluchten/ vnd hoogh gheleertten Poëten: den Edlen vnd' Eerenfesten Herre/ Joncker Johan Von der ❘ Noot/ Patritium von Antorff. (Gleich wie Homerus weit bekant/) (140-161). Von Spyer dem 8. Septembr̂is Anno 1571. (162). M. HVGVE CABISSET. AV Sr. VANDER NOOT. ❘ SONNET. (L2AS! helas! la vertu n'a plus credit au monde) (163-178). Vt sors volet, tamen stabo. (179). RESPONSE DV POETE, AV PRECEDENT. ❘ SONNET. (D2Es fins ambitieux & du mocqueur vulgaire) (180-195). REPLIQVE DV MESME, AV MESME ❘ SEIGNEVR VANDER NOOT. ❘ EPIGRAMME. (V2Iuent l' esprit de Dieu, & les Diuins Poëtes,) (196-208). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8834 in AKAW G322 f 48, MPM R46.3 f 32, ASB C91675 f 16, BKB II618384-6 f 15. UUB 211B223 f 34 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 45 en 48, AUB 976A2 f 34 èn 37, MPM R46.3 f 32 en 35, ASB C91675 f 13 en 16, BKB II618384-6 f 15 en 18, BN Rés. Yi.4 f 40 en 45, UUB 211B223 f 34 en 35 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenIn r. 163 ‘Sr.’ verschuift de plaats van de r. In BKB en AKAW is deze letter nog niet onder de voet van S gezakt. Dit begint in UUB, BN en MPM. De r is het laagst gezakt in AUB en ASB. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Poetov [H]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudGVILLAVME DE POETOV, ❘ A Monsieur M.I. vander Noot, Gentil-hom- ❘ me, Patrice & Escheuin de la fleurissante ❘ ville d'Anuers. ❘ ODE. ❘ Strophe 1. (V2Ander Noot pacifique,) (1-101). (Par le vouloir sublime) (102-211). (Maugré le temps, & sa faux & l'audace,) (402-433). (Toute tristesse & affligeante paine,) (434-465). Fin. (466). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sprekende hoofdregelsf 2r: OEVVRES POETIQVES DV Sr. VANDER NOOT. f 2v: OEVVRES POETIQVES DV Sr. VANDER NOOT. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Signaturenf 1r H | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8834 in AKAW G322 f 40, MPM R46.3 f 21, ASB C91675 f 36, BKB II618384-6 f 10, AMVC N431 f 4, UUB 211B223 f 30 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 37 en 40, AUB 976A2 f 26 en 29, AMVC N431 (15562M) f 1 en 4, MPM R46.3 f 18 en 21, ASB C91675 f 33 en 36, BKB II618384-6 f 7 en 10, BN Rés.Yi.4 f 46 en 49, UUB 211B223 f 30 en 33 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenHet geringe aantal drukfouten kan in de hand gewerkt zijn door het voorleggen van goede kopij. De tekst was immers reeds afgedrukt in Het Bosken, zodat Van der Noot enkel een exemplaar van dit werk aan de zetter hoefde te overhandigen. De sprekende hoofdregels zijn telkens opnieuw gezet. De bestaansreden van de signatuur vindt men in de Aantekeningen van poetov [H2]. Voor de buitenvorm is een ordening der bestaande exemplaren mogelijk, dank zij r. 1 POETOV: in AKAW, AMVC en AUB bevindt de V zich op gelijke hoogte met de O, in BN zakt eerstgenoemde letter enigszins, in ASB, MPM en UUB vergroot deze onregelmatigheid nog, en in BKB is deze V met de volgende komma totaal verdwenen. Dit laatste stadium is echter tevens veroorzaakt door afbijtsel van het frisket, dat in deze buitenvorm wel meer voorkomt: in r. 78 montaignes is de s in AMVC en BN niet afgedrukt, omdat dit marginaal zetsel door het frisket afgedekt werd. Een zelfde lot was de signatuur H beschoren in BKB: enkel de linker schacht van deze letter werd daar geïnkt. Een dergelijke afdekking van de staartregel is niet ongewoon in zestiende-eeuws drukwerk; zie ook Johnson, 18 (i.v.m. paginering), 31 (i.v.m. signaturen). Op nazetsel tegenover Het Bosken wijst r. 187 humilité): het haakje is abusievelijk blijven staan, daar waar de corresponderende (in r. 183 verwijderd is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Poetov [H2]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud(Ainsi voirons accroistre) (212-305). D'Anuers le iije. de Ianuier 1565. par le tres-humble Sr. de vostre Se. ❘ G. de Poetou. ❘ EN LABEVR LIESSE. ❘ Deuant le dernier vers de la 2. Antistrophe lisez, Les Nymphettes compaignes (306-309). [fleurons; zie Aantekeningen] RESPONCE DV POETE, ❘ audict Gvillavme de poetov, ❘ Poët Betunois. ❘ ODE. (D2Es que mon oeil apperceut ton ouuráge) (310-337). (Si i'ay receu des Muses gracieuses) (338-369). (C'est autre chose, ò Poetou, des Poëtes) (370-401). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sprekende hoofdregelsf 2r: OEVVRES POETIQVES DV Sr. VANDER NOOT. f 2v: OEVVRES POETIQVES DV Sr. VANDER NOOT. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Signaturenf 1r H2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8834 in AKAW G322 f 38, MPM R46.3 f 20, ASB C91675 f 34, BKB II618384-6 f 8, AMVC N431 f 3, UUB 211B223 f 32 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 38 en 39 met Bi(b), AUB 976A2 f 27 en 28 met Bi(a), AMVC N431 (15562M) f 2 en 3 met Bi(a), MPM R46.3 f 19 en 20 met Bi(b), ASB C91675 f 34 en 35 met Bi(a), BKB II618384-6 f 8 en 9 met Bi(a), BN Rés.Yi.4 f 47 en 48 met Bi(b), UUB 211B223 f 31 en 32 met Bi(a) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe fleurons op f 1v (12,5 bij 121,5 mm) vindt men afgebeeld in Hellinga, Kopij, pl. 84, en in Type specimen facsimiles. Reproductions of fifteen type specimen sheets issued between the sixteenth and eighteenth centuries...General editor John Dreyfus. With an introductory essay by Stanley Morison, London, 1963, pl. 2 ‘Konrad Berner, Frankfurt 1592’. De volgorde Bi(a) en (b) berust op een vergelijking met de tekst in Het Bosken. Daar geldt dezelfde versie als hier in Bi(a), die dan door Van der Noot nog tijdens het drukken omgevormd werd tot een meer logische constructie. De sprekende hoofdregels zijn telkens opnieuw gezet. De signaturen H en H2 in de twee vellen poetov fungeren enkel als ordenend element binnen deze katern. De lengte van de opgenomen tekst overschrijdt de plaatsruimte van een foliovel van vier bladzijden, zodat de bundeling van folio's in vieren onvermijdelijk wordt. Een nadere aanduiding, waar deze katernen in een bestaande bundel PW thuishoren, wordt ons door deze fragmentaire elementen niet verschaft. Waarom nu juist deze letter H genomen is ter aanduiding van deze afzonderlijke eenheid, heb ik niet kunnen achterhalen. Tijdens het drukken van de binnenvorm is in r. 310 RESPONCE de R beschadigd in MPM en daarop vervangen in AKAW. Daar beide exemplaren tot Bi(b) behoren, mogen wij ze dan ook als laatst gedrukte van deze reeks beschouwen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Goossenius [I]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudD.G. Goossenius ad Diuinum Vatem D. Io. Vander Noot, ex ❘ genere Nobili & ordine Equestri, Patrit. Antuerpiens. (C2VM peterem nuper vento Anglica regna secundo,) (1-32). Inoffensibilis Goossenius. (33). Responsio Poetae. (D2VM tua conspicerem diuino numine plena) (34-46). IOHANNES AVRATVS, POETA REGIVS ❘ apud Gallos. Ad D. Io. Vander Noot Poëtam Laureatum. ❘ EPIGRAMMA. (A2Ngue ferunt Cadmum corpus mutasse bilingui,) (47-57). Lutetiis Parisiorum Idibus Iulij. An 1578. ❘ Io. Auratus Poëta Regius. (58-59). De goede ende claer verlichte Poët Winandus Catharinus Paleopolitanus. (ὁυς ὁ θɜὸς ϰαὶ ἂνα Ποιητων θειος Ομηρος) (60-66). IDEM E GRAECO VERSVM A ❘ Iacobo Rolandio. F. (V2T deus, & Princeps vatum diuinus Homerus,) (67-74). Van dese ouer-settinghe ende den ouersetter Jacob Roelandts / ❘ sone van Heer' en M. Jacob Roelandts/Raetsheere inden secreten Raedt. ❘ Epigr̂amme. (Dry maels vyf iaren oudt was des Raedts-Heere sone,) (75-81). Al muy Mag. Generoso y Doctissimo Varon, el Señor, Don Ioan. ❘ vander Noot, Principe de los Poëtos Brabançones. ❘ SONET. (L2O que agora às mostrado de repozo) (82-98). De Valencia en l'an̅o 1570. Seruidor de V.S. ❘ Luis Franco, Lusitano. (99-100). D. Gerardus Goossenius, Phisicus, Medicus ende Poët mo- ❘ derne, Aenden Edelen Heere, Heer' Ian Vander Noot Prins' ❘ der Brabantscher ende Nederlantscher Poëten. ❘ ODE. ❘ 1. (O2Nlancx na dat ick was,) (387-462). VVt Londen den 12. Nouembris anno 1566. ❘ VViet denckt, niet krenckt. ❘ Goossenius. (463-465). Antvvoorde des Poëten op de veur-gaende ❘ ODE. ❘ 1. (K2' EN was noyt meer verheughdt,) (466-557). Meester Adriaen Iac. F. Damman. in Latijn, aen den Edelen ❘ Heere, mijn Heere Vander Noot. Prince der Belgicscher Bra- ❘ bandtscher oft Nederlandtscher Poëten. ouer-gheset deur ❘ Ionker Iacob vander Mast. ❘ EPIGRAMME. ❘ (A2L had' ick dry-maels meer tonghen dan op t'hoofdt haren,) (558-570). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sprekende hoofdregelsf 2v: OEVVRES POETIQVES DV Sr. VANDER NOOT. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Signaturenf 1r I | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8834 in AKAW G322 f 44, AUB 976A2 f 30, MPM R46.3 f 25, ASB C91675 f 37, BKB II618384-6 f 11 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 41 en 44 met Bu(b), AUB 976A2 f 30 en 33 met Bu(b), MPM R46.3 f 22 en 25 met Bu(a), ASB C91675 f 37 en 40 met Bu(b), BKB II618384-6 f 11 en 14 met Bu(b), BN Rés.Yi.4 f 41 en 44 met Bu(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenIn ASB zijn r. 7, 8, 25, 26, 29-32 onderstreept, en naast r. 3-32 is in dit zelfde exemplaar een verticale streep in de linkermarge getrokken. Een ordening van de exemplaren van de buitenvorm is mogelijk aan de hand van r. 15 malesuada: in AKAW is de d nog het meest heel, in AUB, ASB, BKB en BN rest enkel een stukje van de schacht, en in MPM kan men deze d niet meer van een a onderscheiden. Voor de signatuur zie men de verwijzing in de Aantekeningen van goossenius [12]. In r. 433 verdoofdt, is voortschrijdend afbijtsel van het frisket waar te nemen. Dit randzetsel is enkel voluit bewaard gebleven in AKAW, ASB en BKB. In BN en AUB ontbreekt reeds de komma en is de dt gedeeltelijk niet meer geïnkt (in BN is de vlag van de t nog zichtbaar, in AUB niet meer). Ten slotte blijft in MPM van de d enkel de buik, en van de t enkel een stip. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Goossenius [12]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud[binnen dubbele lijnen, twee houtsneden gescheiden door een verticale dubbele lijn; zie Aantekeningen] VANDEN SLACH BY GREVELINGHEN ❘ gheschiedt in d'Iaer 1558. tusschen Philippum Coningh van ❘ Spaenien, &c. Hertogh van Brabandt, &c. ende Hendricum Coningh ❘ van Vrancrijck. Tot een eeuvvigh teeken der vrindtschappen en der dancbaer- ❘ heyt, toegheeyghendt ende ghedediceerdt der Edeler, vvyser ende deughdelyker Vrouvven ❘ Vrouvve Iohanne van Kestergat, ende den edelen Ionghéheren Ian ende Pompeo ❘ vander Noot, naeghelaten vveduvve ende Sonen van vvysen Iaspar vander ❘ Noot, Heere van Carloo &c. van vviens vrome, edele en ridderlyke ❘ daden hier sommige verhaeldt vvorden in dese tegen-vvoordige ❘ ODE. ❘ D'eerste STROPHE. (W2At de Menschen bedrijuen) (101-344). AEN DE VEVRSCHREVEN ION- ❘ ghe Heeren H. Ian, en Pompeo vander ❘ noot, Heeren van Carloo, &c. (S2Oud' ick de vromigheydt, en dé heerlyke daden) (345-353). A MONSIEVR IAQVES SANGLIER. ❘ SONNET. (S2Anglier si l' amitié vient, de quelque semblance) (354-369). A MADAMOISELLE PHILIPPOTE ❘ Coenraet legitime compaignie dudict S. Iaques Sanglier. ❘ SONNET. (L2A seruante de Dieu, que nous nommons Fortune) (370-386). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SignaturènF 1r I2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8299-8300 in AKAW G322 f 43, AUB 976A2 f 32, MPM R46.3 f 24, ASB C91675 f 39, BKB II618384-6 f 13 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 42 en 43 met Bu(a), AUB 976A2 f 31 en 32 met Bu(b), MPM R46.3 f 23 en 24 met Bu(a), ASB C91675 f 38 en 39 met Bu(b), BKB II618384-6 f 12 en 13 met Bu(a), BN Rés.Yi.4 f 42 en 43 met Bu(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe dubbele lijnen rond de houtsneden zijn hoofdzakelijk samengesteld uit dezelfde elementen als de dubbele lijn onder de navolgende titelhoutsnede van 1584-1585. Deze lijnstukken blijken in onvoldoende mate voorradig te zijn, want de verticale lijnen ter linkerzijde bezitten een andere factuur dan de resterende elementen: de buitenste lijn is dunner en de groef tussen beide lijnen smaller dan in de rest van de omlijsting. Het gehele kader meet 82 bij 118,5 mm. In ASB is f 2v dank zij enkele correcties met de pen aangepast aan een nieuwe bestemmeling: in r. 354 en r. 356 is de naam Sanglier telkens gewijzigd tot Sinolier en r. 371 is met inkt geheel onleesbaar gemaakt, zodat enkel de voornaam van de echtgenote overblijft in r. 370. In Bu(b) zijn de oorspronkelijke r. 371 en r. 372 herleid tot één regel, opnieuw gecentreerd, maar met behoud van de originele letter. Het letterkorps italiek 140 Guyot beschikt over de kapitaal W blijkens r. 112. Het watermerk bezit elementen van Briquet 8299 en 8300: de afstand tussen de bruglijnen (27 mm) is dezelfde als in 8300, maar het uiteinde van dit watermerk stemt meer overeen met het contresigne van 8299. Voor het gebruik der signaturen zie men de Aantekeningen van poetov [H2]. Op nazetsel tegenover Het Bosken wijst het punt in 156 sweerde., waar het even overbodig aangetroffen wordt. De twee houtsneden stellen wapenschilden voor, waarvan men de blazoenering vindt in de Verklarende Aantekeningen bij de Tekstuitgave. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Apologie [A]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudAPOLOGIE VOOR ALLE DE POE ❘ TICSCHE VVERKEN VAN MYN ❘ HEERE VANDER NOOT, BY ❘ Henrick Ackermans, van Brecht. (D4E verkeertheydt, d'onvvetentheydt, ende d'on-danc-) (1-45). (penne, daer toe met eenen vvt-nemenden vvonderlijcken hoog ende) (46-92). (Et mirabar ego Diuini magna Poëte) (317-370). (anders daer toe te doene, dan alleeniglyc hier by te veugen dit cort ver-) (371-376). IOHANNES AVENTINVS IN DAT ❘ eerste Boeck vanden oorsprong der ouder Duytschen. ❘ Vande Poëten. (P2Oët is een Griex vvoort, ende is in onser sprake Schepper oft Maker ghesegt,) (377-429). (∴) ❘ Dus siet wel wat ghy secht,, En oordeeldt voordt metrecht. (430). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Signaturenf 1r A | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Custodenf 1v Spaenien, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
Bloemletter: D 16,5 mm | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8299-8300 in AKAW G322 f 2, MPM R46.3 f 2, ASB C91675 f 5, BKB II618384-6 f 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 2 en 5 met Bu(b) en Bi(b), AUB 976A2 f 10 en 13 met Bu(c) en Bi(c), MPM R46.3 f 2 en 7 met Bu(b) en Bi(b), ASB C91675 f 5 en 8 met Bu(a) en Bi(a), BKB II618384-6 f 3 en 6 met Bu(c) en Bi(b), BN Rés.Yi.4 f 5 en 8 met Bu(d) en Bi(c) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenTal van correcties met de pen en/of oude wijzigingen zijn hier uitgevoerd: r. 40 ‘vvesen.’ wordt ‘vvesen!❘’ in AKAW; na het uitroepteken is een streep getrokken als verwijzingsteken naar een nota in margine die overplakt is. r. 45 ‘te’ geraseerd in AKAW. r. 48-49 de ronde haakjes geschrapt in AKAW en ASB. r. 51 ‘T'en is geen minder deugt’ geschrapt in AKAW en ASB. r. 323 quin geschrapt en dan weer qúin bovengeschreven in AKAW. r. 326 crepem de tweede e is vervolledigd in AKAW. r. 327 Credite r geschrapt in AKAW. r. 328 na dit vers is in AKAW de bron genoteerd: 2. proper. 24; voor het geheel van de correctie in AKAW, zie ook blz. 205. r. 386-387 ‘Ick Ghelooue...eerden.’ onderstreept in BN. De volgorde van de verschillende staten van de buitenvorm wordt bevestigd door de evolutie - d.i. verbetering - van bepaalde druktechnische onvolkomenheden: r. 374 ‘in’ heeft een kapotte n in Bu(a), die vervangen wordt sinds Bu(b). In Bu(a) ondergaat het rechtse randzetsel van r. 373-376 afbijtsel van het frisket, maar niet meer in Bu(b). In r. 394-403 is het marginale zetsel links scheef gezakt in Bu(a); dit verergert nog in Bu(b), waar de beginletters van r. 398 uitgestulpt worden, maar in Bu(c) is dit verholpen. De eindletters van r. 1 en r. 2 blijken niet stevig opgekooid te zijn: in Bu(a) bevinden deze letters zich nog op hun normale plaats, hoewel in r. 1 POE de E reeds ietwat gezakt is. In Bu(b) drijven deze E van r. 1 POE en N van r. 2 MYN af in de richting van de rand van het zetsel. De oorspronkelijke toestand wordt hersteld in Bu(c). Zie voor de signaturen apologie [A2-A3]. Voor het watermerk zie men goossenius [12]. De bloemletter is identiek met LvB f *2r. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Apologie [A2-A3]Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud(Spaenien, Prouencen ende Vrancryc doen, dat dese veurschreuen veer-) (93-139). (cost ende moeyte, deur middelen die heur daer niet rechtighlijc toe hel-) (140-200). (der de Latynsche ende aen meer ander' godlycke Poëten, Propheten,) (201-265). (hebben de gunstighe lesers (meyn ic) spiegelen ghenoegh der afgunstig-) (266-316). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Signaturen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Custodenf 1v (on-)der f 2v Et | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8299-8300 in AKAW G322 f 4, AUB 976A2 f 11, MPM R46.3 f 6, ASB C91675 f 7, BKB II618384-6 f 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 3 en 4 met Bu(a), AUB 976A2 f 11 en 12 met Bu(b), MPM R46.3 f 3 en 6 met Bu(b), ASB C91675 f 6 en 7 met Bu(b), BKB II618384-6 f 4 en 5 met Bu(b), BN Rés.Yi.4 f 6 en 7 met Bu(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe verdeling sluit aan bij apologie [A]. De volgende correcties met de pen en/of oude wijzigingen zijn uitgevoerd: r. 118-122 is onderstreept in BN; naast r. 119 staat in margine ‘Nota’. r. 217 stimulas is in AKAW verbeterd tot stimulis; beide laatste letters zijn overgehaald. r. 242 me is in AKAW en ASB doorgestreept. r. 244 praescribere re is in AKAW doorgestreept en daarna geëxpungeerd, waardoor deze correctie opgeheven wordt. r. 279 in AKAW staat na dissimulat een komma, en & Poëtarū praeferti is tussen () gezet en doorgestreept; de s van sunt is omgevormd tot). r. 280 agente interlineair in AKAW aangevuld tot agetante; illo in AKAW boven i I. r. 281 sont in AKAW verbeterd tot súnt. r. 283 In AKAW is inde doorgestreept, na laetste is een komma geplaatst, en geheel is interlineair aangevuld tot algeheel. r. 288 fecerunt is in AKAW door een interlineaire n aangevuld tot secernunt. Voor het geheel van de correctie in AKAW, zie ook blz. 205. In AKAW, AUB en BN komt de oudste vorm van de binnenvorm voor, want in deze exemplaren is in r. 192 à deze letter nog niet gezakt. Voor het gebruik van de signaturen, zie men de Aantekeningen van poetov [H2]. Door het bestaan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de oudere A2 en A3 signaturen in voorwerk 1580-1581 is verwarring opgetreden bij het inbinden van MPM R46.3 met als resultaat: A (apologie), A2 (apologie), A3 (voorwerk), A2 (voorwerk), A3 (apologie). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Titelvel 1584-1585Verdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud[binnen titelhoutsnede, waaronder dubbele lijn; zie Aantekeningen] DE ❘ POETICSCHE ❘ WERKEN VAN ❘ MYN HEERE ❘ VANDER NOOT. ❘ (∴) ❘ T'ANTVVERPEN, ❘ By Gillis vanden Rade. ❘ cIɔ.Iɔ.lxxxiiii. (1-8). IN OPERA DIVINI VATIS D.I. VANDER NOOT. ❘ M. Adrianus Iac. F. Damman. (VT mihi sint linguae totidem quot vertice crines) (9-18). IN OPERA D. VATIS D.I. VANDER NOOT D.H. AGRICOLA. (H2Oratiano spiritu) (19-71). QVAE SVCCVRREBANT CIRCA NOTAEIA SCRIPTA ❘ Henrico Agricolae Brechtio. (IRrisor osorʒ artis ignarus adeò) (72-80). APOLOGIA DOCT. HENRICI AGRICOLAE. (81). [binnen kader, houtsnede; zie Aantekeningen]. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8299-8300 in AKAW G322 f 6, ASB C91675 f 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 1 en 6 met Bu(b), AUB 976A2 f 1 en 4 met Bu(a), MPM R46.3 f 1 met Bu(a), ASB C91675 f 1 en 4 met Bu(b), WHAB 23.1 Poet.2o(1) f 1 en 4 met Bu(b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenDe titelhoutsnede meet 241 bij 157 mm. De tekenaar ervan, Pieter Huys, heeft zich geïnspireerd op Coornherts triomfboog vooraan in Das Buch Extasis; voor de allegorische voorstelling zie men dan ook OE, [9] e.v., toegelicht in DBE, 176 e.v. Wel zijn enkele wijzigingen in de algemene compositie aangebracht, waarvoor mede gebruik gemaakt is van de Hypnerotomachie, 13v. In het afgesneden fronton verschijnt, ter vervanging van de triton, thans de bliksemende Jupiter, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vergezeld van zijn arend. Tussen fronton en architraaf is zoals in de plaat der Hypnerotomachie, en dus in tegenstelling tot de gravure van Das Buch Extasis, een zeer hoge fries geschoven, waarin Apollo en de negen muzen evenals twee zwanen als symbool der dichters afgebeeld zijn. Verdeeld over de drie vakken van de meer geprofileerde architraaf prijkt de kenspreuk van de dichter ‘TEMPERA TE TEMPORI’; hierbij zij weer verwezen naar de Hypnerotomachie, waar de architraaf eveneens een inschrift draagt. De twee godinnen, Venus en Minerva, staan thans voor composiete halfzuilen en niet meer voor pilasters. Zij hebben elkaars pedestal ingenomen, maar behouden toch elk hun attributen. Ook Mercurius, Labor en Industria hebben hun vroegere plaats in het fronton ontruimd en zitten nu op een rustbank, geplaatst in een halfcirkelvormige nis tussen de twee voetstukken die de godinnen schragen. Op de frontzijde van deze onderbouwsels zijn telkens twee ruitschilden aangebracht. Deze verdubbeling tegenover het Duitse voorbeeld is mogelijk omdat ook de wapenschilden op de zijplinten aldaar thans vooraan afgebeeld zijn. De blazoenering van alle wapens is als volgt: Ruitschild I (op de linkerhoek van de architraaf) rechts (hier en hierna telkens heraldisch): in goud vijf kruislings geplaatste zwarte sint-jakobsschelpen (Van der Noot). Ruitschild I links: in zilver een gaande zwarte kat (Kets). Ruitschild II rechts: gevierendeeld: I en IV in blauw een gevleugelde en geschubde gouden draak; II en III in zilver drie rode kepers (Draeck). Ruitschild II links: gevierendeeld: I en IV in goud een zwart wild zwijn; II en III in zwart drie zilveren kepers (Van de Werve). De afbeelding op de houtsnede is niet correct: het wild zwijn wordt omgewend voorgesteld, en in II en III worden de kleuren verwisseld. Ruitschild III rechts: in blauw een zilveren dubbele adelaar, gebekt en gepoot van goud (Daens). Ruitschild III links: in zilver drie zwarte lelies, twee en een (Van Liere van Immerseel). Ruitschild IV rechts: in...een zwijn, doorboord met een zwaard (Godevaerts). Ruitschild IV links: in zwart een zilveren dwarsbalk (Van Borselen). Dit blazoen is gecorrigeerd tegenover de versie in Das Buch Extasis. Ruitschild V rechts: in rood, bezaaid met gouden blokjes, een leeuw van hetzelfde, genageld en getongd van blauw, over alles heen (Van Halmale). Ruitschild V links: in...een zwaard. Ruitschild VI rechts: in goud een doorsneden keper, vergezeld van drie zwarte adelaars (Van Wingene). Ruitschild VI links: als ruitschild V rechts, doch met omgewende leeuw. Ruitschild VII rechts: in rood een zilveren leeuw, genageld getongd en gekroond van goud, beladen met het wapenschild van Bijgaarden: in goud een schildhoofd, geschaakt van zilver en zwart (t'Serclaes). De leeuw staat hier omgewend. Ruitschild VII links: in rood, bezaaid met zilveren vijfblaren, een leeuw van hetzelfde, genageld getongd en gekroond van goud, over alles heen (t'Seraerts). Ook hier staat de leeuw in de huidige houtsnede omgewend. Ruitschild VIII rechts: in zilver drie blauwe burchten (Van Etten). Ruitschild VIII links: in zilver drie rode palen (Van Berchem). Volgens de Apodixe, § 23 in OE, [16] vormen deze zestien wapenschilden de kwartierstaat van de dichter. In de huidige opstelling zijn echter fouten geslopen, die Van der Noot in 1588 liet verbeteren; de verdere toewijzing van deze wapenschilden vindt men dan ook in titelvel 1588. Een volgend verschilpunt met de gravure in Das Buch Extasis merkt men in de zwikken: in de Duitse titelplaat bleven die kaal, maar in de Antwerpse natekening zijn zij opgevuld met gevleugelde victoria's, en dit op basis van antieke reminiscenties. Pieter Huys heeft zich hierbij strikter aangesloten bij klassieke voorbeelden dan bij de Hypnerotomachie. Wat Colonna bedoelt met ‘una pastophora’Ga naar voetnoot1, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nl. ‘la figura della Vittoria alata’Ga naar voetnoot2, vinden wij inderdaad correct terug in deze titelhoutsnede; in de Hypnerotomachie daarentegen wordt deze term geïnterpreteerd als ‘vne Pastophore (qui est le surnom de Venus deesse d'amour)’Ga naar voetnoot3. Op de corresponderende plaat in de Franse uitgave zijn deze twee godheden in de zwikken dan nog afgebeeld met cornucopiae in plaats van de aangekondigde ‘trophée tourné devers le coing du triangle pour emplir le vuide’Ga naar voetnoot4. Een laatste afwijking van het Duitse voorbeeld: zoals in de Hypnerotomachie wordt het tongewelf van de boog zelf geschraagd door consoles. Bovenaan, tussen de nimfen met hoornen des overvloeds en het binnenste wapenschild is de houtsnede gesigneerd PH, het monogram van de ontwerper Pieter Huys. Diens tekening is daarna door Antoon van Leest in hout gesneden; zie A.J.J. Delen, Histoire de la gravure...II Le XVIe siècle. Les graveurs-illustrateurs, Paris, 1934, 138-139. Ten slotte zie men voor het gebruik van de triomfboog als titelomlijsting, Hendrik Désiré L. Vervliet, ‘Les Origines du frontispice architectural’, in Gutenberg Jahrbuch 1958, 222-231, alwaar verdere literatuur op 223 noot 3. De dubbele lijn onder de houtsnede (155 mm) is samengesteld uit dezelfde aparte blokjes als de dubbele lijnen in goossenius [I2]. De houtsnede op f 2v is het portret dat in titelvel 1580-1581 op dezelfde plaats voorkomt; nadere gegevens vindt men dan ook in de Aantekeningen aldaar. Wel is thans rond dit portret een ander kader geplaatst; dit laatste meet 232 bij 146 mm, en bestaat uit aparte blokjes die ingelegd zijn met een parelsnoer, omgeven door een dubbele lijn. In AKAW staan aanvullingen in oude hand, wel van de auteur zelf (zie ook blz. 205 en 206) en als volgt verdeeld:
Van deze wijzigingen zijn er enkele overgenomen in amodeo (zie aldaar). Het lofdicht is in feite aangevuld met het oog op één bepaalde mecenas: de nota's bij r. 28 en r. 33 willen hulde brengen aan de dichterlijke kwaliteiten van Laevinus Torrentius, tweede bisschop van Antwerpen en auteur van Poemata sacra..., Antverpiae, 1572 (BT, nr. 4548). Van der Noot heeft voor deze prelaat een bundel PW 1588 samengesteld, die thans verdwenen is (zie blz. 13 en noot 35 aldaar). Vermoedelijk waren de aanpassingen in AKAW bedoeld als actualisering van het betrokken lofdicht, dat kon opgenomen zijn onder de ‘gedichten in hs. door Van der Noot aan den bisschop van Antwerpen...opgedragen’ (Vermeylen, 152 (839) ). In alle bekende exemplaren is een correctie met de pen uitgevoerd: het wapenschild van het geslacht Van Borselen op de rechterhoek van de architraaf is op die manier verbeterd tegenover de afbeelding in Das Buch Extasis. De twee vroegst gedrukte exemplaren met Bu(a), d.i. met datum 1584 zijn als enige specimens op perkament gedrukt. Zulke vellen kostten drie- tot achtmaal zoveel als de gewone; zie Philip Gaskell, A New Introduction to Bibliography, Oxford, 1972, 136 en noot 43 aldaar; Leon Voet, The golden compasses, Amsterdam, (1969-1972), II, 44-45. In MPM ontbreekt de tweede foliohelft. In WHAB is enkel de buitenvorm afgedrukt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PruenenVerdeling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud[binnen enkele lijnen, fleurons; zie Aantekeningen] AEN DEN E. VVYSEN ENDE SEER ❘ veursinighen Heere Cornelis, Pruenen, out Thresorier ❘ ende Schepene van Antvverpen, &c. ❘ ODE. ❘ 1. (N2A dat my is ghegheuen) (1-112). EPIGRAMME. (O2Nder den schoonsten boom' die ooyt mans oogen saghē) (113-121). A MONSIEVR M. CORNILLE PRVENEN, ❘ vieil Tresorier & Escheuin d'Anuers, &c. (O2Vltre ce que i'ay dict en langue Brabançonne) (122-193). FIN. (194). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stent/Proprium
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettertype
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatermerkenBriquet 8299-8300 in AKAW G322 f 31, ASB C91675 f 29 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ExemplarenAKAW G322 f 31 en 34, ASB C91675 f 29 en 32 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningenHet kader, gevormd door de enkele lijnen rond de fleurons, meet 14 bij 118 mm. De fleurons zelf zijn identiek met deze in poetov [H2]. De uitroeptekens in r. 142 en 152 zijn telkens aangebracht met behulp van een gedeeltelijk afgedekte of gemutileerde onderkast 1.
Samenhang scholiers-gambrinus-dennetieres-poetov [H] -poetov [H2] -goossenius [I] -goossenius [I2]-apologie [A]-apologie [A2-A3]-titelvel 1584-1585-pruenen
Deze volgorde wordt gebaseerd op de gecombineerde evidentie van watermerken, signaturen en het achtereenvolgens voorkomen van deze vellen binnen de bestaande bundels PW. Als watermerk komt in scholiers enkel een verwante vorm van Briquet 8720-8721 voor, waarnaast in gambrinus Briquet 8834 opduikt. Dit laatste watermerk wordt als enig filigram teruggevonden in de reeks dennetieres-goossenius [I]. poetov wordt voor goossenius gesitueerd ter wille van de voorhanden signaturen. Alle volgende vellen bezitten exclusief Briquet 8299-8300. Eigenaardig genoeg is in goossenius [I] en [I2] geen tussenstadium aangetroffen, waarin zowel Briquet 8834 als 8299-8300 gezamenlijk voorkomen, hetzij in goossenius [I] of [I2]. Een zelfde bevestiging door de watermerken van de samenhang in een groep folio's in vieren ontbrak eveneens in slotvel [1] en [2]. titelvel 1584-1585 is na apologie gerangschikt, omdat r. 81 van titelvel fungeert als aankondiging van de reeds voorhanden apologie. Deze reeks wordt besloten door pruenen, aangezien dit vel als laatste aanwinst in de bewaarde bundels PW voorkomt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Concluderende opmerkingen
|
|