| |
| |
| |
Mevr. dr. M. Zeldenrust - Noordanus 4. Geboortenregeling
Geboortenregeling heet een aanvaarde zaak te zijn. De vraag rijst dan natuurlijk
toch nog wel wat die aanvaarding inhoudt. Men kan iets aanvaarden zonder zelf
met de ideeën enige verwantschap te voelen; men kan iets aanvaarden op grond van
goede informatie of zonder enige kennis van zaken; men kan ideeën aanvaarden
zonder deze op enigerlei wijze in daden om te zetten. Hoe gaat dat?
Geboortenregeling is een aanvaarde zaak in die zin dat slechts 1% van de mannen
en 4% van de vrouwen in Nederland geboortenregeling absoluut ontoelaatbaar
vindt. Maar aanvaarding en aanvaarding is twee: 30% van de mannen vindt
geboortenregeling wel begrijpelijk in bepaalde gevallen, en bij de vrouwen is
dat 35%. Blijkbaar verbinden zij er bepaalde voorwaarden aan, naar gelang van de
situatie of naar gelang van de gebruikte methoden (want over de
aanvaardbaarheid, moreel en medisch, van de verschillende methoden lopen de
meningen zeer uiteen). Geen principiële bezwaren tegen geboorteregeling heeft
67% van de mannen en 60% van de vrouwen.
Betekent deze aanvaarding nu ook dat men op de hoogte is van de diverse
mogelijkheden voor geboortenregeling? Men heeft immers de nodige kennis nodig om
een in velerlei opzicht verantwoorde keuze te kunnen maken. Dan blijkt de kennis
toch wel weer tegen te vallen.
| |
Welke middelen bekend?
Voor mannen zowel als voor vrouwen is de pil het meest bekende
voorbehoedsmiddel.
Praktisch alle vrouwen weten van de pil, en slechts 1% van de mannen heeft er
nooit van gehoord. Uit de rij van middelen ter voorkoming van zwangerschap
komt dus dat middel naar voren waarvan de toepassing het meest recent is,
een gevolg waarschijnlijk van de grote hoeveelheid publiciteit die de pil
gekregen heeft. Dat wil overigens niet
| |
| |
Tabel 12. Mondelinge vraag 12-13-14: Op deze kaart worden
verschillende middelen en methoden genoemd ter voorkoming van
zwangerschap. Wilt u mij nu voor elk hiervan zeggen, of u daar wel
eens van hebt gehoord, dus of u weet wat het is? Vindt u dit volgens
uw levensovertuiging wel of niet aanvaardbaar? Denkt u dat dit
middel of deze methode op één of andere wijze schadelijk zou kunnen
zijn voor de lichamelijke gezondheid?
|
|
Mannen totaal |
|
|
|
wel eens van gehoord |
aanvaardbaar |
niet schadelijk voor lichamelijke gezondheid |
| in procenten |
|
|
periodieke onthouding |
92 |
75 |
69 |
coïtus interruptus |
91 |
60 |
57 |
de pil |
99 |
77 |
28 |
condoom |
96 |
77 |
82 |
pessarium of ring |
81 |
60 |
47 |
spiraaltje |
41 |
29 |
19 |
irrigatie |
66 |
46 |
40 |
schuimtabletten |
44 |
29 |
18 |
zaaddodende pasta |
56 |
38 |
25 |
|
Vrouwen totaal |
|
|
|
wel eens van gehoord |
aanvaardbaar |
niet schadelijk voor lichamelijke
gezondheid |
|
in procenten |
|
|
periodieke onthouding |
94 |
76 |
72 |
coïtus interruptus |
87 |
57 |
51 |
de pil |
100 |
70 |
21 |
condoom |
90 |
64 |
70 |
pessarium of ring |
78 |
56 |
47 |
spiraaltje |
36 |
23 |
18 |
irrigatie |
60 |
42 |
37 |
schuimtabletten |
31 |
17 |
13 |
zaaddodende pasta |
45 |
26 |
21 |
| |
| |
zeggen dat de pil meer dan andere methoden werd toegepast, noch dat de pil
vaker dan andere methoden moreel aanvaardbaar wordt gevonden.
Enkele andere methoden blijken ook bekend te zijn: het condoom, periodieke
onthouding en coïtus interruptus (terugtrekken, voor het zingen de kerk
uitgaan, oppassen) zijn bekend bij meer dan 90% van de mannen, terwijl bij
vrouwen de bekendheid iets lager ligt (behalve bij periodieke onthouding).
We zien trouwens in het algemeen dat de bekendheid met voorbehoedsmiddelen
bij mannen wat groter is dan bij vrouwen.
Het pessarium (vrouwenring) is dan nog goed bekend (resp. bij 81% van de
mannen en 78% van de vrouwen), maar de overige middelen blijken veel minder
doorgedrongen te zijn. Een vrij primitieve methode als irrigatie wint het in
dat opzicht nog van pasta, schuimtabletten en spiraaltje.
Degenen die een bepaalde methode tot geboortenregeling niet kennen, kunnen
zich uiteraard ook niet uitspreken over de morele aanvaardbaarheid van een
methode en over het al dan niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Vandaar
dat de cijfers voor deze gegevens steeds lager liggen dan de cijfers voor de
bekendheid. Merkwaardig is echter dat de zeer bekende pil, die door 70% van
de vrouwen moreel aanvaardbaar wordt geacht, daarom kennelijk nog niet zo'n
acceptabel middel is want 22% van de vrouwen heeft ooit de pil gebruikt en
21% meent dat de pil niet schadelijk voor de gezondheid is.
Door vrouwen en mannen worden vooral periodieke onthouding, de pil, het
condoom, het pessarium en coïtus interruptus moraal aanvaardbaar geacht. Dit
is overigens geen gevolg van een hogere waardering van deze middelen, maar
van de mate van bekendheid. We zien nl. dat van degenen die met een bepaald
middel bekend zijn in ongeveer gelijke mate die middelen aanvaardbaar
achten, variërend tussen 80 en 55%.
| |
Welke middelen acht men schadelijk
Op dezelfde wijze moeten de gegevens bekeken worden die betrekking hebben op
de antwoorden op de vraag of men een bepaald middel al dan niet schadelijk
voor de gezondheid | |
| |
acht. Vrouwen achten periodieke onthouding,
condoom, coïtus interruptus en pessarium het minst vaak schadelijk voor de
gezondheid; mannen resp. condoom, periodieke onthouding, coïtus interruptus
en pessarium. Van de andere middelen denken veel minder mensen dat ze niet
schadelijk zijn. Gezien de geringere bekendheid is dat ook niet zo
verwonderlijk, maar er blijken toch enkele uitschieters te zijn: bij degene
die een methode toepast blijkt het condoom het meest frequent gezien te
worden als een onschadelijk middel, en de pil het minst vaak. Het aantal
mensen dat van een middel gehoord heeft, maar de vraag over het al dan niet
schadelijk zijn voor de gezondheid niet weet te beantwoorden ligt ook vrij
hoog. Met het oordeel over de morele aanvaardbaarheid is men eerder klaar
dan met het oordeel over het al dan niet schadelijk zijn. De informatie
schiet, gezien de antwoorden op kennisvragen en beantwoordingsvragen,
kennelijk nog te kort wanneer men zich als ideaal stelt dat een keuze
gemaakt wordt op grond van ruime kennis over beschikbaarheid,
betrouwbaarheid en al dan niet schadelijk zijn.
| |
Welke middelen gebruikt
En wat wordt nu in feite op het gebied van geboortenregeling gedaan?
Bij de ondervraging werd nagegaan welke methode tot geboorteregeling men ooit
gebruikt had. De cijfers geven ons geen indicatie over het huidige gebruik
omdat de historie erin betrokken is. Dan blijkt dat de onbetrouwbare methode
van coïtus interruptus het meest is toegepast, dit gebruik wordt nl. genoemd
door 65% van de mannen en 55% van de vrouwen. Opmerkelijk is niet alleen dat
een onbetrouwbare methode het meest werd toegepast, maar ook dat het
percentage toepassers hoger ligt dan het percentage dergenen die menen dat
deze methode niet schadelijk is voor de gezondheid. De eenvoud van de
methode en het feit dat er geen medisch advies voor ingewonnen hoeft te
worden, spelen hier waarschijnlijk een grote rol. Want de daarna meest
gebruikte methode is het condoom (48% van de mannen gebruikte condooms), ook
een eenvoudig en zonder medisch advies toe te passen middel. Het feit dat
| |
| |
Tabel 13a. Mondelinge vraag 11: Vindt u een doelbewuste beperking
van het aantal kinderen in alle opzichten ontoelaatbaar, hebt u er
bezwaren tegen, maar vindt u het in bepaalde gevallen wel
begrijpelijk of ziet u geen principiële bezwaren? Schriftelijke
vraag 14: Hieronder worden enkele middelen en methoden ter
voorkoming van zwangerschap genoemd. Wilt u nu bij elk hiervan door middel van een kruisje aangegeven, of u
daarvan wel eens of nooit gebruik hebt gemaakt vóór of tijdens uw
huwelijk?
|
|
|
Mannen naar leeftijd |
|
|
|
|
Mannen totaal |
21-24 jaar |
25-34 jaar |
35-49 jaar |
50-64 jaar |
| in procenten |
|
|
|
|
Geen principiële bezwaren tegen doelbewuste beperking aantal
kinderen |
67 |
69 |
74 |
65 |
61 |
heeft gebruik gemaakt van periodieke onthouding |
43 |
52 |
43 |
45 |
39 |
heeft gebruik gemaakt van coïtus interruptus |
65 |
73 |
66 |
65 |
61 |
heeft gebruik gemaakt van de pil |
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van condoom |
48 |
79 |
56 |
49 |
36 |
heeft gebruik gemaakt van pessarium of ring |
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van spiraaltje |
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van irrigatie |
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van schuimtabletten |
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van zaaddodende pasta |
10 |
12 |
13 |
10 |
6 |
| Vrouwen naar leeftijd |
|
|
|
|
|
Vrouwen totaal |
21-24 jaar |
25-34 jaar |
35-49 jaar |
50-64 jaar |
|
in procenten |
|
|
|
|
Geen principiële bezwaren tegen doelbewuste beperking aantal
kinderen |
60 |
63 |
73 |
62 |
46 |
heeft gebruik gemaakt van periodieke onthouding |
38 |
26 |
45 |
41 |
32 |
heeft gebruik gemaakt van coïtus interruptus |
55 |
55 |
63 |
57 |
45 |
heeft gebruik gemaakt van de pil |
22 |
41 |
37 |
22 |
2 |
heeft gebruik gemaakt van condoom |
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van pessarium of ring |
10 |
4 |
9 |
13 |
6 |
heeft gebruik gemaakt van spiraaltje |
1 |
3 |
1 |
1 |
- |
heeft gebruik gemaakt van irrigatie |
12 |
6 |
7 |
11 |
20 |
heeft gebruik gemaakt van schuimtabletten |
2 |
6 |
2 |
2 |
- |
heeft gebruik gemaakt van zaaddodende pasta |
8 |
6 |
7 |
9 |
6 |
| |
| |
|
Mannen |
Mannen naar district |
|
|
|
|
|
totaal |
3 grote steden |
rest westen |
noord |
oost |
zuid |
| in procenten |
|
|
|
|
|
Geen principiële bezwaren tegen doelbewuste beperking aantal
kinderen |
67 |
75 |
68 |
50 |
67 |
68 |
heeft gebruik gemaakt van periodieke ontding |
43 |
41 |
45 |
26 |
49 |
46 |
heeft gebruik gemaakt van coïtus interruptus |
65 |
61 |
65 |
61 |
83 |
52 |
heeft gebruik gemaakt van de pil |
|
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van condoom |
48 |
66 |
55 |
23 |
53 |
30 |
heeft gebruik gemaakt van pessarium of ring |
|
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van spiraaltje |
|
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van irrigatie |
|
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van schuimtabletten |
|
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van zaaddodende pasta |
10 |
18 |
11 |
5 |
8 |
3 |
|
Vrouwen |
Vrouwen naar district |
|
|
|
|
|
totaal |
3 grote steden |
rest westen |
noord |
oost |
zuid |
|
in procenten |
|
|
|
|
|
Geen principiële bezwaren tegen doelbewuste beperking aantal
kinderen |
60 |
74 |
55 |
56 |
62 |
57 |
heeft gebruik gemaakt van periodieke ontding |
38 |
35 |
43 |
34 |
38 |
38 |
heeft gebruik gemaakt van coïtus interruptus |
55 |
63 |
61 |
46 |
62 |
42 |
heeft gebruik gemaakt van de pil |
22 |
29 |
24 |
11 |
23 |
19 |
heeft gebruik gemaakt van condoom |
|
|
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van pessarium of ring |
10 |
14 |
10 |
6 |
11 |
7 |
heeft gebruik gemaakt van spiraaltje |
1 |
1 |
2 |
- |
- |
1 |
heeft gebruik gemaakt van irrigatie |
12 |
28 |
12 |
3 |
12 |
5 |
heeft gebruik gemaakt van schuimtabletten |
2 |
3 |
2 |
2 |
2 |
2 |
heeft gebruik gemaakt van zaaddodende pasta |
8 |
12 |
10 |
6 |
6 |
4 |
| |
| |
|
|
Mannen naar urbanisatiegraad |
|
|
|
Mannen totaal |
agglomeraties |
overige steden |
platteland |
|
|
|
|
in procenten |
Geen principiële bezwaren tegen doelbewuste beperking aantal
kinderen |
67 |
76 |
67 |
58 |
heeft gebruik gemaakt van periodieke onthouding |
43 |
45 |
41 |
45 |
heeft gebruik gemaakt van coïtus interruptus |
65 |
64 |
67 |
59 |
heeft gebruik gemaakt van de pil |
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van condoom |
48 |
64 |
48 |
33 |
heeft gebruik gemaakt van pessarium of ring |
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van spiraaltje |
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van irrigatie |
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van schuimtabletten |
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van zaaddodende pasta |
10 |
17 |
8 |
7 |
|
|
Vrouwen naar urbanisatiegraad |
|
|
|
Vrouwen totaal |
agglomeraties |
overige steden |
platteland |
|
in procenten |
|
|
|
Geen principiële bezwaren tegen doelbewuste beperking aantal
kinderen |
60 |
76 |
63 |
43 |
heeft gebruik gemaakt van periodieke onthouding |
38 |
38 |
39 |
37 |
heeft gebruik gemaakt van coïtus interruptus |
55 |
65 |
56 |
46 |
heeft gebruik gemaakt van de pil |
22 |
28 |
25 |
11 |
heeft gebruik gemaakt van condoom |
|
|
|
|
heeft gebruik gemaakt van pessarium of ring |
10 |
14 |
10 |
5 |
heeft gebruik gemaakt van spiraaltje |
1 |
1 |
1 |
0 |
heeft gebruik gemaakt van irrigatie |
12 |
28 |
10 |
4 |
heeft gebruik gemaakt van schuimtabletten |
2 |
4 |
1 |
1 |
heeft gebruik gemaakt van zaaddodende pasta |
8 |
12 |
8 |
3 |
| |
| |
dit percentage toch lager is dan het percentage voor toepassing van coïtus
interruptus, terwijl toch 82% van de ondervraagde mannen meent dat het
condoom niet schadelijk is voor de gezondheid, vraagt wel om een verklaring.
Zuinigheid zal wel niet het enige zijn dat een rol speelt - misschien wordt
het condoom in het gebruik toch niet zo gewaardeerd, maar het kan ook een
rol spelen dat het gebruik van condooms een vrijere houding tegenover
seksualiteit en geboortenregeling vergt dan de toepassing van coïtus
interruptus. Opmerkelijk is ook dat het percentage mannen dat van gebruik
van condooms spreekt duidelijk hoger ligt dan het percentage vrouwen. In
meerdere of mindere mate vinden we dit verschijnsel steeds terug: bij alle
middelen is het percentage mannelijke gebruikers wat hoger dan het
percentage vrouwelijke, en mannen kennen ook meer middelen tot
geboortenregeling.
Het lijkt waarschijnlijk dat deze verschillen verklaard moeten worden uit een
verschillende instelling tegenover seksualiteit bij mannen en bij vrouwen,
want in diverse onderzoeken blijken de antwoorden van mannen en vrouwen
uiteen te lopen, niet alleen wat meningen betreft maar ook in de opgave van
feitelijke zaken. Dit vormt op zichzelf een groot onderzoekprobleem, want
wanneer inderdaad de antwoorden of feitelijke vragen zo gekleurd kunnen zijn
door de houding van de ondervraagde, hoe zou men de feiten kunnen
achterhalen?
Toch gaan we nog maar door met de gegevens over het gebruik van methode tot
geboortenregeling. Periodieke onthouding, een zeer bekende methode, werd
door 43% van de mannen en door 38% van de vrouwen toegepast, het wordt ook
over het algemeen een moreel aanvaardbare en niet schadelijke methode
gevonden. De cijfers voor de pil zien er heel anders uit, het meest bekende
middel dat door 77% van de mannen en door 70% van de vrouwen moreel
aanvaardbaar wordt geacht, maar waaraan men kennelijk twijfelt wanneer het
al dan niet schadelijk zijn voor de gezondheid in het geding is, werd ooit
door 22% van de ondervraagde vrouwen gebruikt. In vergelijking met de
bekendheidscijfers lijkt dit percentage laag, anderzijds is het bepaald hoog
te noemen wanneer men zich realiseert hoe nieuw dit middel is in
vergelijking met andere, veel oudere middelen en methoden die een veel
geringere gebruiksfre- | |
| |
quentie hebben: irrigatie werd door 12%
van de vrouwen toegepast, het pessarium door 10%, zaaddodende pasta door 8%,
schuimtabletten door 2% en het spiraaltje door 1%.
| |
Verschillen
De tot nu toe behandelde gegevens hadden steeds betrekking op de totale
volwassen bevolking, of alle gehuwde volwassenen. Er blijkt echter wel
verschil te bestaan tussen verschillende bevolkingsgroepen.
Allereerst is het boeiend om te zien dat er kennelijk in de loop der jaren op
het terrein van geboortenregeling een en ander veranderd is. Ook al zijn er
weinig mogelijkheden om de huidige gegevens te vergelijken met de gegevens
van vroeger onderzoek, toch is een verandering duidelijk, wanneer we zien
dat de aanvaarding van geboortenregeling lager ligt bij degenen die ouder
dan 50 jaar zijn dan bij de andere leeftijdsgroepen. En zeker zo duidelijk
is dat wanneer we kijken naar het gebruik van geboortenregelingsmethoden.
Dat de pil en het spiraaltje als nieuwe middelen niet of nauwelijks door de
boven 50-jarigen gebruikt werden is vanzelfsprekend.
Maar we zien ook dat alle andere methoden met uitzondering van irrigatie door
deze groep minder gebruikt werden dan door de totale bevolking.
Met de meest bekende methoden is de ervaring van de mannen tussen 21 en 25
jaar hoger dan in enige andere groep. De vrouwen uit deze leeftijdsgroep
hebben alleen met de pil meer ervaring dan anderen. De indruk lijkt
gewettigd dat meer dan vroeger van methoden tot geboorteregeling gebruik
gemaakt wordt, maar dat de voorlichting over deze methoden nog niet van dien
aard is dat een uitgesproken keuze kon worden gemaakt, want velen hebben
veel verschillende methoden naast of na elkaar gebruikt.
Ook naar woongebied bekeken blijken beduidende verschillen tussen
verschillende groepen te bestaan. De aanvaarding van geboortenregeling is in
de stedelijke agglomeratie groter dan in de steden, en daar weer groter dan
op het platteland. Een zelfde tendens zien we ten aanzien van het gebruik
van methoden, die steeds op het platteland minder | |
| |
gebruikt
worden dan elders, met uitzondering van periodieke onthouding.
Minstens zo opmerkelijk zijn de verschillen tussen de diverse regionale
gebieden in Nederland. In het Noorden blijkt de aanvaarding van
geboortenregeling veel minder groot te zijn dan elders, en alle middelen
worden er in mindere mate gebruikt. Voor het Zuiden geldt dat
merkwaardigerwijs in mindere mate. In het Noorden benadert coïtus
interruptus het meest het landelijk gemiddelde, wat in het Zuiden met
periodieke onthouding het geval is. In het Westen - waar met name in de drie
grote steden de acceptatie van geboortenregeling het grootst is, en de
diverse methoden het meest worden toegepast - blijken vooral de mechanische
middelen en de pil vaker dan elders te worden gebruikt. Een grotere
acceptatie van geboortenregeling lijkt samen te gaan met een andere
toepassing ook.
|
|