‘Kom, zeg 't maar,’ zegt moeder, ‘moet je huiswerk maken? Laat eens kijken. - Ja, dat dacht ik wel weer - sommen overmaken. Weer onoplettend geweest, hè? Nou, ga maar gauw aan je werk, dan kan je voor het eten nog een flink eind af hebben. 't Is wel jammer, we hadden anders nog gewandeld, 't is lekker weer!’
Aan tafel at Piet flink; maar na het eten zei hij, toen hij weer aan zijn werk bezig was:
‘O, moe, ik heb zoo'n hoofdpijn, en pijn in mijn beenen, ik kan echt niet verder werken.’
‘Nou,’ zei moeder, ‘als dat waar is, schei dan maar uit en ga gauw naar bed, dan ben je morgen misschien weer beter.’
Moeder begreep wel dat het eigenlijk schoolpijn was die Piet plaagde. Het was heel warm en dus niet lekker om juist nu vroeger dan anders naar bed te moeten. Maar Piet kon nu zeker niet tegenstribbelen. Hij was toch ziek!
‘Kom, jongen, ik zal je van avond eens naar bed brengen! Een flink warm glas limonade zonder suiker en een extra wollen deken