Ernst en boert

Waenwijsheid.

Hoe trotsch is niet de ziel den aerdling ingegeven!

Wat wil de zwakke geest naer ijdle wijsheid streven!
Hij peinst, en werkt, en zoekt, en tilt zich zelf omhoog,
En dringt 't oneindige in met een vermetel oog.
Hij ligt den sluijer op, doch wart in duisternissen;
Hij tast in 't blinde rond, en blijft in 't blinde gissen;
Hij grijpt naer wat hij vindt, volhardt en houdt niet op,
Dwaelt meer en meer, en stoot in 't eind den wilden kop.

1833.