Liefdes verklaringen(1991)–Leonard Nolens– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Meeuwen voeren 1 Als herten in de verte dorstend naar land Burlen de schepen 's nachts en wekken mijn vriendin. Wij zijn ook nog maar pas naar hier gekomen Om nieuw leven. Oude liefde wou dat zo. 's Ochtends tilt het noorderlicht de slaapvertrekken Uit hun voegen, hemelt ons hier langzaam op In een machtig geheel, een helende verblinding. Daar kunnen wij in schuilen voor elkaar. 2 Wij staan op het terras te praten met een wolk Van af- en aanvliegende meeuwen, geven namen Aan kiftende snavels die ons brood betwisten, Ons vlees vliegen naar de stampende haven. Zij houdt zo van hun magnifieke wreedheid, de zwevende Obsceniteit van al die malse zatgevreten lijven, Hun opvliegende natuur, hun vleesgeworden honger. Zo aards en zo gehemeld zijn ze zeer waarschijnlijk De krijsende gedachten van haar dode God. Ze komen gulzig eten uit mijn lege handen Op het Zuid, het nieuwe huis dat zij me leert, Waar wij vanouds de werkelijkheid ten einde dromen Van liefde die dat burlen hoort en niet kan slapen. Vorige Volgende