Jozef de Ras
Huiselijk geluk
Aan prof. Dr P. Alberdingk-Thijm
Moedertje zit druk te breien
Bij het flauwe lampelicht;
Kindren hebben op de tafel
Kaartenhuisjes opgericht.
Vestingwerken en kasteelen
Stellen zij om beurten voor;
Moeder ziet hun kinderdroomen,
Zint en lacht... breit naarstig door.
't Klein gezin zit zoo te wachten
Naar het blijde huis'lijke uur,
Waarop vader plaats komt nemen
In het hoekje bij het vuur.
Stappen hooren zij van verre,
't Hondje ontwaakt, spring op en bromt
Maar het kwisplen van het staartje
Toont weldra, dat vader komt.
Kindren kruipen op zijn knieën,
Nu zich vader 't aanschijn droogt.
Hoe gelukkig zijt gij, kleinen,
Die: dag vader! zeggen moogt.
Dit huiselijke portretje vol burgerlijke knusheid verscheen in Eerste klanken, Gent-Maastricht s.a. (1892), 13-14. Het is opgedragen aan de Leuvense hoogleraar Paul Alberdingk Thijm, broer van Joseph en sedert 1887 diens opvolger als hoofdredacteur van de Dietsche Warande, die ook een kort voorwoord bij de bundel van De Ras schreef.