| |
| |
| |
Hendrik Pieters
De overjas
‘Hoor Karel! - ik bemin u zéér,
En, wordt gij niet mijn man,
Een ander neem ik nimmermeer;
Wees daar maar zeker van.
Geen ander rust ooit aan dit hart,
Waar trouwe min in woont;
En 'k sterf, van bittre zielesmart,
Wordt niet die min bekroond.’
Zoo zegt ze, en, als haarzelve ontrukt,
En hijgend daar zij staat,
Houdt fel haar linker 't hart gedrukt,
Dat sterk en sterker slaat;
Zoo zegt ze, en, met haar regterhand,
Delgt zij een zilvren traan,
Die haar, door 't diep gevoel vermand,
In 't gitzwart oog kwam staan.
Haar blik ontmoet des jonglings oog,
Dat fier, met reine lust,
Als blikte een Seraph van omhoog,
Bedeesd zijgt eerst haar blik ten grond,
Dan 't hoofd haar op de borst;
Het woord besterft op Karels mond,
Voor dat hij 't uiten dorst.
Tot driewerf breekt hij 't zwijgen niet,
Tot hem aan 't vol gemoed ontschiet,
‘En ik, mijn Klara!’ roept hij uit,
‘Blijft gij me slechts getrouw:
Ik noem voor God u mijne bruid,
En ééns mijn echte vrouw! -
De band, die 't teeder harte bindt
Aan 't edel, rein gemoed,
Die is 't, die alles overwint
Geen wilkeur van der oudren zij
Ik ben voor u, gij zijt voor mij,
Dus, daar uw vader toch niet wil,
Hoe ik u, ongemerkt en stil,
En zien en schrijven kan. -’
En onder 't denken kust hij zacht
Heur lieflijk krullend haar,
En streelt die rijke lokkenpracht,
Als zat zijn denkkracht dáár.
Ook Klara peinst, als weldra blijkt,
Want eindlijk beurt zij 't hoofd,
Wijl Karel wreevlig 't voorhoofd strijkt,
Dat nog geen plan belooft.
Glimlagchend, ziet zij hem dan aan,
Verheugt zich om zijn spijt,
En zegt dan: ‘'k weet wat dient gedaan,
'k Wed dat ge er eens meê zijt:
| |
| |
Gij gaat voortaan des avonds steeds
Mijn vader is dan daar alreeds,
Mijn vader heeft een overjas
Een opslag is, 't komt ons te pas,
Dit opslag-paar bedoel ik nu
In zulk een opslag zend ik u,
Gij mij, den grootsten brief.
Wacht, strakjes reeds - de proef is ligt -
Stuur 'k u een oude krant,
Of twéé, begrijpt ge, voor 't gewigt
Aan de een en de andre hand.
Dan wordt ook vaders arm meteen
Gewend, aan vreemde vracht,
En, door zijn hulprijke arm alleen,
't Verkeer tot stand gebragt.
Zoo vormen we ons een postkantoor,
Of noem 't een telegraaf,
Want onze brieven gaan daardoor
Gansch ongemerkt en gaaf.
Ligt immers, merkt gij u de plek,
Waar vaders kostbaar stuk
Beveiligd wordt, voor stof en drek,
Zoo wordt u ook altijd het uur
Waarop ge, steeds met meerder vuur,
En lezers! - Klara heeft die list,
Die nimmer 't doel nog heeft gemist,
Zich later nooit beklaagd.
Ziet! - na zes maanden drok geschrijf,
Aan vaders jas vertrouwd,
Waardoor elkander 't minst bedrijf,
Of onraad, werd ontvouwd:
Zoodat altijd door vaders jas
Ook 't minste werd verklikt,
Wat vader dacht dat noodig was,
Of wijsslijk had beschikt:
Werd eindlijk vaders tegenstand
Door liefde en list verkracht,
En Karel heeft zijn dierbaarst pand,
Zijn Klara, t' huis gebragt.
Ja! - toen het teederminnend paar
Zoo op 't stadhuis als voor 't Altaar,
En t' huis van vreugde weent -
En vader zelf ook tranen plengt
Snelt Karel weg... keert weêr... en brengt
Verhaalt dan vader 't heel geval,
En bidt om 't dierbaar stuk;
Want door dien jas verwierf hij 't al,
Wel ziet papa zijn dochter stroef,
Blikt op zijn jas en schijnt wel droef
Doch breekt een zachter, zoete trek
Dan door 't ontwolkt gelaat,
En zegt hij: ‘Zorgt! dat stof noch drek
Dan ooit dit pronkstuk schaad’;
En brengt mij dra een lieve spruit,
En dan, als Klara net zoo'n guit,
Als echte huwlijksteelt -
| |
| |
En brengt ze mij op mijnen schoot,
Die eens uw beider trouw omsloot,
En hebt mij lief, met de eigen trouw
En Karel! wees, als uwe vrouw,
Ook gij mijn dierbaar kind. -’
De band, die 't teeder harte bindt
Aan 't edel, rein gemoed,
Die is 't, die alles overwint
Dus meisje! wees als Klara was;
Heb jongling! Karels min:
Dan valt, als hun eens ‘de Overjas’
U 't heerlijkst middel in.
Uit Keuze uit dichtstukken van het Letterkundig Genootschap ‘De Lelie’ te Roermond, Roermond 1858, 92-99. In strofe 15 figureert de ‘Groote Sociëteit’, de oudste Roermondse sociëteit, die gehuisvest was aan de Markt, hoek Swalmerstraat.
|
|