cus que les régens de ce collège ne peuvent plus continuer leurs fonctions incompatibles avec les inquiétudes et les embarras du besoin. Mais plus heureux que M.A. Liger, vous aurez la satisfaction d'achever son ouvrage qu'il a tant regretté de ne pouvoir finir.
La récompense de vos travaux, Monsieur, sera dans nos coeurs reconnaissan(t)s, c'est la seule qui soit digne de la vertu.
* * *
Uit de toespraken tot Roermondse en Limburgse gezagsdragers uit de Franse tijd, die te vinden zijn temidden van de Mélanges de littérature et d'histoire van Etienne Victor Laisné, is de bovenstaande gekozen, omdat hij enkele steeds terugkerende themata uit de Mélanges van Laisné kort presenteert: de practische op deugdzaamheid (vertu) gerichte filosofie, de aanhankelijkheid jegens keizer Napoléon Bonaparte, ‘le grand homme qui nous gouverne’, de toewijding jegens het vaderland en het algemeen belang en de nadruk op het belang van de vorming (éducation).
De toespraak is door Laisné namens de principaal en de regenten van het keizerlijk college van Roermond gericht tot Joseph Brandès tijdens een officiële ontvangst in het college. Brandès, voorheen onderprefect van Wissembourg, werd op 24 juli 1811 tot onderprefect van Roermond, toen een arrondissement binnen het departement van de Nedermaas, benoemd. Op 11 november 1811 trad hij in functie. De toespraak moet dus kort nadien uitgesproken zijn. Brandès volgde de onderprefect luitenant-kolonel Antoine Liger op, die op 13 mei 1811 was overleden. Zie H. Hardenberg en E. Nuyens, Inventaris der archieven van het arrondissement Maastricht en van het departement van de Nedermaas (1794-1814), 's-Gravenhage 1946, LXXXVI.
Tijdens de openbare uitreiking van de prijzen aan de studenten van het college op 29 augustus 1811 had Laisné, ‘régent des hautes classes françaises et professeur d'histoire’, een ‘Eloge historique et funebre’ over Liger uitgesproken, eveneens bewaard in de Mélanges. Ook de toespraak tot Brandès lijkt nog meer een lofrede op Liger. Laisné prijst hem ondermeer als krijgsman. In dit verband is het vermeldenswaard dat Liger een in 1808 te Maastricht gedrukte Histoire de la guerre des coalitions contre la France had geschreven. Laisné maakt ook van de gelegenheid gebruik om de aandacht van de nieuwe onderprefect te vragen voor de status en de precaire financiering van het college.
De toespraak tot Brandès is uitgegeven naar het handschrift Gemeentelijke Archiefdienst Maastricht, Collectie Handschriften, nr. 37, deel I-II, p. 373-376. De ‘Eloge historique et funebre’ over Liger staat in hetzelfde deeltje, p. 357-372.