Van de Patanders of Maleyers, en Caffres.
DIt volck is wel geproportioneert van lichaem, en asch-verwigh van aengesicht: haer kleedingh is niet uyttermaten kostelijck, zijn alleen met een katoenen rock, tot aen de kuyten nederhangende, bekleedt, voorts gaense met de beenen bloot; het hooft is met een mutse byna tullebants gewijs bedeckt.
Sy zijn laetdunckende en hovaerdigh van herten, het selve oock genoeghsaem in haer gangh uytdruckende: nochtans zijnse spraecksaem en heusch tegen yeder een. Daer en boven zijnse van naturen luy, haer nergens mede genererende als met lantwerck en visscherye, waer by sy 't leven soberlijck onderhouden. Haer dranck is water, want hebben nergens meerder afkeer van als van stercken dranck.
De Patanders zijn zeer genegen tot vleeschelijcke wellust, en trouwen gemeenlijck twee, drie of meer Vrouwen, daer by onderhoudende soo veel Concubijnen als sy voeden konnen. Over dese Vrouwen zijnse seer jaloers, soo datse haer beste vrienden niet sullen toelaten om haer Wijven en Dochters te sien.
Overspel wordt by haer met de doodt gestraft, en moet de Vader of naeste bloetvriendt de executie hier van doen, doch den Misdadige staet vry soodanige maniere van sterven uyt te kiesen als hem goet dunckt: En hoewel het Overspel soo strengelijck gestraft wordt, nochtans gaet 'er niet meerder in zwangh als even dit gebreck; de oorsaeck hier van wordt de groote geyligheyt en onkuysheyt der Vrouwen toegeschreven, die oock dagh en nacht niet anders soecken en overleggen, als met gemack in haer wellustigheden te baden.
Hoerderye die tusschen twee ongehuwde persoonen geschiedt, wordt'er voor geen sonde of straf-waerde saeck gerekent.
De wapen-oeffeningh is by haer in weynigh gebruyck, waer doorse slechte krijgslieden uyt leveren: haer wapenen zijn spiesen, zwaerden, en lange schilden: haer meest kracht ten oorlogh bestaet in haer Oliphanten, op de welcke sy sich seer vertrouwen.
In haer religie volgense de wet van Mahometh, diese oock stricktelijck soeken te onderhouden.