Van de Turcken.
DE Turcken, in kleyn Asia, en in de Oostersche gewesten van Europa, geboren en opgevoedt, zijn doorgaens van een goede complexie, wel gestelt van lichaem, geen lichtvaerdige noch beuselachtige praters, seer genegen tot Venus-werck, en yverigh in haer religie: hare hoofden zijn kael geschooren, behoudende alleen boven aen een kuyf: sy dragen lange baerden tot een teecken van stemmigheyt.
De kleedingh der Turcken bestaet in kostelijcke lange rocken, en 't hooft is met een witte tullebandt bedeckt, maer die van Mahomeths geslacht zijn, dragen groene tullebanden en leveryen.
De Vrouwen zijn kleyn, dick en rondt van gewas, kostelijck en cierlijck, na haren aert opgetoyt, uytgaende, 't welck doch selden geschiet, haer aengesicht is met zijde-floers bedeckt, en betoonen sich hier door vreesachtigh en schaemroot, maer in huys zijnse tot alle dertelheyt en wulpsheyt genegen, die de zwartste wijnbrauwen, wijdtste mondt, en grootste oogen hebben, worden voor de schoonste geacht.
De Turcken in groot Asia en Egypten gebooren zijn langer van persoon, bruynder van coleur, wreedt en onzedig van aert.
Ontrent den Echt wordt by haer dese manier onderhouden: volgens den inhoud van d'Alcoran is den Turcken geoorloft soo veel Vrouwen te trouwen als sy willen, ofte als sy wel konnen onderhouden. De Dochters worden van de Ouders voor een somme gelts gekocht, dese senden haer dan, neffens huys-raet, op Muyl-ezels en Kameelen geladen, en door haer Vrienden verselt, met veel vreughde naer het huys van den Bruydegom.
De Vrouwen, schoon datse noch soo seer van de Mannen bemindt zijn, en eeten niet met haer te gelijck, maer dienen gemeenlijck de Mannen ter tafel, en daer na eetense alleen in 't heymelijck. Indiense de ouderdom van veertien jaren bereycken, mogen sy in 't gheselschap van vreemde Mans persoonen niet verschijnen.
De Turcken zijn seer wreedt over haer Christenen Slaven, de welcke sy om geringe oorsaken wacker afrossen, en onge-