groote strengheyt over haer Onderdanen gebruyckt, en de minste straffe is aldaer het buyck-opsnijden; want selfs aen de grootste van 't Rijck, die om d'een of d'ander misdaet uyt des Keysers of Koninghs gunst komt te geraken, wordt een krits, dat is een gevlamde poock of ponjaert, toe gesonden, waer mede hy sich selven de buyck van boven tot beneden kruys-wijs moet opsnijden, dat darmen en vuyligheden daer uyt storten.
Dit buyck-snijden gaet aldus toe: De misdadiger sit, volgens d'Oostersche gwoonte, met de beenen kruys-wijs onder het lijf, op d'open plaets voor een Tempel, ontbloot aen 't boven lichaem tot over de buyck. Achter hem staet een noot-hulper om hem behulpsaem te wesen, indien met zwackheyt of flauwte bevangen wordt: voor sit een ander, die 't mes of poock ten buyck-snydingh toereyckt. Ter zijden af hurcken neder twaelf van sijn beste vrienden en naeste bloetverwanten, in gelijcken afstant van malkanderen geplaetst. Achter den noodt-helper zijn geseten ses Priesters, om de begraeffenis en ziel des stervenden te besorgen. En dese straf, wanneer de misdaed groot is, gaet oock over de ontschuldigen, soo dat sijn geheele geslacht, die noyt aen sijn misdaet schuldigh waren, noch van de selve geweten hadden, op die wijse van kant geholpen wordt.
Dese doodt-straf valt noch licht by haer, want sy hebben veel wreeder en ongehoorder manieren van pijningen en dooden: als het verbranden of liever braden met afgelegen en langhsaem vier; en het pijningen met het siedende water van Singok; alhier zijn balcken op de lage uytsteecksels der rotsen over 't water geleydt, en op de balcken huysjens getimmert, welckers vloer doorluchtigh is, waer in sy de misdadigers soo langh laten sitten, tot datse door de zwavelachtige stanck, die uyt het water rijst, in zwijm vallen: daer na gebruycken de Beuls kleyne scheppers, met welcke sy Singoks siedende water over het gantsche lijf uytgesondert het hooft gieten: dit water van wegen sijn hars- en zwavelachtigheyt, bijt en dringht in tot op het gebeente.
Andere villense de nagels uyt, gieten door een treghter het lijf vol water, trappen 't met de voeten wederom uyt het lichaem, soo dat het ten neus, mondt en ooren uytspat. Sommige vijlense met scherpgetande rieten in vijf ofte ses dagen de hals af, en stroyen ondertusschen zout in de wonden.
Maer onder alle pijniging is het zwaerste 't ophangen by de beenen aen een galge, met 't hooft in een put, wanneerse eerst ettelijcke wonden kruys-gewijs gesneden, op het hooft gemaeckt hebben, ten eynde 't bloedt allenghskens uytdruppe, en het herte niet overstelpe; onder dese tormenten leven sommige vijf, ses ofte meer dagen eerse den geest geven: want haer insight is alleen dat de misdadigers langhsaem en ellendigh aen haer doodt gheraken.
Soodanige en meer ander onmenschelijcke wreetheden hebben de Christenen in Japan met menighten moeten uytstaen.
Haren uytterlijcken Gods-dienst is also beestachtigh als die van de Chineesen, bestaende in wanschrickelijcke en duyvelsche Beelden-dienst. Haer voornaemste Afgoden zijn Xaca, Arima, Daybuth, en andere, wiens beelden in kostelijcke Tempelen ge-eert en aengebeden worden: seer kostelijck en verwonderens waerdigh is haer Tempel van duysent Goden, en belacchelijck de Apen Tempel, die van binnen met verscheyde afbeeltsels van Apen, als mede levendige Apen versien is, aen wien Gods-dienstighe plichten besteedt worden.