Het licht(1909)–Jan van Nijlen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] VIII. Lied van hoop Wij zullen blij gaan door het leven mijn droeve vriend! zoo gij nu wilt vergevend uwe handen geven, nu alle pijnen zijn gestild. Ge weet niet hoe het licht kan stralen in elk woord dat ik u zeg, noch wat mijn ziel u kan verhalen! maar zoo gij volgt mijn blijde weg, zal elke avond kalm en vroom zijn en elke morgend rijk, en moet het leven als een droom zijn: een zee, maar zonder ebbe of vloed. Ik maak het leven levenswaard, en moet mijn heil niet eeuwig duren, wat geeft het! zoo zij bloemen gaart van eeuwig licht in enkele uren?... Vorige Volgende