Het licht(1909)–Jan van Nijlen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] V. Treurliedje Ik had beloofd dat 'k sterk zou zijn, en dat de kunst het werk zou zijn van al mijn levensdagen... - Ach! waarom wondde uw liefde dan het hart van iemand die 't niet kan verdragen? En wijl ik dacht hoog-op te gaan, en in mijn trots alleen te staan te midden slaafsche zielen, hebt gij mij met uw zachte kracht van de enkle weelde van uw pracht doen knielen. En daar ik ben als 't schuchter kind, door schitter-schoone glans verblind van al te schelle kleuren, en wat verleden is herdenk, hoe zou ik om uw min-geschenk niet treuren? Vorige Volgende