Het licht(1909)–Jan van Nijlen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] III. Oktober Zoo blij, zoo blank is 't in mijn woning, zoo wonnig onder de bekroning der najaarslucht, dat ik in opperste belooning mijn hart voel rijpen als een vrucht. Zoo blij, zoo blank is 't in mijn ziele, waarin de reine stralen vielen der najaarszon, dat ik aanbiddend neer zou knielen alsof 'k een nieuwe jeugd begon. En langs de stervensmoede dreven heb ik gevoeld in 't kleurenzweven van licht en vuur, de volheid van geheel een leven n 't stralen van een enkel uur, Vorige Volgende