mysticus. Maar Jammes is het niet, omdat het niet in zijne natuur ligt het te zijn.
Vaak citeert men de namen van Paul Claudel en Francis Jammes naast elkaar, wat aanleiding geven kan tot verwarring. Wel geloof ik dat de schrijver van L' Arbre een zekeren invloed heeft uitgeoefend op Jammes, maar het diepere wezen van beider werk is van zulke geheel andere essentie, dat eene vergelijking tusschen de twee schrijvers onmogelijk is. Daarom is het interessant de bladzijde te citeeren uit het laatste bedrijf van La Brebis égarée, waar twee jonge mannen de psychologische ontleding maken van den dichter Pierre. Deze ontleding past wondergoed op Francis Jammes zelf. De eene jonge man zegt: ‘Pierre Denis était au fond, quand je l'ai connu, un mystique, mais un de ces mystiques dont la foi se prépare dans une vision splendide et terrible du monde matériel. Je me souviens des poèmes qu'il nous lut dans la montagne. C'étaient des vers sur un cerisier en fruits, sur la moisson dans la canicule, sur une femme lourde et blonde qu'il rendait si présente que les mots semblaient disparaître peu à peu, se fondre dans l'azur incandescent....
Dit is eene bijzonder juiste karakteristiek van de kunst van Francis Jammes. Het is vrij zeker dat zijne hartstochtelijke liefde voor de natuur Jammes heeft voorbereid voor eene hoogere liefde. Maar om hem een mysticus te noemen moet men aan dit woord eenen zeer rekbaren zin toekennen, die dan even goed op Chateaubriand en Maurice de Guérin toepasselijk zou zijn als op Jammes. Maar hoe treffend is de definitie van de meest merkwaardige hoedanigheid zijner verzen: de hallucinante weergave der zinnelijke wereld!
Daarop vraagt de andere jonge man: ‘Et que disait Paul Ardel de ces poèmes?’