Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 363] [p. 363] De hippopotamus De hippopotamus ligt languit log in de modderige vloed; al ziet hij er onverwoestbaar uit, hij is enkel vlees en bloed. Vlees en bloed zijn bederfelijk omdat het leven ze verteert; maar de Ware Kerk is onsterfelijk want ze is op een rots gefundeerd. De hippo' misstap op misstap doet voor zijn nooddruft en onderhoud, maar de Ware Kerk verzet geen voet voor het inhalen van haar goud. De 'potamus ziet een broodboom staan en is tot plukken niet in staat, maar er keert geen schip uit de oceaan of de Kerk krijgt rijst en muskaat. De hippo' wordt in de paringstijd onwelluidend en gedraagt zich zot; maar elke week, vol zaligheid, huwt de zingende Kerk met God. De hippopotamus slaapt overdag omdat hij 's nachts uit jagen moet; de Kerk, die God vertrouwen mag, kan slapen terwijl zij zich voedt. [pagina 364] [p. 364] Ik zag eensklaps de 'potamus wegvliegen uit zijn nat moeras. Engelen zongen Laudamus hem begroetend op hun terras. Bloed des Lams wast hem aanstonds rein, hij wordt als hemelzoon erkend en zal een van de heiligen zijn met een gouden snaarinstrument. Maagden, martelaressen, al wat kuis is kust hem vrij van schuld, maar de Ware Kerk blijft in het dal in schadelijke damp gehuld. T.S. Eliot Vorige Volgende