Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 229] [p. 229] De nieuwe sterren Eertijds, door een nog schuldeloos geslacht, werd held of dier tot sterrenbeeld verheven. Nu wij de moord te Golgotha bedreven straalt ander licht ons tegen uit de nacht. Voor ons werd marteltuig tot sterrenpracht. Wij zien de Doornenkroon ten hemel beven, zien Geselroe en Spijkers schijnsel geven, en Dobbelsteen, en Lans met lange schacht. Verheimelijkt temidden van die luister breidt de Gekruisigde zijn armen uit. Wie voeren in het ondermaanse duister onder Pilatus' oog zijn Passie uit? Petrus, de Dienstmaagd, Barbas zonder kluister. Geen haan kraait. Geen hond blaft. De zon blijft uit. Vorige Volgende