Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] Morgen-gebed Zon, die met uw stralenden wagen opwaarts Rijdt den steilen daaglijkschen baan, uw rondas Blinkt van blindend licht, in de handen houdt ge Purperen teugels; Heden ziet ge weer de geheele wereld: Landen, zeeën, steden en menschen, die zich Warme' in uw omarmende stralen, wijl ge Glimlachend neerblikt; Ziet ge heden haar, die ik zoo beminde - (Zij is onder schoonsten door schoonheid kenbaar) Wijt haar dan dat zij, schoon ze trouw beloofde Mij heeft verlaten. Dit nog, Zon, voor gij uwen baan gaat rijden: Als gij tot haar spreekt - o! verhoor mijn bede! - Spreek dan niet tot haar met uw slaande stralen, Maar met uw kussen! Vorige Volgende