Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Middag De zon, de zon martelt de steenen gevels, De gele gevels van de oude straat. Nergens het meelij van een schaduw staat. De boomen laaien als groen-vuren kegels. God, die ons pijlen zendt, en in dien wemel Lacht als één onzer hoog als Babel gaat: De zon verdedigt, vader, uw gelaat, Blind zien uw kindren opwaarts naar uw hemel. Leven is iets heel stils en zachts: een stroom Dwars door het lichaam als het goede bloed, Het sap stuwend door de aadren van een boom - Toch hebben wij uw harde daden lief, Vader, omdat ons leven doodgaan moet, Vóór zich ons bleek gelaat in 't licht verhief. Vorige Volgende