Lees maar, er staat niet wat er staat(1959)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 205] [p. 205] In plaats van foto Geen foto van ‘Holland's’ dichter bezittend, schets ik hem hier. Men schrijft negentien honderd veertien. De dichter is grenadier. Een blauwe tuniek met granaten, een laklederen koppel om, een shako met ‘citroen’ en ‘scheerkwast’, een rood biesje langs de pantalon. Hij maakt velddienstoefeningen, tussen Delft en Noordwijkerhout, schiet op Waalsdorp, staat als schildwacht voor Noordeinde en Lange Voorhout. Eens, tijdens een rust in Loosduinen, betreedt hij een boerendeel, krijgt koffie, dankt een meisje; hij komt er een maandlang veel. Hij zit met haar broer en de buren, 's avonds, achter 't huis, in de tuin. Het wijd land wordt langzaam onzichtbaar, de zee hoorbaar achter het duin. Voor het theelicht, binnen, bij moeder, voor de kast met kraakhelder goed, voor de tafel, waar de boer zijn krant leest, zal hij sterven als het moet. Vorige Volgende