Het Nederlands van Bontekoe is eenvoudig, soms met Westfriese trekjes, altijd helder en dichtbij de werkelijkheid. De schrijver bedient zich bijna niet van de verschrikkelijke ‘Franse’ modewoorden die we tot zelfs in het ‘Wilhelmus’ tegenkomen.
Natuurlijk is de spelling in onze ogen een ramp. De taal is nogal veranderd en zijn allerlei woorden iets anders gaan betekenen. Ik heb getracht om Bontekoe's tolk te zijn, zonder hem te willen verbeteren of te moderniseren. Waar nodig, is met noten aangegeven wat misschien echt onduidelijk is.
De schrijfwijze van de Chinese namen is zo ingewikkeld dat sommige niet eens met zekerheid zijn te herkennen ... In de noten is de ANP-schrijfwijze gehanteerd, gebaseerd op de moderne spelling van Chinese namen. De eigennamen in het Nederlands heb ik intact gelaten.
Vroegere generaties hebben nogal eens gesuggereerd dat Bontekoe te zachtaardig geweest zou zijn voor ‘het volk’ en er niet voldoende de wind onder had. Een 19e-eeuwse ‘jongens van Jan de Witt’-mentaliteit die hem vreemd was. Vaderlandse sentimenten komen we niet tegen bij Bontekoe. Hij is Hollander in dienst van de V.O.C. en gebruikt zelfs het woord ‘Nederland’ nooit. Evenmin komen we ooit racistische trekken tegen. Bontekoe beschrijft wat hij waarneemt, dat die mensen in warme landen zwart zijn en naakt lopen. Maar het blijven mensen voor hem, zonder twijfel.
Net zo verhelderend is het te ontdekken dat er geen sprake is van een almachtige ‘schipper naast God’ al noemt hij zich wel zo. In de praktijk vond er voortdurend overleg plaats en werd er heel wat vergaderd in de scheepsraad; bij gewichtige beslissingen werd alles op papier gezet en door iedereen ondertekend.
Ongetwijfeld ook om de verantwoordelijkheid te spreiden tegenover de ‘Heren Zeventien’, de almachtige directie van de V.O.C.
Haarlem, najaar 1989
Lennaert Nijgh
Met dank aan Leon Klein Schiphorst, Els Wiegant,
Piet Boon en ‘Haarlems Dagblad’