Het regt gebruik der werelt beschouwingen
(1720)–Bernard Nieuwentijt– Auteursrechtvrijter overtuiginge van ongodisten en ongelovigen
Bernard Nieuwentijt, Het regt gebruik der werelt beschouwingen ter overtuiginge van ongodisten en ongelovigen. Joannes Pauli, Amsterdam 1720 (derde druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
scans van exemplaar Universiteitsbibliotheek Utrecht, signatuur: MAG: HAZ 55 / THO: WRT 155-316
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de derde druk van Het regt gebruik der werelt beschouwingen ter overtuiginge van ongodisten en ongelovigen van Bernard Nieuwentijt uit 1720. De eerste druk dateert uit 1715.
redactionele ingrepen
p. 531: een in het origineel onleesbaar teken is hier vervangen door ‘[...]’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (deel 1, p. 934) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
B. NIEUWENTYT REGT GEBRUIK DER WERELT BESCHOUWINGEN.
[pagina III]
HET REGT GEBRUIK DER WERELT BESCHOUWINGEN, ter overtuiginge van ONGODISTEN EN ONGELOVIGEN AANGETOONT, door Bernard Nieuwentyt, M.D.
Met kopere Platen.
DEN DERDEN DRUK.
Tot AMSTERDAM.
By JOANNES PAULI, Boekverkoper op den Nieuwendyk het negende huis van den Dam in SENECA, l720.
[pagina XIV]
BLAD-WYSER DER BESCHOUWINGEN.
VOORBERIGT. | Pag. 1 | |
I. | Van de Ydelheit van al het Wereldsche. | Pag. 31 |
II. | Van al het Sienlyke en van ons selfs in 't gemeen. | 37 |
III. | Van eenige bysonderheden in de Mond. | 46 |
IV. | Van den Slok-darm, Maagh en Darmen. | 55 |
V. | Van de Melk-vaten en Chyl-voerder. | 66 |
VI. | Van het Hert. | 75 |
VII. | Van het Adem-halen. | 85 |
VIII. | Van het Adergestel. | 97 |
IX. | Van de Zenuwen, en kortelyk van de Water-vaten, Klieren en Vliesen. | 115 |
X. | Van de Spieren. | 128 |
XI. | Van de Beenderen. | 165 |
XII. | Van eenige Saken in opsigt van sekere Schriftuurplaatsen. | 185 |
XIII. | Van het Gesigt. | 203 |
XIV. | Van het Gehoor. | 227 |
XV. | Van de Smaak, Reuken Gevoel. | 254 |
XVI. | Van de vereeniginge van Ziel en Lichaam, de Verbeeldinge en Geheugenisse. | 271 |
XVII. | Van de Menschelyke passien of driften, en kortelyk van de Voort-teelinge. | 283 |
XVIII. | Van de Lugt. | 315 |
XIX. | Van de Meteora of Lugtsverhevelingen. | 353 |
XX. | Van het Water. | 388 |
XXI. | Van de Aarde. | 454 |
XXII. | Van het Vyer. | 497 |
XXIII. | Van Dieren, Vogelen en Visschen. | 529 |
XXIV. | Van de Planten. | 567 |
XXV. | Van den sigtbaren Hemel. | 614 |
XXVI. | Van de onnoemelyke veelheit en onverbeeldelyke kleinheit der Deeltjes, uit welke het Geheel-Al bestaat. | 720 |
XXVII. | Van eenige Natuur-wetten. | 752 |
XXVIII. | Van eenige Chymische Natuur-wetten. | 827 |
XXIX. | Van de Mogelykheit der Opstandinge. | 855 |
XXX. | Van het Onbekende. | 893 |